Germstrom, dwergen vesting in het Grindamasch gebergte
Ik word gek van dat tromgeroffel! Heer Stevijn beende door de zaal der ouden als een beest in een kooi. Ik word gek van het wachten! Ik stel voor dat we zelf het heft in handen nemen en de orks aanvallen!
Rustig broer. Dit kwam van heer Roland die samen met Bladur de dwergen generaal het verdedigingsplan van de vesting doorliep. Nu aanvallen zou zelfmoord zijn. We hebben de meeste kans op overleven als we hier blijven. Zij hebben de ingang van de vesting nog altijd niet gevonden. Denk jij maar als we te lang wachten staan ze aan ons bed en snijden ze onze keel over!
Heer Roland negeerde deze commentaar. Ze hebben de ingang nog altijd niet gevonden, herhaalde hij en als het zover is zullen ze zich te pletter lopen op onze gecombineerde verdedigingswerken. Als wij tegen hen ten strijde trekken daar en tegen zijn we kansloos, we weten dat ze met vele meer zijn dan wij en in het open veld zouden ze ons vernietigen voor we zelfs nog maar de kans hadden ons te verdedigen. Bovendien boekt onze guerrillatactiek ook veel succes, niet alleen kunnen we hun leger flink uitdunnen met onverwachte aanvallen, bovendien kunnen de terugkerende guerrilleros ons bruikbare informatie verschaffen over hun troepensterkte en hun zwakke plekken.
Als ze al terug keren!
Stevijn, op éénmaal na hebben onze guerrilleros zich altijd perfect van hun taak gekweten en zijn hier terug geraakt met niet meer dan enkele schrammen en builen.
Uw broer heeft gelijk heer Stevijn, het zou dwaasheid zijn de vijandige troepen aan te vallen, zeker nu we weten dat de orks gesteund worden door Zuiderlanders.
Maar meester dwerg, onderbrak heer Stevijn Bladur, tenzij ik verkeerde informatie heb ontvangen is niet iedereen het met jullie tactiek eens. Binnen uw volk gaan ook steeds meer stemmen op om ons mensenvolk zonder pardon buiten te kegelen en ten strijde te trekken tegen de gecombineerde legers van de orks en de Zuiderlanders. Wat doen we als dat gebeurt?
Helaas, u hebt gelijk, er is onenigheid onder de dwergen. Doch vreest niet, geen dwerg gaat aangeboden gastvrijheid terug intrekken, zelfs en zeker niet tijdens een oorlog waarin iedere bondgenoot welkom is. Op dit moment volgde een kort snel geklop op de deur, en meteen daarna vloog de deur open. Een dwerg en een mens, beiden bebloed en gewond, strompelden samen binnen.
Heer Bladur, mensenheren, de vijand trekt door de bergen, opzoek naar de vesting, ze vermoorden iedereen die ze tegenkomen. En hoewel ze nu nog doelloos schijnen rond te trekken komen ze langzaam maar zeker in deze richting!
De ruiter in het Oosten, 20 mijl ten oosten van Germstrom
De ruiter van het oosten lachte een holle lach met de kracht van 1000 mannen terwijl hij staande naast zijn paard zijn leger overzag. De groep die nu onderweg was naar Germstrom was nog niet de helft van wat hij tot zijn beschikking had. Germstrom zou spoedig vallen, net zoals Durmstrom was gevallen, zo zou ook Germstrom vallen. En dat de mensen legers die de oostgrens van Eoros bewaakten zich bij de dwergen aan hadden gesloten was mooi meegenomen, dan konden ze de hele hoop in één klap vernietigen.
Plots voelde hij de ring aan zijn rechterhand weer branden. Hij drukte met zijn linkerwijsvinger op de ring en zijn meester verscheen voor hem in de lucht, doorzichtig als een spook, doch vast genoeg om ieder die het zag doodsangst aan te jagen. Zelfs de ruiter, die viel op één knie en zei: spreek mijn heer, uw dienaar luistert.
Hoe staat het de verovering van de oostergrens dienaar?
Alles verloopt volgens plan oh heer, Germstrom is de laatste dwergenvesting aan in het oosten en de mensen van het zuidoosten hebben zich samen met de dwergen in Germstrom verschanst. Als Germstrom is gevallen hoeven we alleen nog Estornos te vernietigen en de oostergrens van Eoros is gevallen.
Je hebt goed werk geleverd dienaar. Vergeet niet, vermoord iedere levende ziel in Germstrom maar vernietig niets voor je het voorwerp van mijn verlangen hebt gevonden.
Zeker heer, het zal zijn zoals u wenst. Maar vergeef me heer, zou het niet beter zijn als ik met mijn broeders mee zou zoeken en de roep van het bloed zou volgen?
Neen! De kracht waarmee deze uitroep in zijn gezicht werd geworpen gooide hem omver, ondanks het feit dat zijn meesters woede over hem werd afgeroepen enkele duizenden mijlen van zichzelf. Ik wens geen tegenspraak en zeker niet van iemand die zich ten opzichte van mij verhoudt als jij tot een sterveling. Jou kwaliteiten liggen in de oorlog! Je doet wat ik je opdraag ruiter! Met deze woorden verdween de aanwezigheid van zijn meester.
De ruiter van het westen, enkele mijlen ten westen van SinHar
De ruiter van het westen was tevreden. Alles verliep volgens het plan van de meester. Het mensenrijk van Eoros stond op de rand van de vernietiging, de dwergen in het oosten waren zo goed als weggevaagd, enkel nog de verspreide vestingen maar daar werd voor gezorgd. Net zoals het elfenrijk. Spoedig zouden ook de elfen in dit deel van Edoran oorlog kennen, het zou beginnen met discussies, ruzies, ontevredenheid. Vervolgens kwamen er rellen, opstanden, de onthoofding van de keizer, altijd leuk om de kroon op je werk op die manier te zien rollen vond de ruiter. En dan zou het elfenrijk net als de andere rijken klaar zijn om onder de voet gelopen te worden door zijn meester, die dan in alle rust naar het voorwerp van zijn verlangen kon laten zoeken. Ondertussen zochten zijn broeders van het noorden en het zuiden verder naar de bron van de roep van het bloed. De laatste keer dat hij de roep van het bloed had gevoeld was het vluchtig geweest maar het was vanuit Eoros gekomen. Of één van de voorsteden. Als het één van de voorsteden was, was er geen enkel probleem die waren bijna allemaal onder hun controle. Hoewel af en toe bloedig was de overname vlot gebeurd en meestal gemaskerd door oude vetes die hierdoor gewroken konden worden. Aangezien de correspondentie naar de koning door de stadhouders moet gebeuren zou de koning alleen vernemen wat de meester van de ruiters wou dat de koning te weten kwam. Dit zou dan door de stromannen van de ruiters die de oude stadhouders hadden afgezet aan de koning bericht worden. De eerste aanval zou mentaal zijn. De koning zou steeds meer afschuwelijke berichten krijgen over aanvallers, plunderingen, moorden. Volk dat onderdrukt werd, slavenhandel. De troepen die hij zou uitsturen om orde op zaken te stellen zouden niet terug keren, als ze wilden verzaken aan de koning kwam dit omdat ze zich hadden aangesloten bij het leger van de ruiters en anders werden ze kort weg en zonder pardon uit de weg geruimd. Vervolgens zouden de verzamelde legers van zijn meester op verschillende punten het rijk Eoros binnenvallen, de koning zou zijn leger proberen te verzamelen, dit zou echter al zo uitgedund of verspreid zijn dat het nooit op tijd verzameld zou zijn. Vervolgens zou de koning de andere volken rond hem om hulp vragen, zelfs smeken. Deze zouden echter of zelf uitgemoord of verslagen zijn of ze zouden zelf smeken om hulp van de mensen. Het plan van de meester was perfect. De infiltratie van het elfenrijk ging beginnen zodra hij het bevel gaf. Wat zou hij genieten van de corruptie van de normaal zo edele, zuivere en pure elfen. Spoedig zouden de oorlogstrommels ook in het elfenrijk klinken. Hij draaide zich om naar zijn wachtende dienaren. Goed Svartalfen, zijn jullie klaar voor jullie taak? De Svartalfen knikten enthousiast, de illusie was perfect. Niemand zou merken dat dit geen echte elfen waren tenzij de ogen aan een nader onderzoek zouden onderwerpen, dan zouden ze merken dat de pupillen bloedrood waren. Het had tijd gekost om deze duistere elfen in dit deel van het continent Edoran te krijgen. En om ze daarna nog te trainen tot ze konden doorgaan voor volwaardige elfen. Gelukkig waren de duistere elfen enthousiast om te leren en was hun haat en bloeddorstigheid tegenover hun "lichte" tegenhangers zo groot dat ze iedere kans om bloedig wraak te nemen met beide handen aannamen.
Luister goed, vanaf nu zijn jullie niet langer Svartalfen, vanaf dit eigenste moment zijn jullie "heilige" elfen, de spottende nadruk op het woord heilige werd met gegrinnik beantwoord door de Svartalfen. Jullie gaan leven zoals hen, jullie gaan je niet voordoen als elfen, jullie zijn elfen. Met één klein verschil: jullie gaan subtiel onrust stoken, jullie zijn elk opgeleid in de gebruiken van een ander hoog adellijk huis. Infiltreer, win hun vertrouwen en richt hen ten gronde!
Met plezier oh heer! Waardig als echte elfen schreden de Svartalfen weg en verdwenen in het bos. De ruiter lachte, de Svartvolk was het enige volk in heel Edoran dat geen doodsangst voelde in de nabijheid van een ruiter. Dat was het mooie aan Edoran, alles had een schaduwzijde. Iemand die het Svartvolk kende zou nu bij de dwergen, doch enkel dankzij goed onderzoek dwergen met bloedrode pupillen villen. En ook in het koninkrijk Eoros zouden er mensen opduiken met bloedrode pupillen. Ieder volk had donkere tegenhangers en die donkere tegenhangers waren generaties geleden na lange bloedige oorlogen verbannen uit dit deel van Edoran, degenen die hier nu nog woonden waren het bestaan van het Svartvolk allang vergeten. Natuurlijk had je nog de goden en hun onsterfelijken, die zouden zich het Svartvolk nog heel goed herinneren. Maar dat was door hun eigen toedoen. En de goden hadden op dit moment hun eigen zorgen, onder andere de ruiters.
Glestos, grote stad ten zuiden van Estos de hoofdstad van het koninkrijk Eoros
Alec liep verdiept door de straten van Estos. Verdiept in duistere gedachten. Zijn droom van de vorige nacht zat hem dwars, hij kon zich niet herinneren wat hij juist had gedroomd. Wel dat er een enorm groot beest in voorkwam dat alles vernietigde en het werd bij gestaan door 4 stipjes die naast hem voortreden. Hij was met een schreeuw wakker geworden was blijven schreeuwen. Het voelde aan alsof alles in zijn lijf aan het roepen en schreeuwen was zelfs zijn bloed! Hij was zo verdiept in zijn gedachten dat hij de kleine zwarte schim voor hem niet opmerkte. Althans niet voordat ze een mes op zijn keel zette. Je dood is nabij Alec van Glastos. In een klap was hij zich bewust van de situatie waarin hij verkeerde en handelde snel. Hij greep de pols die hand met het mes controleerde en gaf er een gemene ruk aan tezelfdertijd draaide hij zich om en trok via diezelfde pols zijn aanvaller over zijn schouder op de grond, plantte een knie in zijn nek. Wie wil me dood en waarom?
Rustig Alec, rustig! Ik ben het maar Sheena! Laat me los! Ik wou je slechts verrassen!
Alec stond recht en hielp Sheena opstaan.
Sorry Sheena, je weet dat je dergelijke dingen niet moet uithalen. Je weet dat ik constant op mijn hoede moet zijn voor moordenaars.
Weet ik, waar zijn je twee trouwe schaduwen dan eigenlijk?
Ik heb men lijfwachten gezegd dat ik even alleen door de stad wou lopen en ze zijn thuis gebleven.
Wat? Zomaar zonder te protesteren?
Wel ik heb ze een klein tikje verkocht met onze strijdhamer en ze de binnenkant van de kast laten zien. Antwoordde Alec.
En de strijdhamer en kast waren waarschijnlijk zo boeiend dat ze voorlopig niet uit de kast raken? Weet je vader trouwens dat jij hier in het dievenkwartier bent?
Grinnikend en een beetje schaapachtig keek Alec Sheena aan. Wat denk je?
Had hij je niet verboden me nog te zien?
Ik heb je nodig Sheena, ik moest je gewoon zien.
Op dat moment spatte een steen vlak naast Alecs hoofd uiteen tegen de muur.
Grijp hem! Dit bevel kwam van een grote man. Met een brede stierennek kort zwart haar. Hij had slechts één oog en over de lege oogkas van het andere oog liep een groot wit litteken. Hij ging gekleed in een smaragdgroen nauwsluitend pak dat zijn hele lijf bedekte en nog een kap had op zijn hoofd en gezicht indien gewenst te bedekken.
Birman! Stiet Alec woedend uit.
Hallo kleine prins van Glastos. Ik kom mijn oog wreken. En je mag drie maal raden wie ervoor mag gaan opdraaien. Gemeen lachend trok hij een groot zwaard tevoorschijn van een schede die om zijn rug was gegespt.
Alec greep onmiddellijk naar de strijdhamer aan zijn zijde.
Je kunt je lot best ondergaan klein prinsje. Je bent omsingeld. Na deze woorden doken er overal gemeen grijnzende mannen in smaragdgroene pakken zoals Birman op. Allen droegen wapens en hadden een blik vol moord in hun ogen.
Alec maakte zich op om zijn vel duur te verkopen. Als hij nu moest sterven het zij zo, maar hij zou er zoveel mogelijk met zich mee nemen.
Sheena greep echter diep in haar zwarte gewaad haalde een klein spiegeltje boven en gilde daarin: help, moordpoging in ons kwartier, de dochter van de Rode Draak is in gevaar! Zij vraagt om hulp, help uw gildegenoot!
Alec vroeg zich af of ze gek geworden was toen hij plots vanuit zijn ooghoek een beweging zag in het spiegeltje en enkele tellen later hoorde hij een diepe mannenstem antwoorden: houdt stand dochter, we komen eraan.
Tijdelijk afgeleid zag hij de eerste slag van Birman bijna niet aankomen. Hij kon de klap amper afweren en de kracht waarmee Birman uithaalde sloeg hem van zijn voeten.
Hij rolde een eindje door het stof en toen hij stil lag en nog half verdoofd van de klap rond zich keek merkte hij dat hij zijn strijdhamer verloren was. Koortsachtig begon hij rond te zoeken. Toen gebeurden er verschillende dingen heel snel na elkaar. Sheena sprong met kort zwaard in de hand op de rug van Birman met de duidelijke bedoeling hem de keel over te snijden. Hij greep haar echter met één hand vast en slingerde haar van zich af. Terwijl hij tegen zijn ondergeschikten zei: amuseer jullie met haar, leef je uit, vermoord haar als je klaar bent. Echter de eerste van de groen geklede mannen die een stap in haar richting zette zeeg onmiddellijk op de grond, getroffen door een enorme regen pijlen. En plots waren er overal zwart geklede mannen in gevecht met Birman en zijn mannen.
Alec kroop op handen en voeten door het strijdgewoel op zoek naar Sheena. Plots werd hij ruw een steeg in getrokken. Toen hij opkeek in de verwachting een nieuwe overweldiger te zien keek hij recht in het gezicht van een enorme man met een woeste baard die net als zijn haar stroblond was. De man was net zoals de nieuwe aanvallers volledig in het zwart gekleed en riep bij Alec een vaag gevoel van herkenning op, alleen wist hij niet van waar. De vreemde nieuwkomer hield een tegenstribbelende Alec zonder enige zichtbare moeite met één hand in bedwang terwijl hij zich omdraaide en aan een andere zwart geklede man vroeg: en? De ander keek op en Alec zag dat hij over een lichaam gebogen stond. Sheenas lichaam! Ze haalt het wel, ze heeft geen zichtbare verwondingen en is enkel bewusteloos door de klap. Ze zal zo meteen wel bijkomen. De reus draaide zich terug om en overzag het strijdgewoel, van de tien groen geklede mannen die Birman hadden vergezeld waren er nog twee over waarvan er eentje net dood neerplofte op straat en de ander zich rug aan rug met Birman opstelde.
Tijd om te vertrekken, sprak de reus met een aangename diepe basstem. De stadswacht zal hier zo meteen wel verschijnen. Hij floot en enkele tellen later waren alle zwart geklede mannen verdwenen in de schaduwen en stonden Birman en zijn kompaan uitgeput en verbaasd in een lege straat te staren.
Aan het begin van de straat kwamen de eerste leden van de stadswacht al aangehold.
Maar er was iets vreemds aan hen, alle stadswachten hadden een rode band met een zwarte streep die er diagonaal doorliep over hun linkerarm. En in plaats van Birman en zijn kompaan te arresteren schreeuwden ze dingen als: alles in orde? Waar is het joch? Wie heeft jullie aangevallen? Alec begreep het niet, maar voor hij kon reageren greep de reus hem vast, tilde hem over zijn schouder alsof hij niets woog en spurtte hij in één van de vele steegjes.
Na enkele bochten en steegjes had Alec die normaal gezien over een prima richtingsgevoel beschikte er geen flauw idee meer van waar hij was. Dit deel van de stad kende hij niet. En hij dacht dat hij ieder deel van de stad kende, als zoon van de stadhouder.
Plots stonden ze stil in een klein donker steegje, de reus zette hem neer, keek hem even diep in de ogen en toen voelde hij een klap en werd alles zwart. Bij zijn ontwaken was het eerste wat hij zag een enthousiaste Sheena, zo enthousiast dat ze hem recht op zijn neus stompte in een poging hem te omhelzen. Terwijl hij met één arm haar omhelzing beantwoorde en met zijn andere hand over zijn neus wreef keek hij rond. Hij bevond zich in een kamer, naar de muren te beoordelen ondergronds. De kamer was duidelijk uitgehakt in de rotsen waarop de hele stad Glestos gebouwd was. De kamer werd slechts verlicht door twee toortsen. Bij nadere inspectie bleek dat de kamer waarin hij lag eruit zag alsof hij bewoond werd. Hijzelf lag op een strozak die zich op een houten brits bevond. De brits bevond zich in een hoek van de kamer en tegen het hoofdeinde en de andere muur van de hoek stond een bureau met daarop een stapel papier, een tweetal veren en een inktpot. Het bureau werd veelvuldig gebruikt te beoordelen naar de inktvlekken, lege kroezen en stompjes kaars die her en der verspreid stonden over het bureau als een vreemd soort sproeten. In de muur tegenover de brits bevond zich een kleine nis met daarin op de bodem kleren opgestapeld en via een houten balk die was klemgezet tussen de wanden van de nis opgehangen gewaden. Naast de nis stond een kleine houten kast, naar de inhoud was het echter raden omdat de kast gesloten was. Terwijl Alec het donkere beschaduwde vertrek in zich opnam werd Sheenas enthousiast geratel onderbroken door een deur in de muur tegenover het bureau die openging. Had de deur niet geopend had Alec hem nooit gevonden. Zo goed was hij verstopt in de schaduwen. Gebukt door de lage deur kwam de reus van het steegje de kamer in gelopen. Toen Sheena de vreemdeling zag binnenkomen draaide ze zich stralend om naar Alec en zei: Alec mag ik je voorstellen aan de Rode Draak van het dievengilde en tevens mijn vader: Kersten. Alecs mond viel open van verbazing. De Rode Draak? Hij had natuurlijk wel gehoord van de draken van het dieven- en moordenaarsgilde. 5 in totaal, één voor ieder element, rood voor vuur, blauw voor water, wit voor lucht, bruin voor aarde. Zij leiden het bevel over de gilde van de dieven en de moordenaars, hadden elk een eigen clan en moesten slechts verantwoording afleggen aan de opperheerser der dieven en moordenaars: de zwarte draak. Alle leden van een clan droegen een tatoeage met de kleur van hun clan. Als de draak grote klauwen had was het een dief, had de draak enorme tanden was het een moordenaar. Een beginnende dief of moordenaar had enkel klauwen of tanden in de kleur van zijn clan en naarmate hij steeg in rang binnen de hiërarchie van het gilde werden er andere lichaamsdelen van een draak aan toegevoegd. Alle clanleden stonden onder het bevel van hun clanleider of van de zwarte draak en iedere dief of moordenaar in heel Eoros werd geacht lid te zijn van de clan. Zij die dat niet waren en toch het "vak", zoals de gildeleden het zelf noemden, uitoefenden deden dit op straffe van dood door gildeleden. En Sheena was de dochter van de Rode Draak. Dus hij, de zoon van de regerende stadhouder van Glestos was bevriend met de dochter van de Rode Draak. Als zijn vader dit te weten kwam.
SinHar, keizerrijk der elfen gelegen ten westen van Eoros
Bestos sloot droevig de ogen en schudde zijn hoofd zacht heen en weer alsof hij daarmee de droefenis uit zijn hart kon bannen. In zichzelf verzuchtte hij, Getekende dwaas. Amper zo wreed gestraft en weer poogt gij uw poging te herhalen. Door uw eerste poging hebt gij ons allen verdoemd wat zal uw tweede poging voor ons in petto hebben. En hoe verwacht gij die ten uitvoer te kunnen brengen? Gij zijt beroofd van uw krachten en getekend voor uw bestaansduur.
Hebben we iets gedaan wat uw ongenoegen heeft veroorzaakt oh Bestos god der hemelen?
Bedroefd keek de god op naar de keizer der elfen. Neen heer Gilgamesran. Het betreft zaken buiten uw vermogen. Ik vrees dat ik uw onderkomen ga moeten verlaten. En dat gij u moet opmaken voor droeve tijden en zware slagen van de hamer des lots.
Wat bedoelt u oh heerser over de hemelen? Hoewel hij trachtte het kundig te verbergen klonk er toch duidelijk angst door in de stem van de keizer der elfen.
Hoewel een god heb ik niet de gave u de toekomst te kunnen zeggen daarover beschikt slechts Ganeron de godin van de toekomst en de enkelen die door haar hand geraakt worden. Maar dit kan ik wel mededelen, duistere tijdingen zullen uw zomerse paleis verstoren en groot verlies zal u treffen en zo zal het vergaan bij alle volkeren. De Getekende Zwerver is op pad en de ruiters rijden, het einde is nabij, ten goede of ten kwade kan ik niet zeggen maar hierna zal niets nog zijn zoals het was. Als er nog iets zal zijn na afloop van deze donkere tijden. Ik moet uw gastvrijheid verlaten, mochten enige andere goden of hun onsterfelijke discipelen uw huis bezoeken vraagt hen dan zich zo snel mogelijk naar de berg der goden te begeven alwaar wij beraad zullen houden, misschien wel voor het laatst.
Na deze onheilspellende woorden veranderde Bestos zich in een enorme gouden arend en vloog weg in de richting van de berg der goden. De elfenkeizer bleef achter met doodsangst in het hart.
Grindamasch gebergte, grens tussen Eoros en het dwergenrijk.
Is er al nieuws van de verkenners? Vroeg heer Roland onrustig.
Ja heer, er kwam een page aangesneld met een doos. Dit vonden we enkele ogenblikken geleden voor de poorten heer.
Heer Roland opende de doos. In de doos bevond zich het hoofd van de leider van de door hem uitgestuurde verkenners met in zijn voorhoofd gekerfd: Nu jullie!
En toen troffen we hen aan oh raad der ouden.
Dus je wilt zeggen dat de hele stad hun hebben en houden hebben ingepakt, hun stad in lichterlaaie hebben gezet en dan naar ons op zoek zijn gegaan om onze steun te komen vragen tegen de oprukkende orken? De dwergen van de raad der ouden streken nadenkend over hun baard.
Ik stel voor dat we ze toelaten in onze vesting.
Dit voorstel ontlokte een storm van protest aan de rest van de raad der ouden.
Dit kan je niet menen Bladur!
Ben je gek geworden! Nog nooit in de geschiedenis van deze vesting heeft een mens de locatie geweten, laat staan ze betreden!
Dan kunnen we ze net zo goed laten zien waar we onze schatten bewaren en hoe die het best kunnen stelen!
Bladur liet het rustig over zich heen komen, maar na enkele minuten nam hij zijn strijdbijl en sloeg die met een klap in de tafel. In de stilte die volgde na klap was zijn stem, hoewel zeer zacht gesproken toch duidelijk hoorbaar voor eenieder in de zaal der ouden.
Begrijpen jullie het dan niet? Vroeg hij op droeve toon. De oude tijden zijn allang voorbij, we kunnen ons niet meer afsluiten van de rest van de wereld. Het lot van de dwergen verschilt niet langer met dat van de wereld. Vroeger ja toen konden we ons afschermen en beslissen over ons eigen lot. Maar nu, de sjamanen hebben op mijn vraag een droomjacht gedaan, de visioenen die daaruit kwamen hebben me zeer beangstigd. Ik heb meteen spionnen uitgestuurd. Zij hebben de visioenen bevestigd. De 4 ruiters rijden, het bloed heeft een eerste maal geroepen. Er is een stroomversnelling van gebeurtenissen in gang gezet en wij dwergen zijn alleen niet sterk genoeg om die de baas te kunnen. We moeten samenwerken met de andere volken om het tij te keren. Indien het tij nog gekeerd kan worden. Duizenden orks verzamelen zich nu op dit eigenste moment om eerst de mensen en daarna ons af te slachten.
Dan vechten we! Bulderde Stendrum van de overkant van de tafel. We bevechten ze en we vermorzelen ze!
Dit voorstel kon rekenen op een hoop bijval van de rest van de raad van de ouden.
We zouden aanvankelijk wel stand houden en kleine successen boeken, maar uiteindelijk zouden ook wij vallen. Als om zijn kracht aan zijn woorden toe te voegen vlogen de grote deuren van de zaal der ouden open.
Wie durft ! Bulderde Stendrum.
De jonge dwerg die de deur had open gegooid was zichtbaar in paniek. Vergeef me oh wijze ouden, maar ik heb vreselijk nieuws. Durmstrom de vesting van onze verwanten in het noorden is gevallen. We zagen een uur geleden rook uit die richting opstijgen en er is net een vluchteling aangekomen. Het was prins Bronum. Hij is gestorven aan zijn verwondingen maar voor hij stierf mompelde hij iets over orks.
Bij dit nieuws begonnen de meeste van de raad der ouden te huilen en hun baard uit te rukken. Slechts enkelen kon hun kalmte bewaren zij het met moeite.
Bladur sprak opnieuw en nogmaals zonder stemverheffing. En toch was zijn zachte bedroefde stem duidelijk hoorbaar boven het gehuil van de anderen.
Ziet het is zoals ik u zei, alleen maken we geen kans. We moeten samenwerken.
Zich omdraaiend naar de boodschapper die klaarstond zei hij: laat de mensen de vesting betreden.
Het jaar 1569 volgens de telling van de wijzen van Estos
Dag 1, de start van de kronieken
Ik ben Minorad de oude, adviseur van Bardoban V koning van Eoros. De koning heeft me gevraagd deze aanvulling op de kronieken persoonlijk en zo correct mogelijk te maken. Het zou wel eens het laatste kunnen zijn dat van ons prachtige rijk bewaard blijft.
Maanden lang hebben geruchten door het rijk gevlogen. Ze doken zomaar op, soms gestaafd door bewijs, soms als uit de lucht gegrepen. Het begon met de verschijning van de vier grijze ridders. In de vier windstreken van het rijk doken plots vier ridders op, hoewel ze te paard rijden, rijden ze sneller dan enig ruiter ooit gereden heeft. In hun spoor treft men telkens dood en vernieling aan. Niemand die weet wie deze ruiters zijn noch waar ze vandaan komen slechts één ding staat vast ze zijn op zoek naar iets. In het oosten zijn er de orks die steeds vaker uit hun holen komen en gedurfde overvallen plegen. Uit het zuiden kwamen er vluchtelingen die gruwelijke verhalen vertelden over moord, plundering en verkrachting door legers uit de Zuiderlanden. Kwamen want sinds een maand is er geen enkele vluchteling uit het zuiden aangekomen en geen enkele van de troepen uitgezonden om orde op zaken te stellen is weder gekeerd. De koning is terug gekomen vanuit het westen van het land alwaar de zee en het stormweer vele verschrikkingen hebben aangericht. Niet alleen reist de zee steeds hoger en woester op, ook vele zeewezens met wie we voorheen een verbond hadden vallen argeloze zwemmers, vissers en zelfs oorlogsschepen aan. Duistere machten roeren zich en niemand die er iets aan kan doen. Velen zeggen dat het rijk verdoemd is en dat het einde der tijden nabij is en ik kan ze geen ongelijk geven. Ons gouden rijk stort langs alle kanten in en niemand weet waarom. Zelfs de goden reageren niet meer op onze smeekbedes. Hebben ze ons verlaten of voeren ze zelf een verre en machtige strijd? De laatste keer dat we hun onsterfelijken hebben gezien is ook al maanden geleden en zij hadden toen slecht nieuws voor hun meesters.
Dag 2
We hebben een ooggetuige van 1 van de ruiters. In het noorden is een jongeman ter nauwernood ontsnapt aan 1 van de ruiters. Hij is 2 weken onderweg geweest om het aan de koning te kunnen verhalen. Hier volgt de beschrijving van de ruiter uit het noorden opgetekend door Minorad de oude zoals verteld door Gestan uit Birlag.
De ruiter uit het noorden
Het was een dag zoals alle andere in Birlag. Ondanks de geruchten die we opvingen uit andere delen van het rijk hadden we het goed. Ik was s morgens vroeg, nog voor de zonsopgang gaan jagen samen met mijn broer Gastèn. In het Reumerwoud. Plots gingen er hoefslagen door het bos met het geluid van donderslagen. Een onnatuurlijk gevoel bekroop me. Ik voelde alle vreugde en geluk uit me gezogen worden. Ik voelde men dood steeds nader komen. Op dat moment zag ik hem voor het eerst. Sneller dan een sterfelijk oog kan waarnemen denderde het als een grijze streep voorbij richting ons dorp. Het was pas toen hij in de verte verdwenen was dat we beseften waar hij naartoe ging. We zijn zo snel mogelijk terug naar het dorp gelopen. Doch het was te laat. De huizen waren verwoest, het hele dorp vermoord. Iedereen lag dood op straat, hoewel er nergens wonden te zien waren en er was een afgrijselijke lijkenlucht. De ruiter keek naar me. Hij was geheel in het grijs gekleed en had een helm op waardoor ik zijn gezicht niet kon zien. Toen slaakte hij een kreet van woede en het klonk als was het duizend man. Mijn broer werd gek van razernij en verdriet en rende schreeuwend naar de vreemdeling. Hij was nog geen twee stappen ver of de vreemdeling zwaaide achteloos met zijn zwaard. De vreemdeling stond enkele honderden stappen van ons verwijderd en toch stortte mijn broer levenloos ter aarde. De ruiter kwam langzaam dichter. Zijn blik leek zich te hebben vastgemaakt aan de mijne, ik kon niet ontsnappen, ik kon zelfs niet bewegen. Plots schoot zijn hoofd met een ruk omhoog alsof er iets geroepen werd dat alleen hij kon horen. Hij draaide zich van mij af en sneller dan enig sterfelijk mens zat hij op zijn paard en vertrok hij richting het westen. Ik ben rillend en bevend op de grond gevallen, de goden dankend dat ik nog leefde. Vervolgens ben ik zo rap mogelijk naar hier gekomen om mijn verhaal te doen.
Na deze woorden spoedde Karsten de magiër zich zonder een woord van uitleg uit de grote zaal en sloot zich op in zijn toren. We veronderstellen dat hij onderzoek verricht naar de ruiter.
Ten noorden van het koninkrijk Eoros, voorbij het Reumerwoud
De ruiter uit het noorden spoedde zich voort. Hij moest snel zijn. Hij had even, slechts heel even de roep van het bloed gevoeld. Hij kan de tintelende sensatie nog steeds voelen in zijn gedachten, hoewel deze hem allang verlaten had. Het dorp waar hij enkele tellen geleden uit vertrokken was lag nu al honderden mijlen achter hem. De informatie die hem naar daar had geleid was foutief geweest en degene die het verstrekt had mocht blij zijn dat hij reeds dood was zodat er geen ergere wraak op hem kon neerdalen. Hij moest zich haasten en zijn broeders verwittigen. De tijd drong, het einde was nabij. Dat wisten zelfs de goden. De goden, de ruiter lachte een holle lach en allen die het hoorden vluchten in doodsangst. De goden konden doen wat ze willen maar het einde kwam er toch, met of zonder hen.
Varrin-steppe, ten zuiden van het koninkrijk Estos
Een in lompe gehulde verschijning haastte zich over de steppe voort met een snelheid die je hem niet zou nageven. De figuur was van top tot teen gehuld en gewikkeld in lompen en lappen stof waardoor je niets van zijn lichaam kon zien, niets behalve zijn ogen. Helder rode vurige ogen die brandden als de hel zelf en al even gejaagd waren als zijn tred. Hij moest zo snel mogelijk naar Meinglabach, eens het huis van de goden, nu de onneembare vesting die de westergrens van het koninkrijk Eoros bewaakt. Hij moest zich haasten want de 4 waren al op pad. Vervloekt zij de straf die hem was opgelegd. Plots als een mokerslag trof hem de roep van het bloed. In vertwijfeling stond hij stil. Hij wist wat de roep inhield en hoewel kort zinderde ze nog duidelijk in hem na. De ruiters moesten het ook gevoeld hebben, dat kon niet anders, dit was waarvoor zij in het leven geroepen waren. Hiernaar waren ze opzoek. Ze waren uitgereden om de roep van het bloed te kunnen voelen en ze vervolgens te lokaliseren. Wat moest hij doen? Moest hij zijn reis vervolgen, of verzaken aan Meinglabach? Weer vervloekte hij de wrede straf die hem opgelegd was. Maar ondanks de straf bezat hij nog altijd een deel van zijn vroegere krachten. Hij keerde zich af van Meinglabach en richtte zijn schreden naar het noorden, recht naar Estos, de hoofdstad van het koninkrijk. Moeizaam vertrok hij inwendig wederom zijn wrede straf vervloekend. Was het besef dat hij de enige was die het nog allemaal kon redden dan niet doorgedrongen? Was het nog niet doorgedrongen hoe fout en wreed de straf wel niet was?
Het was nacht toen hij de hoefslagen gewaar werd. Hij voelde ze in zijn hart nog voor hij ze hoorde, noch voor hij de grond voelde trillen onder zijn voeten. Vlak daarna beefde de aarde alsof er een leger van duizenden mannen voorbij trok en hoorde hij de hoefslagen met de kracht van de donder neerkomen. De ruiter uit het zuiden was daar! Hij hield stil, hoewel hij sneller liep dan de meeste stervelingen wist hij dat het nutteloos was om een ruiter te ontlopen eens hij een prooi op het oog had. Gespannen wachtte hij af. Enkele tellen later verscheen er een briesend paard naast hem, groter en sterker dan enig paard ooit door menselijke ogen aanschouwd, duidelijk even vreemd als zijn berijder. Het paarde steigerde wild toen de ruiter de teugels strak trok om hem te doen stilstaan. Even leek het alsof het paard en ruiter samen een woeste tornado vormden, tijdelijk stilstaand. Toen stond het paard stil en sprak zijn berijder met de stem van duizend mannen. Ik spreek namens ons vieren, dwarsboom ons niet, dat wat wij met jou kunnen doen is vele malen erger dan de straf die nu over je is nedergedaald. De schemering komt en het is aan jou om te kiezen aan welke kant je staat. Je bent al eens gestraft voor verraad
Dit terwijl ik gij en de uwen altijd probeerde te dienen stiet de omzwachtelde woedend uit.
Neen! Donderde de ruiter, je probeerde ons te gebruiken, dus is je straf gerechtvaardigd en kwamen we niet tussenbeide.
Je, jou hebt ge dan geen respect meer voor iemand als ik?
De plaats die je innam in deze wereld voor je straf was heel anders dan nu. Tegenwoordig ben je een sterveling en ga je door het leven onder de naam de Getekende. Kan dat iets met je opgelegde straf te maken hebben? Spotte de ruiter.
Vergist gij u alstublieft niet ruiter, ja ik heb veel van mijn oude krachten verloren, maar ik ben zeker geen hulpeloze sterveling. En ik zal doen wat ik kan om mijn doelen te bereiken!
Dan Getekende steven je af op je ultieme vernietiging. Je mag dan nog steeds wat kracht over hebben, maar je bent geen partij voor mij, laat staan voor de vier ruiters te samen. En sneller ben je ook al niet. Met deze woorden gaf de ruiter zijn paard de sporen en binnen enkele tellen was hij verdwenen, de roep van het bloed volgend.
De ruiter had gelijk wist de Getekende, maar er was een manier waarop hij hen de baas kon, maar dan moest hij sneller zijn. En omdat te bereiken moest hij zich tot het volk van Bensamoth richten.
We hebben om te starten ook al een reeks extra's toegevoegd aan uw blog, zodat u dit zelf niet meer hoeft te doen. Zo is er een archief, gastenboek, zoekfunctie, enz. toegevoegd geworden. U kan ze nu op uw blog zien langs de linker en rechter kant.
U kan dit zelf helemaal aanpassen. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens daar in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Klik vervolgens op 'personaliseer'. Daar kan u zien welke functies reeds toegevoegd zijn, ze van volgorde wijzigen, aanpassen, ze verwijderen en nog een hele reeks andere mogelijkheden toevoegen.
Om berichten toe te voegen, doet u dit als volgt. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Druk vervolgens op 'Toevoegen'. U kan nu de titel en het bericht ingeven.
Om een bericht te verwijderen, zoals dit bericht (dit bericht hoeft hier niet op te blijven staan), klikt u in plaats van op 'Toevoegen' op 'Wijzigen'. Vervolgens klikt u op de knop 'Verwijderen' die achter dit bericht staat (achter de titel 'Proficiat!'). Nog even bevestigen dat u dit bericht wenst te verwijderen en het bericht is verwijderd. U kan dit op dezelfde manier in de toekomst berichten wijzigen of verwijderen.
Er zijn nog een hele reeks extra mogelijkheden en functionaliteiten die u kan gebruiken voor uw blog. Log in op http://www.bloggen.be/ en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op. Klik vervolgens op 'Instellingen'. Daar kan u een hele reeks zaken aanpassen, extra functies toevoegen, enz.
WAT IS CONCREET DE BEDOELING??
De bedoeling is dat u op regelmatige basis een bericht toevoegt op uw blog. U kan hierin zetten wat u zelf wenst.
- Bijvoorbeeld: u heeft een blog gemaakt voor gedichten. Dan kan u bvb. elke dag een gedicht toevoegen op uw blog. U geeft de titel in van het gedicht en daaronder in het bericht het gedicht zelf. Zo kunnen uw bezoekers dagelijks terugkomen om uw laatste nieuw gedicht te lezen. Indien u meerdere gedichten wenst toe te voegen op eenzelfde dag, voegt u deze toe als afzonderlijke berichten, dus niet in één bericht.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken over de actualiteit. Dan kan u bvb. dagelijks een bericht plaatsen met uw mening over iets uit de actualiteit. Bvb. over een bepaalde ramp, ongeval, uitspraak, voorval,... U geeft bvb. in de titel het onderwerp waarover u het gaat hebben en in het bericht plaatst u uw mening over dat onderwerp. Zo kan u bvb. meedelen dat de media voor de zoveelste keer het fout heeft, of waarom ze nu dat weer in de actualiteit brengen,... Of u kan ook meer diepgaande artikels plaatsen en meer informatie over een bepaald onderwerp opzoeken en dit op uw blog plaatsen. Indien u over meerdere zaken iets wil zeggen op die dag, plaatst u deze als afzonderlijke berichten, zo is dit het meest duidelijk voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken als dagboek. Dagelijks maakt u een bericht aan met wat u er wenst in te plaatsen, zoals u anders in een dagboek zou plaatsen. Dit kan zijn over wat u vandaag hebt gedaan, wat u vandaag heeft gehoord, wat u van plan bent, enz. Maak een titel en typ het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks naar uw blog komen om uw laatste nieuwe bericht te lezen en mee uw dagboek te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met plaatselijk nieuws. Met uw eigen blog kan u zo zelfs journalist zijn. U kan op uw blog het plaatselijk nieuws vertellen. Telkens u iets nieuw hebt, plaats u een bericht: u geeft een titel op en typt wat u weet over het nieuws. Dit kan zijn over een feest in de buurt, een verkeersongeval in de streek, een nieuwe baan die men gaat aanleggen, een nieuwe regeling, verkiezingen, een staking, een nieuwe winkel, enz. Afhankelijk van het nieuws plaatst u iedere keer een nieuw bericht. Indien u veel nieuws heeft, kan u zo dagelijks vele berichten plaatsen met wat u te weten bent gekomen over uw regio. Zorg ervoor dat u telkens een nieuw bericht ingeeft per onderwerp, en niet zaken samen plaatst. Indien u wat minder nieuws kan bijeen sprokkelen is uiteraard 1 bericht per dag of 2 berichten per week ook goed. Probeer op een regelmatige basis een berichtje te plaatsen, zo komen uw bezoekers telkens terug.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met een reisverslag. U kan een bericht aanmaken per dag van uw reis. Zo kan u in de titel opgeven over welke dag u het gaat hebben, en in het bericht plaatst u dan het verslag van die dag. Zo komen alle berichten onder elkaar te staan, netjes gescheiden per dag. U kan dus op éénzelfde dag meerdere berichten ingeven van uw reisverslag.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken met tips op. Dan maakt u telkens u een tip heeft een nieuw bericht aan. In de titel zet u waarover uw tip zal gaan. In het bericht geeft u dan de hele tip in. Probeer zo op regelmatige basis nieuwe tips toe te voegen, zodat bezoekers telkens terug komen naar uw blog. Probeer bvb. 1 keer per dag, of 2 keer per week een nieuwe tip zo toe te voegen. Indien u heel enthousiast bent, kan u natuurlijk ook meerdere tips op een dag ingeven. Let er dan op dat het meest duidelijk is indien u pér tip een nieuw bericht aanmaakt. Zo kan u dus bvb. wel 20 berichten aanmaken op een dag indien u 20 tips heeft voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken dat uw activiteiten weerspiegelt. U bent bvb. actief in een bedrijf, vereniging of organisatie en maakt elke dag wel eens iets mee. Dan kan je al deze belevenissen op uw blog plaatsen. Het komt dan neer op een soort van dagboek. Dan kan u dagelijks, of eventueel meerdere keren per dag, een bericht plaatsen op uw blog om uw belevenissen te vertellen. Geef een titel op dat zeer kort uw belevenis beschrijft en typ daarna alles in wat u maar wenst in het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks of meermaals per dag terugkomen naar uw blog om uw laatste belevenissen te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken uw hobby. U kan dan op regelmatige basis, bvb. dagelijks, een bericht toevoegen op uw blog over uw hobby. Dit kan gaan dat u vandaag een nieuwe postzegel bij uw verzameling heeft, een nieuwe bierkaart, een grote vis heeft gevangen, enz. Vertel erover en misschien kan je er zelfs een foto bij plaatsen. Zo kunnen anderen die ook dezelfde hobby hebben dagelijks mee lezen. Als u bvb. zeer actief bent in uw hobby, kan u dagelijks uiteraard meerdere berichtjes plaatsen, met bvb. de laatste nieuwtjes. Zo trek je veel bezoekers aan.
WAT ZIJN DIE "REACTIES"?
Een bezoeker kan op een bericht van u een reactie plaatsen. Een bezoeker kan dus zelf géén bericht plaatsen op uw blog zelf, wel een reactie. Het verschil is dat de reactie niet komt op de beginpagina, maar enkel bij een bericht hoort. Het is dus zo dat een reactie enkel gaat over een reactie bij een bericht. Indien u bvb. een gedicht heeft geschreven, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze het heel mooi vond. Of bvb. indien u plaatselijk nieuws brengt, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze nog iets meer over de feiten weet (bvb. exacte uur van het ongeval, het juiste locatie van het evenement,...). Of bvb. indien uw blog een dagboek is, kan men reageren op het bericht van die dag, zo kan men meeleven met u, u een vraag stellen, enz. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
WAT IS DE "WAARDERING"?
Een bezoeker kan een bepaald bericht een waardering geven. Dit is om aan te geven of men dit bericht goed vindt of niet. Het kan bvb. gaan over een bericht, hoe goed men dat vond. Het kan ook gaan over een ander bericht, bvb. een tip, die men wel of niet bruikbaar vond. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
Het Bloggen.be-team wenst u veel succes met uw gloednieuwe blog!