"Niets"
is geen zelfstandig naamwoord, maar een onbepaald voornaamwoord. Dit is
belangrijker dan u op het eerste zicht zou denken. Eén van de grootste
fouten in de moderne filosofie (en de eindhalte van een fucked-up
metafysica) is namelijk de status van "niets" te verheffen tot "iets", à la Sartre, Heidegger en de hele reutemeteut.
We kunnen deze jongens niets kwalijk nemen. Na de perversie waar ik
gisteren over sprak, aangericht door Descartes, was het slechts een
kwestie van tijd voor de filosofie zichzelf weg zou redeneren. Eens je
aanvaard hebt dat het bestaan afhankelijk van ons bewustzijn is, moet
namelijk vrij snel ook de taal eraan geloven. Concepten zijn dan immers
evengoed arbitraire constructen.
Onzin natuurlijk. Het enige
wat volstrekt arbitrair is, zijn woorden. Woorden zijn visueel-auditieve
symbolen die verwijzen naar concepten. Maar die concepten zelf zijn
niét arbitrair: ze worden gevormd door in twee of meer dingen een
gemeenschappelijk kenmerk te zien, waardoor men die dingen begint te
isoleren van andere dingen, waarna men dat eigenste kenmerk als
fundamenteel gaat ervaren, en alle andere kenmerken, die minder
determinerend worden geacht, gaat abstraheren. Het resultaat is een
mentale integratie, die van andere mentale integraties gescheiden wordt
door middel van een definitie.
Een roos, bij elke andere naam,
zou dus inderdaad evengoed ruiken. Maar dat dat visueel-auditief symbool
(dus: het woord roos) verwijst naar een plant met geurende petalen en
een stekelige steel, is evenzeer een feit als het feit dat Verhofstadt
een socialist is. De definitie van een roos mag, bij uitbreidende
kennis, wijzigen, het woord waarmee we dat ding aanduiden mag wijzigen,
maar wat nooit wijzigt, is het concept.
Een concept is als een
map waarin je steeds meer dingen kan steken, tot er misschien genoeg
elementen inzitten om een submap te maken - wie weet - maar eens een
concept geldig gevormd is, verandert het nooit meer. Ever. Woorden zijn
slechts etiketten op die mappen, en definities zijn beschrijvingen die
je meer leren over de relaties tussen die mappen.
Soit. Dat is
niet het punt dat ik hier wil maken. Het ding is: eens je de metafysica
contingent maakt aan de epistemologie - of in het Vlaams: eens je denkt
dat wij de werkelijkheid uitvinden in plaats van die te ontdekken -
denk je dat je realiteiten kunt wegstrepen door ze anders of niet meer
te gaan benoemen. Dan krijg je van die gekke dingen, zoals in Gent (daar
gebeuren wel meer gekke dingen) waar men denkt de realiteit van
niet-integratie te kunnen wegstrepen door het woord allochtoon ten grave
te dragen.
Maar verdwijnt die realiteit daarmee? Allerminst:
alle elementen op basis waarvan het concept allochtoon is geabstraheerd,
zijn er nog. Vraag maar aan rechters in Antwerpen: nog steeds zijn
groepsverkrachtingen van Vlaamse meisjes door Marokkanen schering en
inslag. Vraag maar aan politiemannen in Brussel: nog steeds worden
slagers die varkensvlees verkopen door islamieten weggepest. Vraag maar
aan treinarbeiders in Gent: nog steeds wordt de NMBS beroofd van hun
koper door Roma.
Maar socialisten, geconfronteerd met deze
realiteiten, steken hun kop in het zand. Niet omdat ze van slechte wil
zijn, nee nee, dat is een intentieproces, en dat kun je nooit maken. Ik
kan niet in hun hoofd kijken. Het enige wat ik kan doen is vaststellen
waar ze de voorkeur aan geven (cf. Rothbard: demonstrated preference).
En dat is objectieve data (dat wil zeggen: aanwijsbaar voor iedereen) te
negeren, om de eigen analyse toch maar hoog te kunnen houden.
Ik heb namelijk lang gedacht dat linkse mensen het Pure Kwaad zijn, in
die zin dat ze, gezien de overduidelijk schadelijke gevolgen van hun
ideeën, intentioneel kwaad willen doen. Tot ik eens met zo'n linksmens
aan tafel zat (De koffie heb ik betaald natuurlijk, wat dacht je?), en
zijn motivatie probeerde te begrijpen, d.w.z: niet wat hij dacht, maar
de reden waarom hij dat dacht. (Filosofie is de dienstmaagd van de
psychologie, zo lijkt het soms.)
En toen werd mij ineens veel
duidelijk: de reden dat ze hun kop in het zand steken is niet kwade wil.
Kwade wil veronderstelt kennis van het goede, gevolgd door een bewuste
keuze voor het slechte. Maar dat veronderstelt kennis van de standaard
om het verschil te maken. Maar dat hebben ze niet eens. De verklaring is
veel en veel banaler: hun epistemologische standaard is nu eenmaal
totally FUBAR (Fucked up beyond all recognition): ze zijn kinderen van
de moderniteit. Zij geloven wérkelijk dat de realiteit te construeren
valt.
Kwade wil veronderstellen bij links, is hen dus véél te
veel krediet toedichten. Of om het met Heinlein te zeggen: "Never
attribute to malice that which can be adequately explained by
stupidity". De reden dat zij dus niet zien, bijvoorbeeld, dat de
overheid armoede creëert - met name: door de middenklasse zo danig te
belasten dat steeds meer mensen afglijden in de marginaliteit, wat
natuurlijk meer belastingen vereist, aja! - is omdat zij hun eigen
wensen - totale gelijkheid - voor werkelijkheid nemen.
Belangrijker dus, om linksmensen te begrijpen, is na te gaan wat voor
psychologie leidt tot hun ideologie. De wens is namelijk de vader van de
gedachte. Hier komen we op gevaarlijk terrein natuurlijk (Rand schreef
hierover al een prachtig essay: "The psychology of psychologizing), maar
ik ga het toch doen: wie links is, is fundamenteel ontevreden met
zichzelf.
Vandaar deze meme: "Er is niets linker dan links".
Link, dat is een woord dat wij in Vlaanderen niet zoveel gebruiken. Dat
is meer iets voor onze landgenoten van boven de Moerdijk. Maar in
essentie betekent het "leep, slecht, kwaad gevaarlijk." Linksmensen zijn
dat ook effectief. Niet omdat ze kwade intenties hebben, maar omdat ze
zich niet bewust zijn van hun eigen psychologische deficiëntie.
Ik verklaar me nader. Wie de realiteit niet kan aanvaarden zoals die is
- zo is het bijvoorbeeld een feit dat geen twee dingen in het universum
gelijk zijn, en dus zeker al geen mensen: ongelijkheid is nu eenmaal de
regel - moet er een andere uitvinden. Dat gebeurt door een mentaal
construct te maken dat de persoonlijke angsten kan reduceren. Hayek
schreef hier al over: heel veel intellectuelen gaan de staat
legitimeren, vanuit de angst dat ze in een vrije markt nooit de kost
zouden verdienen.
De staat is in die visie dus goed, omdat die
herverdeelt. Linkse intellectuelen zijn over het algemeen vrij
beschaafd, maar wanneer je dieper ingaat op hun premissen - iets waar ze
van gruwelen, zo meteen wordt duidelijk waarom - kunnen ze plots
"onhandelbaar" worden, niet meer bereid tot enige vorm van rede. Dan
valt er geen land meer mee te bezeilen, en verzandt het debat in
etiketteringen zoals "marktfundamentalist", "neoliberaal", en "egoïst",
hetgeen alleen maar hun impotentie bewijst: men verschuift het debat dat
ad res was, ad hominem.
Ik maak dit duidelijk met een
voorbeeld uit eigen ervaring. Ooit vroeg ik aan een niet nader te noemen
intellectueel met toch enige reputatie, hoe uit herverdeling ooit
waarde kon worden gecreëerd. De man werd instant horendol. Ik was een
marktfundamentalist, neoliberaal, patatie, patata. Hoe meer data ik
aanbracht die zijn grondstelling frustreerde, bijvoorbeeld het feit dat
herverdeling enorme administratieve kosten met zich meebracht, die in
feite dead weight loss zijn, hoe virulenter zijn ad hominems werden, tot
regelrechte beledigingen toe. Finaal trapte de man het af - de rekening
opnieuw voor mij latend. (Of wat had u gedacht?)
Vanwaar deze
zeer emotionele reactie? Simpel: Met zo'n vraag bedreig je rechtstreeks
het construct dat hun angsten in bedwang houdt. Terwijl je wil aantonen
dat hun ideeën verkeerd zijn - dat is: niet overeenstemmend met de
werkelijkheid - dan voelt dit voor hen aan alsof ZIJ, als persoon, in
hun geheel, verkeerd zijn. Zij denken - volledig in feite dat zij hun
gedachten zijn. Zij vereenzelvigen zich met hun ideologie (letterlijk:
maken hun "zelf" één met hun psychologisch construct.)
Maar,
door een aantal persoonlijke ervaringen, ben ik gaan inzien dat het ego
en het zelf twee verschillende dingen zijn. Ik ben er nog niet helemaal
uit, maar de simpele vaststelling die ik moest formuleren: "Ik ben niet
tevreden met mezelf" liet mij vermoeden dat er een valse dualiteit
speelt: "ik" ben niet tevreden met "mezelf"? WTF? Als het "ik" in
voorgaande zin iets anders is dan "mezelf", wie is die ik dan? Het enige
antwoord kan zijn: niet mezelf. Quite an experience, I must say.
Het zelf, dat is met andere woorden uw essentie, dat wat u echt bent.
You cannot fake it. Sta je in je essentie, dan voel je vreugde, en heb
je genoeg energie om de wereld te verbouwen. Heb ik gelukkig dikwijls.
Het zelf, dat is gegeven, en komt van binnen. Het ego echter, dat is een
construct, dat dus niet gegeven is, maar wordt opgebouwd door ons
verstand, met informatie uit de buitenwereld. Heb ik jammer genoeg ook.
En het is een beest dat steeds op zoek is naar voeding. (Ik hoop het te
laten sterven, maar het is nog niet voor direct).
Vergeef me
dus mijn ego. In een sterk collectivistische cultuur, zoals de onze, is
de kans op egovorming namelijk enorm groot: gedurende onze hele
opvoeding worden wij verteld aan welke standaard wij ons moeten
conformeren, en door het gebruik van psychologisch en soms zelfs fysiek
geweld, worden wij zo geconditioneerd dat we die normen gaan
interioriseren. Dat is wat Freud observeerde als het Uber-Ich, (het super-ego) een soort
interne politieman die ons berecht wanneer we iets doen dat als
"immoreel" aangeleerd werd.
Dit is een illustratie van wat ik
gisteren al zei: door het omkeren van niveau 4 (epi) met 5 (meta),
geraakt de metafysica buiten beschouwing (zijn er nog metafysici in de
zaal?) en de epistemologie verknoeid, maar daar stopt het niet. Ah nee!
Aangezien wijsheid begint bij zelfkennis, en de standaard van kennis dus
al driehonderd jaar aan het eroderen is, loopt het ook daar mis: het
doel van ethiek wordt niet meer persoonlijke zelfontplooiing, maar
collectieve dehumanisering.
Wat je dus krijgt is een
samenleving met véél individualisme, maar vrijwel zonder
individualiteit! Een conformistische boel van egootjes, die zichzelf in
standhouden door wederzijdse psychologische masturbatie, en elke ware
uiting van originaliteit gaan uitsluiten, op basis van het oordeel dat
er nu eenmaal standaarden zijn waaraan individualistische uitingen
moeten beantwoorden. Ziet u de crazy gedachtengang daarachter? Ik
stilaan wel.
Ware individualiteit, dat is: ware originaliteit,
authenticiteit. Die komt niet uit het ego - dat slechts een construct
van een op hol geslagen verstand - maar uit het "zelf", uit onze diepere
essentie, dat wat we echt zijn. Dat concept - zelf - is wat vaag,
toegegeven, maar het concept electriciteit was dat ooit ook. Ik denk
bijvoorbeeld dat, willen we een Renaissance bekomen in het Westen, de
verbanning van het concept "ziel" herbekeken moet worden. Ik verklaar
ook dat even nader, maar dan moet ik toch echt terug naar de miserie die
je krijgt als je Het Niets als existent in zijn eigen recht gaat
beschouwen.
Het rationalisme van Descartes heeft ertoe geleid dat
de validatie van onze concepten gereduceerd is tot de logische vorm
daarvan: wat niet bewezen kan worden, bestaat niet. Maar logica is
slechts één van de drie vormen van validatie: dat wat evident is, moet
niet bewezen worden, en dat wat onontkenbaar is, evenmin. Naast bewijzen
bestaat er dus nog aanwijzen, op straffe van eeuwige regressie bij
ontkenning, en aannemen, op straffe van contradictie bij ontkenning. Ik
zie dus drie vormen van validatie, en niet louter één: de ostensieve, de
logische en de axiomatische. (Hierover ben ik een apart artikel aan het
schrijven.)
Het punt hiermee is dat de ziel dan wel niet
bewezen kan worden, maar er toch aanwijzingen zijn dat die toch bestaat.
Sommige bevindingen uit de zogenaamde "psychology of self" - zijn niet
te verklaren in een traditioneel rationalistisch raamwerk, maar zijn
niettemin feiten. Zo probeert men al sinds jaar en dag dromen te
verklaren in cognitieve termen (de bekendste analogie is die van de
defragmentatie - Mac-gebruikers begrijpen niet wat ik bedoel, arme
Windows-gebruikers wel), maar dat slaat nergens op: dromen blijken
slechts geconceptualiseerd te worden door ons verstand, maar er niet
door bedacht.
Er moet dus iets zijn dat oorsprong geeft aan
dromen. Dit moeten we aannemen (validatiemethode 3), zonder dat wij het
kunnen aanwijzen (validatiemethode 1) of bewijzen (validatiemethode 2).
Ziet u waar ik heen wil? Als ik erin slaag om de ziel in
seculier-metafysische termen te formuleren - bijvoorbeeld als: alles wat
trager beweegt dan ons beperkt zintuiglijk bereik kan waarnemen - dan
wordt een oud filosofisch paradigma herboren, waarmee, grappig genoeg,
veel meer te verklaren valt dan met het enggeestig rationalistisch
discours van Mr. D en consorten. (Atheïsten moeten niet bang zijn: ik
ben religieus, niet godsdienstig.)
Voor dat kan gebeuren is er
echter nog veel werk aan de winkel, en met name op dat metafysische
vlak. Van het moment dat je begint met concepten als bestaan, bewustzijn, verandering, beweging, energie en ruimte begeef je je in dat
hoekje van de intellectuele gym waar je gemakkelijk een hernia kan
oplopen: na een dag zeulen met dergelijke zware abstracties is er meer
dan één dag rust nodig om terug een normaal gesprek met uw
collega-fiscale slaven te kunnen voeren. Orval helpt, maar zelfs dat
verruimt de geest vaak niet genoeg.
Soit. Nu kom ik tot de
essentie: DE fout van de moderne filosofie, HET wortelprobleem van elk
modern denken, dat zwarte gat dat elke redenering naar zich toezuigt en
vermorzelt in de semantische molen van het eigen grote gelijk, is het
idee dat "niets", als concept, verwijst naar iets dat substantie heeft.
Dat het niet louter de aanduiding is voor de geobserveerde afwezigheid
van iets, maar de aanduiding voor iets dat in zijn eigen recht bestaat
als: Het Niets.
Dat, en niets anders, is de bron van alle
miserie: belastingen, islam-fundamentalisme, oorlog, achterklap, angst,
pijn, en pukkels op plaatsen waar je het niet wil: tutti quanti. Tot de
zeven zelfmoorden per dag die ons armzalige (check it: arm-zielige) land
"rijk" is, toe. Boude claim, ik weet het, maar de vogel die op één tak
zit, weet ook wel dat die allemaal uit dezelfde stam voortvloeien.
Hetzelfde geldt voor problemen: allemaal hebben ze één fundamentele
oorzaak. Die oorzaak is, fundamenteel, en ondubbelzinnig: niets voor te
stellen als iets.
Ik verklaar me nader. Het Niets, als
existent in zijn eigen recht, bestaat niet. Dat zijn we zeker, omdat
geen enkele van de drie valideringsmethodes toereikend is om het
tegendeel te besluiten. Het Niets aanwijzen (methode 1) betekent dat het
iets is. Het niets aannemen, (methode 3) veronderstelt dat het Iets op
een gegeven plaats grenst aan het Niets, hetgeen onmogelijk is,
aangezien een grens een relatie is tussen iets, en iets anders. Wil het
Iets dus grenzen aan het Niets, dan moet het Niets iets zijn. En dat is
nu net wat we niet willen horen!
Dat methode 2, bewijzen, al
helemaal faalt, hoeft geen betoog, gezien bewijzen niets meer is dan het
logisch verbinden van observaties (aanwijzingen) met axioma's
(aannemingen), dingen die blijkens methode 1 en 3 al onmogelijk waren.
"Het" niets, als hebbende substantie, kan dus noch aangewezen, noch
bewezen, noch aangenomen worden.
Conclusie: het Niets, als
existent in zijn eigen recht, bestaat niet: overal is iets. Pretty crazy
shit, want dat betekent meteen ook het universum oneindig is (nergens
is niets), én dus nooit gecreëerd (nooit was er een nooit). Verdere
gevolgtrekking: het concept "God", als aanduiding van het vermoeden dat
er een creator zou zijn: buiten. Now we are talking! Een seculiere
metafysica, los van psychologische projecties die voortspruiten uit onze
angsten: in den beginne was er alles, behalve een begin.
Maar
goed, we wijken weer af. Ik kom echt wel tot mijn punt, maar ik moet nog
één tussengedachte formuleren, en dat is, dat als er overal iets is, er
ook iets moet zijn op die plaatsen waar we niets waarnemen. Dus waar
ogenschijnlijk enkel leegte is. Dat klopt: het is niet omdat we in een
leegstaand huis een kamer zien zonder meubels in, dat die kamer leeg is.
De ruimte in die kamer heeft evenveel existentie als de muren die de
kamer ontsluiten.
Maar waarom zeg ik dat allemaal? Arnaert,
kom tot uw punt! Wel, hier is het: illusies ontstaan wanneer men niet
genoeg abstractie maakt van het geobserveerde. Zo zou een onwetende
vlerk in een leegstaand huis kunnen rondlopen, en op zijn dooie gemak
beweren dat zo'n kamer effectief totaal leeg is. Op basis van die
bewering, die zonder nadenken inderdaad met de werkelijkheid "lijkt"
overeen te komen, zouden dan nieuwe beweringen kunnen gebouwd worden,
die volstrekt logisch lijken, maar toch onwaar!
Voelt u het
komen, mijn punt? Ook maatschappelijk kunnen bepaalde observaties -
zoals bijvoorbeeld de achterstelling van allochtonen op de arbeidsmarkt -
aanleiding geven tot conceptualisaties van de werkelijkheid die op het
eerste zicht valide zijn - het is onze schuld - hetgeen aanleiding
geeft tot beweringen die logisch daarop lijken aan te sluiten - de
overheid moet daar iets aan doen - maar bij nader inzien (bij grotere
abstractie) toch onwaar zijn. Met logica alleen ben je dus geen knijt
als je startpunt fout is.
Mijn punt is dat het gaat om dat
startpunt, en énkel over dat startpunt. Nooit in uw leven, ever, ever
ever ever, wanneer u in debat gaat, mag u discussiëren over conclusies.
Altijd over startpunten. Is de logica klemmend, dan komen die conclusies
wel. Maar het is in de premissen dat de hele discussie besloten zit.
Als twee liberalen discussiëren over de hoogte van belastingen, dan
hebben ze het concept belastingen al aanvaard, arme drommels! Ziet u?
A fortiori: wanneer het startpunt van de moderne Westerse filosofie,
met Descartes, is dat onze geest de wereld uitdenkt, dan is het dat
startpunt, en niets anders, dat verantwoordelijk is voor onze
hedendaagse problemen. In feite kerft die geest zich namelijk uit uit
... het Niets. Vandaar dat ik zei dat je Sartre (L'être et le néant) en
Heidegger (Das Nichts Nichtet) niets kunt verwijten: eens je het
aanvaard hebt dat het Niets bestaat als existent in zijn eigen recht
(een logisch gevolg van beweren dat de epistemologie voorafgaat aan de
metafysica), tja, dan kun je je inderdaad enkel op deze wereld geworpen
voelen, uit het niets, zonder oorsprong, zonder ROOTS.
Dan is
er idd die existentiële angst niet te weten waar men vandaan komt en
waar men naartoe moet. Dan is er inderdaad geen richting meer, noch
zingeving. Dan beland je inderdaad de neurose van die je vandaag om je
heen ziet. Dan zijn mentale constructen om die angst te bedwingen
(ego's) inderdaad een zaak van levensbelang! Dan is shoppen tot je
dropt, slikken tot je crasht, en manisch lachen met de leegte inderdaad
een heel praktische aanpak om die onzin te overleven - zonder echter
uitzicht op beterschap. Tantalus is er niets tegen.
Ten besluite:
Er is niets gevaarlijker dan links gedachtengoed, niet omdat het
immoreel is (ethische systemen zijn een set van rationalisaties post
factum), maar omdat het illusoir is: gebaseerd op projecties van onze
geest die angstreductie tot doel hebben. Die projecties geven onze
psyche inderdaad een tijdelijk gevoel van rust, maar dat neemt niet weg
dat de realiteiten die ze daardoor ontkennen, er nog steeds zijn: een
bord met spruitjes gaat niet weg omdat je je ogen dicht doet.
Socialisme veroordelen als politiek systeem (niveau 2) is dus maar
slapjes. De ethiek erachter blootleggen (niveau 3) kruidt het debat al
wat beter. But the real deal is aan te tonen dat het vooral een
epistemologische illusie (niveau 4) is. Dat is vergelijkbaar met een
pitta met samoeraisaus, pili pili en "zonder gro'ntjes". Begin niet over
metafysica (niveau 5) want dat bezorgt die jongens en meisjes een
indigestie. Maar prik je op zelfs op dat niveau de illusie door -
namelijk: het Niets bestaat niet - an helpt geen Frankfurter gewauwel à
la Adorno, Marcuse en Horkheimer meer. Dan is het gedaan met die zever.
Eindelijk!
Maar nog veel belangrijker is de psychologie van
dit alles: hoe links bent u zelf eigenlijk? Hoeveel van uw politieke
opvattingen spruiten er niet voort uit uw eigen angsten? En wat wil dat
zeggen, "eigen"? Toebehorend aan uw ego? Of aan uw echte zelf? Never
waste a good crisis, zei Hilary Clinton. Wel, ik neem aan dat ze het
niet opvatte zoals ik dat doe, maar toch is het een gelegenheid om bij
die dingen eens stil te staan: accepteren we de realiteit zoals die is?
Of willen we onze illusies opleggen aan anderen?
Ik heb alvast
gekozen voor het eerste: ik probeer, voor zover mijn persoonlijke
energie dat toelaat, en met alle valkuilen die eigen zijn aan dat vrij
moeilijke proces van de-conditionering, de linkse mens in mij ... links
te laten liggen. Of om het met de woorden van Eckhart Tolle te zeggen,
wanneer het over het doodknijpen van dat ego gaat, hetgeen toch maar een
middel van ons organisme is om tot angstreductie te komen, maar wel
héél kwalijke (politieke) gevolgen heeft:
"Het geheim van het leven is te sterven voor je dood, en dan tot de ontdekking te komen dat de dood niet bestaat."
To be clear: je EGO te laten sterven, zodat uw ware zelf (uw ziel,
datgene wat uw essentie uitmaakt) naar voren kan treden. Nou. Als dat u
niet aan het denken zet, dan weet ik het ook niet meer.