1) (3 x 4) - (3 x 0,15)
2) 10 % - 1 %
3) C=100 X=10 V=5 I=1
4) 23 en 29 (priemgetal heeft precies 2 delers: 1 en zichzelf)
5) eerst x, dan -
6) (3x) + (0,3x)
7) 12,24,36,48,60,.... 5,10,15,20,25,30,35,40,45,50,55,60, ...
8) 10 % twee keer nemen
9) : 4 x 3 (en :4 = :2 :2) dus :2:2x3
10) 100% (alles) + 50% (de helft)
11) 17/25 = .../100 = 0,...
12) (x100) - (x1)
13) (100x) + (25x) (en 25x= de helft van 50x)
14) het ene getal groter maken bij maal = het andere getal kleiner maken
15) bij delen moet je beide getallen groter maken (dus beide getallen x 10)
16) doe eerst 7 x 6, maak daarna je product 10 keer kleiner
17) 100% + 100% + 10% + 10%
18) (0,9x1) - (0,9 x0,1)
19) 0,25/3 = 1/...
20) (1x8,4) + (0.25x8,4) (en 0,25x is hetzelfde als het 4de deel nemen)
17-09-2019 om 10:09
geschreven door wim 
|