Droog
De simpele, droge mening van een studente.
31-01-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tips aan Secretary Plus, of hoe een bedrijf zijn eigen raad in de wind slaat

Bijna afgestudeerd. Enkel nog een thesisverdediging voor de boeg. Dit is de ideale periode om als hongerige tijger te springen op de arbeidsmarkt. Sollicitatiebrief: check. Geüpdatet cv: check. Het boeltje verzenden naar verschillende e-mailadressen – geen nood, mijn sollicitatiebrief werd telkens aangepast aan de vacature – en dan … wachten. Al vanaf het eerste halfuur nadat de mail verzonden is, wordt de refresh button van de mailbox danig op de proef gesteld. Hongerige tijgers, die (bijna-) afgestudeerden! Geduld is een schone zaak, zegt men dan.

De jacht is nog steeds geopend, maar ik heb wel al respons op enkele van mijn e-mails gekregen. Dit blogbericht gaat over een welbepaalde e-mail die ik heb ontvangen als antwoord op mijn sollicitatiebrief. U leest de veel te uitgebreide informatie vanaf de paragraaf hieronder.

Sommige werkgevers of uitzendbureaus zijn beleefd genoeg om je een antwoord op je sollicitatiebrief te sturen, of het nu slecht nieuws is of niet. Maar de mate waarin jouw sollicitatie persoonlijk wordt besproken in hun antwoord, varieert ongelooflijk, zo heb ik gemerkt. Een raad aan alle recruteerders en bedrijven: pas op met geautomatiseerde antwoorden op sollicitatiebrieven! Het ene welbepaalde antwoord dat ik in deze – waarschijnlijk nutteloos om te lezen – tekst las, was zo’n geautomatiseerd antwoord. En ik moet zeggen: het paste absoluut niet. Let me explain.

Ik had enkele weken geleden mijn sollicitatiebrief en cv opgestuurd voor een bepaalde vacature naar kantoor "Leopold" van Secretary Plus  in Brussel. Nog niet gehoord van Secretary Plus? Wel, Secretary Plus is een uitzendbureau dat vooral gespecialiseerd is in het selecteren en uitzenden van assistenten, maar ook voor iets hogere functies.

Secretary Plus heeft, naast de gewone website met info over het bedrijf en met vacatures, ook een website die bedoeld is voor huidige assistenten: Assistant Plus (www.assistantplus.be). Op deze website vind je tal van informatie, normen, regeltjes en tips over correspondentie, communicatie, taalgebruik, enzovoort, enzoverder.

De dame die me een antwoord stuurde op mijn sollicitatiebrief, had blijkbaar niet door dat ook Secretary Plus zich ook best zou houden aan die normen en regels voor correspondentie. Hieronder kan je het antwoord van de dame in kwestie op mijn kandidatuur lezen:

Beste,

 Wij hebben uw CV zeer goed ontvangen en danken u voor het vertrouwen dat u in Secretary Plus stelt.

 Na grondige analyse van uw CV en het nagaan van de vereisten voor de openstaande vacatures, besloten wij uw kandidatuur niet te weerhouden.

 Wij raden u aan regelmatig onze website (www.secretary-plus.be) te consulteren.

 Indien u nog vragen heeft, aarzel dan zeker niet ons te contacteren.

 Met vriendelijke groeten,

Square de Meeûs - de Meeûssquare 19-20 -Bruxelles 1050 Brussel
Tel. +32 (0)2 289 06 90- Fax +32 (0)2 289 06 99
www.secretary-plus.be

 

Vind je de negatieve en positieve punten? Ik zet ze anders even op een rijtje:

Positief is de bevestiging dat ze de e-mail ontvangen hebben en dat ze de zender bedanken voor het vertrouwen in hun bedrijf. Dit wordt vaak aangeraden. Tijdens mijn lessen over professionele communicatie is dit vaak vermeld geweest.

Een ander positief aspect is de verdere ‘hulp’ die in het antwoord staat, ook iets wat wordt aangeraden, zeker bij slechtnieuwsbrieven. Ik word namelijk aangeraden om de website in het oog te houden. Nu ja, zo’n hulp is dat ook weer niet.

Nu kunnen we overgaan naar de negatieve punten. Laten we het eerst wat informatie lezen op de site van Assistant Plus: “Het verzenden van een zakelijke e-mail vereist evenveel aandacht als een officiële brief. Gebruik dan ook de juiste aanspreking, een formele toon en een sobere opmaak”.

Oké, dus een zakelijke e-mail is hetzelfde als een zakelijke brief? Dan kijken we eens naar de normen en regels van een zakelijke brief, ook te vinden op Assistant Plus, bijvoorbeeld in het artikel met als titel: De opbouw van een brief. In deze tekst is onder anderen het volgende te lezen: “Schrijf de aanspreking voluit en begin deze met een hoofdletter. Men plaatst geen komma na de aanspreking. Indien je de naam van de geadresseerde kent is het belangrijk deze toe te voegen om de brief te personaliseren. Bijvoorbeeld: Geachte mevrouw Peeters”.

Merkt u al enkele verschillen op? Juist ja. Hoewel Assistant Plus (“Powerd by Secretary Plus”) zegt dat je geen komma na de aanspreking mag zetten, staat het wel in de geautomatiseerde afwijzingsbrief van Secretary Plus. Nog een verschilpunt: de aanspreking. Hoewel Secretary Plus op haar website voor huidige assistenten aanraadt om de naam van de geadresseerde te vermelden als je die kent, gebeurt dit niet in de geautomatiseerde e-mail. Als verzender van een e-mail, kan ik aannemen dat mijn naam bij de ontvanger bekend is, niet? Het lijkt erop dat een uitzendbureau, dat graag anderen regeltjes en normen uitlegt, ze zelf niet hanteert. Lang leve de ironie.

In een ander artikel, Vijf vuistregels voor klantvriendelijke brieven, staat het volgende te lezen: “Vermeld de naam van de geadresseerde (aanhef), uw eigen naam (ondertekening) en andere klantspecifieke gegevens”. In dit artikel wordt de aanhef dus ook besproken. Maar focus je in deze zin op het vervolg: de ondertekening. Scroll nu naar boven om een ondertekening te vinden in de geautomatiseerde e-mail voor sollicitatieafwijzingen van Secretary Plus. Gevonden? Inderdaad. Niet aanwezig. Tenzij er iemand in Secretary Plus Leopold wel een heel vreemde naam heeft dat lijkt op een adres. Je naam wordt sowieso duidelijk wanneer je een mail stuurt: dan komt de naam van de afzender, of het e-mailadres van die afzender, in je inbox terecht, samen met het onderwerp van het bericht. Maar als je in de brief zelf jouw naam niet eens vermeldt, dan is dat net hetzelfde als een brief die je per post verstuurt: je zou dan een brief sturen met enkel je naam op de achterkant van de enveloppe, maar niet in de brief zelf. Ik neem aan dat zoiets nogal raar is. Voor een e-mail is dat net zo raar.

Laat ons eens overgaan op een artikel dat specifiek bedoeld is voor slecht nieuws, zoals de e-mail die ik ontvangen heb van Secretary Plus. Hieronder lees je een ingekort artikel dat te lezen is op Assistant Plus:

Hoe bouw je een slechtnieuwsbrief op?

1. Begin met de aanleiding en het onderwerp van de brief

Vb. Hartelijk dank voor uw brief van 31 augustus 2010. Hierin solliciteert u naar de functie van Marketing Assistant bij Claes & Partners. Wij hebben uw brief zorgvuldig gelezen en reageren graag als volgt. 

2. Schets de situatie en geef aan wat er normaal gesproken nodig is om tot een positief bericht te komen in plaats van een negatief besluit.

Vb. Wij kregen enorm veel reacties op deze vacature. Het aanbod aan geschikte sollicitanten was groter dan verwacht. Dit maakte de uiteindelijke keuze niet eenvoudig.

3. Deel het slechte nieuws correct mee met de juiste onderbouwing. [De lezer] voelt het aankomen, waardoor het nieuws minder hard aankomt. In dit geval wordt er aangegeven dat de lezer niet zal worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek en dus ook niet in aanmerking komt voor de functie. Hier horen een aantal argumenten bij.

Vb. Hoewel uw diploma’s goed aansluiten bij de vooropgestelde eisen, sluit uw werkervaring niet optimaal aan bij de werkzaamheden in onze sector. U werd daarom niet geselecteerd voor de volgende selectieronde.

4. Bied een alternatief aan. […] Door mee te denken met de lezer is de kans op acceptatie groter en blijft de relatie mogelijk in stand. In ieder geval blijft de schade aan het opgebouwde imago beperkt.

Vb. Uw profiel bewaren wij graag in onze databank. We houden u op de hoogte van mogelijke andere vacatures.

5. Sluit de brief neutraal of positief af. […]

Vb. Wij wensen u veel succes met uw verdere sollicitaties.

 

Grappig. Niet één punt wordt in de geautomatiseerde afwijzingsbrief voor sollicitanten gebruikt, of alleszins niet voldoende. Het eerste punt, waarin men de lezer verwijst naar zijn of haar brief, wordt niet gebruikt in de mail van Secretary Plus. De bedanking, dat dan weer wel. Punten twee en drie zijn helemaal niet aanwezig. De dame van Secretary Plus Leopold vermeldde enkel mijn “kandidatuur niet te weerhouden”. Zonder enige vorm van uitleg. Oh ja, en in die zin was er een heel kleine verwijzing te merken (“Na grondige analyse van uw CV en het nagaan van de vereisten voor de openstaande vacatures […]”), zoals het eerste punt in dit artikel aanraadt. Jammer genoeg op de meest algemene manier en niet eens juist. Openstaande vacatures? Enorm algemeen, dit kan eigenlijk geen verwijzing genoemd worden. Ik heb bovendien naar één specifieke vacature mijn kandidatuur opgestuurd. Niet voor alle openstaande vacatures. Nog een geluk dat ik als afzender wél kan verwijzen, met titel en referentienummer van de vacature. Punt vier is ook om te gieren: ik word een alternatief aangeboden, zoals ik al vermeldde bij mijn positieve opmerkingen, maar het gaat over het andere alternatief in de mail: “Indien u nog vragen heeft, aarzel dan zeker niet ons te contacteren”. Als je als sollicitant een geautomatiseerde e-mail krijgt waarin geen enkele informatie staat over het waarom van je afwijzing, dat door Assistant Plus wordt aangeraden, dan heb je inderdaad vragen.

Kortom, hier zijn enkele kleine tips voor Secretary Plus:

  1. Als je zelf aanraadt om brieven, slechtnieuwsbrieven in het bijzonder, persoonlijk te houden en te voorzien van informatie, aanbiedingen van alternatieven, enzovoort, hou je  er dan zelf aan.
  2. Als je normen vermeldt over de aanhef en ondertekening van een brief, hou je  er dan zelf aan.

Je zou denken dat ik een verbitterde sollicitant ben die zich enkel afreageert op een bedrijf omdat ze nog nergens werk heeft gevonden. Ach, mensen, ik ben een starter, zoals ze dat noemen, en ik besef dat de jacht naar een job nog eventjes geopend kan blijven. Ik vond het gewoon verbazingwekkend dat een uitzendbureau dat zoveel aandacht schenkt aan juiste correspondentie, communicatie, taal en andere aspecten, zijn eigen regels en tips in de wind slaat. Mooi bedrijfsimago!

 

Laat ons hopen dat Secretary Plus dit toevallig leest. Beste mensen van Secretary Plus, jullie mogen steeds een opmerking achterlaten. Anderen mogen dit uiteraard ook doen.

Ik ben alvast benieuwd.

 

T.

 

 

 

31-01-2011 om 00:00 geschreven door T.  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
Tags:Secretary Plus, Assistant Plus, slechtnieuwsbrief, correspondentie, normen, regels, e-mail, sollicitatie
28-06-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Speciaal voor dt-twijfelaars

“De dt-regel is niet moeilijk, jij bent gewoon dom.” Bij deze Facebookgroep ben ik al enige tijd aangesloten, hoewel ik twee bedenkingen heb bij deze titel.

Ten eerste moet er voor eens en altijd duidelijk gemaakt worden dat er geen dt-regel bestaat. Nergens in grammaticaboeken staan er secties over dt-regels. Er bestaan enkel werkwoordsregels. Ik moet wel toegeven dat ik vaak het woord ‘dt-fout’ in mijn mond neem, maar – net zoals de oprichter van de Facebookgroep, waarschijnlijk – het is een gemakkelijke manier om specifieke fouten bij werkwoorden te benoemen.

Ten tweede zijn mensen niet per se dom als ze niet weten wanneer een werkwoord nu met een –d, -t, of –dt geschreven wordt. Het is gewoon belangrijk om te willen leren en te oefenen. Bij deze wil ik met alle plezier alle dt-twijfelaars een handje toesteken.

Iedereen heeft wel al eens gehoord over de stam van het werkwoord en het fokschaapshit. Mensen die moeite hebben met werkwoorden raken soms in de war, omdat ze denken dat fokschaapshit bij alles moet gebruikt worden. Dat is niet zo, lieve mensen! Enkel met de stam moet steeds rekening gehouden worden.

Tegenwoordige tijd: jij wordt en hij wordt

Eerst en vooral moet je weten wat de stam is van je werkwoord. Daarbij moet je steeds vertrekken van de infinitief. Worden heeft als stam word. Knarsen heeft als stam knars. Als je je werkwoord vervoegt, moet je steeds vanuit de stam vertrekken. De laatste letter van je stam, op enkele uitzonderingen na – die niets met –dt te maken hebben –, verander je nooit.

Jij wordt en hij wordt is daarom hetzelfde als jij speelt en hij speelt. Bij de tweede en derde persoon enkelvoud wordt een –t toegevoegd aan de stam. Of je stam eindigt met een –d, maakt helemaal niets uit. Je voegt er gewoon een –t aan toe, net zoals alle andere werkwoorden die niet op een –d eindigen.

Als je fouten maakt zoals hij word of hij wort, dan weet je niet wat de stam van het werkwoord is. Als je fouten maakt zoals ik wordt,  dan ben je vergeten dat bij de eerste persoon enkelvoud nooit een –t wordt toegevoegd. De belangrijkste basisregel voor dt-twijfelaars luidt: stam + -t bij de tweede en derde persoon enkelvoud. Vraag je dus nooit af of het stam + dt is. Deze regel bestaat ab-so-luut niet.

Voltooide tijd: ik heb/had gespeeld en ik heb/had gedanst

Ook hier geldt dat je steeds met de stam van het werkwoord rekening moet houden.  Maar bij de voltooide (tegenwoordige en verleden) tijd komt ook een hulpmiddel: het fokschaapshit.

 

De algemene regel bij deze tijd is: (ge – )stam – d of t. NOOIT ge – stam – dt. Wie fouten maakt als ik heb gespeeldt, moet deze algemene regel zeer goed leren.

 

Hoe weten we dan of het gespeeld of gespeelt is? Wel, daarbij komt het fokschaapshit  aan te pas. Het fokschaapshit is een manier om te weten wanneer je een –t moet gebruiken bij de voltooide tijd.  Wanneer de stam van het werkwoord eindigt op een van de medeklinkers uit het fokschaapshit, of op een van de twee medeklinkercombinaties die in het fokschaapshit zitten (sch, ch en sh, wat klinkt als [sj]) dan moet je een –t toevoegen aan de stam in de voltooide tijd. Ik heb gedanst omdat de stam van dansen eindigt op een –s. Die s zit in het fokschaapshit. Ik ben gecrasht, omdat de –sh in het fokschaapshit zit. Ik heb gespeeld eindigt op een –d en niet met een –t omdat de laatste letter van de stam, een l, niet in het fokschaapshit zit.

 

Met de klinkers in het fokschaapshit mag geen rekening gehouden worden. Die zitten gewoon in het woord om, wel ja, er een woord van te maken. In de voltooide tijd komt er enkel een –t achter de stam als de medeklinker  waarop de stam eindigt in het fokschaapshit voorkomt. Daarom is het ik heb voltooid en niet ik heb voltooit. Het is soms wel verwarrend, omdat zowel voltooid als voltooit bestaat. Maar dan gaan we weer naar de tegenwoordige tijd, waarbij de regel stam + -t geldt. Jij/Hij voltooit is een voorbeeld van de stam + t. Jij hebt voltooid is een voorbeeld van de voltooide tijdsregel: (ge-) stam + d of t. De laatste letter is een klinker die in het fokschaapshit voorkomt, maar zoals gezegd: het gaat hem enkel over de medeklinkers in het fokschaapshit. Zeker niet vergeten!

 

Andere fouten kunnen gemaakt worden als je niet weet wat de stam van het werkwoord is. Zoals al eerder gezegd moet je steeds weten wat de stam is. Een kopbreker is bijvoorbeeld het werkwoord krabben. Is het nu ik heb gekrabd of ik heb gekrabt? Vraag je dan af wat de stam is, of de infinitief zonder –en. De laatste letter van de stam is een –b, geen –p. Daarom heb ik gekrabd en niet gekrabt. Omdat de b in krabben bij sommige vervoegingen klinkt als een [p] (ik krab klinkt als ik [krap]), denken sommigen dat de stam eindigt op een p. Neen! Spreek de infinitief uit, dan weet je dat de stam op een –b eindigt.

 

Ik besef dat deze uitleg zeer kort is en er nog heel wat verwarring rond het fenomeen ‘dt’ zal blijven. Hopelijk heeft deze uitleg al wat geholpen. Vragen mag je zeker stellen, ik beantwoord ze met plezier!

 

Groetjes,

 

T.

28-06-2010 om 00:00 geschreven door T.  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (36 Stemmen)
Tags:dt-fouten, werkwoorden, dt-regel, kofschip, fokschaapshit
24-06-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De teloorgang van kwaliteitsvolle journalistiek: na de rioolpers, nu ook de internetpers?


De wereld van de journalistiek heeft wat te verduren. Sommige bladen worden afgekeurd omwille van onbenullig sensatienieuws, andere worden meer door het slijk gehaald omwille van onjuiste en bedrieglijke berichten. De twee redenen gaan bij sommige dag- en weekbladen zelfs hand in hand. Maar de rioolpers is niet de enige vorm van journalistiek waarbij de kwaliteit vaak in vraag wordt gesteld. De internetjournalistiek begint ook een slechte naam te krijgen. Bij mij, althans. Hoe komt dat? Door twee dingen: de enorme omvang van taalfouten en de bedrieglijke verwoording in titels van artikels. Meer uitleg over deze kwaliteitvernietigers? Dat leest u uiteraard hieronder.

Spelfouten, tikfouten, foute verbindingswoorden, te lange of foute zinsconstructies,…  In teksten zijn dergelijke misstapjes niet echt een streling voor het oog. De geloofwaardigheid van de schrijver versterken doen ze evenmin. Toch lees ik ze elke dag.

Oké, oké, ik geef het toe. Om je écht in dergelijke dingen bijna dagelijks te ergeren – en er zelfs een blog over begint te schrijven in mijn geval – moet je wel iets met taal doen. Yes, you got me. Ik doe iets met taal. Met drie talen zelfs. Ach, kom, mijn ego strelen doen we een andere keer wel. Nu gaat het over die verdomde internetjournalistiek! Daarmee bedoel ik: kranten zich tegenwoordig ook willen profileren op het internet. Elke Vlaamse krant heeft nu een internetversie. Begrijp me niet verkeerd: ik heb absoluut niets tegen internetjournalistiek. Wel met de “snel-snel iets schrijven”-houding van sommige journalisten.

Kijk, het internet heeft immens veel voordelen. Snelheid, bereikbaarheid en informatie zijn er slechts enkele van. Maar – u voelt het al aankomen – er is wel een keerzijde aan de medaille. Iedereen heeft het wel al eens voorgehad: je typt een e-mailtje, stuurt ze meteen door, en dan…Verdorie! Staat daar toch geen joekel van een spelfout, zeker? Ben ik die bijlage toch niet vergeten toe te voegen, zeker? Juist, ja. Als je snel iets wilt doorsturen, zonder erbij na te denken, dan kom je af en toe zo’n probleempjes tegen. En als je dan journalist bent, dan kan iedereen die probleempjes lezen.

Elke dag, op een welbepaalde nieuwswebsite, lees ik wel zo’n schoonheidsfoutjes. Niet eens in één artikel, hoor. Neem nu vandaag, bijvoorbeeld. Ik lees een artikel over een Chinese die op een Hollywoodster wil lijken. Eerste alinea: “Een chinese had er zelfs plastische chirurgie voor over.” Zoek de fout! Daarnaast waren er vandaag ook schrijfsels die technisch gezien niet fout zijn, maar menig mens toch de wenkbrauwen doen fronsen. De inleiding over een artikel over botox: “Botox doet meer dan rimpels en uitdrukkingen vervagen, ook emoties worden minder gevoeld. Botox verandert niet enkel je uiterlijk, maar ook je innerlijke gevoelens, zo beweren Amerikaanse psychologen.” Zoek de onnodige herhaling! We zijn nu toch goed op dreef: nog een artikel! Eentje waarbij men het nogal zeer exotisch menu voorstelt die men in Australië aan de Chinese vice-president gaf. “Xi Jinping kreeg in Darwin dichtgeschroeide krokodil en kangoeroe voorgeschoteld, samen met een in het wild gevangen barramundi.” Zoek de onbekende diersoort! U weet misschien maar al te goed wat een barramundi is, maar ik heb er geen flauw benul van. Even Google opengooien: ah, het is een vissoort! Jammer dat ik dat niet meteen in het artikel kon lezen! En om het af te leren, nog eentje. Een bericht over het ontslag van Marianne Thyssen als voorzitster van Cd&V. “’Twee jaar heb ik me maximaal ingezet, ik heb er veel energie ingestoken en dat heeft me veel krachten gekost’, lichtte Thyssen haar ontslag toe.” Oké, dit is pure mierenneukerij, maar een goede talenstudent moet kunnen lezen wat er met deze zin schort. En als u het niet ziet, wel: Thyssen lichtte toe dat ze zich twee jaar lang maximaal had ingezet. Thyssen lichtte haar ontslag toe? Neen. Thyssen lichtte het eerste toe, bij haar ontslag. De citaatzin is al een lijdend voorwerp, het ontslag kan niet op het zelfde moment lijdend voorwerp zijn.

Begint u zichzelf al een lijdend voorwerp te voelen door deze klachten over futiliteiten te lezen? U mag ten allen tijde stoppen met lezen. Ondertussen werp ik een licht op een ander probleem met de internetjournalistiek.

Dat andere probleem is bedriegen. U leest het, journalisten willen ons graag bedotten. En dat gebeurt via de titel van een artikel. Een vers voorbeeld, vandaag op het internet te lezen: “Leekens: ‘Heb geen probleem met Louis Vuitton-tasjes’”. De titel was nogal intrigerend, dus ik klikte erop. Zelf het foute gebruik van een koppelteken – ‘Vuitton’ en ‘tasjes’ moeten aan elkaar geschreven worden: alweer een voorbeeld van een taalfout – kon me niet tegenhouden. Niets, maar dan ook niets in het artikel dat verwees naar deze uitspraak! Rien du tout! Intrigerende titels gebruiken journalisten vaak zodat lezers erop klikken en het artikel lezen. Allemaal goed en wel, zolang het waar is. En bij de inhoud hoort, natuurlijk. Een andere bedrieglijke titel las ik enkele dagen geleden. Die luidde: “Katy Perry barst uit latexjurk”. De modale lezer zou een artikel verwachten waarin werd beschreven hoe de zangeres moeilijkheden kreeg door een te krappe jurk. Niets is minder waar. De tekst, waarbij een fotogalerij hoorde, ging enkel over haar acte de présence bij een voorstelling van een nieuwe auto. Dat ze zogezegd uit haar latexjurk barstte, was nergens te lezen. Misschien, dacht ik, bieden de foto’s soelaas. Op de foto’s is Perry inderdaad te zien in een strakke jurk, maar dat ze eruit barstte? Absoluut niet. De jurk zat haar als gegoten.

Bedrieglijke titels komen niet alleen voor op het internet, daar ben ik me van bewust. Het valt me wel op dat ze veel meer op het internet te lezen zijn dan in de krant. Krijgen internetjournalisten een commissieloon voor elke keer dat er op hun artikel geklikt wordt, misschien? Dat lijkt me onwaarschijnlijk. Maar waarom willen ze hun eigen geloofwaardigheid ondermijnen door ons te willen bedotten met foute titels? U mag het me altijd laten weten.

Als u na al dat geklaag tot hier bent geraakt, dan wens ik u proficiat. Hopelijk let u in de toekomst ook wat meer op als u een artikel op het internet leest. Het is niet zo dat u nu alle artikels op het internet moet uitpluizen om fouten te vinden, want de meeste hebben gelukkig nog kwaliteitsvolle en foutloos geschreven inhoud. Maar u zult soms wel merken dat snel-snel een artikel schrijven en op het net posten niet altijd een goede zaak is. Lezers willen bedriegen is sowieso al geen goede zaak.

Wee mij als er in deze tekst taalfouten te bespeuren zijn. De ironie zal zegevieren.

Groetjes,

 

T.

 

24-06-2010 om 08:19 geschreven door T.  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
Tags:journalistiek, artikels, spelling, taal, taalfouten, internet
10-06-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kroniek van een geliefde auto

Onlangs vroeg mijn moeder mij of ik mijn auto niet zou wegdoen. “Het zal niet meer door de keuring geraken”, meende ze. Maar mijn autootje geef ik niet zomaar op. Onder het motto “zolang het rijdt, is het goed”, ga ik mijn bakje nog niet vaarwel zeggen.

Mijn autootje, een Toyota, heeft al de gezegende leeftijd van dertien jaar bereikt. Gedurende die dertien jaar heeft dat karretje al wat meegemaakt. Eigenaardig genoeg heeft het vooral heel wat meegemaakt toen ik de chauffeur van dienst werd. Dat is ondertussen al zes jaar geleden, toen ik zeventien was. De eerste chauffeur, ons moeder genaamd, had de auto na zes jaar overgelaten aan mijn broer. Toen leek het bakje nog splinternieuw. Nadat mijn broer zijn eigen auto had gekocht, mocht ik de wagen overnemen.

Ik begon met de Toyota te rijden toen ik leerde autorijden. Twee pogingen heb ik moeten ondernemen om mijn rijbewijs te halen. Het eerste praktijkexamen liep al faliekant af bij de manoeuvres. Bij de tweede poging was dezelfde examinator van de partij. De vrouw leek net als de bij eerste keer niet erg goed gezind. Toch mocht ik na de manoeuvres de baan op, en dat verliep zonder enige problemen. Nu ja, toen ik rechtdoor moest rijden op een Y-splitsing had ik gegokt op de verkeerde straat. Kan gebeuren, natuurlijk. Desondanks kreeg ik een formuliertje in mijn handen waarmee ik mijn rijbewijs kon halen in het gemeentehuis. En toch had mevrouw de examinator de hele tijd een zuur gezicht. Staat dat bij de vereisten voor de job, misschien?

Twee maanden had ik dat rijbewijs op zak, toen ik mijn eerste ongeval veroorzaakte. Ik wilde mijn straat inrijden, waarvoor een tegenligger mij moest doorlaten. Die tegenligger was een bestelwagen. Vlak voor het inrijden van mijn straat zwaaide ik de bestuurder een bedankje toe.  Jammer genoeg kon die bestuurder me niet laten weten dat er naast hem een bromfietser reed. Resultaat: voordat ik mijn straat kon inrijden, reed ik de bromfietser aan. Gelukkig had de man enkel een pijnlijke knie opgelopen bij zijn val. Zijn bromfiets kon ook nog rijden. De bumper van mijn auto had minder geluk. Hij hing nog – gedeeltelijk – aan mijn auto, maar een mooi zicht was het natuurlijk niet. Ons moeder belde een bevriende verkoper van auto-onderdelen op, en mijn groene Toyota werd opgesmukt met een tweedehands bumper. In bordeauxrood. Twee maanden had ik mijn rijbewijs en meteen had ik mijn auto uniek gemaakt. Een groene Toyota met een bordeauxrode bumper: ik denk niet dat er zo twee rondrijden.

De tweede “aanpassing” aan mijn auto kwam er toen ik al twee jaar op kot zat in Brussel. Mijn auto liet ik steeds staan in de straat van mijn kot. Toen mijn vriend op een ochtend mijn auto wilde gebruiken, belde hij me wakker. “Ik denk dat je best eens naar beneden komt….Er is ingebroken in je auto”. En ja hoor: mijn zijruit was ingeslagen, mijn gps werd uit het handschoenenkastje gehaald. Omdat ik de auto die dag nog moest gebruiken, kleefde ik een vuilzak over de ongewilde auto-opening met zeer sterke kleefband. In Brussel zijn er gelukkig veel verkopers van auto-onderdelen. U moet maar eens denken aan de verscheidene kaartjes die u in Brussel onder de ruitenwissers krijgt met “wij zijn geïnteresseerd in uw auto, wij kopen cash alle auto’s, zelfs beschadigd of zonder keuringsbewijs.” Bij een bezoek aan zo’n verkoper werd mijn Toyotaatje met een verse tweedehandse zijruit opgesmukt. De tweede aanpassing was een feit. Maar de erg sterke kleefband die ik had gebruikt om een vuilzak op de ruitloze opening te bedekken laat nog steeds zijn sporen na. Sterke kleefband, inderdaad…

Een jaar nadien kreeg mijn Toyota in Brussel wederom ongewild bezoek. Op een vrijdag stapte ik naar de auto om naar huis te rijden. Toen ik mijn vuile was in de koffer wilde leggen, leek er iets niet te kloppen: het slot van de kofferbak was verdwenen, een rond gat met een diameter van zo’n twee centimeter was er in de plaats gekomen. Een slot van een kofferbak inslaan: dat was een soort vandalisme dat ik nog nooit had gezien. Waarschijnlijk wilde de ongewilde bezoeker zo mijn koffer opendoen. Jammer voor hem is het hem niet gelukt. Maar mijn auto zat nu wel zonder kofferslot. Mijn auto was toen al elf jaar en dus al sterk verminderd in waarde. De onderdelenverkoper waarbij ik de zijruit had laten vervangen bood me een “bon prix de mille euros” aan als ik mijn bakje wilde verkopen. Zouden bij al die kaartjes onder mijn ruitenwisser enkele van hem komen? Het leek me dus maar stom om in mijn oud wagentje nog meer geld in te steken. Dus besloot ik om geen nieuw slot erin te zetten. Oplossing: een stukje kleefband over het gaatje kleven. Niet de bruine kleefband die nu nog gedeeltelijk rond de tweedehandse zijruit te bewonderen is, maar een groene die minder zou opvallen op mijn groene auto. Toch een geweldige zet, niet?

En nu wacht er een nieuwe aanpassing: de zijspiegel. Alweer heeft mijn auto ongewild bezoek gekregen in het Brusselse. Het lijkt een jaarlijkse traditie te worden. De zijspiegel zelf hangt nog even goed aan de auto als voordien, maar het spiegelglas heeft een flinke klap gekregen: scherven alom. Dat een auto tegen een zijspiegel rijdt, maar enkel het glas breekt, lijkt me onwaarschijnlijk. Vandalisme lijkt me logischer. In dat nieuwe glas móet ik nu wel geld insteken. De autokeuring komt er namelijk aan.

Ondertussen is mijn Toyota nog met een aantal grote krassen versierd. Betonnen pilaren zijn blijkbaar mijn vrienden niet bij het parkeren… Mijn unieke groene Toyota met bordeauxrode bumper, bruine kleefband langs de zijruit, groene kleefband op de koffer en talloze krassen blijf ik desondanks nog steeds graag zien. Nog nooit kreeg mijn auto panne, nog nooit heeft hij grote technische mankementen opgelopen. De ene keer dat ik benzine in de tank goot in plaats van diesel – ja hoor, ik ben een van de gemiddeld 120 000 Belgische bestuurders die al eens verkeerd heeft getankt – heeft hij ook overleefd. Daarom mag ik er van ons moeder nog maximum twee jaar mee rijden. Als hij door de keuring geraakt, tenminste. Het afscheid van mijn Toyotaatje lijkt dus nog eventjes afgewend, maar ik weet dat die tijd onherroepelijk zal komen.

Zou ik er dan nog een “bon prix de mille euros” voor krijgen? Ik vrees ervoor.

Groetjes,

 

T.

 

 

10-06-2010 om 00:00 geschreven door T.  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
Tags:auto, toyota, schade, zijspiegel, zijruit, bumper, brussel
04-06-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.België, gij zijt gevangen...
Nu de verkiezingen voor de deur staan, ziet iedere Belg wel elke dag een bekende politieke kop: op tv, in de krant, op het internet,...U moet een kluizenaar zijn om dezer dagen niets over politiek te horen. Zelfs de sociale netwekpagina's zijn niet meer veilig voor politieke commentaar. Zo lees ik vandaag op Facebook dat enkele van mijn vrienden zich hebben aangesloten bij de groep "Vlaams Belang, blijf uit mijn brievenbus". Op zich niets om zich over te verbazen, het Vlaams Belang kent de reputatie "love it or hate it". Aan de andere kant is het wel een aanleiding om mijn eerste blog te plaatsen. Ik hoor namelijk meer tot de "love it"-groep. En waarom, in godsnaam, vraagt u zich af?

Wel, het is heel simpel. En deze blog is nu eens de beste manier om het uit te leggen: met simpele woorden, niet van de daken roepend, maar gewoon, mijn eigen droge mening.

In de groep "Vlaams Belang, blijf uit mijn brievenbus" las ik een bericht over de standpunten van het Vlaams Belang. Dat het belachelijk is dat ze immigratie en islamisering in koeien van letters op hun folders zetten. Maar waarom is dit belachelijk? Dat is racistisch, zegt u? Wel, meneer, mevrouw, het is niet racistisch. Het is realistisch.

Ons Belgenlandje islamiseert. U moet in een Vlaamse dorpje wonen en er nooit buitengaan om dat niet te beseffen. In bijna alle steden in Vlaanderen is de islamisering duidelijk: meer en meer hoofddoeken op straat en meer en meer aanvragen voor moskeeën. En dan heb ik het niet eens over Brussel. Zo'n 200 moskeeën bestaan er al in Brussel. U leest het. Tweehonderd. U vindt me waarschijnlijk een islamofoob. Gelijk hebt u, ik ben inderdaad bang van de islam. Ons Belgenlandje verliest steeds sneller haar goede oude katholieke volkssfeer. De waarden van weleer worden vervangen door "multiculturele waarden", die vooral met de islam te maken hebben. Want, geef toe, normen en waarden in de islam zijn heel wat anders dan die van de traditionele Vlaming of Waal. Brussel voeg ik niet toe, deze zwicht al tientallen jaren onder de islamitische druk. Allah, Ramadan, Koran, suikerfeest, in Brussel is het al lang geen ver-van-mijn-bedshow meer. In Vlaanderen misschien wel, maar dat zal niet lang duren. Binnen twintig jaar zal een toerist in Vlaanderen zijn hoofd krabben. Had hij niet geleerd dat België een voornamelijk katholiek land is? Waarom ziet hij dan door de straten zoveel allochtonen, zoveel hoofddoeken? Wat ís dan de Belgische cultuur? Is dat gelijk aan de islamitische? Welnu, ik wil niet dat de goede oude katholieke en volkse Belgische cultuur verdwijnt ten voordele van de islamitische. Ik wil niet dat België gezien wordt als een hoofdzakelijk islamitisch land. Het doet me doet me denken aan een aloud bekend kinderliedje, maar dan wel met een draai aan:  België gij zijt gevangen, door de islam zult gij hangen...Want geloof me, hoe het er nu aan toe gaat, zal het nog gebeuren ook. Maar ik geef u gelijk als u zegt dat België al veel minder katholiek is dan vroeger, dat de échte katholieken ver te zoeken zijn. Maar de meerderheid is wel opgegroeid met traditionele waarden. En ja, meneer, mevrouw, hoewel katholieke waarden niet meer op het wateroppervlak drijven, onze traditionele waarden zijn er wel in verankerd.

Wat de immigratie betreft, heb ik hetzelfde verhaal. Hoe het er nu naar uitziet, zal de toerist in Brussel denken dat hij in het Midden-Oosten of Noord-Afrika zit. Wie dit nonsens vindt, moet maar een paar jaar in Brussel wonen. Het is erg om te zeggen, maar ik ben verwonderd dat ik op straat twintig mensen met bruine of zwarte huidskleur zie, maar toch nog vijf blanke mensen tegenkom. Oef, toch nog vijf! Maar dan raak ik soms nog teleurgesteld, als ik van die vijf mensen een drietal hoor praten. Niet in het Frans, niet in het Nederlands. In het Russisch, Pools, Roemeens of Bulgaars. Hoe komt het toch dat ik als gewone Vlaming meer allochtonen zie dan gewone Vlamingen, Walen of Brusselaars? Juist ja, de immigratie. Ach ja, die immigratie. Mensen van andere landen die naar België komen om hun leven verder te zetten. Op zich niets mis, ware het niet dat overdaad schaadt. België wordt meer en meer Multiculturalistan. Maar multiculturaliteit, dat is toch goed, een verrijking, vindt u? Ja hoor, zeker en vast. Het is leuk om naar typische zomerse evenementen te gaan, georganiseerd door de Spaanse gemeenschap bijvoorbeeld. Een feestelijke bedoening, bedoeld voor elke geïnteresseerde, die eens van de Spaanse cultuur wil proeven. Begrijp me niet verkeerd, een dergelijk evenement georganiseerd door de Turkse of Marrokaanse gemeenschap zou me ook smaken. Maar is dat dan gelijkaardig? Van een buitenlandse cultuur proeven, klopt dat dan nog wel als Brussel bulkt van Turken en Marrokanen? Is dat dan nog een buitenlandse cultuur? Volgens mij niet. Het is een buitenlandse cultuur geworden die zich volledig in Brussel heeft vastgeankerd. Het is zowel een buitenlandse als een binnenlandse cultuur geworden. De Belgische cultuur komt hoe langer hoe meer in het gedrang. Of erger nog, ze gaat nog ophouden met bestaan, als er niet snel een immigratiestop komt.

Wel, wel. Een Vlaams Belanger die eens een blogje schrijft om ons te overtuigen van de standpunten van die partij. Wel, eigenlijk niet. Ik stem dit jaar niet voor het Vlaams Belang. De standpunten immigratie en islamisering zijn voor mij heel belangrijke punten. Maar het belangrijkste punt van het Vlaams Belang, de onafhankelijkheid van Vlaanderen, juich ik absoluut niet toe. Maar dat heeft natuurlijk niets te maken met immigratie en islamisering, wel met de Walen versus de Vlamingen. Aanleiding tot een tweede blog, misschien?

Vanuit haar luie zetel met haar laptop op de schoot,
groetjes,

T.

04-06-2010 om 00:00 geschreven door T.  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
Tags:islam, islamisering, immigratie, Vlaams Belang


Inhoud blog
  • Tips aan Secretary Plus, of hoe een bedrijf zijn eigen raad in de wind slaat
  • Speciaal voor dt-twijfelaars
  • De teloorgang van kwaliteitsvolle journalistiek: na de rioolpers, nu ook de internetpers?
  • Kroniek van een geliefde auto
  • België, gij zijt gevangen...
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 31/01-06/02 2011
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs