Ik was vanmorgen onderweg naar school, en raakte niet verder dan het atomium. De tranen stroomden over mijn wangen. Alle emoties en de vermoeidheid van de voorbije weken kwamen naar boven. Wat ik ook beweerde gisterenavond tijdens het spaghettifeestje (ik zou zeker lesgeven maandag), spraken mijn lichaam en mijn geest vandaag tegen. De overstap van planeet toneel naar planeet lesgeven is iets te groot dit jaar. Enige remedie: bed in en slapen.
Slapen kon ik de laatste dagen niet meer zoals het hoort. Het is te zeggen: van vermoeidheid viel ik wel steeds snel in slaap, maar uitslapen ging gewoon niet meer, hoewel ik de kans had. Vrijdagochtend stond ik na een korte nachtrust met een zalig gevoel op: ik was verliefd. Verliefd op mijn toneelstuk. De beelden van de generale repetitie begonnen pas toen door te dringen.
Na een kwartier zoeken naar mijn autosleutels (waar zat ik met mijn hoofd donderdagavond?), vertrok ik na mijn ontbijt weer richting Strombeek. De grote constructie, waarvan iedereen nu al weet dat dat het grote boek is, moest nog beschilderd worden. Er stonden voor de generale nog maar enkele lijntjes tekst op, en daar moest nog wat bijkomen. Ook enkele streepjes op het Renfieldpodium ontbraken nog, en dan voegde ik nog enkele streepjes op mijn eigen gezicht toe om geschminkt en verkleed naar school te vertrekken.
Ik sloop langs de ramen van de klassen, en zodra de leerlingen een duistere figuur gekleed in een zwarte fluwelen cape opmerkten, ging ik binnen en grabbelde ik de eerste leerling die ik tegenkwam mee of wenkte ik de leerkracht naar buiten. Eens de deur dicht was, kregen ze puntjes in hun nek en mochten ze eens luid gillen. Een aantal mensen zijn flink verschoten en de bloeddorst naar de première nam alleen maar toe. Twee uur lesgeven over vampiers later moest de honger eerst bedwongen worden, en dan ging het richting CC om alle spelers klaar te stomen.
Ik hou zo van die drukte op voorhand in de schminkkamer en de transformatie die de spelers ondergaan. De tienerkleren ruimen plaats voor de prachtige kostuums van Jasenka en de bij elkaar gezochte outfits, maar de tienerstreken blijven. Het leek soms op een kippenhok. Een kippenhok waar snorren werden opgeplakt, pakken gel in de haren werden gesmeerd, en schminkborstels getalenteerd werden gehanteerd door verschillende leerkrachten én leerlingen.
De metamorfose van William met zijn ondertussen zwarte haren naar Dracula nam wel wat tijd in beslag. Mijn kapper had me geleerd hoe ik een soort jaren 20 wave in zijn haar moest leggen. Natuurlijk ging dat op vrijdag net iets moeizamer dan met de generale, alsook de schmink, maar uiteindelijk zag hij er nog steeds even dreigend en monsterlijk mooi uit.
Het volk kwam toegestroomd, massaal dan nog wel. De zaal was vrijdagavond uitverkocht (!) en de spanning steeg bij de spelers. De start van het stuk werd ook nog eens met een dikke twintig minuten uitgesteld door de files van het autosalon, maar dan konden we eindelijk beginnen. En het ging goed! Zowel vrijdagavond, zaterdagavond en zondagmiddag werden de spelers beladen met felicitaties en keerde het publiek met een voldaan gevoel huiswaarts. Ze hadden genoten van een stuk waarin er al eens gelachen, gezucht en gegriezeld kon worden.
Zondagavond werd het hele decor afgebroken, alle verkleedkleren opgeborgen en de schmink ingepakt. Het duurde iets langer dan andere jaren, zodat de spaghetti lang moest wachten eer het een plaats in onze hongerige buik kon veroveren. Het feestje zou dan uiteindelijk kunnen losbarsten, als ik er niet een boekje voor had gestoken. Als aandenken had ik iedereen een rood dagboek gegeven, met voor elk een persoonlijk woordje van dank. Het was de bedoeling dat ze ook voor elkaar boodschappen zouden gaan inschrijven en dat werd dan ook meteen gedaan. Onvoorstelbaar hoe ze ineens allemaal stil werden. Schrijfschrijfschrijf ging het. Het toneel heeft duidelijk iets losgemaakt bij deze jonge mensen. Ze vormen een hechte groep en hebben eigen en elkaars grenzen verlegd. Een herinnering om nooit te vergeten.
t Is mooi geweest. Heel mooi geweest. Val ik nu in een zwart gat, zoals veel mensen me vragen? Geen idee. Vorig jaar genoot ik van de rust en van de tijd die ik ineens weer had, en had ik van een zwart gat geen last. Op naar het volgende, was toen mijn motto. Maar van een stuk als dit, waarin heel veel van mezelf zat, zal ik wellicht iets langer liefdesverdriet hebben
Hectisch! De voorbije twee dagen heb ik geleefd op adrenaline. Ik heb mezelf verplicht om even de tijd te nemen om iets te eten, want in alle tumult zou ik zelfs dat vergeten. Elke minuut was gevuld. Het begon op woensdagochtend met het papier te snijden voor de grote constructie.
Dat papier bleek de redding te zijn. De kleur was dan ook bijna wat het moest zijn, maar eerst moest de grote constructie zelf nog afgewerkt worden. Terwijl ik naar een volgende afspraak rende, regelden de kaboutertjes dat. Op school toegekomen hoorde ik dat we al een pak meer plaatsen verkocht hebben dan vorig jaar. Dat belooft. Gauw het script kopiëren, even wat snelle toesprekingen van collegas, William oppikken en richting Vilvoorde.
Terwijl William een metamorfose onderging, ging ik nog snel wat noodzakelijke attributen voor Van Helsing halen, om alles op de juiste plaats te houden. De kassabediende keek vast vreemd op toen ik met een gigantische maat van het bewuste kledingstuk het pand verliet. Nog even lampen van zo veel mogelijk watt gaan zoeken en ik kon William weer ophalen.
De lampen bleken uiteindelijk voor niets te dienen. De constructie van kippengaas met papier-maché in de vorm van vleermuisvleugels bleken op toneel helemaal niet het verwachte effect te geven met het licht erachter. Afvoeren dan maar. De grote constructie daarentegen was wel wat het hoorde te zijn. Oef.
In de namiddag kwamen de spelers dan het podium nog eens onveilig maken en s avonds kon ik me amuseren met de lichten. Het wordt een donker stuk, maar ik hou van kleur. Met de hulp van Tom de technieker hebben we meer dan honderd mooie lichtstanden gecreëerd. Iets na middernacht konden we de deur achter ons dichttrekken, om er de volgende morgen, vandaag dus, weer te staan om half negen om het decor richting afwerking te sturen.
De spons ging er kwistig over en lijntjes werden getrokken terwijl de techniekers nog een paar aanpassingen deden aan het licht. Rond elf uur konden we dan beginnen aan de technische repetitie. Dat betekent: ik vloog met de techniekers door de tekst en duidde aan waar er een volgende lichtstand moet komen en wanneer de muziek moet starten en stoppen. De spelers moesten op de juiste plaats gaan staan en aanvoelen tot waar ze in het licht staan. Pas rond zes uur s avonds, met alles op een rijtje gezet te hebben, zijn we dan begonnen aan de generale. Maar eerst kwam nog het aankleden en de schmink.
Ik heb het zo omschreven aan een oud-leraar van me: vroeger dacht ik dat ik wou acteren, maar ik heb later ontdekt dat ik liever verhaaltjes uitvind en de prentjes inkleur. En die twee zijn even belangrijk voor mij. Het decor moet perfect zitten en daar neem ik zelf de verfborstel voor in handen, maar ook de schmink moeten in orde zijn, en ook daar draag ik mijn steentje bij. De kledij was al in orde gebracht door Jasenka (en man, man, man, dat is echt wel zwaar de moeite). Voor de schmink hadden we een ploeg voorzien van collegas en leerlingen die graag met kleinere sponsjes en penselen werken.
Iedereen kreeg een basis mee, zijnde fond de teint, een blush, lijntjes rond de ogen en lippenstift. De mannen kregen meer gezichtshaar, de ogen van de vrouwen werden in de verf gezet, potten gel geleegd en Dracula en Van Helsing werden aan mijn zorgen toevertrouwd.
Alle spelers zagen er super uit. Beter dan in mijn stoutste dromen. En vooral Dracula (en die dromen moesten al zwaar gecensureerd worden).
Over de generale ga ik kort zijn. Het was zwaar genieten. De kleine foutjes worden er morgen uitgespeeld. Ze zijn er klaar voor en ik ga goed slapen vannacht.
Bloed is leven! Bloed is leven! En leven was er zeker vandaag. Naarstig werd er verder gewerkt aan het decor en in de namiddag kwam er nog meer leven in de brouwerij met de spelers in de schouwburg.
Het decor krijgt meer en meer vorm. Er werd kwistig met verf omgesprongen, alsook met koffie. Liters straffe koffie werden aangemaakt om verwerkt te worden in het decor. Carl rekende uit dat zeventien schepjes koffie genoeg is om evenveel straffe kopjes te maken om een pracht van een bruine kleur te maken. Omdat we het stuk plaatsen eind negentiende eeuw, mag het decor er ook wat oud uitzien. Koffie is een ideaal middel om papier te verouderen.
Verder namen ook Laura, Ellie en Cindy van 6 humane de borstels in de hand om kleur te geven aan het decor. Eigenlijk zit er in het decor zelf weinig kleur. De sobere kleuren worden in evenwicht gehouden door de kledij van de spelers en de spelers zelf, waar net iets meer leven in zit, en het licht dat er morgen aan toegevoegd wordt.
De grotere stukken timmerwerk werden toevertrouwd aan trouwe medewerkers en collegas René en Jurgen en zij werden bijgestaan door Ken van 6 economische. De grootste constructie van dit decor was op het einde van de dag al half af. Het rolt en het ziet voorlopig nog enkel bruin.
Tussen al het decorwerk door kwam collega Erik ook af en toe binnenwaaien om zijn notaboekje uit te halen, dingen te doorstrepen en andere dingen weer op te schrijven om praktische zaken te regelen. Hij zorgde onder andere voor een drankvoorraad waar de spelers in de namiddag al meteen op los gelaten werden. De thee die ze zelf hadden meegebracht was wel net iets populairder. Vermoeide stemmen willen ze vermijden en eventuele verkoudheden of oorontstekingen de kop indrukken. Remi, die Quincey Morris speelt, de stoere Texaan, heeft inmiddels wel het hoofd moeten bieden aan een of andere obscure ziekte. Laat ons hopen dat hij tegen donderdag ten laatste weer in orde is.
De repetitie vanmiddag in het decor en op het grote podium ging vrij goed. Iedereen moest wennen aan de nieuwe afstanden en de nieuwe zetel. De oefenzetel van op school was kleiner en lager, maar ploft even gezellig als deze, die toch meer in de stijl van het stuk past. De kleine tafeltjes zijn uiteraard hetzelfde van vorm, maar hebben ook een metamorfose ondergaan. Het lelijke groen kreeg een laagje houtbehang en de poten werden bruin gespoten.
Ik ben al iets geruster dan gisteren, maar aan mijn to do-lijst lijkt geen einde te komen. Nog een dag tot de generale. Alle hens aan dek en volle gas vooruit!
Het komt echt dichterbij. Vorig jaar liep ik de week voor het hele gebeuren vrij gerust rond. Ik had vertrouwen in mijn spelers, mijn muziek was gekozen en de bouw van het decor liep vlotjes. Ik moet mezelf dit jaar inspreken dat alles wel in orde komt. One must feel chaos within to give birth to a dancing star.
Vanmorgen hebben we de slechtst mogelijke repetitie gehad die je maar kon hebben. Waarschijnlijk had het gebruik van de polyzaal er iets mee te maken. Dit is nu eenmaal een stuk waarin het gebruik van de ruimte heel belangrijk is. Ik vermoed dat ook het feit dat de tijd tot de première gespreid over twee weken na de kerstvakantie een bizar gegeven is. Je werkt naar een climax toe in de vakantie en moet dat gevoel rekken over twee weken. In elk geval, niemand was erg geconcentreerd bezig vanmorgen. Tekst werd vergeten, er werd gelachen wanneer er serieus gespeeld moest worden en niemand leefde zich echt in. Help!
In elk geval: slechter dan dit kan het niet zijn. Gelukkig wisten ze van zichzelf dat ze niet goed bezig waren. Morgen verkennen ze het podium, de zaal en de backstage. Het podium werd vandaag al bezet door de decormensen. Het was een zicht toen ze vertrokken op school, het grote gevaarte op de aanhangwagen, enkel gigantische affiches ontbraken nog. Terplekke was het even nadenken geblazen. Hoe zetten we alles in elkaar zodat het lichteffect er ook nog in past? Het blijkt allemaal weer meer werk te zijn dan je op voorhand in gedachten hebt. Gelukkig hebben we enkele handige Harrys in huis die van wanten weten.
Die handige René en Carl kennen ook wat van muziek. Ze gaven voor het naar huis gaan nog enkele tips mee voor mijn soundtrack. Ik ben er bijna, op enkele liedjes na, twee belangrijke dan nog wel. Misschien ga ik voor één van beide toch maar de bekende toer op. Een bekend lied nemen is altijd wat tricky, maar in dit geval komt het gewoon ook net goed uit. Ik vind niets anders dat past. Als ik morgen het fiat krijg van mijn spelers, dan gaan we ervoor. Dan nog even uitvissen wat er op welke cd moet en hoeveel cds het zullen worden. Soms zijn er twee cds nodig die gelijktijdig afspelen. Ik zit ook met een hele waslijst liedjes, dus niet alles geraakt op één cd.
Maar dat is werk voor morgenavond, samen met het klaarstomen van een script met alles erop en eraan voor de technici van de schouwburg.
Moe. Ontzettend moe ben ik van deze week. De mallemolen draait op volle toeren. Het begint aardig te buzzen op school. Leerlingen ontbreken in de les, anti-vampierspreuken verschijnen in de gangen, de laatste regelingen worden getroffen. Het begint langzaam door te dringen dat het volgende week zover is. En het mag eraan komen.
Het begin van de week begon rustig, maar hoe verder het vorderde, hoe drukker het werd. Woensdagnamiddag hebben Jasenka en ik drie winkels bezocht waar je alles vindt om je te schminken en verkleden. Wat er in de ene winkel niet was, was er in de andere wel te vinden. We gingen naar huis met snorren, bloedampules, vampierentanden en enkele andere benodigdheden. Zulke winkels zijn echt leuk om in rond te lopen. Je ontdekt dat de ervaring van achter de schermen van vorige jaren toch wel handig zijn en je doet er ideeën op voor stukken die nog zullen komen.
Maar eerst moet dit stuk afgeraken. Dracula en Jonathan, Seward en de Renfields kregen deze week ook nog een extra repetitiebeurt. De details moeten goed zitten. Dit jaar heb ik meer aandacht moeten besteden aan spel en inleving. De karakters gaan dieper, de emoties zijn groter. Je zou voor minder als het een stuk is dat gaat om dood en verlies. Gelukkig wordt alles wat gecompenseerd door wat humor.
Dat er effectief ook gelachen zal worden, merkte ik vandaag bij het inoefenen en herhalen van het deel na de pauze. De Roemenen hadden nog niet alles gezien van dat deel en lachten spontaan bij enkele scènes. Nu ook dat deel goed zit, heb ik de volledige timing van het stuk ook kunnen nagaan. Voor de pauze ongeveer een uur, na de pauze ongeveer een half uur. Na enkele toneelstukken weet ik hoeveel paginas tekst hiervoor nodig zijn. Een dertigtal bladzijden is bij mij goed voor anderhalf uur spelen. Voor sommige mensen kan dat weinig tekst lijken, maar spelen is niet enkel tekst zeggen. Tekstloze stukjes zijn minstens even interessant, en kan je erbij verzinnen tijdens het proces.
Het hele proces startte in september met de audities, daarna kwamen de repetities en nu valt alles stilaan in de plooi (op de muziek na, waar ik nog een aantal uren zoekwerk aan zal hebben). Ik ga volop genieten van het weekend, wat uren slaap inhalen, en me voorbereiden op de laatste week.
Twee planeten. Daar bevind ik mij op. De ene planeet heet school en de andere heet toneel. Ze vertonen gelijkenissen, maar toch botsen ze af en toe.
Dat botsen uit zich onder andere in mijn taalgebruik. Normaal gezien gebruik ik je en jij om mijn leerlingen aan te spreken, maar een aantal leerlingen zijn spelers, en dan flapt er vaak gij uit. Je gaat op een andere manier om met je spelers, moet je lichaam af en toe in de strijd gooien om dingen voor te doen, maar daar moet dan ook weer een rem op staan, omdat je nu eenmaal ook nog leerkracht bent. De spelers kennen mij ook als leerkracht en niet als buitenstaander. Ze zouden er misschien heel hard van verschieten als ik hen eens zou vastpakken. Als leerkracht in de klas geef je hoogstens eens een schouderklopje. Bij toneel gaat het er iets losser aan toe.
Vandaag moest er tijdens de repetitie gekust worden. Kussen op toneel is een technische aangelegenheid, vooral als de spelers zelf elkaar normaal niet zo intiem benaderen. Waar zet je je handen, hoe beweeg je je hoofd, hoe dicht moet je bij elkaar staan, en waar plaats je je mond? Voortonen is hier absoluut niet mogelijk. Bij volwassenen zou dat anders zijn, of bij mensen die je iets beter kent, hoewel je dan nog niet het volledige plaatje gaat voordoen. Het bleef dus beperkt tot: die handen mag je hier wel zetten, en beweeg je hoofd nog maar wat meer. De rest moesten ze zelf regelen. En het zag er goed uit. Ik kreeg zelfs even kippenvel.
Een ander soort kippenvel kreeg ik vandaag bij het uitmesten van de schminkkoffer. Morgen gaan we nog aankopen wat er ontbreekt, maar ik heb ook een aantal dingen mogen wegsmijten. Gesmolten lippenstift, aangekoekte schmink, haarrekkers zonder rek. Ik moet ook nog eens navragen bij een aantal mensen wat de houdbaarheidsdatum is van gel, want een aantal potten rook nogal straf en zit misschien al decennia in de zak.
Ook andere molens op de planeet toneel draaien op volle toeren, tussen het switchen naar planeet school door. Carl zorgde voor een massa look, er wordt druk gezocht naar vervoer voor het decor en uitgevist wie van leerkrachten en leerlingen zal meehelpen opbouwen volgende week. Ook de receptie krijgt het druk met het ontvangen van geld voor de kaarten.
School en toneel. Twee planeten, of toch maar één?
Als je het in elke les hebt over vampieren, om een tekst in te leiden over de evolutie van de vampier, dan krijg je stilaan wel een overdosis. Als je begint op te sommen welke vampierenboeken en films er allemaal bestaan, dan krijg je een stevige lijst. Het wordt me ook steeds duidelijker waarom ik gekozen heb om Dracula te brengen in deze tijd van overvloed aan vampierenverhalen.
De meeste leerlingen kennen Twilight van Stephenie Meyer, en het grootste deel daarvan is er helemaal weg van. Vooral weg van Robert Pattinson, die de vampier Edward speelt die verliefd wordt op een gewoon meisje, Bella. Verder in de reeks, waarvan zowel boeken als films bestaan, krijgt hij concurrentie van de weerwolf Jacob. Ik zelf heb de twee eerste boeken gelezen. In het eerste boek kon ik me wel inleven in het verliefd zijn van Bella, maar het werd hoe langer hoe meliger. Elke keer opnieuw werd beschreven hoe knap ze Edward wel vond, telkens ze hem zag, en elke keer viel ze bijna flauw als hij haar wang aanraakte. Ik had het waarschijnlijk geweldig gevonden toen ik 15 was. Maar misschien had ik het tweede boek net als nu als genoeg beschouwd, omdat het mij te ongeloofwaardig begon te worden.
Ik ben als kind opgegroeid met de televisiereeks Anton, de kleine vampier en het Griezelhandboek van Paul van Loon. Als tiener las ik enkele boeken van Anne Rice, waarvan Interview with a vampire het meest bekend is. In de jaren 90 was er ook een vampierreeks op tv die ik trouw volgde, over verschillende vampierenclans, Kindred: The embraced. Toen ik de film van Coppola had gezien, was ik volledig verkocht. Dracula van Bram Stoker staat op mijn kast sinds mijn studententijd. Pas vorig jaar las ik het toen ik besloot er een toneelstuk van te maken.
Wat al deze boeken en series gemeenschappelijk hebben, en waar ik bij Twilight op afknapte, is dat ze een wereld scheppen met enkel vampiers. Geen weerwolven, geen andere wezens. Enkel vampiers. De boeken van Anne Rice beschrijven die wereld dan ook nog eens vanuit het standpunt van de vampier, en er wordt een hele geschiedenis aan vastgekoppeld. De vampierenverhalen van vandaag, Twilight, True Blood, The Vampire Diaries, zijn onderhoudend, maar er mag voor mij wel iets meer achter zitten. Als vampiers verankerd worden in een geschiedenis en als de vampier in een andere tijd geplaatst wordt, waarin hij lijkt thuis te horen, dan klopt het voor mij meer.
Een vampier hoort te sterven in het zonlicht, en geen fonkelende huid te krijgen. Een vampier mag geen reflectie hebben in de spiegel. Een vampier slaapt in een doodskist. Als hij niet kan tegen kruisen, moet het verantwoord worden. Knoflook laat ik wat in het midden, maar er moet wel een afweermechanisme zijn tegen vampiers. Vampiers moeten zowel angstaanjagend zijn als iets aantrekkelijk hebben, en niet enkel sexy zijn.
Met Dracula, dat de meeste mensen enkel kennen van naam, wil ik terug gaan naar de roots van de vampier. Terug naar het mysterie, terug in de tijd. Terug naar de echte vampier waar de mensen oprecht in geloofden en bang van waren.
Toen ik vanmorgen uit de auto stapte, zag ik dat er een grote hondendrol op de stoep lag. Ik heb er net niet in getrapt. Geen bonne merde. Misschien ging het daarom iets minder vandaag. Het is te zeggen: er is nog veel werk aan het laatste deel dat we vanmorgen hebben gerepeteerd.
Omdat het einde pas voor de vakantie voor mezelf is duidelijk geworden, en het pas deze laatste dagen voor het eerst onder handen genomen werd, is het normaal dat het nog niet op punt staat. Dat wordt dus nog werk voor de komende twee weken. Hicham, die er vandaag wel bij was, en de andere spelers zullen dus nog genoeg gedrild worden. Alleen nog nadenken over welke lessen er dan kunnen wegvallen. Nu er nog twee weken zijn na de kerstvakantie, kan ik het beter spreiden.
Tot vorig jaar werd er steeds het eerste weekend na de kerstvakantie gespeeld. Sinds dit jaar is het verhuisd naar het tweede weekend. Dat heeft zijn voor- en nadelen. Vorig jaar zat je in de sfeer sinds de kerstvakantie, en ging je gewoon door tot de première. Dit jaar wordt dat wat onderbroken door meer schools leven. Langs de andere kant is er meer tijd voor de kaartenverkoop, we kunnen meer tijd besteden aan extra repetities, en er is meer tijd om alle andere dingen nog in orde te brengen zoals de rekwisieten, het programmaboekje, het decor,
Het enige waar niet al te veel werk meer aan is, zijn de kostuums. Vanmiddag hebben we het deel van voor de pauze gespeeld, in kostuums. De spelers konden zich duidelijk meer inleven. De dames oefenden met hun rokken, de heren vonden hun draai in hun kostuumvesten, de danseressen werden mysterieuze mooie beelden, de Roemenen werden wat meer Roemeens, de sokken van de Renfields waren op het einde niet meer zo wit, Van Helsing moest oefenen om alles op plaats te houden en Dracula Dracula was af.
Wacht tot we schmink en haartooi op hen loslaten
De grove borstel werd in elk geval losgelaten op de turnzaal na een week repeteren. Het zag er lief uit, maar dankzij de afwerking van Sylvie valt er nog weinig te merken van onze aanwezigheid.
Daarna konden er zakken chips en flessen cola opengetrokken worden en genoot iedereen nog van Coppolas Bram Stokers Dracula. Het moet meer dan tien jaar geleden zijn dat ik de film nog had gezien. Ik betrapte mezelf erop dat ik ons stuk beter vind. Hoe mijn spelers de personages brengen, is zo vertrouwd aan het geraken. Bij een aantal personages kon je wel duidelijke gelijkenissen vinden, anderen worden door de spelers gewoon veel beter neergezet.
Met zon gedachte kon ik gerust mijn auto inkruipen en ruiken dat ik net in de hondenpoep was getrapt. Het komt dus allemaal in orde.
Driekoningen. Bij ons waren het er vier. Op een heuglijke dag als deze verdienden onze spelers een traktatie. Als drieënhalfuurtje had ik vier taarten gekocht waarin een figuurtje verstopt zat. De vinders mochten de kroon opzetten. En fier dat ze waren. Vrolijk huppelden ze met hun kronen door de turnzaal. Bastien en Jeroen verwerkten er zelfs gele pluimpjes in, wat me deed denken aan fotos van vroeger, waarop ik sta met een indianenhoofdband met duivenpluimen.
Een dikke pluim verdienen de spelers vandaag wel. Het stuk werd verdeeld in drie delen, waarvan we vandaag de eerste twee hebben doorgenomen. Elk deel werd eerst met veel onderbreken gespeeld, herhaald in een snelle versie, en dan voor echt gespeeld. Hier en daar haperde er nog iets, werd er nog wat tekst vergeten of vergiste iemand zich, maar globaal genomen zat het wel goed. Nog niet perfect, want er kan nog altijd een schepje bovenop. Maar ik denk dat de spelers, en ik ook, vandaag wel al voelden wat het kan worden. Met de muziek die werd uitgetest geraakten ze ook sneller in de sfeer. Iedereen begint zijn draai wat te vinden.
Ook Leen en Paulien (af en toe ook Lien en Pauleen genoemd) beginnen hun draai te vinden in hun rol. Ze zitten continue op scène en moeten dus altijd wel betrokken worden bij wat er verder op scène gebeurt. Het lukt om dat opgevuld te krijgen en interessant te houden.
Een aantal mensen zagen ook voor het eerst, of voor het eerst deftig, wat andere spelers allemaal gerepeteerd hadden. Als ze niet toekeken, waren ze gezellig naast de scène aan het kaarten. Zo heeft Dracula met de Roemenen gekaart, en was Mina het enige meisje tussen de mannen.
Hoewel Hicham er vandaag weer niet bij kon zijn, werd dat goed opgevangen door de andere spelers. Hopelijk is hij er morgen wel. Deze dagen gebeuren de mirakels waarover ik het al gehad heb en die is hij nu aan het missen. De puzzelstukken vallen langzaam op hun plaats, mensen beginnen zich te amuseren, en er wordt duchtig gemoord in het Gotchaspel.
Ik ben echt benieuwd naar morgen. De positieve vibe van vandaag mag zich verder zetten. In de voormiddag staat het laatste deel van het stuk gepland, en in de namiddag spelen we met kostuums onze eerste volledige doorloop. Misschien moeten we dat wel in de grote turnzaal doen, zodat het besef van ruimte optimaal wordt. De turnzaal waar we nu in repeteren is net niet diep genoeg. Na de doorloop sluiten we onze repetitieweek af met de film Bram Stokers Dracula, van Coppola.
En voor wie er nog niet genoeg van krijgt: zaterdag start de serie The Vampire Diaries op Vijf tv.
Om 9 uur vanmorgen een berichtje van Hicham, dat het weer minder ging met zijn keel en dat hij vandaag niet zou komen. Natuurlijk zag ik het berichtje pas een half uur later, toen het tijd was om te vertrekken. Op school toegekomen meteen een aantal nummers afgegaan om vervanging te zoeken. Vele spelers die vandaag niet hoefden te komen, lagen natuurlijk nog lekker te knorren. Zo ook Sylvie, en zij nam met een krakende stem op. Of ze iets te doen had vandaag? Binnen het uur stond ze er. In de namiddag heeft Jeroen ons uit de nood geholpen. Het is niet altijd om de tekst te doen, maar ook het visuele plaatje te doen kloppen. Wie staat waar wanneer?
Dat visuele plaatje was vandaag nog een soepje. We hebben ons bezig gehouden met het tweede deel van het stuk, waar nog heel wat werk aan was. Herhalen, uitproberen, nog eens herhalen, opnieuw, hoe zat dat weeral, opnieuw, uitproberen, herhalen. Zo een hele dag door. Fijn dat er vervanging was voor Hicham, anders was het helemaal niet gelukt.
Ook het allereinde hebben op een namiddag tijd eigenlijk tegen de tijd in elkaar zitten boksen. Van het eindplaatje ben ik wel tevreden. Nu hopen dat het voorgaande in ieders hoofd is gepropt, dat we het de komende dagen nog genoeg kunnen repeteren voor we het op het grote podium zwieren.
Soms voel ik me alleen tussen al dat jong geweld dat buitelt en babbelt en lacht en lolt. Ik probeer na te denken, problemen op te lossen, dingen te zien die nog aandacht vragen. Als iedereen dan tegelijk lekker met zichzelf bezig is en niet met het stuk dan krijg ik het. Ik hou me in, roep hen nogmaals geduldig tot orde, en we prullen zo goed en kwaad als het kan verder. Tot vanmiddag. Een kleine explosie van mijnentwege. Ze werden even stil en hebben zich herpakt.
Maar goed, dat valt ook allemaal te begrijpen. Het is vakantie, het zijn pubers, er zitten een aantal lolbroeken tussen, ze komen allemaal goed overeen en het moet toch tof blijven. Inderdaad. Het is soms heel plezant om hen zo bezig te zien. Samen op de dikke matten van de turnzaal gezellig keuvelen, roddels uitwisselen, alle rekwisieten eens uittesten, naar elkaars muziek luisteren, Door toneel worden er banden gesmeed die er anders niet zouden zijn.
En ik sta er ook niet helemaal alleen voor. Vanmiddag kwam Dominike Van Besien, een collega met een dansverleden, het dansje van de meisjes eens checken. Blikken corrigeren, pasjes uitlijnen, gaten opvullen. Veel heeft ze niet moeten doen, onze meisjes hebben goed werk geleverd (ze hebben hun eigen dansje bedacht), maar het is wel fijn dat het gebeurt. De details maken het af.
Die details gaan we morgen en overmorgen voor het hele stuk nog eens controleren. We doen kleine doorloopjes, wat betekent dat er ook aandacht moet zijn voor de rekwisieten. Wat moet ieder mee hebben op welk moment. Moet de tas van Van Helsing op of af, blijft ze staan of niet, wat moet er inzitten? Zitten de brieven in de zakken? Zijn er genoeg boeken aanwezig?
Die boeken zien er trouwens al lief uit na enkele maanden repeteren. Het nodige herstel- en kaftwerk zal nog nodig zijn.