Wespelaar-Alpe d'Huez-Santiago de Compostela ----F.V. De Santiago Bikers
Wielertoeristen
10-08-2012
Rit 18 Rabinal del Camino - Sarria: 136km hoogtemeters 1920
Omstreeks 5 uur in de ochtend tracht ik nog slaapdronken het
geroezemoes op straat te identificeren. Blijkbaar trachten nogal wat pelgrims
een stukje van de Camino te verteren vooraleer de brandende zon hun stap dreigt
te vertragen. Ik mag me nog even omdraaien en opnieuw op zoek gaan naar de
slaap der vredigen.
Met spijt verlaten we dit typisch caminodorpje dat op dit moment van het jaar
gonst van de pelgrims. Maar in de winterperiode, zo vertelt de Tienenaar
Gilbert ons, valt het aantal inwoners terug tot een 35-tal. Stef komt te weten
dat er ook in die periode pelgrims passeren. En dit ondanks een dik
sneeuwtapijt.
Van meet af aan gaat het parcours in zacht stijgende lijn. De stramme spieren
worden dan ook snel op temperatuur gereden. Na 5 km vals plat brengt een korte
prik van 12% ons naar het Cruz de Ferro. Een gekend monument onder de pelgrims.
De steen die we in Saint Jean Pied de Port hebben meegenomen en waar we, zoals
de overlevering het vraagt, onze zorgen symbolisch aan hebben toevertrouwd
kunnen we hier van ons af gooien. Aan de berg stenen te zien zijn al velen voor
ons in het spoor van deze traditie getreden.
We bevinden ons nu op 1500 m hoogte en dalen af naar Ponferrada. Een steile en
vooral gevaarlijke daalpartij. In de vlucht passeren we enkele kleine dorpjes
die als het ware pleisterplaatsen zijn voor de pelgrims. Een moment om even te
rusten in de schaduwplekken, de inwendige mens wat te spijzen en op verhaal te
komen bij lotgenoten. Maar wij gunnen onszelf deze rust niet! De rit drijft ons
verderhet dal in.Daar neemt Ivo de groep op sleeptouw om met
een gezapig tempo van 34 km/u wat tijd trachten in te winnen. En dat is een
goede beslissing want net voor de middag vatten we nog de beklimming van de El
Pyo (1337 m) aan. De aanzet loopt vlotjes. De weg slingert zich doorheen de
bergen en stijgt erg zachtjes. We hebben eigenlijk niet de indruk dat we hoogte
winnen al is dat wel degelijk het geval. Vooraleer het stijgingspercentage goed
en wel toeneemt staat ons middagtafel alweer gedekt op een parking van een
tankstation. De creativiteit van onze foeriers kent geen grenzen. De oplopende
hitte voorspelt eens te meer een geduchte tegenstander te worden. En dan
beginnen we verder te peuzelen aan de 1337 m. Boven op de El Poyo geschiedt het
zoveelste werk van barmhartigheid: dorstigen
worden à volonté gelaafd. Terecht want er wacht ons nog een tweede deeltje van
de klim. Blijkbaar dienen we verder te stijgen naar 1443 m om zo de Oribio toe
te voegen aan onze lijst met overwonnen cols. Daarna gaat het met watklim- en daalpartijtjes richting Sarria. Hier
situeert zich ons volgend hotel: Alphonso IX. Een modern gebouw met frisse en
goed uitgeruste kamers. De keuze van de hotels gedurende deze fietsvakantie
verdient een erg hoge score. Dat mag gezegd zijn! Het lijkt wel alsof de
uitbaters onderling een uitdaging zijn aangegaan om het ons zo goed mogelijk
naar de zin te maken.Tijdens het
avondmaal wordt de tijd genomen om wat bij te benenin het voorlezen van de verslagen van de
voorbije dagen. Rita ontpopt zich als dé opkomende radiostem.
We merken dat een vreemd gevoel zich van ons begint meesterte maken. Er is enerzijds het uitkijken naar
het bereiken van de eindbestemming en het verlangen naar het thuisfront. Maar
anderzijds ook duidelijk het besef dat het einde van een fantastische ervaring
tastbaar naderbij komt. Dat het zal beklijven en ongetwijfeld onuitwisbare
sporen in ons geheugen heeft gekerfd behoeft geen betoog. Moe, voldaan en
vooral erg dankbaar vatten we de slaap aan.
Na een uitgebreid ontbijt zitten we pas rond 9 uur op de
fiets voor onze laatste rit. Het werd al vlug warm en na een goeie 20 km houden
we al een drinkstop in Portomarin. We verbroederen er met een Duitssprekende
Spanjaard. Ovo poseert voor een mooie Romeinse poort zijn schouder uit de kom.
Wat een mooie man lijden kan.
We fietsen verder en komen opnieuw de jonge fietser tegen
die potten en pannen met zich meezeult en zo mooi voorlas tijdens de Vespers in
Rabino de Caminal. Corrys moedergevoelens komen boven en ze komt één en ander
te weten. De pottenjongen komt uit Troyes, is amper 17 jaar oud en heet
Théodore. Corry vindt het allemaal geweldig: Je pourrais être ta maman!,
roept ze nog.
We krijgen nog even het gezelschap van een Italiaanse
fietser uit Imola dieopschept over zijn
heldendaden in cyclosportieven. Hij vindt onseigenlijk maar mietjes met die camionette achter ons gat. Hij demarreert
weg in een bergaf en kiest de verkeerde richting. We laten hem met plezier
vertrekken. Ciao en de wind vanachter.
Ludo zit in uitstekende vorm en doet met Peter vele
kilometers kopwerk. Het wordt nog warmer en rond de middagpauze verliezen we
even de camionette. Maar in Villa de Cruces zien we elkaar terug. In de schaduw
van het kerkje en nuttigen we het laatste middagmaal. Zoals altijd smaakt het
overheerlijk maar het is rustiger aan tafel dan ooit tevoren.
De hoogtemeters eisen hun tol, de boskakker legt zijn
laatste drol. Met een forse scheet geeft
Stefaan het startschot voor de laatste 20 km. In de afzink spreekt Stef de
gevleugelde woorden: We rijden de
kathedraal binnen met fiets en al en gaan dan pinten pakken. Dat spel heeft
hier lang genoeg geduurd.
De aankomst in Santiago valt een beetje tegen. Twee Santiagobikers
worden bijna van de baan gemaaid en de zoektocht naar de kathedraal is slecht
aangegeven. De aankomst blijft toch iets speciaals. De fotoshoot op het
historische plein wordt streng geregisseerd doorCorry en Ivo.Daarna laten we de kurken knallen.
Ivo en Stefaan tracteren op hun
aanstaande verjaardag en de mooie man speecht als een echte vakbondsleider. De
opvolging van Rudi De Leeuw is verzekerd.
Uw verslaggevers: Peter Goethals en Stef Van Attenhoven.
Rit 17 Sahagun â Rabanal de Camino 131km â 858hm
We overnachtten eigenlijk in het dorp Galleguillos de Campo,
zon 10 tal km verwijderd van Sahagun. Een ogenschijnlijk heel rustig dorp. We
zullen het geweten hebben. s Nachts waren er feesten. Geluidsnormen bestaan er
blijkbaar nog niet in Spanje. Een openluchtfuif tot s morgens vroeg. De
meesten van de groep hadden kleine oogjes, en zaten nog de hits die gespeeld
werden in het hoofd na te zingen. Na een sober ontbijt vertrokken we richting
Rabanal. We werden gebriefd dat het een saaie rit ging worden. We reden langs
een drukke weg in een waaier op de pechstrook met enkel links en rechts zicht
op de gemaaide graanvelden. De lijn op de GPS was een rechte eindeloze streep.
De gedachten dwaalden weg. Ik bewonderde de kuiten van mijn voorganger. Mooi
glimmend, geschoren, bruingebrand en dan die spierbundels !!! In de verte zagen
we al de montes de Léon, een bergketen die we nog inmoesten om onze
eindbestemming te bereiken. Vanaf Astorga werd het opnieuw een rustige weg,
waar ook de peregrinos talrijk aanwezig waren. Iedereen riep buon camino. Om
15.30u kwamen we aan in Rabanal. We waren overweldigd door de pracht van dit
pittoreske pelgrimsdorp. Gefascineerd keken we rond, namen we fotos en fietsten
stapvoets op een middeleeuws weggetje. De weg was blijkbaar niet geschikt voor
racefietsen. Stef had een lekke band en Corrys achterwiel en derailleur waren
gesneuveld. Veel werk aan de winkel voor Ivo, onze fietsspecialist. Met
eindeloos geduld kreeg hij Corrys fiets weer in orde. Wat zouden we zijn
zonder Ivo !!!! Tijdens de reparatiewerken arriveerden onze Poolse vrienden ook
in Rabanal, ze waren terug verenigd. Een dagje gescheiden fietsen had hen
blijkbaar deugd gedaan. Ze waren opnieuwdikke vrienden, en zongen samen met enkele andere Poolse pelgrims een
plaatselijk volkslied. We begrepen er niets van, maar zagen dat het goed was.
Om 21.30u gingen we naar de zegening van de peregrinos in de
plaatselijke kerk. De dienst werd geleid door 7 priesters. We sloten de avond
af in de plaatselijke herberg El Refugio met een slaapmutsje en wat tapas
dacht Stef tenminste, niet wetende dat dit het avondmaal was van de ober.
Voor
diegenen die aan de voorkant van het hotel sliepen was het in min of meerdere mate een woelige nacht.
Zaterdagavond is blijkbaar dé uitgangsavond voor de inwoners van dit stadje. En
vermits de Spanjaarden erg sociaalvoelend zijn en elkaar vooral op straat
treffen laat het vervolg zich raden.
De patron van het hotel Duques de Najera deed echter zijn uiterste best om
ons te vergasten op een uitgebreid ontbijt. In vergelijking met het standaard
Spaans ontbijt was de tafel rijkelijk gevuld. En de resterende muizenissen
i.v.m. de voorbije nacht verdwenen helemaal toen hij bij het afscheid kwam aandraven
met een doos vol ¾ l flessen Riojawijn. Multo gratias sénior!
Het eerste deel van de rit verliep erg vlotjes. Het tempo zat er stevig in. Het
ging dan ook gestaag in dalende lijn. Na de drankstop kregen we echter nog twee
pittige klimmetjes te verorberen. Maar als je dan gaandeweg die prachtige
vergezichten cadeau krijgt heb je er de extra inspanningen graag voor over.
Pittoreske dorpjes die plotseling als uit het niets uit de grond rijzen om
nadien weer even snel aan onze blik te worden onttrokken. (Mooie uitspraak
gepikt van Corry tijdens het fietsen.) Op het einde van de eerste klim wachtte
ons een stevige broodmaaltijd op 1OOO m hoogte. De eerder lage temperatuur noch
de enkele regendruppeltjes konden onze appetijt bederven. We waren trouwens
vergeten hoe dat regen voelde. Omdat het zondag was kwam Rita op het einde van
de maaltijd nog eens aanrukken met un dulce: een appeltaartje van de streek. t
Is hier leven als God in Spanje!
Vervolgens vlogen we als het ware richting Burgos om er tijdig toe te komen en
de kans te grijpen omdeze mooie stad
een bezoek te brengen.Het hotel
Centro overtrof eens te meer onze stoutste verwachtingen. Erg luxueuze kamers
en een avondmaal dat eerder de naam feestmaaltijd waardig was. Meer dan voldaan
legden we ons te rusten, uitkijkend
naar een nieuwe dag.
We zijn in Spanje en alles is anders nu. Bonjour is ola, Ivo
werd Ovo, zijn warme choco heet nu colacao, t is in orde is muy bien,Intussen hebben we na de vele kilometers
allemaal muye biene, muye broine biene. We rijden door eindeloze graanvelden op
lange, rechte wegen, die we zo goed kennen uit de Vuelta. Af en toe staan er
enkele supporters langs de weg, die enthousiast applaudisseren. Het zijn wel
vaak dezelfden: inderdaad, onze trouwe begeleiders Rita en Tomas.
In het pittoreske Puenta de la Reina komen we heel wat
Caminogangers tegen: dit is een bekend stadje op weg naar Compostella, waar
twee routes samenkomen. Even later sluiten twee jonge Poolse fietsers aan bij
onze groep. Marcin en Mattheus vertrokken van vlakbij de grens met Oekraïne en
leggen met veertig kilo bagage in totaal zon 4000 km af. s Middags nodigen we
ze uit aan onze tafel. Ze vertellen dat ze bij hun vertrek gezegend werden door
de Poolse kardinaal, dat de TV kwam
filmen en dat zowat alle Poolsekranten
over hun grote tocht berichtten. Terwijl wij niet eens een vermelding kregen in
het Parochieblad.
Na de middag fietsen we rustig verder door de wijngaarden
van de Rioja, we steken in een Westernlandschap de Rio Ebro over, en we zeggen
heel enthousiast ola als we in een mooi dorpje een nog mooier meisje in een
rood jurkje zien. Onze Poolse vrienden volgen nog altijd met hun zwaarbeladen trekfietsen.
Vlakbij Najera houden we nog een Jupilerstop en nemen we
afscheid van de twee Poolse pelgrims. We slapen opnieuw in een heel tof
hotelletje en eten en drinken voor geen geld in een typisch lokaal
restaurantje. Najera is een stad van feestvierders, want tot s morgens vroeg
is er veel lawaai op straat. Voor sommigen betekent dat een slechte nachtrust,
maar westaan s morgens toch allemaal
op tijd klaar voor de volgende rit.
Vanuit Najera, uw verslaggever Stef Van Attenhoven
Na het rijkelijk ontbijt trekken we nog even over De Muur
van Burgos. Vanuit de hoogte hebben we nog enkele malen een fantastisch zicht
over de stad en zijn Kathedraal, badend in de zon.
Vandaag trekken we over de hoogvlakte tussen Burgos en Leon. Wat aanvankelijk
als een saaie rit werd omschreven verrast ons toch in zekere zin. De
uitgestrekte, desolate vlakte van pas gemaaide tarwevelden is indrukwekkend. De
Picos Del Europa in de verte aan onze rechter kant en de zonnebloemvelden
zorgen voor wat kleur en variatie. Een wegwijzer halfweg op onze rit leert dat
we nog op 497km van Santiago zijn verwijderd. We zijn hier ook in het land van
Don Quichote en het zijn de windmolenparken die hier de schaarse dorpjes
voorzien van de nodige elektriciteit.
Er waait een stevige bries in het nadeel en Stef trekt ons als een locomotief,
kromgebogen over het stuur, doorheen de Spaanse steppe.
Het middagmaal nuttigen we op een gezellig dorpspleintje.Een koppeltje ooievaars kijkt vanuit hun nest
op de kerktoren naar ons en ziet dat het
goed is. We zitten hier samen met een opa en zijn kleindochter uit Quebec,
enkele mensen uit Parijs en wat later komt er ook nog iemand uit Firenze
aangestrompeld. Vreemd hoe verschillende nationaliteiten elkaar hier op deze
weg. vinden
Onstraject loopt in de namiddag parallel met dit van de voetgangers en het
landschap is in nog geen km veranderd. Wij fietsen hier op één dag door, maar
een stappende peregrino doet er 6 à 7
dagen over. Dan word je pas echt met jezelf geconfronteerd.
Net voor de 2e drinkstop ontmoeten we opnieuw één van onze Poolse
vrienden. Na een meningsverschil trekken ze voorlopig even alleen verder. Ook
dit is de Camino.
We nemen hem op sleeptouw tot in Sagahun waar onze paden opnieuw scheiden. We
hopen dat de twee vrienden elkaar nog
terugvinden voor ze aankomen in Santiago.
Ons hotelletje ligt in een rustig godvergeten gat ergens buiten de stad.
De was wordt gedaan en fietsen nog eens proper gemaakt. We kunnen toch niet met
vuile fietsen bij St-Jacob aankomen. Het avondmaal was eerder sober en de
Borlés lopen een 5e en een 6e plaats op de Olympische
spelen, maar dan begint het
Eenpopgroepje speelt hier iets verder
tot 4u de pannen van het dak en alsof dit nog niet genoeg is steekt de
plaatselijke dj nog een tandje bij tot 7u. Dan valt opnieuw de rust over het
anders oh zo rustige dorpje. Maar nu is het voor ons ook niet meer nodig want
Rita en den Tomas staan intussen al te wachten aan de camionette op onze
valies.
Het beloofde een overgangsetappe te worden, je weet wel,
zon etappe in deTour met een lange
ontsnapping en een rustig peloton. Ons peloton was alleen maar rustig,
ontsnappingen werden niet getolereerd. In een egaal tempo reden we door de
streek van de Armagnac, een drankje dat niet meteen aanbevolen wordt voor de
coureur. De streek ook waar rugby de sport nummer één is en de goalen een
stuk groter zijn.
Het landschap viel in vergelijking met de vorige dagen wat
tegen, maar we zijn intussen ook zo verwend .
Maar dan de middagstop, aan de romantische rivier Adour, met
een authentieke stierengevechtarena vlakbij: zo mooi, zo rustig.Inderdaad, we naderen Spanje
Na de middag kregen we toch nog wat pittige hellingen
geserveerd, en een klimmetje naar Pimbo. Ge moet ne pimbo zijn om daar voor uw
plezier naar boven te rijden.
Nog een klimmetje en daar doken voor het eerst de
Pyreneëenop. Nog even drinken, en dan
zalig arriveren aan een supergezellig charmehotelletje. Geweldige speech van
den Ivo voor ons jarig Ritaatje, lekker gegeten, nog wat rosé binnengegoten en
morgen wacht ons weer een mooie dag.
Uw verslaggever vanuit Maslacq voor VRT, VTM en de
Santiagobikers: Stef Van Attenhoven .
Vandaag verlaten wij de vallei van de Lot en rijden we
richting Condom. De grote hitte blijft uit en het is licht bewolkt met
tegenwind. De warmte en het parcours van de voorbije dagen heeft het ons niet
gemakkelijk gemaakt. De overgangsetappes van vandaag en morgen met wat minder
hoogtemeters zouden ons wat op krachten
moeten laten komen voor wat we nog tegoed hebben. De tafel wordt gedekt aan de
Tarn vlak voor de Pont Napoleon in Moissac.
Na de Rhone en de Lot steken wij nu enkele kms verder de
Tarn over op zoek naar de Garonne. Onderweg wordt bij de drinkstop verbroederd
met enkele pelgrims uit Toulouse , ze doen jaarlijks 200 km over 10 dagen
gespreid en starten waar ze het jaar voordien zijn geêindigd. Er worden enkele
gekke fotos genomen, en wij weer weg.
In de laatste 50 KM zitten nog enkele doodstoempers waardoor
ook deze etappe zwaarder uitvalt dan wij vermoedden bij aanvang.
Onderweg maken wegwijzers naar Tarbes en Pau ons duidelijk
dat wij dichter bij de Pyreneeën komen, overmorgen steken wij de grens over.
We waren blij dat wij in Condomarriveerden, het stadje is gekend inde streek
van de Armegnac en ooit hebben zij hier
een zeer nuttige uitvinding gedaan. Het dessert was op basis van Armegnac en dit
hebben wij onmiddellijk gemerkt aan de kok bij aankomst in het hotel.
Toen we deze morgen aan de ontbijttafel zaten, wisten we wat de dag ons brengen zou. De Pyreneeën moesten we over, richting Spanje. Er werd stevig gegeten, muesli met youghourt, dat heeft energie. Dat hoor je toch zeggen in rennersmilieus. De hemel zat bewolkt, de zon was afwezig. Als je moet fietsen, dan kun je daar niet echt treurig om zijn want de warmte put uit. Als we Maslacq verlaten zien we al richtingswijzers naar Pau en Tarbes. Daar liggen de echte kuitenbijters van de Pyreneeën...de Tourmalet, de Aubisque, de Aspin, de Soulor enz... Gelukkig gaat het niet die richting op, wij blijven in de Pyrenees-Atlantique, daar zijn de toppen van de cols iets minder hoog. Als opwarmer starten we met de col d' Osquich, slechts 5km lang, maar ideaal om de spieren te prikkelen. We lassen een drankstop in in Navarrenx, een mooie ommuurde stad. We blijven de spieren pijnigen, met de col de Gamia, niet gekend, maar daarom niet minder zwaar. Op de top komen we even op adem, we kunnen er zelfs een aasgier spotten. Zelfs een kudde koeien op de weg doet ons de remmen even dichtknijpen. We komen aan in St Jean Pied de Port, de verzamelplaats van de pelgrims. Je komt ze tegen in alle maten en gewichten en zelfs te paard. We stoppen even aan de Pont Romain, voor het oprapen van een steen, die moet worden gedeponeerd aan het Sancta Croche op de weg naar Santiago de Compostela. We rijden door poort van de pelgrims en zetten de tocht verder. We komen aan de grens, Spanje is bereikt, we zijn in de provincie Navarra. Nu begint het echte klimwerk, de puerto de Ibaneta, 26km lang onophoudelijk klimmen. De zweetdruppels vloeien rijkelijk. De top ligt op 1057m, we zitten al in de mist, het is er behoorlijk fris. Aan de volgwagen wisselen we naar droge kledij, wat worden we verwend. Nu volgt een afdaling van 30km, richting Aoiz. De bewolking maakt plaats voor een staalblauwe hemel, blijkbaar is Spanje dan toch het land van de zon. Op de top was het amper 10°C, in de vallei van Aoiz is het 30°C. Van een weersomwenteling gesproken. We komen aan in Aoiz, een schitterend hotelletje met alle comfort. Nog 790km tot in Santiago de Compostela staat langs de weg. Gelukkig zijn we met de fiets en niet te voet.
Het was fris vanmorgen maar het werd al vlug heel warm. Na
12 km stonden we al stil om fantastische pitororeske fotoshoots te nemen in
Nasbanals. Daarna enkele moeilijke km te klimmen maar dan weer lekker bergaf.
We zaten bijna op de autostrade maar we vonden rust op het gezellige pleintje
van Vizier. Zoals altijd weer lekker gegeten maar er volgde weer een
onverwachte maar harde klim. Daarna de vallei van de Lot gevolgd, en plots ging
het toch opnieuw steil bergop. Een indrukwekkend panorama deed ons remmen in
Saut de la Mounine en de toppen van de Auvergne in de verte als ultieme
beloning. Daarna door de mooie vallei van de Lot naar onze eindbestemming in
Saint-Cirq-Lapopie. Pittig klimmetje naar onze eindbestemming Hotel La Causse,
2 km aan 10 %.Met zijn allen goed
aangekomen en onmiddellijk genoten van de Jupiler die de patron ons serveerde.
Morgen met een ontbijt van confituur
volgt een nieuwe rit van ongeveer 7 uur.
Ik ben André WOUTERS
Ik ben een man en woon in Haacht, Vijfhoekweg 7 (België) en mijn beroep is gepensioneerd kaderlid.
Ik ben geboren op 17/05/1949 en ben nu dus 76 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wielertoerisme - voetbal kleinzoon ( U8).
Mailinglijst
Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist.