Dag 4: 5 april
2020
In Vlaanderen maakt
iedereen zich klaar voor een koers op rollen. Maar in Santa Suzanna stijgt de
voetbalkoorts. Deze voormiddag staat namelijk Camp Nou op het programma. Ik ga
er niet flauw overdoen, ik begrijp daar niet veel van. Zoveel commotie voor een
grasmat en een leeg stadion? Ik moet ook toegeven dat ik nog nooit in een tot
de nok gevuld, zogenaamd kolkend stadion, zat. Mijn laatste (en zowat enige)
voetbalmatch was er één toen KV Oostende nog in derde klasse speelde en Marc
Coucke nog van deur tot deur met shampoo leurde.
Langs de buitenkant
is dit stadion zelfs een nogal lelijke betonnen constructie. Maar vanbinnen is
het wel groot en impressionant. Net zoals de voorbije jaren zijn ze het gras
aan het maaien. Dat doen ze dus waarschijnlijk constant? Of enkel op zondag?
Van de ene tempel rijden we naar de andere… Maar dan eentje die ik wel lust. De laatste jaren zien we met
versnelde vaart de Basílica i Temple Expiatori de la Sagrada Família groeien.
Ik herinner me nog goed mijn bezoek in 2011. Zes maanden eerder had paus
Benedictus XV de basiliek gewijd. Voor het eerst zag ik de binnenkant in volle
glorie. Zelfs de leerlingen die ik in mijn kielzog rondleidde hebben het toen
ongetwijfeld gemerkt. Ik stond even met de mond vol tanden. De Passiegevel is
mijn lieveling: het magische vierkant, de hoekige figuren, de treurende
Petrus,… Ik weet het, het is meer Subirachs dan Gaudí. In 2026 is Gaudí 100
jaar dood. Tegen dan wil men de kerk af hebben. Maar dan zullen ze toch flink
moeten voortdoen! Nochtans, het heeft wel iets om jaarlijks een langzaam voortschrijdende bouwwerf te bezoeken.
En dan volgt de
jaarlijks terugkerende uitdaging voor buschauffeurs: de helling op naar Parc
Guell. Ooit was het een rustig zondagnamiddagprogramma: gaan chillen in het
park. Maar sinds een aantal jaren wordt het toeristische vee ook hier in goede
banen geleid. Reserveren, betalen, op tijd komen, aanschuiven en niet te veel
onnozel doen. Maar intussen hangen de leerlingen aan hun smartphone en bluetooth speaker. De koers, de koers! Wie
wint dit jaar? De parktoezichters kijken argwanend toe. De Ronde van Vlaanderen?
Dat kennen ze hier niet. Pas wanneer duidelijk is dat het Greg is die de rollen
het snelst deed draaien is er aandacht voor het adembenemende zicht op de stad.
Weet je wat ik gek vind? Daar beneden bewegen zich miljoenen mensen en vele
duizenden auto’s voort, maar hierboven zie je enkel een zee van gebouwen. Nabij
de kustlijn vaart een enorm jacht voorbij. Het is Hotel W Barcelona, luxehotel
met vijf sterren, 26 verdiepingen, 472 indrukwekkende kamers, twee zwembaden,
maar wel 20 minuten stappen van het dichtstbijzijnde metrostation.
Ik denk nostalgisch
aan de tijd dat je in Parc Guell ongegeneerd een pintje kon drinken en groene
papegaaien kon tellen. Terwijl ik dit schrijf kijk ik eens achterom in de bus.
De leerlingen achter mij waren nog niet geboren op het ogenblik van de eerste
Barcelonareis. We worden een dagje ouder! We moeten ervan genieten. Je bent
nooit zeker van de volgende Barcelonareis… Voor je het weet zit je vol schrik
voor een virus vleermuizen te tellen in je tuin.
Tijd om weer naar de
bus te gaan. Die moet op een vastgesteld tijdstip de parking verlaten. Zoniet
moet je extra parkeergeld betalen.
'Meneer, is er nog
tijd om een film te kijken?' Even kijken wat er nog voorradig is. Volgens
Kristiaan zal er vanaf volgend jaar Netflix beschikbaar zijn op de bus. Nu
moeten we het nog met DVD’s doen. O ja, kijk hier, 'I am a Legend' uit 2007. Will
Smith speelt Robert Neville, één van de weinige overlevenden in New York City. De
meeste mensen op aarde zijn al dood of veranderd in vampier-monsters. Hij leeft
drie jaar lang alleen op zijn flat en probeert een geneesmiddel tegen het virus te ontwikkelen.
Vandaag is er
eindelijk even tijd om te chillen in de hotelkamer of een duik te doen in het
ijskoude hotelzwembad.
Onder de
leerkrachten stijgt de nervositeit. We organiseren straks nog een thema-avond. Maar
het verslag hierover lees je in de volgende blog!
|