Toy Story 3 is een Amerikaanse animatiefilm van Pixar Animation Studios die in juni 2010 in wereldpremière ging op het Nantucket Film Festival. De productie is het vervolg op Toy Story 2 en eveneens geheel met de computer geanimeerd. Schrijver en regisseur Lee Unkrich werkte ook aan de eerste twee delen mee. Tom Hanks en Tim Allen spraken voor de derde keer de stemmen van hoofdpersonages Woody en Buzz Lightyear in.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Jaren zijn verstreken sinds de vorige film. Andy is inmiddels 17 jaar en zal spoedig naar de universiteit gaan. Zijn vroegere speelgoedvriendjes, waaronder Woody en Buzz Lightyear, maken zich zorgen over wat er met hen zal gebeuren, daar al veel van Andys stukken speelgoed verkocht zijn op de rommelmarkt.
Aanvankelijk wil Andy zijn speelgoed opruimen op zolder, maar door een vergissing belanden ze in een vuilniszak op straat. Denkend dat Andy hen bewust heeft weggegooid, besluiten de poppen om zich te verstoppen in een doos met spullen bestemd voor een kinderdagverblijf. In het kinderdagverblijf worden Andys poppen met open armen onthaald door het reeds aanwezige speelgoed, maar Woody is er niet gerust op.
Woody vertrekt uiteindelijk om eigenhandig Andy te gaan zoeken. Hij komt echter niet ver daar hij wordt gevonden door een meisje genaamd Bonnie, dat hem mee naar huis neemt. Bij haar thuis maakt Woody kennis met haar speelgoed; Chuckles de Clown, Mr. Pricklepants, Trixie, Buttercup, Dolly, en Totoro. Chuckles blijkt zelf ook in het kinderdagverblijf te hebben gezeten en bevestigd Woodys vermoeden dat er iets niet in de haak is daar. Chuckles en Lotso, een speelgoedbeer die nog in het kinderdagverblijf is, waren ooit eigendom van een meisje genaamd Daisy. Toen de twee echter in het kinderdagverblijf terecht kwamen omdat Daisy schijnbaar nieuw speelgoed had gekregen, knapte er iets bij Lotso. Hij en zijn helper, Big Baby, hebben het verblijf tot een gevangenis gemaakt voor al het speelgoed dat er terecht komt.
Woody maakt plannen om zijn vrienden uit het kinderdagverblijf te redden. Ondertussen laat Lotso Buzz Lightyear resetten daar hij bang is dat Buzz zijn plan zal ontdekken. Hierdoor veranderd Buzz weer in de aan waanideeën leidende pop die hij in de eerste film was. Lotso doet zich voor als Buzz commandant, en beveelt hem de andere poppen in het gareel te houden. Een poging van de poppen om Buzz weer normaal te maken resulteert enkel in dat hij gereset wordt naar een Spaanstalige versie van zichzelf.
Woody arriveert weer in het kinderdagverblijf en maakt met de anderen plannen om te ontsnappen. Ook overtuigd hij de helpers van Lotso dat Lotso hen allemaal voor zijn karretje spant. Lotso wordt kwaad en er breekt een gevecht uit waarbij alle poppen uiteindelijk in een vuilniswagen terecht komen. Buzz wordt getroffen door een weggegooide tv en springt hierdoor terug naar zijn normale programmering. Lotso wordt verslagen en de poppen kunnen ontsnappen voor ze in de verbrandingsoven van de vuilnisbelt belanden.
De poppen keren terug naar Andys huis. Woody wil echter niet dat ze allemaal op zolder worden weggestopt, dus spoort hij de anderen aan om in een doos te kruipen en deze te adresseren aan Bonnie. Andy vind de doos, en komt zelf ook tot de conclusie dat zijn speelgoed aan Bonnie geven wellicht beter is.
Volgens de originele overeenkomst tussen Pixar en Disney zijn alle personages die Pixar bedacht heeft tijdens de samenwerking met Disney officieel eigendom van Disney en staat het Disney vrij om eventuele vervolgfilms met deze personages te maken. Pixar en Disney hadden wel een herenakkoord afgesloten dat Disney geen vervolgfilms zou maken als Pixar tegen het plan was.
Toen het er in 2004 sterk op leek dat de samenwerking tussen de twee bedrijven stuk ging lopen, besloot Disneys voorzitter Michael Eisner dat de productie voor Toy Story 3 van start moest gaan. Disney benaderde hiervoor een ander bedrijf genaamd Circle 7 Animation. Het scenario wat Disney en Circle 7 in gedachten hadden voor de derde film was anders dan wat het uiteindelijk werd. Dit scenario draaide om de bekendmaking dat de Buzz Lightyear-poppen een fout bevatten en terug moeten naar de fabriek; inclusief de Buzz Lightyear van Andy. Buzz wordt naar de fabriek in Taiwan gestuurd en verwacht na reparatie terug te keren. Thuis ontdekt Hamm dat overal ter wereld poppen worden teruggeroepen vanwege productiefouten. Bang dat Buzz zal worden vernietigd, gaan een aantal van Andys poppen, waaronder Woody, naar Taiwan
In januari 2006 werd de samenwerking met Pixar hersteld. Kort hierop ging Circle 7 Animations dicht en waren de plannen voor hun versie van Toy Story 3 van de baan.
De eerste trailer van de film werd uitgebracht op de dvd van Up.[2] Een langere trailer was te zien op de dubbel-dvd van de films Toy Story en Toy Story 2.[3]
De eerste reacties op de film waren veelbelovend. Op Rotten Tomatoes gaf 100% van de reviewers de film een positieve beoordeling.[4]
Naast de nummers die op het soundtrack album staan worden de volgende nummers ook in de film gebruikt: "Dreamweaver" van Gary Wright, "Le Freak" van Chic, en de originele versie van "You've Got A Friend In Me" van Randy Newman.
Bovendien worden de nummers "Cowboy!" en "Come to Papa" van Randy Newman's afgewezen score voor de film "Air Force One" gebruikt.
WALL-E (eigenlijk geschreven met een midpunt als WALL·E) is de negende animatiefilm van Pixar Animation Studios. De regie was in handen van Andrew Stanton, die ook Finding Nemo regisseerde. De film volgt het liefdesverhaal van twee robots in de toekomst. Opvallend is dat er in de film nauwelijks gecommuniceerd wordt met een menselijke stem, maar juist wel door lichaamstaal en stemachtige geluiden (ontworpen door Ben Burtt).
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
WALL-E (een afkorting voor Waste Allocation Load Lifter Earth Type, in de Nederlandse vertaling als Wijdverspreid Afval Lading Losser E-type[1]) gaat over een gelijknamig zelfbewust robotje (stem Ben Burtt) dat afval samenperst op een verder door alles en iedereen verlaten Aarde. De mens is van de planeet gevlucht omdat deze teveel vervuild raakte en onleefbaar werd. Robots die moesten helpen het afval op te ruimen, konden dit niet voorkomen. De film speelt zich af op een tijdstip 700 jaar nadat de mensheid in een groot ruimteschip het universum ingevlucht is. Terwijl er niemand meer op Aarde is, gaat de met een persoonlijkheid behepte WALL-E door met datgene waarvoor hij gebouwd is: opruimen. In tegenstelling tot zijn soortgenoten functioneert hij nog steeds, door zichzelf te repareren met onderdelen van andere robots. Zijn enige gezelschap is een kakkerlak dat overal met hem mee naartoe gaat.
Op een dag komt er een robot genaamd EVE (stem Elissa Knight) met een ruimtesonde op aarde. WALL-E wordt direct verliefd op EVE, maar zij heeft geen aandacht voor hem. EVE is veel geavanceerder dan WALL-E en is op Aarde op zoek naar een teken van leven. Wanneer WALL-E haar zijn door de jaren heen verzamelde collectie spulletjes toont, laat hij haar onder meer een levend plantje zien. EVE neemt dit geheel volgens haar instructies aan en wordt dan opgehaald door de ruimtesonde die haar zond. De verliefde WALL-E wordt verlaten, maar gaat haar achterna.
Aan boord van het ruimteschip dat EVE stuurde, bevindt zich een deel van wat er nog over is van de mensheid. Het oorspronkelijke plan, 700 jaar eerder, was namelijk dat alle mensen met ruimtecruiseschepen, waarvan deze er een is, een 5-jarige ruimtecruise zouden maken terwijl de robots (waaronder WALL-E) de Aarde zouden opruimen. De robots en de ruimteschepen zijn allemaal eigendom van de machtige Buy 'n Large onderneming. De mannen en vrouwen spannen zich er zelf totaal niet meer in, maar liggen de hele dag plat op zwevende bedden waar hen alles bijgebracht wordt wat ze verlangen en/of hun opgedrongen wordt door een door robots in stand gehouden Buy 'n Large commercie. Zelfs kleine kinderen leren bij het alfabet al dat B staat voor "Buy 'n Large, hun beste vriend". De mensheid is zodoende dik en nog amper zelfstandig mobiel geworden. De robots voeren alle werkzaamheden aan boord uit, zoals productie, onderhoud en schoonmaken. De voor het schip haar doen erg vieze WALL-E heeft vanaf zijn entree dan ook schoonmaakrobotje M-O (tevens de stem van Ben Burtt) achter zich aan, die voortdurend de sporen van zijn rupsbanden wegpoetst.
De enige persoon op het ruimteschip die nog iets doet is boordkapitein McCrea (stem Jeff Garlin). Hoewel ook hij de hele dag plat ligt, worden nieuwe zaken aan hem gerapporteerd en houdt hij de koers in de gaten. Hij wordt totaal tegen zijn verwachtingen in geconfronteerd met het plantje, wat betekent dat er weer leven mogelijk is op Aarde. Wanneer hij verheugd de terugtocht in wil zetten om 'naar huis' te gaan, neemt de allesomvattende boordcomputer AUTO echter de macht over. Deze is niet voornemens de mensheid terug te laten keren naar de Aarde, want vlak voor het vertrek van het ruimteschip had de president van Buy 'n Large een laatste order gegeven die prioriteit had boven alle anderen: "De Aarde is volstrekt onleefbaar, keer nooit meer terug!". Dat het plantje het tegendeel bewijst doet voor AUTO niet ter zake: orders zijn orders. Wanneer de kapitein tegenstribbelt wordt hij opgesloten.
EVE, die aanvankelijk WALL-E een blok aan haar been vond, ziet via haar opnamen hoe WALL-E haar heeft beschermd tegen het ruwe Aardse klimaat toen ze uitgeschakeld was, en realiseert zich dat ze ook gevoelens heeft voor WALL-E. Maar WALL-E dreigt te bezwijken omdat hij zwaar beschadigd is en geen energie meer heeft, en moet terug naar de Aarde voor nieuwe onderdelen en om daar met zijn zonnepanelen zijn batterij te kunnen opladen. EVE en WALL-E proberen dus het plantje naar de boordcomputer te brengen, zodat die een volautomatische procedure start om het schip terug naar de Aarde te sturen. AUTO probeert dit te verhinderen, maar McCrea weet hem uit te schakelen zodat de robots het plantje kunnen plaatsen. Het schip keert terug naar de Aarde.
Eenmaal geland laadt WALL-E weer op, en neemt McCrea de leiding over de herbevolking en -kolonisatie van de Aarde. De aftiteling toont afbeeldingen in o.a. oud-Egyptische en impressionistische stijl waarin de Aarde herbevolkt wordt en uiteindelijk een nieuwe beschaving wordt gesticht, compleet met steden, die deze keer de Aarde wel schoon houdt. Uiteindelijk kijken WALL-E en EVE naar het plantje, dat inmiddels een volwassen boom is.
Toen de eerste Pixar-film Toy Story bijna afgerond was, bedacht het Pixar-team (onder wie Andrew Stanton) meteen welke andere films ze verder nog wilden maken. Uit deze ideeën ontstonden A Bug's Life, Monsters Inc., Finding Nemo en "WALL-E". Nadat Stanton "Finding Nemo" had geregisseerd, ging hij meteen aan de slag met het oorspronkelijke idee: 'wat zou er gebeuren als de mensheid de aarde verliet, maar vergat om de laatste overblijvende robot uit te zetten?'
Release:
Zoals bij elke andere bioscoopfilm die Pixar heeft gemaakt, ging "WALL-E" gepaard met het vertonen van een korte film voor de hoofdvertoning. Deze film heet "Presto" en gaat over een goochelaar die op het punt staat om op te treden, maar op het podium ruzie krijgt met zijn konijn, met alle gevolgen van dien. De film is opgedragen aan Justin Wright, die vlak voor de release van "WALL-E" overleed aan een hartaanval.
Ontvangst:
"WALL-E" beleefde zijn première op 27 juni in het "Greek Theatre" in Los Angeles, waarna hij 3992 bioscopen opende in Noord-Amerika. De film kreeg unaniem positieve recensies en werd van alle kanten de beste Pixar-film, en misschien zelfs de beste animatiefilm ooit, genoemd. Het meest genoemde pluspunt is de eerste helft van de film, waarin geen dialoog voorkomt. Ook werd vaak genoemd dat het hoofdpersonage WALL-E menselijker en interessanter was dan je in elke willekeurige live-action film zou kunnen vinden. Op Rotten Tomatoes scoorde "WALL-E" een score van 98% aan positieve recensies.
Opbrengst:
In het openingsweekend leverde hij $63 miljoen dollar op en uiteindelijk bracht hij wereldwijd $521.268.237 op. Dit maakt "WALL-E" één van de minder succesvolle Pixarfilms. Finding Nemo ($864.621.035), Up ($683,004,164), The Incredibles ($631.436.092), Ratatouille ($624.445.654) en Monsters Inc. ($525.366.597) gaan "WALL-E" nog voor. De (voor een Pixar-film doende) lage opbrengst was onder andere te wijden aan de volwassen thema's die in de film worden behandeld, wat het jonge publiek afstoot (animatiefilms zijn echter nog altijd matig populair onder volwassenen). Ook was de winst van merchandising (die bij Pixar-films altijd erg hoog is) relatief laag, omdat de merchandising van de Pixar-film Cars uit 2006 nog erg veel winst maakte.
Awards en Nominaties:
"WALL-E" won de Oscar en Golden Globe voor Beste animatiefilm. Ook was hij bij de Oscars genomineerd voor de categorieën Beste originele script, Beste originele muziek, Beste speciaal voor film geschreven lied, Beste geluidsmixage en Beste geluidsmontage. Dit maakt "WALL-E" de voor de meeste Oscars genomineerde animatiefilm ooit. Walt Disney Pictures deed ook een poging om "WALL-E" een populaire keuze te maken in de categorie Beste film, maar was hier onsuccesvol in, hoewel het in 1991 wel lukte om Beauty And The Beast een nominatie op te leveren. Ook in de vele einde-van-het-jaar prijsuitreikingen scoorde "WALL-E" behoorlijk goed. Bij de Boston Society of Film Critics, The Chicago Film Critics Association, The Central Ohio Film Critics Awards, The Online Film Critics Society, en het meest opvallend: The Los Angeles Film Critics Association, sleepte hij de prijs voor Beste film in de wacht. Een dergelijk succes in die categorie is erg zeldzaam voor animatiefilm, omdat animatie nog altijd als een losstaand genre wordt beschouwd.
"WALL-E" verwijst op verschillende manieren naar Stanley Kubricks film 2001: A Space Odyssey uit 1968. Zo neemt Captain McCrea het op zeker moment op tegen de moordzuchtig geworden boordcomputer, eenzelfde scène als die tussen personage Dave en de zelfbewust geworden boordcomputer HAL 9000 in A Space Odyssey. Tijdens hun strijd richt McCrea zich op zeker moment op terwijl het muziekstuk Also sprach Zarathustra van Richard Strauss klinkt. Met hetzelfde stuk eindigt Space Odyssey.
Het robotje WALL-E maakte zijn eerste opwachting in de korte animatiefilm "Your Friend the Rat", die Pixar als bonusmateriaal maakte voor Ratatouille.
De Nederlandse versie van "WALL-E" is niet alleen in het Nederlandsnagesynchroniseerd, maar tevens zijn hierin diverse schriftelijke aanduidingen in de film (bijv. reclameborden, waarschuwingsteksten aan boord van het ruimteschip, enz.) door Pixar vervangen en in het Nederlands ingemonteerd. Ook de openingstiteling van de film is door Pixar "vernederlandst".
De naam WALL-E is een acroniem dat staat voor "Waste Allocation Load Lifter Earth-Class", in het Nederlands "Wijdverspreid Afval Lading Losser E-type". De Nederlandse betekenis van de afkorting EVE luidt "Extraterrestrische Vegetatie Evaluator".
Peter Gabriel werd genomineerd voor een Oscar in de categorie beste muziek, met nummer "Down to Earth" waarmee hij in "WALL-E" te horen was. Bovendien was het de bedoeling dat Gabriel tijdens de Oscar-uitreiking op 22 februari 2009 een optreden zou geven. Gabriel zag hier vanaf, omdat hij niet het gehele nummer ten gehore mocht brengen, maar slechts als deel van een medley. Uiteindelijk viel "Down to Earth" niet in de prijzen.
De film bevat veel Christelijke symboliek.[bron?] EVE is vernoemd naar Eva, terwijl WALL-E op Adam lijkt die eenzaam was, en daarom vrouwelijk gezelschap kreeg in de vorm van Eva. Bovendien doet de Axiom denken aan de Ark van Noach, waarbij EVE de rol van de duif vervult, die terugkeert met een tak. Verder verbeeldt de film de terugkeer naar eerlijke noeste arbeid in plaats van ongebeidelde luiheid en consumentisme, en het vereren en volgen van valse goden (de Buy 'n Large Corporation en AUTO).
WALL-E (eigenlijk geschreven met een midpunt als WALL·E) is de negende animatiefilm van Pixar Animation Studios. De regie was in handen van Andrew Stanton, die ook Finding Nemo regisseerde. De film volgt het liefdesverhaal van twee robots in de toekomst. Opvallend is dat er in de film nauwelijks gecommuniceerd wordt met een menselijke stem, maar juist wel door lichaamstaal en stemachtige geluiden (ontworpen door Ben Burtt).
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
WALL-E (een afkorting voor Waste Allocation Load Lifter Earth Type, in de Nederlandse vertaling als Wijdverspreid Afval Lading Losser E-type[1]) gaat over een gelijknamig zelfbewust robotje (stem Ben Burtt) dat afval samenperst op een verder door alles en iedereen verlaten Aarde. De mens is van de planeet gevlucht omdat deze teveel vervuild raakte en onleefbaar werd. Robots die moesten helpen het afval op te ruimen, konden dit niet voorkomen. De film speelt zich af op een tijdstip 700 jaar nadat de mensheid in een groot ruimteschip het universum ingevlucht is. Terwijl er niemand meer op Aarde is, gaat de met een persoonlijkheid behepte WALL-E door met datgene waarvoor hij gebouwd is: opruimen. In tegenstelling tot zijn soortgenoten functioneert hij nog steeds, door zichzelf te repareren met onderdelen van andere robots. Zijn enige gezelschap is een kakkerlak dat overal met hem mee naartoe gaat.
Op een dag komt er een robot genaamd EVE (stem Elissa Knight) met een ruimtesonde op aarde. WALL-E wordt direct verliefd op EVE, maar zij heeft geen aandacht voor hem. EVE is veel geavanceerder dan WALL-E en is op Aarde op zoek naar een teken van leven. Wanneer WALL-E haar zijn door de jaren heen verzamelde collectie spulletjes toont, laat hij haar onder meer een levend plantje zien. EVE neemt dit geheel volgens haar instructies aan en wordt dan opgehaald door de ruimtesonde die haar zond. De verliefde WALL-E wordt verlaten, maar gaat haar achterna.
Aan boord van het ruimteschip dat EVE stuurde, bevindt zich een deel van wat er nog over is van de mensheid. Het oorspronkelijke plan, 700 jaar eerder, was namelijk dat alle mensen met ruimtecruiseschepen, waarvan deze er een is, een 5-jarige ruimtecruise zouden maken terwijl de robots (waaronder WALL-E) de Aarde zouden opruimen. De robots en de ruimteschepen zijn allemaal eigendom van de machtige Buy 'n Large onderneming. De mannen en vrouwen spannen zich er zelf totaal niet meer in, maar liggen de hele dag plat op zwevende bedden waar hen alles bijgebracht wordt wat ze verlangen en/of hun opgedrongen wordt door een door robots in stand gehouden Buy 'n Large commercie. Zelfs kleine kinderen leren bij het alfabet al dat B staat voor "Buy 'n Large, hun beste vriend". De mensheid is zodoende dik en nog amper zelfstandig mobiel geworden. De robots voeren alle werkzaamheden aan boord uit, zoals productie, onderhoud en schoonmaken. De voor het schip haar doen erg vieze WALL-E heeft vanaf zijn entree dan ook schoonmaakrobotje M-O (tevens de stem van Ben Burtt) achter zich aan, die voortdurend de sporen van zijn rupsbanden wegpoetst.
De enige persoon op het ruimteschip die nog iets doet is boordkapitein McCrea (stem Jeff Garlin). Hoewel ook hij de hele dag plat ligt, worden nieuwe zaken aan hem gerapporteerd en houdt hij de koers in de gaten. Hij wordt totaal tegen zijn verwachtingen in geconfronteerd met het plantje, wat betekent dat er weer leven mogelijk is op Aarde. Wanneer hij verheugd de terugtocht in wil zetten om 'naar huis' te gaan, neemt de allesomvattende boordcomputer AUTO echter de macht over. Deze is niet voornemens de mensheid terug te laten keren naar de Aarde, want vlak voor het vertrek van het ruimteschip had de president van Buy 'n Large een laatste order gegeven die prioriteit had boven alle anderen: "De Aarde is volstrekt onleefbaar, keer nooit meer terug!". Dat het plantje het tegendeel bewijst doet voor AUTO niet ter zake: orders zijn orders. Wanneer de kapitein tegenstribbelt wordt hij opgesloten.
EVE, die aanvankelijk WALL-E een blok aan haar been vond, ziet via haar opnamen hoe WALL-E haar heeft beschermd tegen het ruwe Aardse klimaat toen ze uitgeschakeld was, en realiseert zich dat ze ook gevoelens heeft voor WALL-E. Maar WALL-E dreigt te bezwijken omdat hij zwaar beschadigd is en geen energie meer heeft, en moet terug naar de Aarde voor nieuwe onderdelen en om daar met zijn zonnepanelen zijn batterij te kunnen opladen. EVE en WALL-E proberen dus het plantje naar de boordcomputer te brengen, zodat die een volautomatische procedure start om het schip terug naar de Aarde te sturen. AUTO probeert dit te verhinderen, maar McCrea weet hem uit te schakelen zodat de robots het plantje kunnen plaatsen. Het schip keert terug naar de Aarde.
Eenmaal geland laadt WALL-E weer op, en neemt McCrea de leiding over de herbevolking en -kolonisatie van de Aarde. De aftiteling toont afbeeldingen in o.a. oud-Egyptische en impressionistische stijl waarin de Aarde herbevolkt wordt en uiteindelijk een nieuwe beschaving wordt gesticht, compleet met steden, die deze keer de Aarde wel schoon houdt. Uiteindelijk kijken WALL-E en EVE naar het plantje, dat inmiddels een volwassen boom is.
Toen de eerste Pixar-film Toy Story bijna afgerond was, bedacht het Pixar-team (onder wie Andrew Stanton) meteen welke andere films ze verder nog wilden maken. Uit deze ideeën ontstonden A Bug's Life, Monsters Inc., Finding Nemo en "WALL-E". Nadat Stanton "Finding Nemo" had geregisseerd, ging hij meteen aan de slag met het oorspronkelijke idee: 'wat zou er gebeuren als de mensheid de aarde verliet, maar vergat om de laatste overblijvende robot uit te zetten?'
Release:
Zoals bij elke andere bioscoopfilm die Pixar heeft gemaakt, ging "WALL-E" gepaard met het vertonen van een korte film voor de hoofdvertoning. Deze film heet "Presto" en gaat over een goochelaar die op het punt staat om op te treden, maar op het podium ruzie krijgt met zijn konijn, met alle gevolgen van dien. De film is opgedragen aan Justin Wright, die vlak voor de release van "WALL-E" overleed aan een hartaanval.
Ontvangst:
"WALL-E" beleefde zijn première op 27 juni in het "Greek Theatre" in Los Angeles, waarna hij 3992 bioscopen opende in Noord-Amerika. De film kreeg unaniem positieve recensies en werd van alle kanten de beste Pixar-film, en misschien zelfs de beste animatiefilm ooit, genoemd. Het meest genoemde pluspunt is de eerste helft van de film, waarin geen dialoog voorkomt. Ook werd vaak genoemd dat het hoofdpersonage WALL-E menselijker en interessanter was dan je in elke willekeurige live-action film zou kunnen vinden. Op Rotten Tomatoes scoorde "WALL-E" een score van 98% aan positieve recensies.
Opbrengst:
In het openingsweekend leverde hij $63 miljoen dollar op en uiteindelijk bracht hij wereldwijd $521.268.237 op. Dit maakt "WALL-E" één van de minder succesvolle Pixarfilms. Finding Nemo ($864.621.035), Up ($683,004,164), The Incredibles ($631.436.092), Ratatouille ($624.445.654) en Monsters Inc. ($525.366.597) gaan "WALL-E" nog voor. De (voor een Pixar-film doende) lage opbrengst was onder andere te wijden aan de volwassen thema's die in de film worden behandeld, wat het jonge publiek afstoot (animatiefilms zijn echter nog altijd matig populair onder volwassenen). Ook was de winst van merchandising (die bij Pixar-films altijd erg hoog is) relatief laag, omdat de merchandising van de Pixar-film Cars uit 2006 nog erg veel winst maakte.
Awards en Nominaties:
"WALL-E" won de Oscar en Golden Globe voor Beste animatiefilm. Ook was hij bij de Oscars genomineerd voor de categorieën Beste originele script, Beste originele muziek, Beste speciaal voor film geschreven lied, Beste geluidsmixage en Beste geluidsmontage. Dit maakt "WALL-E" de voor de meeste Oscars genomineerde animatiefilm ooit. Walt Disney Pictures deed ook een poging om "WALL-E" een populaire keuze te maken in de categorie Beste film, maar was hier onsuccesvol in, hoewel het in 1991 wel lukte om Beauty And The Beast een nominatie op te leveren. Ook in de vele einde-van-het-jaar prijsuitreikingen scoorde "WALL-E" behoorlijk goed. Bij de Boston Society of Film Critics, The Chicago Film Critics Association, The Central Ohio Film Critics Awards, The Online Film Critics Society, en het meest opvallend: The Los Angeles Film Critics Association, sleepte hij de prijs voor Beste film in de wacht. Een dergelijk succes in die categorie is erg zeldzaam voor animatiefilm, omdat animatie nog altijd als een losstaand genre wordt beschouwd.
"WALL-E" verwijst op verschillende manieren naar Stanley Kubricks film 2001: A Space Odyssey uit 1968. Zo neemt Captain McCrea het op zeker moment op tegen de moordzuchtig geworden boordcomputer, eenzelfde scène als die tussen personage Dave en de zelfbewust geworden boordcomputer HAL 9000 in A Space Odyssey. Tijdens hun strijd richt McCrea zich op zeker moment op terwijl het muziekstuk Also sprach Zarathustra van Richard Strauss klinkt. Met hetzelfde stuk eindigt Space Odyssey.
Het robotje WALL-E maakte zijn eerste opwachting in de korte animatiefilm "Your Friend the Rat", die Pixar als bonusmateriaal maakte voor Ratatouille.
De Nederlandse versie van "WALL-E" is niet alleen in het Nederlandsnagesynchroniseerd, maar tevens zijn hierin diverse schriftelijke aanduidingen in de film (bijv. reclameborden, waarschuwingsteksten aan boord van het ruimteschip, enz.) door Pixar vervangen en in het Nederlands ingemonteerd. Ook de openingstiteling van de film is door Pixar "vernederlandst".
De naam WALL-E is een acroniem dat staat voor "Waste Allocation Load Lifter Earth-Class", in het Nederlands "Wijdverspreid Afval Lading Losser E-type". De Nederlandse betekenis van de afkorting EVE luidt "Extraterrestrische Vegetatie Evaluator".
Peter Gabriel werd genomineerd voor een Oscar in de categorie beste muziek, met nummer "Down to Earth" waarmee hij in "WALL-E" te horen was. Bovendien was het de bedoeling dat Gabriel tijdens de Oscar-uitreiking op 22 februari 2009 een optreden zou geven. Gabriel zag hier vanaf, omdat hij niet het gehele nummer ten gehore mocht brengen, maar slechts als deel van een medley. Uiteindelijk viel "Down to Earth" niet in de prijzen.
De film bevat veel Christelijke symboliek.[bron?] EVE is vernoemd naar Eva, terwijl WALL-E op Adam lijkt die eenzaam was, en daarom vrouwelijk gezelschap kreeg in de vorm van Eva. Bovendien doet de Axiom denken aan de Ark van Noach, waarbij EVE de rol van de duif vervult, die terugkeert met een tak. Verder verbeeldt de film de terugkeer naar eerlijke noeste arbeid in plaats van ongebeidelde luiheid en consumentisme, en het vereren en volgen van valse goden (de Buy 'n Large Corporation en AUTO).
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Remy, een rat, droomt ervan om een grote Franse topkok te worden ondanks het feit dat zijn familie dit niet graag ziet gebeuren en men in de kookwereld niet echt verzot is op ratten. Op een dag raakt Remy gescheiden van zijn familie en belandt in het riool van Parijs. Zo komt hij terecht onder het restaurant van zijn idool, de kok Auguste Gusteau. Auguste blijkt echter te zijn overleden, maar in Remy's fantasie verschijnt zijn geest geregeld om hem bij te staan.
Op hetzelfde moment arriveert een jonge man genaamd Linguini in het restaurant met een brief geschreven door zijn overleden moeder, de vriendin van Gusteau. Daarom ziet de nieuwe restauranteigenaar Skinner zich genoodzaakt Linguini in te huren. Linguini blijkt echter totaal geen talent te hebben voor koken. Remy ziet hoe Linguini wanhopig probeert soep te koken, en grijpt in. Dankzij hem slaagt de soep en kan Linguini zijn baan behouden. Skinner laat hem trainen door Collette (de enige vrouwelijke kok van het restaurant). Ze is aanvankelijk erg kattig, maar blijkt een oogje op hem te hebben en wordt uiteindelijk zijn vriendin.
Dit is het begin van een samenwerking tussen de twee. Remy ontdekt dat hij Linguini's bewegingen kan sturen door aan zijn haren te trekken, net als aan een marionet. Dit stelt hem in staat om, via Linguini, eindelijk de kok te worden die hij altijd al had willen zijn. Linguini wordt door Remy's hulp al snel de sterkok van het restaurant, dat door zijn kookkunsten meer klanten trekt dan ooit. Skinner lijkt hier echter niet tevreden mee te zijn, vooral omdat hij Linguini als een idioot ziet. Hij vermoedt dat Linguini geholpen wordt door een rat, maar kan niets bewijzen. Inmiddels ontdekt Remy dat zijn familie ook in Parijs is, en geeft zijn broer wat te eten dat hij uit de voorraad steelt. Dit leidt ertoe dat meer en meer ratten bij Remy om eten beginnen te bedelen.
Dan ontdekt Skinner dat Linguini in werkelijkheid de zoon is van Gusteau en dus erfgenaam van het restaurant. Dit verstoort Skinners plannen om Gusteau's naam en portret te gebruiken voor promotiedoeleinden voor onder andere ingevroren voedsel. Hij wil dit uiteraard strikt geheimhouden. Dankzij Remy komt Linguini hier echter toch achter. Hij ontslaat Skinner en neemt het restaurant over. Zijn nieuwe positie maakt echter dat zijn relatie met Remy onder druk komt te staan, vooral omdat Linguini niet kan bekennen dat het een rat is die kookt en dus zelf met alle eer voor de maaltijden moet gaan strijken. Ondertussen wil Remy's familie graag dat hij bij hen terugkomt. Linguini en Remy krijgen knallende ruzie, waarop Remy zijn reserves laat varen en zijn familie de voorraad laat plunderen. Linguini betrapt hem en smijt hem het restaurant uit.
De volgende dag krijgt Linguini de voedselinspecteur Anton Ego over de vloer. Deze staat bekend om zijn uiterst kritische beoordelingen van restaurants. Skinner probeert Linguini te ruïneren door Remy, waarvan hij inmiddels al weet dat hij de ware kok is, te vangen. Remy kan ontsnappen dankzij zijn broer. Wanneer hij terugkeert naar het restaurant, komt eindelijk de waarheid aan het licht. De andere koks vertrekken verontwaardigd, behalve Colette. Om Linguini toch te helpen nodigt Remy al zijn familieleden uit om te helpen het restaurant te runnen. Hij kookt voor Ego een overheerlijke Ratatouille. Ego geeft het restaurant meteen zijn goedkeuring, zelfs nadat hij ontdekt dat de maaltijd is gekookt door een rat.
Het nieuws dat hij een van ratten vergeven restaurant heeft goedgekeurd lekt echter al snel uit. Ego verliest zo zijn baan en het restaurant moet sluiten. Voor Remy, Linguini en Colette is dit de perfecte gelegenheid om een nieuw restaurant te openen, met een keuken gemaakt op Remy's formaat. Ook Ego komt er goed vanaf. Hij vindt ander werk en wordt een vaste klant van Linguini's restaurant.
Het idee voor de film kwam van Jan Pinkava. Hij bedacht de personages en de grote lijnen van het verhaal. Pixar had echter weinig vertrouwen in Pinkava's ontwikkeling van het script, dus werd Brad Bird op het script gezet. Bird bracht een paar grote wijzigingen aan. Zo maakte hij de ratten minder antropomorf. Tevens stopte hij veel slapstickhumor in de film, met name met het personage Linguini.
Brad Bird en zijn team brachten een week door in Parijs om tekeningen te maken en inspiratie op te doen voor de film.
De animatie bracht weer een paar nieuwe uitdagingen met zich mee. Zo kwamen er waterscènes in voor die volgens de tekenaars lastiger waren dan die in Finding Nemo. Voor de scène waarin Linguini in de rivier springt om Remy te vangen sprong een Pixar-medewerker, gekleed in koksuniform, in een zwembad zodat tekenaars konden zien hoe zijn pak hierop zou reageren. Het lastigste was het digitaal tekenen van voedsel. Dit moest er voor de film realistisch en smakelijk uitzien. Daarvoor wonnen de tekenaars advies in van zowel Amerikaanse als Franse koks, en woonden ze een kookcursus bij.
De film kreeg een spin-off in de vorm van het korte filmpje Your Friend the Rat, welke op de dvd is terug te vinden.
Giacchino schreef twee nummers speciaal voor het personage Remy; een over zijn leven als rat en een over zijn dromen om een kok te worden. Tevens schreef hij de titelsong voor de film; "Le Festin". Dit lied is ingezongen door Camille, en is in alle versies van de film in het Frans te horen.
Ratatouille' ging in première op 22 juni 2007 in het Kodak Theater in Los Angeles.[1] De commerciële uitgave volgde een week later. In de bioscopen werd de film vertoond samen met het korte filmpje Lifted.[2]
Ratatouille opende op de eerste plaats in de box office, met een opbrengst van 47 miljoen dollar in het openingsweekend. In de Verenigde Staten was dit de laagste opening voor een Pixarfilm sinds een Luizenleven. In Frankrijk, waar het verhaal van de film zich afspeelt, brak de film echter alle bezoekersrecords voor een animatiefilm.[3] Toen de film weer uit de bioscopen verdween bedroeg de totale opbrengst wereldwijd $624.445.654, waarmee Ratatouille de op twee na beste Pixarfilm ooit werd.
Reacties van critici waren bijna uitsluitend positief. Op Rotten Tomatoes scoorde de film 96% aan goede beoordelingen.[4]
De Zweedse naam van de film is Råttatouille. Dit is een portmanteau van Råtta (rat) en ratatouille.
De naam Ratatouille (prof. Ratbout Rattatoei) is ook de naam van de slechterik in de Disneyfilm De Speurneuzen. Rattatoei is er echter in tegenstelling tot Remy beslist niet trots op een rat te zijn.
Cars is een Amerikaanse computeranimatiefilm uit 2006, onder regie van John Lasseter en Joe Ranft. Het is de zevende van de Pixar/Disney-films, en de laatste film van Pixar voordat deze door Disney gekocht werd.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
De film speelt zich af in een wereld die geheel bevolkt wordt door levende autos en andere voertuigen. Centraal staat de racewagen Bliksem McQueen, die alleen lijkt te leven voor het winnen van wedstrijden en het verkrijgen van roem. Bij aanvang van de film neemt hij deel aan de laatste race van de Piston Cup stock car race, waarin hij het onder andere opneemt tegen veteraan Strip "The King" Weathers. Wanneer McQueen hoort dat er over een week een grote race plaatsvindt in Los Angeles, besluit hij meteen hierheen te vertrekken. Hij geeft zijn chauffeur, Mack, de opdracht de hele nacht door te rijden.
Mack wordt al snel moe en wordt bovendien slachtoffer van een groep straatracers. Hierdoor valt McQueen van de truck. Wanneer McQueen wakker wordt, bevindt hij zich op onbekend terrein. Zijn poging Mack terug te vinden brengt hem naar het gezellige Radiator Springs. Hier vernielt hij per ongeluk de hoofdweg. Als straf moet hij van de rechter, Doc Hudson, de weg eigenhandig repareren.
McQueen probeert het werk af te raffelen om zo snel mogelijk naar Los Angeles te kunnen, en moet derhalve steeds opnieuw beginnen. Terwijl de dagen verstrijken, leert hij de dorpelingen wat beter kennen. Hij wordt vooral vrienden met de takelwagen Mater en de Porsche Sally. Tijdens zijn verblijf leert hij dat Radiator Springs ooit een favoriete stopplaats was langs Route 66, maar sinds de opening van interstate 40 vergeten is geraakt. McQueen ontdekt ook dat Doc in werkelijkheid een voormalig drievoudig Piston Cup kampioen is, die na een ongeluk 50 jaar geleden met racen moest stoppen en door iedereen aan de kant werd gezet.
Aangemoedigd door zijn nieuwe vrienden weet McQueen de weg eindelijk te herstellen. Hij blijft nog een dagje in de stad om zich voor te bereiden op de race. Hij probeert hierbij zelfs de stad nieuw leven in te blazen. Die nacht arriveren Mack en een hoop journalisten in de stad, nadat Doc ze heeft verteld over McQueens verblijfplaats. McQueen vertrekt, zij het met tegenzin, uit Radiator Springs en vervolgt zijn reis naar Californië. De dorpelingen zien McQueen niet graag gaan daar hij eindelijk wat leven in de brouwerij bracht, en Doc beseft zijn fout om Mack erbij te halen.
Wanneer de dag van de race aanbreekt, is McQueen nog altijd met zijn gedachten bij Radiator Springs. Derhalve presteert hij slecht in de race. Wanneer hij ziet dat de dorpelingen naar de race zijn gekomen, zet hij alles op alles. Tijdens de race wordt The King door een andere racer, Chick Hicks, van de weg geduwd en komt zwaar beschadigd langs de kant terecht. McQueen stopt met de race om The King te helpen, waardoor Chick wint. McQueen duwt The King terug op de weg en over de finishlijn, zodat hij de race tenminste nog uitgereden heeft. Door zijn daad wordt McQueen ingehaald als de echte winnaar, terwijl Chick nauwelijks aandacht krijgt van de pers.
McQueen keert naderhand terug naar Radiator Springs, en besluit deze stad tot zijn uitvalsbasis te maken voor toekomstige wedstrijden.
Cars is de laatste film waar Joe Ranft aan meewerkte. Hij stierf in 2005 bij een auto-ongeluk. De film was de tweede die aan hem werd opgedragen, na Corpse Bride.
Het originele script voor de film droeg de titel The Yellow Car, en draaite om een elektrische auto die zich moest zien te redden in een wereld waar benzine-autos nog de overhand hebben. Dit script werd reeds geschreven in 1998. De film zou gemaakt worden na Een luizenleven, maar werd verder naar achter geschoven om plaats te maken voor Toy Story 2. Toen de productie weer werd opgepakt, werd het script drastisch aangepast naar zijn huidige vorm. John Lasseter kwam volgens eigen zeggen op het uiteindelijke idee voor de film tijdens een autotocht met zijn vrouw en vijf zonen in 2000. In 2001 droeg de film nog de werktitel Route 66, maar in 2002 werd dit veranderd om te voorkomen dat mensen zouden gaan denken dat de film gebaseerd was op de tv-serie Route 66.
Voor de animatie werden veel autos bestudeerd door de tekenaars. In tegenstelling tot bij traditionele antropomorfe autos, besloot men de ogen op de voorruit te plaatsen in plaats van de koplampen. Dit om de film te onderscheiden van eerdere werken met levende autos, en om de hele auto te kunnen gebruiken bij het vormgeven van een gezicht.[1]
Cars zou oorsprongekelijk uitkomen op 4 november 2005, maar dat werd later aangepast naar 9 juni 2006.[2] Volgens velen was dit een teken dat Pixar het einde van zijn contract met Disney af wilde wachten.[3]
Cars werd positief ontvangen door critici, hoewel volgens sommigen van hen de film niet kon tippen aan de standaarden van eerdere Pixarfilms, met name na het succes van The Incredibles.[4]
Best Sound Editing Sound Effects, Foley, Dialogue and ADR for Feature Film Animation
Tom Myers, Michael Silvers, Jonathan Null, Bruno Coon, Teresa Eckton, Shannon Mills, Dee Selby, Steve Slanec, Christopher Barrick, Jana Vance, Dennie Thorpe & Ellen Heuer
Op een snelwegbord staat een bord met "Andy's House", een referentie naar het kind uit de Pixar film Toy Story.
Tijdens de weg waar Lightning McQueen uit de truck rijdt zie je een elektriciteitsdraad waar een aantal vogels op zit. Dit is een verwijzing naar Pixar's korte film voor Toy Story 2.
Op een gegeven moment komt er een rivier in beeld, waar, als je goed kijkt, de letters CARS in staan.
In de film is veelvuldig het bandenmerk Lightyear te zien, dit is tegelijk een parodie op bandenfabrikant Goodyear en een verwijzing naar Buzz Lightyear uit Toy Story
De racerij in CARS is voor het grootste deel gebaseerd op het in Amerika razend populaire NASCAR racen. De baan van Bristol stond model voor de superspeedway in de film. Ook vele karakters uit de NASCAR wereld zien we terug in de film. Zo zien we de #8 van Dale Earnhardt Jr. en ook de King is een verwijzing naar Richard Petty, die in dezelfde #43 wagen ook zo wordt genoemd. Ook de tv reporters hebben verwijzingen naar de echte namen zoals die van Darrell Waltrip, in de film Darrel Cartrip.
The Incredibles is een Amerikaanse computergeanimeerde film uit 2004, en de 6e langspeel 3D-animatiefilm van Pixar met Disney. Het is een parodie op superheldenfilms als Superman of Spider-Man.
De film ging in première op 27 oktober2004 op het filmfestival van Londen. Hoewel de film niet zo succesvol was als zijn voorganger Finding Nemo, kreeg hij toch 27 prijzen. Volgens de Internet Movie Database was het de meest verkochte film van 2005, met 17.18 miljoen verkochte exemplaren.
In Nederland verscheen de film zowel in de originele Engelstalige versie als een in het Nederlands nagesynchroniseerde versie.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Het verhaal begint met een nog jonge Mr. Incredible (Bob Parr) die net als iedere superheld zijn dagelijkse heldendaden verricht. Hij krijgt onverwacht bezoek van Buddy, een jonge fan die dolgraag zijn hulpje wil worden. Buddy blijkt meer een hinder dan een hulp, ondanks zijn zelf uitgevonden gadgets, en Mr. Incredible stuurt hem dan ook weg. Later die dag trouwt hij met de superheldin Elastigirl (Helen).
Dan gaat het opeens mis. Nadat Mr. Incredible een man heeft gered die zelfmoord wilde plegen, klaagt deze hem aan. Dit heeft een kettingreactie van rechtszaken tegen superhelden tot gevolg. De overheid besluit de superhelden te helpen door een speciaal programma op te zetten dat voor al hun rechtszaken zal betalen en hen van nieuwe identiteiten zal voorzien, op voorwaarde dat ze nooit meer heldenwerk zullen doen.
15 jaar later hebben Bob en Helen zich gevestigd in een rustig plaatsje. Ze hebben inmiddels drie kinderen: de tiener Violet, de 10-jarige Dashiell ("Dash") en baby Jack-Jack. Violet en Dash hebben elk ook superkrachten, maar Jack-Jack is blijkbaar normaal.
Bob, die nu bij een verzekeringsbedrijf werkt, is gefrustreerd dat hij niemand meer kan helpen. Hij probeert nog altijd heldenwerk te verrichten door zijn klanten te wijzen op mazen in de wetgeving waardoor ze hun uitkeringen kunnen krijgen. Ook gaat hij nog geregeld met zijn oude vriend Lucius (ook een ex-superheld genaamd Frozone) 's nachts op pad om mensen te helpen. Hij wordt zonder het te weten geschaduwd door Mirage, een mysterieuze vrouw.
Nadat Bob zijn baan verliest, neemt Mirage contact met hem op. Ze biedt hem een grote som geld aan als Bob op een eiland een op hol geslagen robot, de Omnidroid 9000, uitschakelt. Bob neemt de opdracht aan en verslaat de Omnidroid. Hierna krijgt Bob steeds meer opdrachten. Hij begint weer te trainen om in vorm te raken en laat modeontwerper Edna Mode een nieuw pak voor hem maken.
Twee maanden later belt Mirage Bob weer op. Wanneer Bob weer op hetzelfde eiland arriveert, wordt hij aangevallen door een verbeterde versie van de Omnidroid. Hij wordt gevangen door het meesterbrein achter de Omnidroid, een man genaamd Syndrome. Deze Syndrome is niemand minder dan zijn oude fan Buddy. Hij heeft in de afgelopen 15 jaar een fortuin opgebouwd met het uitvinden en verkopen van wapens. De beste wapens heeft hij zelf gehouden om zo, ondanks zijn gebrek aan superkrachten, toch een held te kunnen worden. Wanneer Mr. Incredible later ontsnapt en Syndromes computer inkijkt, ontdekt hij tot zijn afschuw dat Syndrome al tientallen superhelden heeft vermoord om zijn Omnidroid klaar te maken voor het gevecht met Mr. Incredible.
Thuis ontdekt Helen Bobs afwezigheid. Wanneer ze ziet dat zijn oude superheldenpak gerepareerd is, gaat ze meteen naar Edna. Edna toont haar superheldenkostuums die ze gemaakt heeft voor alle leden van de familie. Van Edna hoort ze dat Bob al maanden geleden ontslagen is en weer superheldenwerk is gaan doen. Dankzij een zendertje dat Edna in Bobs pak heeft gemonteerd, ontdekt Helen Bobs locatie en gaat meteen per vliegtuig naar het eiland. Dash en Violet gaan als verstekelingen mee. Helaas voor Mr. Incredible verraadt het zendertje ook zijn locatie aan Syndrome en hij wordt weer gevangen.
Wanneer Syndrome het vliegtuig ziet naderen, laat hij het neerschieten. De drie inzittenden overleven de crash en varen naar het eiland. Helen infiltreert in Syndromes basis en vindt Bob, die reeds vrijgelaten is door Mirage (daar zij begint te twijfelen aan Syndromes plannen). Net op dat moment lanceert Syndrome een raket met aan boord zijn nieuwste Omnidroid.
Dash en Violet brengen de nacht door in de jungle van het eiland, maar worden de volgende ochtend ontdekt. Een lange achtervolging tussen Dash' en Syndromes helpers volgt, evenals een gevecht tussen Syndromes helpers en de hele Incredible-familie. Syndrome duikt echter op en alle vier de Incredibles worden gevangen. Dan onthult Syndrome ook zijn plan: hij zal de Omnidroid de stad Metroville laten aanvallen en dan als held de stad redden om zo eindelijk erkenning te krijgen. Hij vertrekt zelf richting Metroville. De Incredibles weten te ontsnappen dankzij Violetts krachtvelden, waarna ze ook naar Metroville vertrekken.
In Metroville vecht Syndrome met de Omnidroid. Hij vergeet echter dat de robot kan leren, en de machine schakelt hem uit. De Incredibles duiken op en bevechten de robot samen met Frozone. Samen slagen ze erin de robot uit te schakelen.
Eenmaal thuisgekomen blijkt dat Syndrome bezig is Jack-Jack te ontvoeren uit wraak omdat de Incredibles zijn gloriemoment hebben verstoord. Dan blijkt Jack-Jack wel superkrachten te hebben en verandert hij in respectievelijk vuur, metaal en een monster. Syndrome laat Jack-Jack vallen, die wordt gevangen door Helen. Vervolgens gooit Mr. Incredible zijn auto naar Syndromes jet, waardoor Syndrome in de rotor wordt gezogen en sterft.
Drie maanden later blijkt alles te zijn vergeven en keren de superhelden langzaam weer terug. Dash mag eindelijk meedoen aan atletiekwedstrijden en Violet durft eindelijk haar vriend Tony mee uit te vragen. De film eindigt met de hele familie die zich klaarmaakt om een nieuwe vijand te bevechten: The Underminer.
De reacties van de critici waren zeer postitief. De film kreeg een 97% "Certified Fresh" waardering op Rotten Tomatoes.[1] Criticus Roger Ebert beloonde de film met 3,5 van de 4 sterren. De film wordt over het algemeen gezien als een van de beste Pixarfilms ooit, na Finding Nemo.
Een punt wat veel critici opviel was dat de film een veel serieuzere en volwassen ondertoon had dan de vorige Pixarfilms. Dit was echter ook een punt van negatieve kritieken. De film bevatte duidelijk meer en realistischer geweld dan voorgaande Pixarfilms.
De film bracht in zijn openingsweek $70.467.623 op, meer dan enige Pixarfilm ooit heeft opgebracht in zijn openingsweek. De film versloeg zelfs (net) Finding Nemo's opbrengst van $70.251.710.[2][3] De film bracht in totaal $261.441.092 op, en is daarmee de op een na succesvolste Pixarfilm ooit, en de op vier na succesvolste film van 2004.[4] De wereldwijde opbrengst bedroeg $631.436.092.
Verschillende bedrijven speelden in op het succes van de film met het maken van promotiemateriaal. Dark Horse Comics bracht een miniserie van strips uit gebaseerd op de film.
Kellogg's maakte cornflakes met de Incredibles als thema.
In Mexico sloeg de film zo aan dat er letterlijk honderden voorwerpen van werden verkocht, waarvan vele speciaal voor de Mexicaanse markt waren gemaakt.
In België verkocht Opel een speciale The Incredibles-editie van hun auto.
In het Verenigd Koninkrijk gebruikte Telewest de film om blueyonder internet services te promoten.
De film won de Academy Award in 2005 voor Beste animatiefilm (de tweede Pixarfilm die deze prijs kreeg) en de Award voor beste geluidseffecten. De film werd verder genomineerd voor de de Award voor beste Screenplay en Beste geluid.
De film won in 2005 de Hugo Award voor Best Dramatic Presentation, Long Form.
Aanvankelijk zou de jet waarmee Elastigirl, Dash en Violet naar Syndromes eiland reizen worden bestuurd door een personage genaamd Snug. Hij zou de raketaanval niet overleven om te tonen dat de schurken in de film echt een bedreiging vormen. Dit plan werd echter geschrapt.
Een Pizza Planet-truck uit de film Toy Story is te zien in de film.
De stad waar de Incredible-familie woont, Metroville, is een combinatie van de twee belangrijkste steden uit de Supermanstrips: Metropolis en Smallville.
71% of the Earth's surface is covered by water. That's a lot of space to find one fish. 71% van het oppervlak van de aarde is bedekt met water. Dat is een grote ruimte om één vis in te zoeken.
De film was een zeer groot succes en hij kreeg meer dan dertig prijzen, waaronder een Oscar voor Beste Animatiefilm. Finding Nemo was wereldwijd een enorm kassucces, met een opbrengst van bijna 865 miljoen dollar. Alleen The Lord of the Rings: The Return of the King was succesvoller in 2003, die film bracht zelfs meer dan één miljard dollar op.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Aan het begin van de film zijn de clownvis Marlin en zijn vrouw Coral net verhuisd naar een nieuwe anemoon. Hun geluk is maar kort daar Coral en bijna alle eitjes die ze had gelegd, worden verslonden door een barracuda. Slechts 1 ei overleeft het. Marlin besluit het visje uit dit ei Nemo te noemen, een naam die Coral had bedacht. Het incident maakt Marlin verder overdreven neurotisch en beschermend tegenover Nemo.
Wanneer Nemo ouder is, is het tijd voor hem om naar school te gaan. Marlin volgt Nemo, tegen diens wil, om er absoluut zeker van te zijn dat hij veilig is. Nemo heeft het duidelijk gehad met zijn vaders gedrag. Om te bewijzen dat er geen gevaar is, verlaat hij het koraalrif. Hij wordt echter gezien door een scubaduiker, en meegenomen.
Marlin zet zich over zijn angst voor de open zee heen om Nemo terug te halen. Hij ontmoet Dory, een vis die lijdt aan kortetermijn-geheugenverlies. Desondanks meent ze zich wel te herinneren dat de scubaduiker die Nemo meenam uit Sidney komt. Ze vergezelt Marlin op zijn zoektocht. De twee komen onder andere drie vegetarische haaien, een school kwallen, en een groep zeeschildpadden tegen. Die laatste helpen hen een groot eind op weg. Tenslotte ontmoeten Marlin en Dory een Blauwe vinvis, die hen het laatste stuk naar Sidney vervoert.
Ondertussen wordt Nemo in Sidney door de duiker die hem meenam in een aquarium geplaatst. De duiker blijkt een tandarts te zijn. Het aquarium staat in zijn praktijk. In het aquarium ontmoet Nemo een aantal andere vissen. Wanneer deze horen dat de tandarts Nemo cadeau wil doen aan zijn nichtje Darla, maken ze plannen om Nemo te helpen ontsnappen, dit omdat Darla erom bekend staat zo ruw met vissen om te springen dat ze altijd overlijden. Gill, de leider van de vissen, overhaalt Nemo om het waterzuiveringssysteem van het aquarium te blokkeren, zodat het water snel vervuild zal raken en de tandarts het aquarium moet verschonen. Hij zal de vissen dan tijdelijk uit het aquarium moeten halen, zodat ze hopelijk kunnen ontsnappen. De eerste poging faalt en kost Nemo bijna het leven. Wanneer hij van Nigel, een Bruine pelikaan, hoort dat zijn vader naar hem op zoek is, onderneemt hij een tweede poging, ditmaal met succes. De tandarts installeert echter een nieuw reinigingssysteem.
In de haven van Sydney worden Marlin en Dory door Nigel gered van een groep zeemeeuwen, en naar de tandartspraktijk gebracht. Daar is Darla ook net aangekomen om Nemo op te halen. Nemo besluit te doen of hij dood is zodat de tandarts hem niet met Darla mee zal geven. Marlin ziet dit echter, en denkt dat hij te laat is. Hij en Dory keren depressief terug naar de zee. Na hun vertrek helpt Gill Nemo om te ontsnappen door de gootsteen, waarna hij via de riolen in zee belandt.
Nemo vindt in de zee Marlin en Dory terug. Wanneer Dory wordt opgevist door een vissersboot, helpt Nemo de vissen te ontsnappen door hen aan te sporen allemaal naar beneden te zwemmen. Marlin beseft dat Nemo zichzelf best kan redden. Het drietal keert huiswaarts.
In de epiloog van de film is te zien hoe de vissen uit het aquarium alsnog ontsnappen wanneer de tandarts het aquarium schoonmaakt.
Volgens de Franse kinderboekenschrijver Franck Le Calvez heeft Disney het verhaal en de personages van Finding Nemo gestolen van zijn boek Pierrot Le Poisson-Clown (Pierrot de Clownvis). Dit verhaal is al sinds 1995 auteursrechtelijk beschermd en ging in première in november 2002. Franck Le Calvez en zijn jurist Pascal Kamina eisten een gedeelte van de winst van alle Finding Nemo-producten die in Frankrijk zijn verkocht. In maart 2004 verloren Le Calvez en Kamina de rechtszaak. In februari 2005 maakte de Amerikaanse tandarts Dennis G. Sternberg bekend dat Disney/Pixar het verhaal heeft gestolen van een verhaal dat hijzelf al in de jaren '90 had geschreven, met de bedoeling er een film van te maken. Die film zou Peanut Butter the Jelly Fish (Pindakaas de Kwal) gaan heten. Stenberg liet later weten geen rechtszaak te zullen beginnen, omdat hij het zich niet kon permitteren te verliezen (Stenberg zou de kosten van de rechtszaak zelf moeten opbrengen wanneer hij zou verliezen).
Finding Nemo heeft volgens sommigen overeenkomsten met het kinderverhaal Het zwarte visje van de Iraanse schrijver Samad Behrangi (1939-1967). In dit verhaal heeft een zwart visje bedenkingen over de cultuur en tradities van de beek waar hij in leeft. Om een antwoord te vinden op zijn vragen en twijfels vertrekt hij uit de beek op weg naar de oceaan. Onderweg ontmoet hij verschillende dieren met verschillende opvattingen. Sommigen proberen hem te stoppen, anderen willen helpen zijn droom uit te laten komen. Ook hierin komen een pelikaan, roofvogels en een visnet voor. Het verhaal representeert een ieder die gebrek aan vrijheid heeft en het wil bereiken, speciaal in het midden-oosten.
In 2006 waren er al geruchten, maar sinds januari 2007 draait er in Disney's Animal Kingdom, een pretpark van de firma Disney waarin dieren centraal staan, een musical genaamd Finding Nemo. De liedjes voor die musical zijn geschreven door Robert Lopez en zijn vrouw.
Finding Nemo zou aanvankelijk in première gaan in november 2002.
De film is opgedragen aan Pixar-medewerker Glenn McQueen. Hij overleed op 29 oktober2002, enkele maanden voor de première van de film. McQueen werkte mee aan diverse grote films van Pixar.
Het meisje Darla (familie van de tandarts, en bijna Nemo's dood) is vernoemd naar Darla K. Anderson, producent van Monsters & Co en Cars.
In het kantoor van de tandarts ligt een Buzz Lightyear-actiefiguurtje (bekend van de Pixar-films Toy Story en Toy Story 2) op de grond.
Twee voertuigen die in de Disney/Pixar-film Cars te zien zijn, zijn ook in deze film kort te zien; namelijk Luigi en de Pizza Planet-vrachtwagen. Finding Nemo bevat daarnaast nog vele andere verwijzingen naar (Pixar-)films.
Een bedrijf dat aquarium-waterfilters maakt bracht vlak na de première van Finding Nemo een waarschuwing naar buiten dat vissen die in het riool belanden de reis naar de zee niet zullen overleven vanwege een reinigingsproces dat wordt uitgevoerd voordat het water in de zee belandt. Het bedrijf was namelijk bang dat kinderen hun vissen wilden "bevrijden" en terug wilden brengen naar zee.
Al sinds 1997 werden er voorbereidingen voor de film genomen. Vanaf januari 2000 werd er ook echt gewerkt aan de animatie van de film. Op het hoogtepunt waren er 180 personen werkzaam bij het productieproces van de film.
De dvd van Finding Nemo is de bestverkopende die ooit werd gemaakt (gegevens van 2005).
Het kostte wel vier dagen om sommige beeldjes van de film te renderen. De oorzaak daarvan is de complexe onderwaterwereld en de lichtinval van de zon, die geheel berekend moet worden.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Het verhaal begint in een andere wereld, die geheel bevolkt wordt door monsters. Centraal in deze wereld staat de fabriek Monsters en co., waar energie wordt opgewekt om alles in de monsterwereld draaiende te houden. Deze energie wordt verkregen uit de angstkreten van kinderen. De werknemers van het bedrijf hebben tot doel kinderen bang te maken om zo deze angstkreten te verzamelen. Hiertoe reizen ze via speciale deuren naar de slaapkamers van kinderen. De monsters beschouwen dit werk zelf als zeer gevaarlijk, daar ze van mening zijn dat kinderen een gevaar voor hen vormen. Daarom wordt elk contact met kinderen zoveel mogelijk vermeden. Een speciale eenheid, de Child Detection Agency (CDA), houdt streng toezicht op alle deuren.
Het gaat echter niet goed met het bedrijf want veel kinderen zijn tegenwoordig niet zo snel meer bang te maken. De CEO van Monsters en co., Henry J. Waternoose, heeft dan ook steeds meer moeite de fabriek draaiende te houden.
Sulley (rechts) en Mike (links)
De beste medewerker van het bedrijf is Sulley, een groot harig monster. Op een dag volgt een klein meisje hem per ongeluk naar de monsterwereld. Voor hij haar kan terugsturen, wordt de deur naar haar kamer terug naar de opslagruimte gestuurd. Sulley is nu gedwongen haar verborgen te houden. Hij doet dit met behulp van zijn vriend en collega Mike Wazowski. De twee ontdekken al snel dat alle verhalen over dat kinderen giftig zouden zijn niet op waarheid berusten. De twee geven het meisje de naam "Boo", en proberen een manier te vinden om haar terug te sturen naar huis. Tot die tijd vermommen ze haar als een monster.
De twee worden tegengewerkt door Randall Boggs, een monster dat al lange tijd probeert de beste werknemer van Monsters en co. te worden. Mike en Sulley ontdekken een plan van Boggs om kinderen te ontvoeren naar de monsterwereld in de hoop zo de energieproductie weer op te schroeven. Ze vertellen dit aan Waternoose, maar die blijkt ook in het complot te zitten. Hij laat Mike en Sulley verbannen naar de mensenwereld om te voorkomen dat ze zijn plan onthullen, en neemt Boo gevangen.
De twee belanden in de Himalaya, maar kunnen met behulp van een yeti terugkeren naar de monsterwereld. Ze redden Boo, en haasten zich naar de opslagruimte van alle deuren. Daar vindt een wilde achtervolging plaats tussen Mike, Boo, Sulley en Boggs. Uiteindelijk kan Sulley Boggs overmeesteren, en stuurt hem door een deur naar een caravan in een moeras. Vervolgens vernietigt hij de deur zodat Boggs niet kan terugkeren. Daarna confronteert Sulley Waternoose, en zorgt er voor dat hij zijn plan voor het ontvoeren van kinderen hardop opbiecht. Hij wordt gearresteerd door de CDA. Nadien brengt Sulley Boo terug naar huis, waarna de CDA de deur naar Boos kamer laat vernietigen.
Sulley en Mike nemen de leiding over Monsters en co. over, en laten het bedrijf een heel nieuwe richting inslaan. In plaats van kinderen bang te maken, moeten monsters hen voortaan vermaken. De twee hebben namelijk ontdekt dat gelach meer energie oplevert dan een angstkreet. Op een dag onthult Mike aan Sulley dat hij in het geheim de deur naar Boos kamer heeft gerepareerd. Op het eind keert Sulley terug naar Boos kamer.
In Pixarfilms is het inmiddels een traditie 3D-modellen uit andere films in hun films te verwerken. Zo bevat de kamer van Boo speelgoed uit Toy Story en plastic visjes van Finding Nemo. Ook is de bal uit de Pixar Klassieker Luxo Jr te zien.
De scene waarin de beste gillenopvangers in slow motion komen aangelopen, is afgeleid van de film Armageddon. In beide films speelt Steve Buscemi mee (in deze film weliswaar alleen als stemacteur) en in beide films loopt hij op dezelfde positie.
De film kreeg een vervolgfilmpje getiteld Mike's New Car. Deze werd niet in de bioscopen vertoond, maar staat als extra op de dvd-versie van Monsters en co.
Toy Story 2 is een Amerikaanse animatiefilm uit 1999. De film is het vervolg op de populaire animatiefilmToy Story van Pixar. Net als de vorige film is deze film geheel met de computer getekend.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
Andy gaat op zomerkamp, maar anders dan andere jaren neemt hij Woody niet mee omdat deze kort voor Andy's vertrek beschadigd is geraakt, en Andy bang is dat Woody op het kamp zeker kapot zal gaan.
Wanneer Woody ziet hoe Wheezer, een goede vriend van hem, verkocht zal worden op een rommelmarkt, komt hij hem te hulp. Hierdoor wordt hij echter gezien door verzamelaar Al McWiggin, de eigenaar van een speelgoedzaak. Al wil Woody -kost wat kost- kopen. Wanneer Andys moeder weigert, steelt Al Woody.
In Als appartement leert Woody drie andere speelgoedpoppen kennen: de cowgirl Jessie, het paard Bullseye en een goudzoeker. De goudzoeker zit nog in zijn originele doos waarin hij nooit is verkocht. Het blijkt dat Woody samen met deze drie anderen de ster was in een inmiddels vergeten kinderserie getiteld Woodys Roundup. Nu Al Woody heeft, kan hij de vier poppen als set verkopen aan een museum in Japan. Woody wil hier eerst niets van weten, maar de goudzoeker overtuigt hem dat dit het beste voor hem is. Immers, ooit zal Andy, naar wie Woody graag terug wil, volwassen worden en Woody vergeten. Langzaam begint Woody het idee steeds aantrekkelijker te vinden.
Ondertussen zet Buzz een reddingsactie op touw, samen met Rex, Slinky, Meneer Aardappelhoofd en Hamm. De vijf reizen af naar Als speelgoedwinkel in de hoop Woody daar te vinden. In de speelgoedwinkel ontstaat een persoonsverwisseling wanneer Buzz een andere Buzz tegen het lijf loopt, en door hem wordt opgesloten in een doos. Hij kan later ontsnappen, maar dan zijn de anderen reeds vertrokken met de tweede Buzz.
Na wat omzwervingen belandt het hele gezelschap in Als appartement. Buzz komt oog in oog met de tweede Buzz te staan en lost zo de verwarring op. Daarna geeft hij Woody een peptalk over hoe Woody hem ooit leerde hoe leuk het is om een stuk speelgoed te zijn. Woody komt terug op zijn beslissing en wil met zijn vrienden huiswaarts keren. Dan grijpt de goudzoeker in. Hij schroeft het luchtrooster, waardoor het gezelschap binnen was gekomen, dicht zodat Woody niet weg kan. Het blijkt dat hij helemaal niet de wijze, aardige man is die hij leek. Hij is in werkelijkheid een verbitterd stuk speelgoed die in de reis naar Japan eindelijk zijn kans ziet op eeuwige glorie.
Al keert terug en neemt de vier poppen mee naar het vliegveld. Buzz en co zetten de achtervolging in met een busje van de Pizza Planet (een restaurant uit de vorige film). Op het vliegveld sporen ze Als koffer op. Woody wordt gered. Om de goudzoeker een lesje te leren, laten ze hem achter in de tas van een meisje zodat hij eindelijk kan ervaren hoe het is als een kind met je speelt. Bullseye en Jessie besluiten met Woody mee te gaan naar zijn huis.
In de slotscène keert Andy huiswaarts, en denkt dat Jessie en Bullseye geschenken zijn van zijn moeder. Hij repareert Woodys arm. Op tv zien Ham en Rex een reclamefilmpje van Als speelgoedwinkel, waaruit blijkt dat hij failliet is gegaan door de misgelopen deal in Japan.
Toy Story 2 was oorspronkelijk bedoeld als een direct-naar-video vervolg op Toy Story. Disney gaf Pixar de opdracht voor een 60 minuten durend verhaal. Disney was echter zo onder de indruk van wat Pixar had gemaakt, dat ze besloten van Toy Story 2 toch een bioscoopfilm te maken. Het verhaal werd uitgebreid naar 90 minuten.
Pixar en Disney hadden een contract voor vijf gezamenlijke films. Toen besloten werd Toy Story in de bioscopen uit te brengen, wilde Pixar Toy Story 2 mee laten tellen als een van deze vijf films. Disney argumenteerde echter dat Toy Story 2 was afgesproken buiten het contract om, en dus niet onder de vijf films viel. Dit leidde tot onenigheid tussen de twee bedrijven, en wordt nog geregeld genoemd als de reden dat Pixar in 2004 besloot zijn samenwerking met Disney niet te verlengen.
In de film komen drie gezongen nummers voor, waarvan twee nieuwe. Deze werden geschreven door Randy Newman. Hij componeerde ook de muziek.
"When She Loved Me" gezongen door Sarah McLachlan, waarin het personage Jessie Woody vertelt hoe ze ook ooit het eigendom was van een kind, maar dat dit kind haar uiteindelijk ontgroeide.
Het verhaal is geproduceerd door Pixar. De film duurt 81 minuten en is daarmee de eerste volledige speelfilm van Pixar. Na deze film bracht Pixar nog verschillende andere computergeanimeerde films uit. De voice-overs in de Engelstalige versie zijn voor rekening van Tom Hanks (Woody) en Tim Allen (Buzz).
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details van de plot en/of de afloop van het verhaal.
In de film blijkt dat, als er geen mensen in de buurt zijn, speelgoed tot leven komt. Het verhaal draait om het speelgoed van het jongetje Andy, en dan in de hoofdrol cowboy Woody, Andys lievelingsfiguurtje.
Op een dag krijgt Andy op zijn verjaardag een nieuwe pop, Buzz Lightyear, een ruimteactiefiguur. Al snel ontwikkelt zich een rivaliteit tussen Woody en Buzz, daar Buzz langzaam Woodys nummer 1 positie bij Andy inneemt. Buzz is er bovendien van overtuigd dat hij een echte spaceranger is, en het universum moet beschermen tegen keizer Zurg.
Op een dag escaleert de situatie wanneer Andy besluit om Buzz, en niet Woody, mee te nemen wanneer hij en zijn moeder uit eten gaan. Woody wil Buzz tijdelijk uitschakelen zodat Andy hem niet kan vinden maar gooit hem hierbij per ongeluk uit het raam. Woody ontsnapt maar net aan de toorn van het andere speelgoed omdat Andy hém dan maar meeneemt. Buzz, die zijn val uit het raam heeft overleefd, ziet de auto met Woody erin vertrekken en springt achterop. Wanneer de auto stopt bij een tankstation, komt het tot een gevecht tussen Woody en Buzz. Ze vallen uit de auto en blijven zo achter wanneer deze wegrijdt.
Uiteindelijk weten Buzz en Woody met een bestelwagen mee te reizen naar de pizzeria waar Andy is, maar door toedoen van Buzz belanden ze niet in handen van Andy maar bij diens buurjongen Sid. Sid is een sadist die niets liever doet dat speelgoed vernielen. De twee moeten nu wel samen werken om te ontsnappen en terug te keren naar Andy. Haast is geboden, daar Andy spoedig zal gaan verhuizen.
Terwijl ze bij Sid verblijven, komt Buzz er eindelijk achter dat hij gewoon een stuk speelgoed is. Dit doet hem in een diepe depressie belanden, totdat Woody hem er weer bovenop helpt. Wanneer Sid plannen maakt om Buzz op te blazen met een zwaar stuk vuurwerk, maakt Woody samen met Sids speelgoed een plan. Tegen de regels in laten ze Sid zien dat ze leven, en dwingen hem zo zijn sadistische praktijken te staken.
Woody en Buzz haasten zich naar Andys huis, maar zien nog enkel hoe net de verhuiswagen wegrijdt. Woody kan op de wagen springen maar Buzz blijft achter. Woody haalt snel Andys radiografisch bestuurde auto uit de truck om Buzz terug te halen. Het andere speelgoed, dat ook in de truck zit, is nog altijd kwaad op Woody en ze gooien hem ook uit de wagen. Pas wanneer Woody en Buzz samen de achtervolging inzetten in de speelgoedauto zien ze hun fout in.
De batterijen van de wagen raken leeg voordat ze de verhuiswagen kunnen inhalen. In een wanhoopspoging ontsteekt Woody de vuurpijl die nog altijd op Buzz rug zit. De vuurpijl is echter te sterk en de twee vliegen de lucht in. Dan gebruikt Buzz zijn vleugels om los te breken van de vuurpijl, waarna hij en Woody naar beneden vliegen (of sierlijk neerstorten zoals Buzz het omschrijft). Ze landen via het open dak in de auto van Andys moeder. Andy vindt de twee en concludeert dat ze gewoon al die tijd in de auto lagen.
De film eindigt met kerst. Woody maakt zich geen zorgen daar Andy nooit een cadeau kan krijgen dat erger is dan Buzz, totdat hij hoort dat Andy een puppy heeft gekregen.
Toy Story begon als een uitbreiding van Pixars korte filmpje Tin Toy. De hoofdrolspeler uit dat filmpje, een blikken trommelaar genaamd Tinny, zou oorspronkelijk ook de hoofdrol gaan spelen in Toy Story. Hij bleek echter te immobiel voor een grote film, dus werd zijn uiterlijk aangepast naar dat van een ruimtefiguur. Deze ruimtefiguur werd uiteindelijk Buzz Lightyear.
Tijdens de productie vonden er een aantal wijzigingen plaats:
Billy Crystal zou eigenlijk de stem van Buzz gaan doen, maar weigerde.
Bill Murray was ook een kandidaat voor de stem van Buzz, maar hij raakte het nummer van de producer kwijt.
Oorspronkelijk wilde Pixar de bekende Barbiepoppen gebruiken in de film, maar Mattel was hier tegen.
Jim Carrey zou de stem van Woody gaan doen, maar het budget van de film was niet toereikend genoeg om hem in te huren.
De liedjes in de Nederlandse versie van Toy Story werden gezongen door Huub van der Lubbe, het titelnummer werd in de eindcredits meegezongen door Arthur Ebeling. De liedjes in de Vlaamse versie werden ingezongen door Oostendenaar Arno Hintjens en werden bewerkt door Dan Lacksman.