Komt de wind uit het noorderland,lang houdt de winter stand.
Als de sneeuw valt in het slijk,is de winter aan de dijk.
Is in de bijenkorf het gaatje klein,'t zal een koude winter zijn.
Noorderwind bij volle maan,kondigt een strenge winter aan.
Zingen de katten in koor,de winter gaat teloor.
Vorst met afgaande maan,houdt meestal nog dagen aan.
De velden geschoren,de winter geboren.
Zijn er eind december al mollen,dan laat de winter met zich sollen.
Is februari zacht en stil,dan komt de noorderwind in april.
Is februari nat en koel,dan is juli dikwijls heet en zwoel.
Kraaien vlak bij schuur en huis,de winter voelt zich thuis.
Veel sneeuw op oudejaar,veel hooi in het nieuwe jaar.
Als met kerstmis de muggen zwermen,kunt ge in maart uw oren wermen.
Oostenwind met mist,vriezeman in de kist.
Als met lichtmis de zon schijnt door het hout,dan is het nog wel zes weken koud.
Sint-paulus schoon en klaar geeft een gezegend korenjaar,komt er echter sneeuw enregen,dan komt een mager jaar ons tegen.
Ziet ge wilde ganzen vliegen in de vorm van een v,brengen zij ons zonder liegen zeker vorst en winter mee.
Drinkt en snatert eend en gans,dan is er voor regen kans.
Is kerstmis helder en klaar,volgt eenhoogst gezegend jaar
01-12-2009 om 00:00
geschreven door dinneke 
Categorie:bedenkingen
|