De mens maakt veel gebruik van dieren. Voor consumptie van vlees, zuivel, eieren, maar ook het testen van nieuwe producten en medicijnen, circussen, dierentuinen en ga zo maar door...
In dit samenspel voeren economische belangen meestal de boventoon en dreigen dieren al gauw het kind van de rekening te worden. De Dierenbescherming zit er bovenop en komt waar mogelijk op voor de belangen van het dier.
Een geit eet vooral gras en knabbelt ook graag aan takken. In de zomer staan ze daarom vaak de hele dag in het weiland. In de winter staan ze meestal op stal. Er groeit dan geen gras meer. Daarom krijgen de geiten hooi te eten. Hooi is gedroogd gras. Dat is in de zomer gemaaid en bewaard voor de winter. Geiten zijn heel kieskeurig in hun eten. Als het eten op de grond is gevallen, dan eten ze het al niet meer!
De gordelmol is de kleinste van de familie gordeldieren. Het diertje kan zeer snel een hol graven - je moet immers érgens goed in zijn - is slechtziend en leeft voornamelijk onder de grond. De gordelmol is het enige gordeldier waarbij het rugpanster nagenoeg los op de eronder liggende huid ligt.
Lang voordat er kippen waren, legden vissen, amfibieën en reptielen al eieren. Wat dat betreft, is het antwoord onherroepelijk: het ei. Moeilijker wordt het met de vraag: wat kwam eerst, de kip of het kippenei?
Ook hier kiezen biologen voor het ei. Daarbij hebben ze de evolutietheorie aan hun zijde. Ergens in de prehistorie moeten 2 vogelachtigen (met bijna dezelfde genen als die van de moderne kip) gepaard hebben. Het vrouwtje legde vervolgens een ei dat zich ontwikkelde tot een echte kip. Het maakt daarbij niet uit of dat gebeurde door een mutatie van het embryo, of dat al het genetisch materiaal direct afkomstig was van de ouders. De ouders van de eerste kip zijn namelijk per definitie zelf geen kippen, maar zij maakten een ei dat er in 1 veranderde.
Maar kan een volwassen bijna-kip dan niet spontaan gemuteerd zijn in een echte kip en vervolgens een ei hebben gelegd? Nee, want bij spontane mutaties verandert de botstructuur niet. En dit kenmerk wordt juist gebruikt om de ene soort van de andere te onderscheiden. De bijna-kip kan dus alleen kippen kweken door een ei te leggen. De schijnbaar onoplosbare vraag is daarmee opgelost: het ei kwam eerst.
Modern onderzoek van Jane Goodall toont aan dat chimpansees zich wel eens voor de grap verstoppen om dan ineens tevoorschijn te komen. Ze hebben dan de grootste lol. Dieren kunnen elkaar ook kietelen. Jaak Panksepp van de Bowling Green University in Ohio ontdekte dat ratten elkaar ook kietelen en gedrag vertonen dat je als lachen kan opvatten. Het grote verschil tussen humor van mensen en dieren is taal, beweert Dan Estep, een Amerikaans dierenexpert.
Wist je dat olifanten de enige dieren zijn die niet kunnen springen?
Olifanten lopen niet echt snel. Ze lopen 6 km per uur. Maar als ze boos of bang zijn kunnen ze wel 40 km per uur lopen, alleen over korte afstanden. Ook kunnen olifanten zwemmen en klimmen, maar springen kan niet. Bij het neerkomen zouden ze hun poten kunnen breken. Als een olifant om moet draaien lopen ze liever achteruit. Dat vinden ze makkelijker.
Hekken werken averechts voor het beschermen en afschermen van dier en mens. De hekken zouden helpen bij het inzetten om dier en mens te beschermen. Echter voor de dieren werkt het averechts. De hekken hebben invloed op het ecosysteem. De voedselbronnen worden moeilijk bereikbaar gemaakt. In geval van nood kunnen de dieren niet snel wegrennen. Het wordt zelfs gemakkelijker gemaakt voor stropers om de dieren naar de hekken te drijven en daar vervolgens af te schieten.