De bekendste van de grote katachtige is de leeuw,die eens over gans Zuid-Europa, gans Afrika en Zuid-Azië rondzwierf. Eerst verdween hij uit Europa en dan nam zijn verspreiding af in Azië . Ten slotte is het aantal gedurende de de laatste twee eeuwen ook in Afrika geleidelijk gedaald. De Indische leeuw wordt nu nog enkel op één enkele plaats gevonden, in het Gir-woud van het Kathiawarschiereiland in Indië waar er ongeveer 300 in een reservaat leven. In Afrika is de Berberleeuw van Noord-West-Afrika uitgeroeid even als de Kaapse leeuw.
De laatste van de kattenfamilie is het jachtluipaard (zo genoemd omdat hij gemakkelijk kan getemd en afgericht worden voor de jacht ). Het jachtluipaard wordt dan, met een kap bedekt, naar het jachtterrein gebracht, en dan vrijgelaten om te jagen op een groep vogels, die bij de grond leven, of antilopen. Hij is zo zeldzaam in Azië dat we hem theoretisch als uitgeroeid kunnen beschouwen en ook in Afrika verdwijnt hij snel. Zoals een kat heeft hij lange poten maar zijn stompe klauwen zijn slechts gedeeltelijk intrekbaar. Sommige schrijvers leggen nog al eens te veel nadruk op de hondenatuur van het jachtluipaard; op zijn klauwen uitgezonderd is hij immers een echte kat, zowel wat de lichaamsbouw als wat zijn gedrag betreft behalve dat hij zijn prooi najaagt. Hij is het snelste landdier, en kan snelheden van om en bij de 80 km/u bereiken over korte afstanden. Het koningsluipaard wordt niet langer als een afzonderlijke soort beschouwd, maar als een toevallige mutant van de gewone luipaard, waarbij de vlekken overgingen in lengtestrepen.
Nijlpaarden zijn verre verwanten van de zwijnen. Oudere mannetjes kunnen tot 4,25 meter lang zijn en 4 ton wegen. Het lichaam is niet behaard, enkele haren op de snuit, de oren en staartpunt uitgezonderd. De enorme kop is bovenaan afgeplat, de muil is groot en gewapend met snijtanden en grote op slagtanden lijkende hoektanden. De ogen zitten hoog, de oren zijn klein en de spleetvormige neusgaten staan boven op de kop. Dit brengt mee dat een nijlpaard praktisch onzichtbaar in het water kan liggen, met enkel ogen, oren en neusgaten boven water. Over 't algemeen blijft een nijlpaard ongeveer 2,5 tot 4,5 minuten volledig ondergedompeld alvorens terug naar boven te komen om lucht te scheppen. De nijlpaarden leven in Afrikaanse rivieren en meren; ze verlaten 's nachts het water om op zoek te gaan naar voedsel. Ze verslinden grote hoeveelheden gras en waterplanten. Het dwergnijlpaard van West-Afrika is niet langer dan 1,50 meter.