Als eerste bestemming zijn we aangekomen in Diksmuide bij de begraafplaats van Vladslo.
Hier rusten wel liefst 25.638 Duitse soldaten. De locatie is zeer afgelegen, de begraafplaats is op zich duister en donker.Dit allemaal omdat men wou overbrengen dat zij aan de verloren zijde stonden van de oorlog. Wat er zo speciaal is aan Vladslo zijn het treurende ouderpaar van Käthe Kollwitz. Zij is de moeder van Peter Kollwitz, een jonge oorlogsvrijwilliger die is omgekomen op net geen 18-jarige leeftijd in 1914. Diep getroffen door de dood van haar zoon maakte Käthe het wereldberoemde expressionistische beeldhouwwerk. Peters vader wordt er afgebeeld met de hoog opgetrokken schouders en de neerbuigende moeder. Er is zelfs een replica gemaakt van de beelden. Hen kan je vinden in Aachen.
Ten laatste zijn we verder doorgereden naar Tyne Cot Cemetery. De grootste militaire begraafplaats in België. Hier rusten 11.596 geallieerde soldaten net zowel als enkele duiste soldaten. Tyne Cot was oorspronkelijk een versterkte positie van de Duitse Flandern I-stelling. Hier zaten australische troepen gevestigd. Zij richtten in 1917 een eerste hulppost. De britten noemden het Passendale ofwel dal van het lijden. Op de muur achteraan de begraafplaats staan de namen gegrift van 34.957 vermiste soldaten. Elke britse scholier moet hier minstens eenmaal zijn geweest ter herdenking aan de eerste wereldoorlog waar hun dappere grootouders hebben gestreden op vlaamse grond. Er is ook een kleine zaal met info en voorwerpen uit WO I dat je kan bezichtigen.
Verder zijn we nog bij de Menenpoort van Ieper geweest. Dit is een Brits stuk monument ook ter herdenking van WO1. Ontworpen door Sir Reginald Blomfield. Hierop staan 54.896 namen van soldaten. 8 van deze soldaten hebben een eremedaille gekregen genaamd een victoria cross. Dit is de grootse onderscheiding dat een britse soldaat kan krijgen. Elke dag om 20u wordt er een avondsonnerie geblazen wat de last post wel wordt genoemd.