Eén november is een dag waarop nog steeds veel mensen de
kerkhoven en de graven bezoeken, hoor ik zonet in het nieuws. Als kind deden we
dat ook, maar de laatste jaren niet meer terwijl er hoe langer hoe meer mensen
uit de dichte omgeving overleden zijn. Het lijkt dus een beetje tegenstrijdig. Maar
ik hoef echter geen grafbezoek om stil te staan bij de degene die er niet meer
zijn. De fotos op de kast doen er mij veel vaker aan denken dan een bezoek aan
het graf. Ook al omdat de afstand een snel bezoekje niet toelaat.
Dus deze Allerheiligendag is een feestdag, en meer nog een
dag waarop ik niet hoef te werken en er me ook niet schuldig moet over voelen.
Een dag waarop wassen, plassen en strijken op de agenda staan. Extra tijd om
het huishouden aan te pakken en dat is eens nodig, want de laatste maanden is
het professioneel zo druk geweest dat er voor niets nog tijd resteerde. De
sociale agenda op een laag pitje gezet, de afspraken afgebouwd, mijn bureau een
kleine ramp en een paar projecten waar ik nog niet eens aan begonnen ben. Maar
zoals het een goede zelfstandige betaamt, we zeggen nooit neen tegen een klant.
We stoppen nooit en we geven nooit op.
Het goede is dat ik er rustiger van word, niet gelaten of
onverschillig, maar nog georganiseerder omdat er geen ruimte is voor
tijdverspilling of onbenulligheden. En bij mij leidt een goede organisatie tot
nog meer efficiëntie. Elk punt op het lijstje wordt nauwkeurig afgewerkt en
afgevinkt. Check! Op naar het volgende....
Maar niet vandaag. Lekker relax nu de strijk achter de rug
is, het middageten binnengewerkt, de vaatwasser aan de gang en de keuken
opgeruimd. Deze namiddag maken we tijd voor een uitstapje. Het weer lijkt er
misschien niet naar, maar herfstig als ik ben is dit puur genieten. Ik voel
de Sinterklaassfeer alweer helemaal opborrelen.
Ingeduffeld met een warme sjaal en een stevige regenjas kunnen we de regen en
de kou trotseren. Nu nog een bestemming kiezen en we zijn vertrokken.
De actualiteit van de afgelopen dagen heeft me beziggehouden,
met name de ongewenste sexuele intimiteiten op de werkvloer. Dat er effectieve
namen op geplakt worden, verrast me des te meer, maar de kern van de zaak
blijft toch het gedrag van zovele mannen in al die jaren.
Na het potje over de mishandeling van (voornamelijk) jongens
door de religieuzen, wordt nu ook van dit potje het dekseltje gerukt. Hier zijn
het meestal vrouwen die het hebben mogen ondervinden.
Het is gelukkig niet meer van deze tijd, maar tot pakweg 20
jaar geleden was het geen onbekend gegeven in de werksfeer. Eén van de dames
die hierover op radio 1 geïnterviewd werd zei op een bepaald moment in het
gesprek dat haar moeder vroeger de opmerking maakte dat ze goed diende op te
letten voor de mannen. Niet dat het ooit tegen mij gezegd werd, maar het was
welherkenbaar. Tegelijk was er die
bewustwording dat moeders dat vandaag niet meer hoeven te zeggen tegen hun
dochters die uit werken gaan.
Ik ben er bijna van overtuigd dat als men aan 100 dames die
in de jaren 70 aan het werk waren de vraag stelt of ze ooit lastiggevallen
werden, hetzij met schunnige taal, hetzij lichamelijk, dat er dan makkelijk 80
handen de lucht in gaan. Ik heb het zelf ook mogen ondervinden, midden jaren 90,
door een manager van een andere afdeling. Gelukkig had ik zelf een
(vrouwelijke) baas die mij de mogelijkheid liet om een officiële klacht in te
dienen. Zij heeft er hem ook op aangesproken en het is bij die ene keer
gebleven.
Mijn jongste collega begrijpt de hele heisa nieten nog minder wat men daar nu juist mee
bedoelt. Mooi zo, denk ik dan, want in principe zou dit een ongekend begrip
moeten zijn. Zoals iemand die in Humo
stelde dat degenen die het hele verhaal rond de politicus in vraag stellen,
zich gelukkig mogen prijzen; voor hen betekent dit dat ze het niet kennen en
niet hebben moeten meemaken. Alle anderen herkennen het helaas wel.
Elke 10 jaar zetten we als beschaafde mensen een stap vooruit
naar nog meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Per 10 jaar dat men
teruggaat in de tijd, bots je wel op wanpraktijken tegen de menselijkheid en
menselijke waardigheid. Wij kunnen ons niet meer inbeelden dat mensen openlijk gefolterd
werden, dat mensen als slaven gebruikt werden. Er is op tal van vlakken strijd
geleverd naar een beter leven. En we moeten nog steeds stappen in de goede
richting nemen. Maar tegelijk zullen er nieuwe stinkende potjes geopend worden
over onheuse dingen die in het verleden gebeurd zijn en die dan pas het grote
daglicht te zien krijgen.
Je houdt het niet voor mogelijk wat mensen elkaar aandoen:
mishandelen, hun kinderen vermoorden, hun kinderen verkopen,.... Mijn verstand is
daar allemaal ietwat te klein voor om dat te kunnen vatten.
Zou het niet makkelijker leven zijn mochten we allemaal wat
toleranter zijn? Elkaar wat vaker helpen in plaatsen van tegenwerken? Meer
luisteren naar het verhaal van de andere? Wat meer bezorgdheid? Mathilda
Met het
voorjaar komen gelijk de wielerwedstrijden weer op de proppen. Een sport die ik
de afgelopen jaren hoe langer hoe meer ben beginnen appreciëren, vooral dan het
veldrijden in de winter. Je kan niet anders dan bewondering hebben voor de
kilometers dat die jongens elke keer weer opnieuw af te leggen hebben, om dan
op het laatste moment nog eens alles uit hun hele hebben en zijn te persen om
de sprint te winnen.
Daar kan je
alleen maar bewondering voor hebben.
Maar dan is
daar ook een andere kant van de medaille. Deze van de entourage van de
wielersport en vooral de supporters.
Ik begrijp
dat wielerwedstrijden ergens moeten kunnen plaatsvinden. Dat is nu eenmaal
eigen aan de sport. De kilometers bouw je niet op rond de kerktoren of op een
piste, maar een beetje respect voor de dorpen en gemeenten waar die caravaan
doortrekt, is toch niet zoveel gevraagd, denk ik dan.
In onze
gemeente vinden er per jaar 3 koersen plaats, allemaal georganiseerd door een
lokale middenstander die er bijna een hoofdbezigheid van gemaakt heeft. Mocht
hij mogen, hij zou er elke week één organiseren.
Een paar
dagen voorafgaand worden er bordjes geplaatst dat alle wagens op het parcours
van de straat verdwenen moeten zijn tussen dit en dat uur. Lijkt mij logisch
voor de veiligheid van de koers en de wielrenners. Voor onze buren die geen
oprit hebben, betekent dit dat ze kunnen oprotten voor de dag, of hun autos op
het dak van hun huis moeten zetten.
Maar dan is het zondag en wie zie je dan her
en der parkeren, op de voetpaden en de wegbermen? Juist, ja, supporters en
entourage.
De entourage
komt met bestelwagens en grote autos met het hele hebben en houwen van de
wielrenner in. Binnen de kortste keren
verandert de straat in een campeerterrein met tafeltjes, inklapstoelen,
frigoboxen, etc... Hiervan zie je vooral het resultaat wanneer de rust
terugkeert over het dorp en overal rommel en afval achterblijft.
Dit is punt
één.
Het tweede
punt is de arrogantie en onbeschoftheid van de supporters. Blijkbaar moet het kunnen
dat men op onze oprit komt wildplassen? Kinderen die dringend moeten, denkt u?
Nee hoor, een zestigplusser die 10 meter onze oprit opliep en zich dan richting
onze planten ontlastte van zijn ongemak. We hebben nog staan roepen dat het
ongehoord was, maar hij draaide niet eens zijn hoofd om en had er geen haast
bij. Had ik een emmer water bij de hand gehad, dan.... Jaja, zeker weten.
Een uur
later merkte ik dat er aan onze voordeur redelijk wat geluid (lees: gebabbel)
te horen was. Ik trok de voordeur open en gelijk sprongen er twee mensen recht
vanop onze deurdorpel. In totaal waren er vier volwassenen die het zich
permitteerden om onze voortuin te betreden en tot aan de voordeur te komen om
zich daar dan comfortabel te maken. Ik heb dan maar duidelijk gemaakt dat het
openbaar voetpad niet aan onze voordeur is en dat het ongepast is om ongevraagd
op privédomein te gaan zitten.
Aan zon arrogantie
erger ik mij blauw.
Is er geen mogelijkheid om vanuit de
organisatie hun toeschouwers aan te manen tot elementaire beleefdheid rondom
het parcours. Op voetbalstadions worden ongehoorzamenheden gepenaliseerd. Wel,
misschien is het tijd dat er bij elke wielerwedstrijd een mogelijkheid bestaat
voor de omwonenden om hun grieven te uiten. Een soort van forum waar men een melding van
ongehoorzaamheid kan doen.
Misschien
moet de organisatie eens stilstaan bij de overlast en hier gepast mee omgaan.
Niet haalbaar, denkt u? Wel, laat de organisatie dan opruimen na de wedstrijd, dat
moet toch al tot nadenken stemmen?
In mijn jonge jaren hield ik een dagboek bij. Niet dat ik daar elke dag wat in schreef, maar toch
heel regelmatig. Het was mijn uitlaatklep om de dagelijkse dingen van mij af te
schrijven. Ik heb het jaren gedaan tot op het ogenblik dat mijn toenmalige partner
van mening was dat hij die allemaal mocht lezen. Ik was daar zo erg tegen gekant dat ik ze allemaal snel verbrand
heb. Ik was toen midden de twintig.
Ik wou dat ik er nu nog eens door kon gaan. Even teruggekatapulteerd worden
naar die spannende jeugdjaren waarvan ik toen vond dat ik een vrij
indrukwekkend leven had. Thuis boterde het niet zo goed, maar op school
amuseerde ik me te pletter en met de vrienden thuis maakten we het ook wel
bont. Altans, zo leek dat toen. En al die spectaculaire verhalen werden netjes
opgetekend en voorzien van bijpassende documentatie. Zo heb ik ook een zakdoek
ingeplakt die ik gebruikt had tijdens een speciale avond uit.
Gisteren was ik met mijn dochter op stap en in het weekend,
en in de auto wil ik al wel eens naar radio Nostalgie luisteren,
want de jaren 80, die zijn van ons, weet je wel.?We waren onderweg naar huis van een avondje
uit toen Viola Wills met Gonna get along without you now op de radio was.
Muziek is zon krachtig instrument omdat je het onmiddellijk associeert met een
bepaalde leeftijd, met situaties in je
leven, met locaties waar je toen was, en soms zelfs met geur.
Die Viola Wills associeer ik met een kop vol puistjes en
acne die bedwongen moest worden met een middeltje dat ik in het geheim en met
eigen zakgeld kocht omdat er thuis niet veel aandacht aan geschonken werd. Dus
samen met dat liedje was er ook de geur van dat product.
Heeft het geholpen tegen de puistjes? Nee, niet echt.
Naast geur is smaak ook vrij bepalend. Soldatenkoeken
bijvoorbeeld gaan er bij mij niet meer in sinds het tweede leerjaar. En ja,
dat is intussen toch al even geleden, he. Toen ik zeven was heb ik een tijdje
met enorme buikpijnen geplaagd gezeten en ik moest daar medicatie voor nemen.
Omdat ik die megapillen niet doorgeslikt kreeg, werd de inhoud van de capsule
gemengd met geplette soldatenkoek. Vreselijk was dat. Maar ik begrijp wel dat
mijn grootmoeder alle moeite deed om mij die pillen te doen nemen. Gelukkig is
soldatenkoeken eten geen must om de rest van het leven door
te komen, he? Jaren later heb ik nog eens een hap van zon koek genomen, maar
ik kreeg het amper binnen. De bittere smaak van de pillen zat er nog steeds in.
Aan mij hebben ze helaas geen geld verdiend.
Gierigheid is aan mij niet besteed, maar verkwisting is helt dan weer te veel over naar de andere kant. En dan vooral als deze verkwisting gebeurt door degenen die ons vandaag aanmanen tot besparen en inboeten. Redelijk frustrerend is dat. Waar gaat het hier over? Omheiningen rond openbare carpool-parkings....
Een carpool-parking is voor iedereen - lees wel, voor IEDEREEN - toegankelijk. Er is geen inkom te betalen, er staan geen barelen, er is geen ticketje te nemen, ... Neen, het is volledig gratis en vrij door iedereen te gebruiken. En toch heeft iemand het nodig gevonden om rond tientallen van dergelijke parkings een hoge omheining te plaatsen.
En dat vind ik bizar, en niet een beetje. Iemand is daar natuurlijk beter van geworden en het is die leverancier/installateur van harte gegund. Maar die overheid die de beslissing neemt om een dergelijke onnodige en overbodige bestelling te plaatsen, moeten we die niet even tot de orde roepen?
Foei overheid, dit getuigt niet van efficiënt beheer.
Bij wie moeten we zijn om dit aan te kaarten? Kan dit geld (en ja, het gaat over heel veel geld) niet beter besteed worden? Zijn er geen andere bestemmingen die effectief baat hebben met een miljoenenbijdrage?
Mijn dochter en schoonzoon zijn vandaag naar een
familiefeest aan zijn kant. Een nieuwjaarsfeest met uitstel omdat de familie
een zodanige omvang heeft dat het niet haalbaar is om het feest op nieuwjaar
zelf te houden.
Er bekruipt mij dan altijd een lichte vorm van jaloezie
omwille van de gezelligheid die ik mij daarbij inbeeld.
In het gezin waar ik ben opgegroeid was affectie niet aan de
orde. Mijn ouders hadden geen tijd of zin om een warme sfeer te scheppen. Als
ik terugdenk aan warme momenten uit mijn jonge jaren, dan heeft dit dus niet te
maken met dit gezin. Mijn nostalgie gaat over het gezin van een vriendin van een
toenmalig klasgenootje waar ik af en toe ging spelen. Dit meisje, Gaby, had een
Nederlandse mama en een Aziatische papa. Haar ouders waren een stuk ouder dan
de mijne, maar deden er alles aan om haar en haar broer een leuke thuis te geven. Geloof het of niet, ik ben er ooit
maar één keer thuis geweest, maar het maakte zon indruk op mij dat het vandaag
na 30 jaar nog steeds vrij duidelijk op mijn netvlies gebrand staat. Het huis was
niet speciaal groot, maar het was er zo mooi ingericht en aangenaam warm, en
haar mama stond te koken/bakken in de keuken. Het is zelfs moeilijk te omschrijven
wat dan net maakte dat het mij is bijgebleven en dat ik het nog steeds
associeer met huiselijkheid.
Maar bon, terug naar het familiefeest.
Mijn gevoel zegt dat andersmans familiefeesten leuk zijn, dat de sfeer optimaal
is, dat het een Nigella Lawson Kerstgehalte heeft, dat het eten zo goed als
vanzelf op tafel komt, dat iedereen met iedereen door eenzelfde deur kan,
kortom dat het daar aan niets of niemand ontbreekt.
Natuurlijk is dat niet zo, want hoe vaak stond al niet te
lezen in damesbladen dat meer mensen tegen familiefeesten zijn dan ernaar
uitkijken.
Door wat er in het verleden gebeurd is, heb ik mij min of meer van mijn eigen
familie afgescheurd. Sinds een paar sta ik er neutraal tegenover. Ik kan gerust
zeggen dat ik ze niet nodig hebben om gelukkig te zijn.
Mijn schoonfamilie is eerder
vrij grijs en zal conflictueuze gesprekken uit de weg gaan. Elk gesprek
wordt op dezelfde toonhoogte gevoerd. Emoties zijn ook niet aan de orde. In het
begin was dit voor mij echt wennen, want ik ben zelf nogal uitbundig en spreek
in tal van toonaarden.
Het gezegde je eigen familie kan je niet kiezen, je schoonfamilie wel gaat
eigenlijk niet op, he. Want ook hier moet je doen met wat zich aandient.
Gesteld dat we allemaal vrije keuze zouden hebben, wie zou
dan mijn familie willen zijn? Wie zou met plezier aan onze tafel komen
mee-eten? Wie zou staat springen omdat de feestdagen er weer aan komen? Bij wie
zou ik mezelf zodanig comfortabel voelen dat er geen stress is om te koken of
de tafel sfeervol aan te kleden? Met welke mensen zou, op filmse wijze, ons
plaatje kloppen?
Het deeg
voor mijn broodje ligt momenteel een eerste keer te rijzen. Nog 15 minuten te
gaan en dan even platdrukken en in de juiste vorm een tweede keer laten rijzen.
Zo staat het
op de verpakking vermeld. Moeilijk is dat allemaal niet meer. Die kant-en-klaar
pakjes waar je enkel water moet bijdoen en kneden, meer is daar niet aan.
Maar de
gezelligheid van de geur die uit de over komt zodra het brood gebakken wordt,
is ongelofelijk.
Dat
gecombineerd met de geur van verse koffie....
Nu worden we
helemaal melig, maar er zijn momenteel dat ik me er helemaal laatdoor meeslepen.
En vandaag ga ik
all-the-way.
Na het brood
ga ik nog wortelsoep maken en als avondmaal nog een lekker licht stoofpotje.
Eentje van eigen hand, met kip en veel groenten. Zelfs de aardappelen gaan mee
in de stoofpot. In plaats van bier als saus, ga ik voor een lichte
kippenbouillon, wat currypoeder , en werk ik af met magere room.
En vanavond,
nadat al dat lekkers verorberd is, zet ik me voor TV in de zetel en brei ik nog
een sok.
Wie me niet
kent moet er nu steevast van overtuigd zijn dat de hippiestijl mij helemaal
eigen is, maar niets in minder waar. Nee hoor, ik ben het typemadame die nooit ongeschminkt buiten gaat, wiens
haar in de juiste plooi moet liggen, die graag elegant gekleed is en schoenen
met hakken draagt.
Mensen die
mij vaag kennen kijken vaak raar op als ik breien als één van mijn hobbys
vernoem. Het zal dus niet stroken met het beeld dat men van mij heeft.Maar als ik thuis in mijn coconne zit, dan is
dat meestal in een verlepte makkelijke broek en een warme fleece. Cocooning,
he!
En dan komt
het geitenwollensokkengevoel wel naar boven borrelen.
Zo, broodje
in nu voor de tweede keer aan het rijzen en mag over een half uurtje de oven
in.
Ik ben van
nature een persoon met een groot rechtvaardigheidsgevoel, altijd al geweest. Dat
maakt dat ik vaak steiger als ik onrecht zie of hoor, in de eerste plaats over
dingen die in eigen land gebeuren. En dat steigeren doe ik hoe langer hoe meer
in stilte of besloten kring, want als zelfstandige vind ik het niet gepast om
openlijk uiting te geven aan mijn mening. Je weet per slot van rekeningnooit helemaal hoe de andere over de kwestie
denkt en je wilt niet aanstootgevend zijn.
Wat ik
echter al te kras voor woorden vind, is de hele discussie over de
pensioenhervorming en het zogenaamd langer werken. Maar laat mij vooral van
start gaan over het fenomeen staken en
niet alleen bij de openbare diensten.
Ik heb vóór
mijn zelfstandige activiteit20 jaar in
loonverband gewerkt en ben steeds van mening geweest dat wanneer je niet langer
tevreden bent over de gang van zaken bij je werkgever, en je je niet meer kan
stellen in de beslissingen die daar genomen worden, dat je dan op zoek moet
naar een andere job, een andere werkgever. Je kan toch niet verwachten dat je
werkgever zich aan jou gaat aanpassen?
Wij hebben als
Belgen de mogelijkheid om zelf die keuze te maken? Waarom vinden mensen het dan
vaak nodig om hun werkgever (soms letterlijk) te gijzelen met stakingen?
Elk bedrijf
is ooit opgestart door mensen die een ideologie nastreefden. Die mensen hebben
hun persoonlijk kapitaal benut om iets op te starten, met wat geluk en hard
werken uit te breiden, en ze hebben mogelijkheden gecreëerd om personeel in
dienst te nemen. Om een lang leven beschoren te zijn moet elk personeelslid dat
in dienst komt rendabel zijn. Dat klinkt
hebberig, maar is het niet.
Als we in de
media horen dat er her en der een aantal ontslagen vallen, dan is men meestal niet
over één nacht ijs gegaan. Dan is dit het resultaat van dagenlang tellen en
cijferen, en het onderste uit de kan halen om het bedrijf niet over kop te
laten gaan.
Stel dat het
financieel slecht gaat in je huishouden, dan ga je in eerste instantie manieren
zoeken om te besparen. Maar als je dan in een fase komt dat besparen niet meer
helpt en dat je andere dingen moet vinden om overeind te blijven, dan moet je
soms drastische beslissingen nemen.Daar
maak je je niet populair mee, maar is op dat moment echt wel nodig.
En begrijp
me niet verkeerd. Met deze stelling neem ik het absoluut niet op voor al de
bedrijven die frauderen, belasting ontduiken, dikke bonussen uitdelen aan het
management terwijl het personeel ondergewaardeerd wordt. Rechtvaardigheid, weet
je nog?
Maar dan: de
pensioenhervorming en het langer werken.
Vorige week
stond er in het weekblad Humo een brief van een leerkracht lichamelijke
opvoeding die haar (kan ook een man geweest zijn) beklag deed over het feit dat
ze door de nieuwe regels niet vervroegd met pensioen kon gaan. De details over
leeftijd en nog te werken jaren herinner ik me niet meer. Wat wel blijft
nazinderen nadat ik dit gelezen had is het volgende:
Een
leerkracht LO heeft naar mijn gevoel de makkelijkste job in het lerarenwezen.
Geen huistaken na te kijken, geen examens voor te bereiden, laat staan te
verbeteren, en bovendien gezien het vak, in de beste conditie. Dus eigenlijk
weinig fysieke reden om er vervroegd een punt te moeten achterzetten.
Als we dan
toch toegevingen moeten doen in het toelaten van vervroegde pensionering, laat
ons dan mild zijn voor degene die in weer en wind buiten werken, voor degene
die fysiek zware arbeid leveren, voor degene wiens gezondheid niet meezit.
En voor alle
anderen, probeer blij te zijn met het feit dat je kan en mag werken, dat je
lichaam en geest het toelaat om arbeid te verrichten.
Wat is de
zin van een pensioenleeftijd als die voor bitter weinig mensen van toepassing
is? Waarom vinden zoveel mensen dat het aan de andere is om langer te werken en
niet zozeer zijzelf? Waarom moeten we het afschuiven op een handvol mensen? Das
toch niet fair ten opzichte van onze jongere generaties? Dat kunnen we hen toch
niet aandoen?
Gisteravond bij De Laatste Show waren er twee mensen te gast die in het verleden een bijna-dood-ervaring gehad hebben. De dame had het zelfs reeds twee keer meegemaakt. Beiden hadden het over een helder licht. Niet het felle witte licht dat in films wordt opgevoerd, maar een heel helder licht dat ze niet verder konden omschrijven. De dame had in dat heldere licht ook haar vader gezien die haar de hand reikte. Ze vertelde dat ze zijn gezicht heel duidelijk kon zien, maar een lichaam was er niet bij.
Het is vooral dat laatste dat mij blij stemt, want ik heb altijd gehoopt dat ik mensen ga terugzien als ik ooit kom te gaan. Diep in mij ben ik er zelfs van overtuigd dat (vooral) mijn grootmoeder "daarboven" mij zal opwachten om mij daar wegwijs te maken.
Toen mijn grootmoeder als stevige tachtiger begin 2000 overleed was ik totaal kapot van verdriet, maar tegelijk blij voor haar omdat ik er zeker van was dat zij op haar beurt haar moeder zou terugzien. Ze was zelf een tiener toen haar moeder overleed. Als ik me goed herinner was zij op dat ogenblik het oudste meisje in huis waardoor de huishoudelijke taken op haar schouders terechtkwamen. Zij nam de zorg voor vader en de jongere kinderen voor haar rekening. Het was pas nadat ze zelf overleden was en ik haar in gedachte levend probeerde te houden, dat er herinneringen aan verhalen naar boven kwamen die ze me in de jaren voordien verteld had. Ik kon daar alleen maar uit concluderen dat zij haar moeder enorm moet gemist hebben. Ik herinner me nog de wazige, starende blik in haar ogen als ze over haar moeder vertelde. Zij heeft nooit de kans gehad om de gelukkige momenten in haar leven te delen met haar moeder. Niet haar huwelijk, niet haar kinderen en evenmin haar kleinkinderen voor wie zij onvoorwaardelijke liefde had. En ik kan het weten, want ik stond steeds eerste in de rij wat dat betrof. Zij was de eenvoud in persoon die alleen maar te geven had en nooit iets vroeg. Haar leven speelde zich af in en rond haar huis dat ze met een onuitputtelijke perfectie piekfijn in orde hield.
Dus toen mijn grootmoeder overleed, hoopde ik dat er iemand haar zou opwachten, want dat heeft ze echt verdiend. Het heeft tegelijk mijn angst voor de dood wat naar de achtergrond geduwd.
Is dat nu bijgeloof of zou er daarboven toch iets zijn? Er is geen man overboord door dit te willen geloven, toch?
Eerder deze week was ik bij een vriendin op bezoek voor een gezellige babbel. Maar zo gezellig werd het niet. Deze vriendin heeft twee kinderen; de oudste is een tiener en de kleinste zit in de 3de kleuterklas. Toen ik aankwam was enkel de jongste spruit thuis. In dit gezin is freedom of speach door de kinderen een standaard gegeven. Dit betekent dat de kinderen spreken en de ouderen onmiddellijk al hun aandacht naar de sprekende kinderen richten. Met andere woorden, ons gesprek werd voortdurend onderbroken door een kind dat iets wilde hebben, iets wilde vragen, iets wilde zeggen, ... Als ik er op terugdenk, weet ik niet meer of we drie zinnen hebben kunnen zeggen zonder onderbreking. Dat een kind dit doet, lijkt mij niet abnormaal. Dat je dit als ouder toelaat, vind ik des te merkwaardiger. Maar dit was niet het enige. Dochterlief wilde dat er een CD opgezet werd, dus mama stond onmiddellijk op om aan de wensen te voldoen. De CD was niet naar wens, en mama stond weer op om de CD af te zetten. Vijf minuten later diende de PC aangezet te worden volgens de dochter, waarop mama zich direct richting PC begaf om deze aan te zetten. De gekozen website was niet de juiste, en mama ging er weer op in. Maar ook dit kon haar niet lang boeien. Dochter beslist om dan toch maar TV te kijken.... mama zet de TV aan en de gevraagde DVD op.
Ben ik ouderwets als ik vind dat kinderen een gesprek van volwassenen niet voortdurend te onderbreken hebben? Ben ik conservatief als ik vind dat een "nee, niet nu" nog steeds moet kunnen? Moet je je, als ouders, richtlijnen laten opspelden door je kinderen? Is een goede portie discipline niet meer van deze tijd?
De kinderen in de huishouden hebben het goed voor mekaar. Zij zwaaien hier de plak en dirigeren naar believen. Tegelijkertijd klaagt mijn vriendin steen en been over hoe moeilijk het allemaal wel niet is om dingen gedaan te krijgen. Zo moet ze een grote aankoop plannen, maar ze komt er niet toe. Gebrek aan tijd is hier niet aan de orde, want ze heeft elke dag tussen 16u en 18u tijd om in de winkel te geraken. Maar omdat de kleinste er geen zin in heeft en dit niet leuk vindt, gebeurt het niet.
Mag ik hier verbaasd over zijn? Is dit de tendens van vandaag? Kan iemand mij dit uitleggen?
Ik heb er al bij al twee uren gezeten, heb me behoorlijk geërgerd en voelde me niet erg welkom. Ik was nochtans niet onaangekondigd binnengevallen. We hadden mijn bezoek eerder in de week afgesproken, maar weinig wees er op dat ik verwacht werd.
In het algemeen hecht ik enorm veel belang aan elementaire beleefdheid en ik probeer steeds mijn volle aandacht aan bezoekers te schenken. Of dit nu in een zakelijke of een privé-omgeving is, maakt voor mij geen verschil. Er is niets dat minder geld kost dan een beleefd gedrag naar anderen.
Onverwachts ergens binnenvallen is niet echt meer van deze tijd. We zijn veel te mobiel geworden waardoor we heel vaak niet thuis zijn. Iemand dit wil langskomen zal meestal vooraf even verwittigen. Mocht het je dan niet uitkomen, dan is daar niets aan gelegen om dat te zeggen. Dat moet echt wel kunnen. Maar... als het je wel uitkomt, maak dan tijd voor de bezoekers en ga niet ondertussen nog wat andere dingen doen waardoor je bezoek daar wat zit te zitten.
Als dit ouderwets is, dan ben ik maar al te graag ouderwets.