Hoe voed je een kind op wiens wereld nooit groter is geweest dan de muren van zijn appartement? Een jongen die het belang niet kent van dagelijks tandenpoetsen of een schone onderbroek? De eerste weken was het mij een raadsel. En hoewel ik mijn best deed, voelde ik mij soms een draak van een pleegmoeder.
Toen Sergio op de stoep stond had ik nog grote idealen. Met veel liefde, een luisterend oor en een knuffel op zijn tijd zouden we er wel komen. Daarmee had ik de rugzak van ons pleegkind schromelijk onderschat. In plaats van een zielig geval bleek Sergio toch vooral een vechtersbaasje. Voetballen deed hij graag, maar iemand moest niet van hem winnen of per ongeluk zijn been raken. Dan werd Sergio agressief. Hij was een jongen zonder vrienden, om de simpele reden dat er in zijn ogen enkel rivalen bestonden.
Draak van een pleegmoeder
Aangezien hij jarenlang zichzelf had moeten zien te redden, begon ik maar bij het begin. "Wat zeg je dan?" vroeg ik als hij iets kreeg. Ik leerde hem zijn wasgoed niet over de vloer te draperen, maar in de wasmand te doen. Ook stelden we beperkingen aan zijn computertijd. Zo werd Sergio's wereld gaandeweg groter en overzichtelijker. Hij leerde fietsen, zwemmen en sloot zowaar vriendschap met de kinderen in de buurt. Natuurlijk vergat ik niet om hem regelmatig een compliment te geven, maar dat nam niet weg dat ik een eindeloze reeks regels en grenzen moest stellen. En dat ik me dus een draak van een pleegmoeder voelde.
Die draak doet het toch zo slecht nog niet, hoorde ik vandaag. Op de dagopvang herkennen ze Sergio al binnen een paar weken nauwelijks nog. Het voormalige vechtersbaasje stelt zowaar beleefde vragen. Hij zegt goedemorgen en dankjewel, wacht op zijn beurt en zelfs het verliezen van een potje voetbal lijkt zijn adrenaline niet langer op te stuwen. "Een volledig ander ventje," zegt de dame van de dagopvang. "Het is plotseling een heel lief en fijn kind geworden." Maar wat misschien nog wel het mooiste is: 's avonds is hij altijd blij, want dan mag hij weer terug naar zijn pleegouders.
Rugzakje
Het rugzakje van pleegkinderen wordt nog weleens onderschat. De last die een beschadigd kind met zich mee torst neem je niet zomaar even weg. Zelfs niet met een knuffel, een luisterend oor of thee met een koekje. Een therapeute zei ooit: "Je kunt het rugzakje van een pleegkind niet wegnemen. Je kunt hem alleen maar helpen het te dragen." Orde en structuur helpen daarbij, uiteraard gecombineerd met geduld en liefde.
|