Laat ons duidelijk zijn. Het is niet door een te late puberteit opstoot en ook niet door een midlife crisis dat we plots beslist hebben om naar Nieuw-Zeeland te gaan. Australië of zijn buurland stond bij mij al zeer lang bovenaan op mijn verlanglijstje als "ooit te bezoeken" maar meer als droom dan als echt realistisch, tot het familie weekend van begin 2011. Oorzaak was waarschijnlijk de lekkere wijn, in elk geval voelde Edwig en ik ineens de ongecontroleerde drang om schapen te gaan tellen in N-Z, er er zijn er veel, zeer veel, volgens kenners 40 miljoen. Het ging plots zeer snel, met de hulp van Aussie Tours, werd er een schema opgemaakt en onze dromen werden meer en meer duidelijker. Gelukkig heb ik Edwig die alle praktische zaken nakijkt, navraagt en voorstellen doet, zonder hem zou het moeilijk geweest zijn om met een gerust hart te vertrekken. Bij deze bedanken we onze dames ook, ze staan er alle twee 500% achter dat we ons avontuur kunnen beleven. Ze stellen zich wel vragen, vooral Lutgarde, hoe dat ik mijn reiskoffer na enkele dagen nog steeds op orde kan houden, wat met de was, enz., maar ze mag gerust zijn, tenslotte heb ik Edwig bij en die zal wel op mij letten. Blijf het volgen en lees regelmatig onze belevenissen. Nog enkele weken en het is zover. Tot binnenkort, Arie
Na een vier weken lange periode in dit land blijven er een aantal zaken hangen:
vooreerst is er de natuur, zonder twijfel, uitzonderlijk qua schoonheid en diversiteit. Deze mensen zijn ook fier op hun land en dragen er zorg voor: ze zijn bekommerd om het milieu en dat merk je aan de zuiverheid gewoon op straat en ook in hun steden.
de mensen zelf zijn uiterst vriendelijk, zeggen steeds goede dag en vragen of alles ok is met je. En dit alles ongedwongen en gemeend. De bewoners van het zuidereiland zijn wel chauvinistisch tov de noorderlingen: hun eiland is veel mooier!
de wegen hier zijn zonder meer ok, meestal breed en goed onderhouden. Versleten belijning hebben we nergens gezien en gaten hebben we alleen gevonden in hun gravel roads. Uitzichtpunten zijn steeds ruim vooraf bewegwijzerd en goed aangegeven. Dikwijls met toilet of een plaat met toelichting. Snelheidsbeperkingen zijn hier makkelijk: op de grote verbindingen steeds 100km/u. Af en toe eens 80 en alleen in de iets grotere plaatsen wordt 50 toegepast. Uitzonderlijk 30 wanneer er toch eens wegenwerken zijn. De N-Zeelanders houden er zich aan maar rijden altijd op de snelheidslimiet. Gevaarlijke dingen hebben we hier niet echt gezien, als ze inhalen kijken ze altijd of er voldoende ruimte is en ze zullen hun medechauffeur niet in gevaar brengen. Veel (weg)politie zijn we hier ook niet tegengekomen, behalve in de buurt van Christchurch; maar de politie heeft wel een goede reputatie: zowat 70% van de bevolking staat achter hun korps.
op tal van plaatsen vind je info-centers met allerlei documentatie over de gebieden waar je doorreist. Je wordt er met veel plezier geholpen met je vragen en bevoorraad met hopen papier.
zorg voor het milieu word je hier met de paplepel ingegeven: elk toilet beschikt over een grote en een kleine knop voor de spoeling en gescheiden inzameling van vuil staat hier duidelijk bovenaan het to do lijstje. Op tal van plaatsen wordt je gevraagd om je rubbisch gewoon mee te nemen (vuilbakken staan er quasi niet behalve in de steden) en dat schijnt hier te lukken, zelfs de wandelwegen waren proper. Water sparen is ook erg in en vind je in elk hotel geafficheerd op de kamer evenals een milieuverklaring in hun handboek. Handdoeken sparen is hier de vaste regel maar toch wordt hij niet altijd toegepast.
internet is in elk hotel, B&B of resort beschikbaar, soms gratis en soms betalend - met heel verschillende tarieven - en meestal goed van kwaliteit.
de aardbeving heeft vooral in Christchurch zijn sporen nagelaten: het centrum is volledig afgesloten en er worden nu in eerste instantie alleen voor de bewoners bus rondritten georganiseerd om de situatie ter plaatse te bekijken. Dat alles met een heel duidelijke waarschuwing dat er toch gevaar kan zijn voor instorting en dat je in alle geval de instructies van de begeleider minutieus moet volgen. Tevens plant men tijdens deze ritten ook psychologische begeleiding.
in elk hotel, B&B of resort vind je steeds een strijkplank en strijkijzer terug in je kamer. Raar is ook dat je voor je was alleen waspoeder kan kopen dat werkt bij kamertemperatuur = alles bij mekaar in één machine en vooruit.
betalen doe je overal, zelfs in het kleinste cafétje, met je debit- of creditkaart en dat voor zelfs de kleinste bedragen. Je kan dus perfect op stap zonder één dollar op zak.
benzine kost ongeveer 1,22NZ$/li = 0,72/li. Daarmee weet je waar het verschil hier bij ons naartoe gaat!
Dat was het ongeveer, rest me alleen nog mijn reisgezel Arie van ganser harte te danken voor de voorbije fantastische weken.
Voor herhaling vatbaar zou ik zeggen maar of onze vrouwtjes dat zien zitten? Edwig.
Na
deze reis willen we daar toch nog wel iets over kwijt. In t algemeen eet men
hier nogal vergelijkbaar met bij ons maar er zijn wel een aantal
eigenaardigheden!
Als
je bijvoorbeeld een pintje wil drinken of een wijntje en er zijn meerdere
keuzes mogelijk, zal men je met alle plezier even laten proeven om de juiste
keuze te kunnen maken. Je krijgt ook altijd eerst water gepresenteerd als je
aan tafel gaat. Dat is hier gratis en in voldoende hoeveelheden beschikbaar. In
t algemeen waren wij nogal bang dat we van binnen zouden beginnen roesten.
De
couverts zijn zeer ingenieus in een servetje gerold! Zo strak dat je universiteit
moet gedaan hebben om het los te krijgen zonder te scheuren. Dat is ons dus diverse
malen niet gelukt.
In de
doorsnee zaak is het zo dat je aan de toog gaat bestellen wat je wil drinken
en/of eten en dan direct betaalt. Het vervolg is dan dat je een nummertje
krijgt op een staander. Dat pak je dan mee naar je tafel en de dienster brengt
dan netjes je bestelling tot bij jou zodra deze klaar is. In de betere zaak
betaal je zoals bij ons: na de maaltijd.
Hoe
het zit met drinkgeld is ons nog altijd niet duidelijk! In een boekje las ik
dat je een echte N-Zeelander bent als je never, ever, ever, ever tipt. Wij hebben
het dus ook zelden gedaan.
Het
eten dat je krijgt is voornamelijk vis, lams, schaap, rund en kip.
Het
eigenaardige is dat je bij je ontbijt steeds eieren kan krijgen, als je dat wil,
alleen hebben we hier nergens kippen gezien? Ze moeten er wel zijn want af en
toe zagen we aan boerderijen dat je eieren kon kopen.
De
vis is hier vrij divers en steeds vers gevangen. De meest bekende is de
white-bait. Een piepklein visje, doorzichtig als het gevangen wordt en zo
groot als een pink(je). Hij wordt onder andere gegeten samen met een omelet of
gefrituurd. Het schijnt lekker te zijn, wij hebben beide geprobeerd en kunnen
nog altijd niet bepalen hoe hij juist proeft.
Men
serveert hier ook een fish chowder. Dit is een erg lekkere vissoep met o.a.
mosselen, garnalen en andere soorten vis in een romig nat en opgediend met
geroosterd brood besmeerd met kruidenboter. Lekker en vullend! Er zijn
uiteraard ook visschotels te krijgen met ofwel één of meerdere soorten vis,
soms met risotto, soms gefrituurd maar altijd vers en uiterst lekker.
En
dan zijn er natuurlijk nog altijd de oesters, de mosselen en de crayfish.
Bij
veel gerechten worden frietjes geserveerd en ze worden hier vrij lekker
klaargemaakt zoals bij ons. Soms krijg je ook zoete aardappelen en die mogen er
ook zijn.
Koffie
bestaat in allerlei soorten: klein, groot, met veel of weinig melk enzovoort.
Wij dronken altijd een long black. Normaal een lekkere koffie, sterk genoeg zoals onze espresso en in een voldoende grote hoeveelheid. Nu is het zo
dat een long black niet altijd dezelfde long black is. Soms krijg je hem in
een supergrote tas met superveel koffie erin; soms een even grote tas met bijna
geen koffie maar dan krijg je er een kan heet water bij om aan te vullen en dat
is nodig om hem te kunnen drinken! Gelukkig lijkt hij soms op de vorige, na
verloop van tijd leer je het wel.
Ik
denk dat het dat ongeveer is.
P.S.:
ik wil nog één ding vertellen over de wagens hier. Alhoewel ze de Japanners
niet zo graag zien komen rijden ze toch bijna allemaal met Japanse wagens. Af en toe
zie je een Duitse of een hele mooie of minder mooie oude (god weet welk merk) maar nooit een Franse!
Zo
dat was het, hier stopt ons verhaal. Onze dank voor jullie ruime belangstelling
en tot een volgende keer?
Het schiereiland Banks Peninsula is
eigenlijk een oude Franse kolonie en dat merk je hier in Akaroa nog altijd.
De straatnamen zijn ook in het Frans aangegeven, de Franse vlag hangt hier op
diverse plaatsen te waaien en op de cola-automaat is rafraîchissements te vinden.
Voor wie zouden ze hier gesupporterd hebben met de rugby finale? Voor N-Zeeland
of voor Frankrijk?
Ons logement lag deze keer op de eerste
verdieping met uitzicht op de haven en met meer dan genoeg comfort: twee slaapkamers,
een ruime zithoek en een volledig uitgeruste keuken. Die hebben we niet nodig
gehad.
Deze morgen ziet de hemel helblauw maar er
is wel veel wind en tegen dat we vertrekken verschijnen er hier en daar wolken
aan het firmament. Onze tocht voert naar de andere kant van het schiereiland via
een Toerist Drive over een kleine steile weg met prachtige uitzichten langs
punten zoals Okains Bay en Little Akaloa Bay.Van daar steken we terug over naar de andere
kant langs Lake Ellsmere; het vijfde grootste van N-Zeeland.
Onderweg ontmoeten we de postbode en die
rijdt hier met een busje rond. Je kan als toerist meerijden op zijn ronde om de
omgeving te zien en dat begeleid door de deskundige uitleg van de facteur!
We overwegen nog even om een binnenweg naar
Port Levy te nemen, maar hij schijnt in niet te beste staat te verkeren en
alleen met een 4x4 mogelijk te zijn en dat risico willen we met onze huurwagen niet
nemen. We rijden dus verder naar Governers Bay en Lyttleton en hier zien we
de eerste sporen van de aardbeving die de regio in het begin van het jaar
geteisterd heeft. Via een lange tunnel krijgen we Christchurch in het vizier
en even later bereiken we ons hotel Chateau du Parc en dat mag er als
afsluiter wel wezen en het heeft een echte bar.
We willen de stad bezoeken en dat kan terug
onder een stralende zon - maar dat valt een beetje tegen: het centrum is erg
beschadigd door de aardbeving en is quasi volledig afgesloten. Je krijgt alleen
toegang via speciale bewaakte posten maar je kan van ver al zien dat het heel
erg geweest is. Sommige gebouwen staangewoon scheef of zijn ingestort. De meeste staan ook leeg en in een
aantal ervan zijn de kleren nog altijd tentoongesteld op de modepoppen! Dat
middenstanders ook inventief zijn in moeilijke momenten blijkt nog maar eens;
er is al een nieuwe wandelstraat met winkels ondergebracht in containers maar
niet stomweg opgesteld. Ze zijn leuk geschilderd in allerlei hippe kleuren en op
diverse wijzen gestapeld zodat er niet alleen kleine straatjes ontstaan met
nette looppaden in asfalt en afgeboord door steentjes, maar ook gezellige hoekjes
allerhande en afdakjes. Je moet er maar op komen.
Nadien wandelen we ook nog even door de
botanic garden en ook hier staan er weeral oude, zeer dikke en hoge bomen en
tal van bloemen. Sommige al in helle lentekleuren en in de rozentuin zijn er al
enkele rozen aan het bloeien. Ik ken bij ons in de buurt geen enkele tuin die
er nog maar kan aan rieken!
Terug in het hotel beginnen we maar met een
minder aangenaam werkje: onze valies netjes pakken voor de terugreis. Het is
gedaan met ons mooie avontuur; morgen wacht het vliegtuig. Voor onze blog van morgen bereiden we nog 'è spécialleke' voor (!?) Edwig.
De cirkel is rond: we zijn vandaag terug
voorbij de luchthaven in Christchurch gereden waar onze reis 27 dagen geleden
begonnen is. Ons eindpunt ligt echter nog een kleine 100km verder op de Banks
Peninsula: Akaroa, ons voorlaatste station dat we aandoen.
Nadat Arie gisteren één van de fotos van zijn
leven (de staart van de potvis) gemaakt heeft, beleven we een vrij rumoerige
nacht in ons motel: er rijden voortdurend vrachtwagens over de weg naar Picton
maar al bij al hebben we er toch niet zoveel last van gehad. We zullen dit
motel trouwens voor iets anders onthouden: de douche die eigenlijk een
attractie op zich was met al zijn regen- en andere voorzieningen, de dubbele
bediening (één in de douche en een afstands-bediening) en de voetmassage - die
we niet durven uitproberen hebben.
De zon is terug volop van de partij als we
vertrekken en de weg tussen Kaikoura en Christchurch is druk; vele
vrachtwagens kruisen ons pad of achtervolgen ons en ze zijn gepresseerd. We
vragen ons ook af: moet er nog geel zijn?. De voor ons liggende berghellingen
zijn allen begroeid met de bekende gele struiken en ze woekeren inderdaad alom,
hoe ze dit ooit gaan stoppen is ons een raadsel.
Even nadat we de kust verlaten maken we nog
een ommetje langs de Cathedral Cliffs ter hoogte van Cheviot. Niet veel
bijzonders maar het wegje er naar toe was wel leuk. De vallei wordt hoe langer
hoe breder nu we Christchurch naderen en we vinden achtereenvolgens de
schapen, wijngaarden en hagen tegen de wind terug in het landschap. Er zijn ook
nogal wat wegenwerken bezig onderweg en de herstellingen zijn nogal summier:
wat vloeibare pek en steentjes erop, wellen en dat is het.
Vlak bij de luchthaven gaan we het International
Antarctic Centre bezoeken. We starten met een spectaculair ritje in één van hun
rupsvoertuigen en dat gaat hard: hellingen van bijna 45° op en af, schuine
wegjes van 30° en dan door een zwembad om te laten zien dat deze voertuigen ook
kunnen drijven. Onze chauffeur had er duidelijk plezier in en t was ook nog ne
plezante: droge commentaar op het goeie moment. Daarna achtereenvolgens een 4D
(jawel, de vierde dimensie waren de bewegende stoelen en echte regen!) film
over Antarctica, een bezoekje aan de kleinste pinguins (jawel, we hebben nu
pinguins gezien!) ter wereld van ongeveer 30cm hoog de little blue pinguins -
en dan een simulatie van een arctische storm in een speciale cabine bij
temperaturen ruim onder nul en windsnelheden tot 50km/u (jawel, we hadden galochen
aan onze voeten en een speciale jas tegen de kou). Er is een hoop info te
vinden over alles wat met Antarctica te maken heeft, te veel om op te noemen.
De verdere rit over de Banks Peninsula
was weeral spectaculair. Een mooie sterk stijgende en dalende weg met prachtige
uitzichten op zowel de bergkammen als op het water en dat alles overgoten door
een stralende zon. De dalen hier zijn eigenlijk restanten van oude vulkaankraters
maar nu vooral begroeid met gras, hier en daar bomen en sommige toppen
natuurlijk met de gele struiken.
In het stadje staat een oude vuurtoren en we
zagen ook een grote ceder die echt op de rand van een afgrond(je) balanceerde. Hoe
lang gaat die nog recht blijven? vroegen we ons af. Maar t zal wel een
verkeerde vraag zijn want anders hadden ze hem zeker niet laten staan vlak
langs een verkeersweg.
We hebben tot nu welgeteld 3.400km gereden
en er resten er ons nog een honderdtal tot onze eindbestemming. Het einde komt
nu wel echt dicht bij. Edwig.
Whale Watching wordt weeral een moeilijke
bevalling. Onze tour van deze morgen is afgelast wegens slecht zicht en te onstuimige
zee. Hij wordt dan noodgedwongen verplaatst naar 15u30 en dat is afwachten. Dus
gaan we voor de verandering wandelen, ons Grietje gaat het niet geloven, maar
dat hebben we dus bijna alle dagen gedaan en dan meestal bergop, bergaf en een
uur is het strikte minimum!
We doen nu het andere stuk van de
Peninsula Walkway en we starten weeral met een bergop om U tegen te zeggen,
maar het zicht boven is navenant. Alleen spijtig dat het zo grijs is en dat je
op zee geen horizon kunt bepalen wegens de nevel in de verte. Halfweg de
wandeling is er een mogelijkheid om naar beneden af te dalen om meeuwen te
spotten. Arie kiest hier voor bij de vogels rook het nogal naar mest - en ik
wandel verder om het punt terug te vinden waar we gisteren geraakt zijn vanaf
de andere kant. Er ligt hier ook nog een afgesloten stukje vogelreservaat waar
je niet in mag maar meer uitleg ervan vinden we niet.
Iedereen vindt dus zijn gading en de
terugweg gaat voornamelijk bergaf; dat is heel wat makkelijker. O ja, een boze gans zijn we ook nog
tegengekomen.
Terug aan het boekingskantoor blijkt dat de
tour van 13u30 doorgaat maar voor die van ons wachten ze nog op verder nieuws
vooraleer iets te beslissen. We hebben in ieder geval afgesproken dat we morgen
om 10u opnieuw proberen als het vandaag niet lukt. Er rest ons dan nog genoeg
tijd om op onze bestemming te geraken zonder ons te moeten haasten.
Deel 2. Ja, hoera, we hebben onze potvis
gezien en ook zijn staart! Onze trip is dus doorgegaan en we waren gewaarschuwd
voor een ruwe zee. Nu ruw was ze in alle geval, aan boord waren ruim voldoende
zakjes voorzien voor je weet wel wat en ze werden druk gebruikt. Voor alle
veiligheid hadden wij een pil gekocht tegen de zeeziekte en ze ook genomen en dat
heeft zeker geholpen. De boot waarmee we op zee gingen was een catamaran van
meer dan 20m lang, zo goed als nieuw en met meer dan 750pk aan boord, kwestie
van het te laten vooruitgaan. En dat deed het: 25 knopen kruissnelheid, dat is
bijna 50km/u en volgens de crew kon hij vlot 35 knopen halen als top! Reken
zelf maar uit hoe snel dat dan wel is. Het duurde wel even eer de potvis gevonden was, naar schatting waren we ruim 16 mijl uit de kust (iets meer dan 25km). Om de haverklap legde de kapitein de motoren stil om met de hydrofoon te luisteren naar de typische klikgeluiden die ze maken onder water. En ja hoor, na een tijdje had hij hem gevonden en wij dus ook. Stilliggen in deze ruwe zee was een
echte evenwichtsoefening en je had minstens één hand nodig om je ergens aan
vast te houden, zoveel kantelde de boot in 4 richtingen tegelijk. Maar om de
potvis te zien moet je wat overhebben. Na enkele minuten vertelde onze
begeleidster dat hij ging duiken en inderdaad, enkele ogenblikken later was het
zover en liet het beestje (+/- 22 ton) zijn mooie staart zien tot onze grote
voldoening. De terugvaart duurde ongeveer 40min en dat was het dan. Iedereen
blij terug op de vaste wal te zijn, zeker zij die het niet nodig vonden een pil
te kopen. Edwig.