2 eetlepels olie
400 g varkenshaasje, in blokjes
3 eetlepels bloem
1 ui, gesnipperd
1/2 theelepel komijnzaad
1 liter kippenbouillon
1 eetlepel scherpe mosterd
300 g groene (savooi)kool
400 g vastkokende aardappelen, geschild en in blokjes
3 Granny Smith-appels, in middelgrote blokjes
2 eetlepels peterselie, fijngehakt
zout en peper
Verhit 1 eetlepel olie in een grote stoofpan op matig hoog vuur. Doe de blokjes vlees in een kommetje en bestrooi met twee eetlepels bloem, zout en peper. Bak ze ongeveer 6 à 7 minuten al roerend lichtbruin en net gaar. Schep het vlees er met een schuimspaan uit, dek af met aluminiumfolie en zet opzij. Voeg de tweede lepel olie toe en fruit de uitjes met het komijnzaad tot ze zacht zijn. Roer de derde eetlepel bloem door de gebakken ui en bak nog twee minuten verder. Roer de mosterd erdoor en blus met de bouillon. Voeg, wanneer de bouillon kookt, de koolreepjes en de aardappelen toe. Breng op smaak met peper en zout, draai het vuur iets lager en laat met het deksel half op de pan 15 minuten sudderen. Voeg dan de appel toe en laat nog 10 minuten sudderen tot de aardappels gaar zijn en de kool zacht. Voeg het vlees toe, laat twee minuten mee opwarmen en dien direct op, bestrooid met wat peterselie.