Die avond
was ik zo uitgeput dat ik vergat mijn dochtertje af te halen bij mijn ouders.
Ook Sean had er niet aan gedacht. Toen ik de volgende ochtend wakker werd, was
mijn kussen vochtig van de tranen. Ik trok snel mijn jas over mijn schouders en
vertrok richting mijn ouders. In de auto realiseerde ik me dat ik mijn pyjama nog aanhad. Eenmaal terug thuis liep Lou, mijn dochtertje
van vier, naar Simons kamer. En Simon, waar is die? Nog in het ziekenhuis?
vroeg ze verbaasd. Voor het eerst sinds de aankondiging van de catastrofe
herademde ik. Voor het eerst maakten mijn man en ik een nest om diep in onze
verslagenheid te schuilen. Ik zei niets en omhelsde mijn dochter. Lou ging niet verder in op haar vraag en zei plotseling dat ze honger had. Ik controleerde mijn
telefoon en merkte op dat ik al verschillende oproepen van Juliette gemist had. De moed om terug te bellen had ik niet. Ik bleef me afvragen wat er zou gebeuren met Juliettes liefde voor Simon. Wat zou er in godsnaam gebeuren met alles wat zijn hart vulde; zijn emoties en zijn vriendschappen? Heel veel vragen bleven onbeantwoord en ik voelde een leegte in mijn lichaam. Ik sliep niet en ging kapot van verdriet. Mijn man ging op een andere manier om met zijn gevoelens. Hij sprak niet over Simon en deed alsof er niets aan de hand was. Erover praten was heel moeilijk. Het duurde nog enkele dagen voordat Lou besefte wat er werkelijk gebeurd was. Ook zij sliep amper en weigerde soms ook maar iets te eten. Uiteindelijk leerde ik toch omgaan met mijn verlies en praten over mijn gevoelens met mensen die me nauw aan het hart liggen. Ik ben Sean, Lou, Juliette en mijn ouders enorm dankbaar voor alle steun. Ik besef nu dat Simons lichaam er niet meer is, maar hij zal voor eeuwig verder leven in mijn hart. Wij, de mensen die van hem hielden, zullen hem levendig houden in onze gedachten.
|