Net toen
ik dacht op het punt te zijn gekomen dat ik me niet zwaarmoediger kon voelen,
vroeg dokter Révol onze toestemming voor het verwijderen van de organen van
onze zoon. Alleen al bij de gedachte voelde ik me misselijk. Zo'n gevoelig
onderwerp aansnijden in zo'n pijnlijke situatie was voor mij heel moeilijk. Bij
nader inzien begreep ik dat een hersendood lichaam achteruitgaat en dat er snel
gehandeld moet worden in zo'n delicate situatie. Sean was degene die als eerste
wist te reageren. Hij wou de donatie weigeren omdat hij ervan overtuigd was dat
dit absoluut niet de keuze was die Simon zou gemaakt hebben. Nadat hij weer tot
rust gekomen was, kwamen we op zijn uitspraak terug. We vroegen ons samen af
wat Simon zou hebben gewenst. Eerlijk gezegd weet ik tot op de dag van vandaag
nog steeds niet of we de juiste keuze gemaakt hebben. Onderwerpen zoals de
donatie van organen of het leven na de dood waren eerder
taboe. Vooraleer we een beslissing maakten, wilden we met zekerheid weten wat
er precies zou gebeuren indien we instemden met de procedure. Thomas, een
ic-verpleegkundige, legde uit om welke organen het ging en hoe alles precies in
zijn werk zou gaan. Ook garandeerde de verpleegkundige ons dat Simons lichaam
in oude staat zou worden teruggebracht. Uiteindelijk hakten we de knoop door en
beslisten om in te willigen met het verwijderen van de organen. Mijn man en ik
stonden toe om het hart, de nieren, de longen en de lever te verwijderen.
Enkel de ogen, de huid en de weefsels mochten ze absoluut niet wegnemen.
Dat vonden we te ingrijpend. Nadat dit besluit vast stond, verlieten we het
ziekenhuis en gingen naar huis. We vonden de moed om Simons grootouders op te
bellen. Ook zijn vrienden en zijn liefje stelden we op de hoogte van de
onbeholpen situatie. De dagen die volgden waren donker en somber. Onze levenslust was verdwenen. Ik gaf mezelf de schuld van Simons dood
en dacht aan wat die zondag had kunnen zijn zonder het ongeluk, zonder de
vermoeidheid, zonder het surfen. Ik vroeg me af hoe anders ons leven had kunnen
lopen als ik strenger was geweest en de verslaving aan die gevaarlijke
waanzin niet zo groot had laten worden.
|