Crispijn was een jongen van twintig jaar. Zijn vader was de graaf van Egmond. Hij was zijn bastaardzoon. Hij was Katholiek, wat in die tijd maar beter was omdat je als luther door de inquisiteur anders op de brandstapel werd gegooid. Hij had een brouwerij en taveerne van zijn vader geërfd. Zijn moeder was vermoord door haar luthers geloof. Hans, Stina en haar dochter Eva werkten in zijn taveerne. De inquisiteur kwam aan in Brussel en smeet de Lutherse mensen op de brandstapel. Zo kwam heel Brussel in rep en roer; al wie luthers was vreesde voor zijn leven. Als Crijpspijn werd gearresteerd, folterden ze hem in de gevangenis tot hij bekende, maar hij hield voet bij stuk. Hoewel zijn vader zijn bastaardzoon niet herkende, hielp hij hem enkele dagen later uit de gevangenis.
Wat gebeurd als Stina, de moeder van Eva vermist raakte en zijn vader gearresteerd werd? Waar moest Crispijn naartoe? Waren de bosgeuzen die elke katholiek uit de weg ruimden (waaronder misschien ook zijn vader) -een opslossing?
Als er iemand bij me wegging Even slikken en weer doorgaan Even woelen en gewoon weer opstaan Het deed me weinig Maar om jou ben ik verdrietig Zonder jou ontzettend nietig Je stem die in m'n hoofd blijft zitten Mij geen moment met rust laat
En dat er mensen zijn die lachen En dat er mensen zijn die dansen En dat er mensen zijn die innig zoenen
Dat kan ik nu niet meer begrijpen Ik voel alleen de pijn van "God, waar is ze" Ik voel alleen de pijn van jou hier bij me missen En ik kan er niet mee omgaan Ik kan er echt niet meer mee omgaan En ik zou wel willen smeken Je op m'n knieen willen smeken Als ik wist dat dat nog zin had Maar de dagen worden weken En de weken worden jaren Dit gevecht kan ik niet winnen Want jij zit veel te diep van binnen
Waarom nou jij Waarom nou jij Waarom nou jij Waarom ben jij nou uit mijn leven Waarom ben jij nou niet gebleven Waarom wou jij me niets meer geven Waarom ben jij vertrokken zonder reden
Ik hou je vast in mijn gedachten Ik zie nog hoe je naar me lachte Ik mis je lippen op de mijne Een beeld dat nooit meer zal verdwijnen Jouw hand niet meer in de mijne
En dus tel ik de lege lange dagen Die zonder jou voorbij gaan Met geen enkele hoop voor morgen Geen hoop op wat dan ook Maar jij, zul je soms nog aan me denken Ben ik soms toch nog een beetje bij je Ach, laat maar
tel gewoon de lange dagen tel gewoon de lege lange dagen maar ik wil niet ik wil niet meer
Als er iemand bij me wegging Even slikken en weer doorgaan Even woelen en gewoon weer opstaan Het deed me weinig Maar om jou ben ik verdrietig Zonder jou ontzettend nietig Je stem die in mijn hoofd blijft zitten Mij geen moment met rust laat
En dat er mensen zijn die lachen En dat er mensen zijn die dansen En dat er mensen zijn die innig zoenen Dat kan ik nu niet meer begrijpen Ik voel alleen de pijn van "God, waar is ze" Ik voel alleen de pijn van jou hier bij me missen En ik kan er niet mee om gaan Ik kan er echt niet meer mee om gaan na, na, na, na
Simone van der Vlugt was al van jongs af aan gefacineerd door het schrijven. Haar grote voorbeeld was Thea Beckman. Op haar dertiende ging ze al met haar eerste boek naar de uitgeverij, helaas zonder succes. Ze volgde enkele lessen en later had ze meer geluk.
Pasport: naam: Simone van der Vlugt geboortedatum: 15 december 1966 geboorteplaats: Hoorn studies: Nederlands en Frans Beroep: Voormalig secretaresse, nu schrijfster
Er zijn twee belangrijke motieven namelijk vriendschap en opkomen voor jezelf en je eigen mening. Omdat het in Brussel niet veilig is dat je lutheraan bent komen weinig mensen daar voor uit. Stina is een van de weinigen die wel durft en daardoor in de problemen komt.
"De bastaard van Brussel" speelt zich af in de 16de eeuw en dat merk je af en toe aan het taalgebruik, wordgebruik en de omgangsvormen in de dialogen. Toch leest het boek heel gemakkelijk.
We zetten de belangrijkste personages even op een rijtje.
Crispijn Matsijs is een breedgeschouderde jonge man met blond haar, dat nooit netjes wil zitten. Hij heeft helderblauwe ogen. Hij is de bastaardzoon van de Graaf van Egmond, op wie hij sprekend lijkt. Zijn moeder is overleden, hij mist haar nog dagelijks. Crispijn is een jongeman, die zich over het algemeen onopvallend gedraagt. Hij heeft zijn hart op de goede plek, is goudeerlijk en gaat door het vuur voor zijn vrienden.
Stina is de rondborstige, moedige dame die Crispijn helpt in de taveerne. Met haar wulpse figuur, rode krullen en sproeten trekt ze veel klanten naar de taveerne. Stina heeft behalve haar dochter Eva geen familie waarop ze terug kan vallen. Met haar vader en broer heeft ze geen contact meer en haar moeder is overleden. Zij en Crispijn hebben veel steun aan elkaar.
Eva is het dochtertje van Stina. In het begin van het verhaal is ze niet zo nadrukkelijk aanwezig. Ze is nog jong en een beetje teruggetrokken. Als haar moeder op de vlucht slaat voor Titelmans hecht ze zich sterk aan Crispijn. Crispijn is hier duidelijk blij mee; hij voelt zich verantwoordelijk voor Eva. Eva helpt mee in de brouwerij en verandert van klein meisje in een handige tante waar Crispijn echt wat aan heeft.