In Vlaanderens velden
“In Vlaanderens velden bloeien de klaprozen
Tussen de kruisen, rij aan rij die onze plek aangeven;
en in de lucht vliegen leeuweriken, nog steeds dapper zingend
ook al hoor je ze nauwelijks
te midden van het kanongebulder aan de grond.
Wij zijn de doden.
Enkele dagen geleden leefden we nog, voelden de dauw,
zagen de zon ondergaan beminden en werden bemind
en nu liggen we in Vlaanderens velden
Neem ons gevecht met de vijand weer op:
Tot u gooien wij, met falende hand de toorts;
aan u om haar hoog te houden
Als gij breekt met ons die sterven zullen wij niet slapen,
ook al bloeien de klaprozen in Vlaanderens velden


|