Proloog
Alkin liep naar zijn draak en keek na of alle gespen vast
zaten en of er niets sneed in de huid van het dier. Daarna keek hij of zijn
uitrusting goed vast zat en nam zijn lans. Hij besteeg zijn draak, een
prachtige grote zwarte draak die rode uitlopers had. Hij zuchtte, en toen steeg
hij op. De grote leren vleugels van de draak klapten en al snel vlogen ze langs
de torens vanwaar de drakenridders opstegen met hun draken. De wind sneed langs
zijn gezicht. De lucht was vol met draken en hun ridders, en Alkin vloog tussen
hen in langs de muren van het kasteel. In de verte zag hij haar staan, zijn
vrouw, wuivend en huilend. Hij wuifde naar haar en lachte. Toen klapte hij het
vizier van zijn helm dicht en spoorde zijn draak aan om naar voren te gaan.
Samen met 200 andere vlogen ze naar het Noorden, naar het front. Voorop, net
voor Alkin, vloog de koning. Met zijn enorme groene draak en zijn glanzend
gouden harnas. de zon kwam hen tegemoet en de wind zat mee, de draken zouden
dus gewoon op de luchtstromen kunnen zweven en niet al te moe worden van de
reis. Dat was iets goed dacht Alkin. Toch had hij geen goed gevoel bij hun
reis. Ze zouden tenslotte naar het front gaan, waar het 7 landsleger tegen de
bloedhorde was aan het vechten. de raad had gevraagd of de drakenridders van
Theadal wouden helpen met de oorlog. Hun koning, gebonden aan een belofte, kon
niet weigeren en dus waren ze nu op weg naar de oorlog. Niemand zei iets, noch
mens noch draak, alleen het klappende geluid van de vleugels en het metalige
geluid van de harnassen van de ridders. Al snel kwam het slagveld in zicht in
de verte. De glanzende kurassen van de soldaten, de schimmen van de andere
draken en valkuren. De rode gloed van de vuren en brandende projectielen. Alkin
kreeg de kriebels, veel van zijn kameraden zouden vandaag sterven, misschien
hij zelf ook wel. De koning hief zijn lans omhoog en liet ze dan naar beneden
vallen gepaard met een luide brul, het bevel tot de aanval. De drakenridders
spoorden hun draken aan tot de aanval en met verpletterende kracht vlogen ze op
de vijandelijke draken. Verrast en niet voorbereid sneuvelden al snel de eerste
vijanden, de lijken van de draken vielen naar beneden als grote brokstukken van
een berg, en verpletterden de soldaten op het slagveld. Alkin boorde zijn lans
door het hoofd van een draak en de borst van zijn ridder. Beide vielen ze dood
naar beneden. Bloed kletterde op Alkins harnas. hij stuurde zijn draak naar
beneden en liet hem een vuurzee spuwen op de bloedhorde, de soldaten liepen
schreeuwend in het rond, tevergeefs proberend om de vlammen te doven. Alkin
ging weer omhoog en doodde nog een drakenridder en zijn draak. Daarna werd zijn
draak geraakt door een vuurbal, Alkin draaide om en zag een vijandelijke
drakenridder met een gebruikelijke bloedhorde draak, bloedrood met zwarte
stekels en klauwen. Alkin liet zijn draak een vuursalvo lossen, maar de ander
ontweek de aanval en maakte een charge op Alkin. Alkin zweefde opzij en duwde
zijn lans in de flank van de vijandelijke draak, een grote snee achterlatend.
Maar de andere ridder haalde ook uit met zijn lans en raakte zo Alkin en zijn
draak. De draak had een snee op zijn zij en Alkin op zijn borst. Alkin hijgde en
zijn draak gromde. De 2 draken cirkelden nu rond elkaar heen, soms vuur spuwend
van woede, geen van beiden viel aan. Alkin keek naar de andere ridder,
waarschijnlijk een nachtelf. De ridder zat op een zwart leren zadel en had een
lange zwarte lans met veel weerhaken en stekels eraan, net als zijn draak. Hij
had een licht harnas, dat geen beweging belette tegenover Alkins zware harnas
dat dan weer meer bescherming bood. Alkin spoorde zijn draak aan en ze vlogen
plots naar voren, Alkin richtte zijn speer en haalde zo de nek open van de
andere draak, maar de nachtelf haalde ook uit met zijn speer en doorboorde
Alkins schouder. Alkins draak beet ondertussen in de andere draak zijn
staart. De 2 vlogen weer uitteen, het bloed gutste naar beneden. Alkin keek op,
de zon scheen langs de schimmen van strijdende mensen heen, recht naar hem. Hij
haalde energie uit de warmte, en uit de gedachte van zijn vrouw, zijn liefde. En
dan spoorde hij zijn draak aan en maakte een charge op de andere. Bloed spoot
in een straal door de ochtendlucht. Een draak en zijn ridder vielen naar
beneden, naar de wereld van de doden.
16-07-2010, 00:00 geschreven door Damilian 
|