HET DAMHERT (dama dama)
Benaming
Mannetje: het hert of de bok
Vrouwtje: hinde
Jong: hertenkalfje
1 jarig bokje: spitser
2 jarig bokje: knieper
1 jarig hinde: smaldier
Kenmerken
Een volwassen bok kan 70 tot 120kg wegen en heeft een schouderhoogte van 1m. De hinde heeft een gewicht van 50 tot 70kg en een schouderhoogte 75cm.
Een damhert kan tussen de 15 en 30 jaar worden.
Damherten komen in vele kleurenvariaties voor; wit (albino), lichtbruin-wit, lichtbruin, roodbruin, zwart. In de zomer zijn de stippen op de vacht duidelijk zichtbaar. De wintervacht van damherten is donkerder waardoor de stippen minder goed zichtbaar worden. Op de rug loopt een donkere streep die uitloopt tot de staart. De buik is geheel wit.
Voeding & huisvesting
Damherten eten vooral gras, hooi, strooi, bladeren, bieten en noten, fruit, gewassen. Ze knagen ook graag aan takken dus snoeiafval mag je ze gerust geven. Doordat Damherten erg slim zijn zullen zij geen giftige planten eten zoals taxus, rododendron, enz.
Een damhert heeft minstens een weide nodig van ± 500m². Er moet ook nog een schuilhok voorzien zijn zodat de dieren kunnen schuilen bij slecht weer en in de zomer maken ze er ook gebruik tegen felle zon en als het erg warm is.
Gedrag
Damherten zijn erg slim en nieuwsgierig. Een goede afsluiting van 2m is een must. Een damhert kan uit stilstand wel 2m hoog springen maar dit gebeurt enkel als ze in het nauw gedreven worden of opgejaagd worden. Ook moet de afsluiting goed aangespannen zijn zodat de herten niet onder de draad kruipen. Het is best dat je een korf of een draad rond jonge bomen zet omdat herten er anders aan zouden knagen.
Damherten kan je ook heel tam maken door gewenning. Win hun vertrouwen door dikwijls (bijna dagelijks) in de weide te gaan. Neem ook altijd wat eten mee en laat ze uit je hand eten. Dit is wel een kwestie van tijd en geduld want het blijft nog altijd 'wild'.
Voortplanting De paartijd van Damherten heet de bronsttijd. De bronsttijd begint eind oktober en duurt tot in november. De hals van de bok wordt dikker en de adamsappel is duidelijk zichtbaar. Het Hert brult en loopt achter een hinde aan. Het hert maakt ook kuilen die hij besprenkelt met urine om zijn territorium af te baken. In deze periode kan je best niet in de wei komen als het niet nodig is want dan ziet de bok je als een indringer en kan hij je aanvallen. Ga je toch in de weide, wees dan steeds op uw hoede! Na deze periode worden de bokken terug rustiger.
De draagtijd duurt 32-33 weken. De hinde werpt in juni 1 kalfje (soms 2 maar dit is zelden). Het hertenkalfje houdt zich de eerste week schuil. Het kalfje wordt wel gezoogd tot in de winter maar eet al na 1 à 2 maanden gewoon voedsel zoals de volwassen herten.
Het gewei Het gewei wordt ieder jaar begin mei afgeworpen en dan begint de groei van een nieuw gewei. Rond het gewei zit een huid die de bast genoemd wordt. Deze huid is voorzien van bloedvaten die de bouwstoffen aanvoeren zodat er een nieuw gewei kan groeien. Eind augustus is het gewei volgroeid en is het gevoelloos. Dan gaat de bok de bast afschuren (dit noemt vegen).
De bok zet in het voorjaar van zijn eerste levensjaar spitsen op vandaar dat hij spitser wordt genoemd. De volgende geweifase, knieper genaamd, heeft rozenstokken, oogtak, middentak, en meestal een vork als geweitop. De daarop volgende jaren volgt de verbreding van het gewei en ontstaat de schoffel. Op een lijftijd van ongeveer 7 à 8 jaar is het gewei volgroeit. Naarmate de bok ouder wordt gaat het gewei terugzetten.
|