Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Beoordeel dit blog
Persoonlijke blog van Ad van Gurp
Mijn leven
02-02-2008
De geboorte van Adje van Gurp
Op 2 februari 1960 zag ik het daglicht, zo rond de klok van 13.00uur als zoon van Helena Mol (1920) en Cornelis Jacobus van Gurp (1917) en als broer van Henk van Gurp (1955) en Elly van Gurp (1957). Ik was een magere baby die zijn voeding niet goed kon verdragen. Na een periode van aantobben moest ik volgens mijn moeder overschakelen naar zure voeding. Dat hielp mij er weer helemaal bovenop.
Ik was nogal een verlegen ventje toen ik zo jong was. Ik was eigenlijk geen hoogvlieger op school. Droomde veel en had meer zin in te spelen dan om de lessen te volgen. Zat vaak naar buiten te kijken om te zien wat door allemaal te doen was. Ik weet nog heel goed dat ik door mijn buurmeisje Sjanneke voor het eerst naar de kleuterschool gebracht werd. Ohhh wat was ik verdrietig. Mijn moeder was er niet bij en moest meteen van de juf (volgens mij een nonneke) sloffen aandoen wat ik helemaal niet wou. Maar volgens de verhalen van mijn ouders was ik toch al snel gewend. Ondanks dat ik een verlegen manneke was, kon ik thuis toch nogal mezelf goed uitleven. Want daar was ik een druktemakertje. Ik was de jongste van 3 kinderen. Bovenaan de lijst stond mijn broer Henk en daarna kwam mijn zus Elly. Mijn vader werkte vroeger op het seminarie Bovendonk en thuis had hij nog een klein boerderijtje met 4 koeien en varkens (voor de slacht) en zo'n 9000 kippen die hij opfokte voor de leg. Ik ben nog geboren in het oude huis. Ik ken dat niet, omdat we al snel verhuisden naar het nieuwe huis wat gebouwd werd op het erf. Het enige wat ik daar nog van heb zijn mooie aquarellen van dat oude huis. We hadden een groot erf waar we altijd konden spelen en ravotten met onze vriendjes en vriendinnetjes. We woonden zo'n 300 meter ver van de straat tussen de weilanden en akkers in en vond dat geweldig om daar te wonen. Vooraan aan de straat woonde een oom en tante. Hun kinderen kwamen vaak bij ons spelen. Vooral Petra en Dick kwamen regelmatig. Maar ik natuurlijk ook bij hun. Ik was nogal een pestertje voor mijn zus. Ik deed altijd van die rare dingen, zoals een muizenval in haar bed leggen, of een nestje jonge muizen. Later kwam dat allemaal nog goed! Met mijn broer had ik niet zo'n omgang. Die was bijna nooit thuis, want die zat altijd bij de voetbal. Mijn vader en moeder waren toffe lieve mensen. Die altijd voor iedereen klaarstonden. Waar ik ook veel kwam dat was de beste vriendin van mijn moeder en vader. Tante Riet noemde we haar, ook al was zij geen echte tante. Zo'n lieve vrouw hé!! Ze was getrouwd met Herman en hadden een dochter en een zoon: Marlies en Jef. Daar heb ik veeeeeeeel gelogeerd en gespeeld. Fantastische tijd heb ik daar gehad. Ze hadden een heel oud huis met veel kamertjes. Ik kan me het huis nog precies voorstellen hoe het was. Wat mij altijd opviel was het Mariabeeld met een lichtje erop dat altijd brandde. En de kamer waar opa altijd sliep.
In mijn jonge jaren waren er toch belangrijke personen die mij altijd zijn bijgebleven. Zo genoten we altijd als in de vakanties Tante Jannie en Ome Rinus kwamen. Zij kwamen uit Moerkapelle en verbleven altijd met een kleine caravan met voortentje op het erf. Mijn vader en moeder hadden die leren kennen van veel vroeger toen Ome Karel in Zuid Holland werkte. Deze twee mensen waren geen echte oom en tante, maar dat waren de liefste mensen die je maar kon bedenken. Daar hebben we heel veel mooie jaren mee gehad. En heeeeeel veeeel gelachen!!! Later kwamen ook hun kinderen Wil en Han met hun gezinnen op vakantie. Geweldige tijd toen! Een ander persoon was tante Nelly. Ook weer geen echte tante! Mijn vader en moeder hadden haar opgevangen en onderdak gegeven tijdens de watersnoodramp in 1953. Daarna is zij elk jaar bij ons op vakantie gekomen. Ze kwam uit Vlissingen en was een pittige tante. Geen gemakkelijke en we waren dan ook altijd weer blij (zeker mijn vader) dat ze weer vertrok. Met haar zaten we altijd voor de kachel liedjes te zingen.
Op de lage school (de St. Bernardusschool) kwam ik eerst bij Juffr. Annie in de klas. (zie foto)Dat was een pittige tante die goed de orde erin kon houden. Maar toch was dat mijn lievelingsjuff. Ik was daar stiekem een beetje verliefd op. Ik weet nog goed dat ik op een middag ziek was en mijn vinger omhoog stak omdat ik moest overgeven. Ik moest naar vorige komen en voordat ik iets kon zeggen spoog ik alles eruit over de grond en haar boekentas. In de vijfde klas had ik een leraar.... een hele speciale man. Daar kon ik het ook goed mee vinden. Ben die later in mijn leven nog eens tegengekomen op een plaats waar ik dat niet verwachtte. Zo ben ik eigenljik de lagere school een beetje doorgesukkeld. Een keertje blijven zitten, maar puur alleen omdat ik veel liever buiten speelde dan in die boeken te neuzen. Ik was vaak het mikpunt van pesterijen. was eigenlijk een beetje een "watje", een huilebalkje. Ik had weinig vriendjes (zeg maar geen) op de lagere school. Beetje een eenling omdat ik zo vaak gepest werd. Wat was ik uiteindelijk blij dat ik van de lagere school af ging. Ik ben daar nooit meer naar toe geweest. Ja, later wel toen mijn kinderen op diezelfde school zaten. En blij dat ik juffr. Annie weer zag. Ik mocht nu naar de MAVO. Koos natuurlijk een heel andere school uit dan waar feitelijk iedereen naar toe ging. De hellemonds MAVO was een school voor wat stoerdere kinderen en de Pius XII MAVO was eigenlijk eerst een meidenschool geweest. Voelde me denk ik beter om die rotjongens van de lagere school niet meer te ontmoeten. Mijn zus zat ook op de Pius XII (zij vertrok daar toen ik kwam).
Mijn zus ging met mij mee naar de school om de boeken, het lesrooster te halen en een aantal schriften en pennen te kopen. De eerste klas van de MAVO ging eigenlijk wel redelijk. Meester Verraas was onze klasleraar en gaf aardrijkskunde. Was was dat een saaie man voor een saai vak. In deze klas gebeurde er niet zo veel. Ik had geen vriendjes hier. De tweede klas kreeg ik Meester Struys. Dat was een jonge man die vaak heel etterig overkwam, maar op de een of andere manier kon ik daar toch wel goed mee om. Ik had nu ook meester Stoop voor wiskunde. Dat was een vreselijke vent zeg! Nu was wiskunde toch al niet mijn vak, en met hem was het helemaal een ramp. Mijn kleine beetje zelfvertrouwen ging door hem helemaal weg. Regelmatig werd ik geplaagd door hem omdat ik er weer eens niets van begreep. Op die school was er een non als hoofd. Zr. Machtildis, een lieveke van een non. als ik ooit eens straf had, dan kreeg ik altijd een koekje en limonade van haar. Ze was altijd vriendelijk. dat kon je niet zeggen van andere nonnen. Zr. .........., haar naam ben ik even vergeten was een echte kreng. Raar dat ik haar naam kwijt ben, want ik zou gezworen hebben dat ik haar nooit van mijn leven zou vergeten. Later is ze uit de congregatie gegaan en is ze getrouwd met de vader van een klasgenoot van mij. Die juf gaf natuurkunde.... ook geen gemakkelijk vak... pffff. Maar er waren er twee of drie die ik heel graag mocht. Juffr. van Gils (handenarbeid) en Meester Venhuizen (Frans) en Juffr. Descher (geschiedenis). Dat tweede jaar was geen succes. Ik bleef zitten. Had volgens mij voor alles een onvoldoende. Het jaar daarop leerde ik mijn vriend kennen: René. Dat was een hele toffe jongen. Hij had al een vriendinnetje waar hij later ook mee getrouwd is. Wij gingen in dat jaar naar London en dat was geweldig. We sliepen op dezelfde kamer. We hebben daar een geweldige tijd gehad. %%%FOTO1%%% René was een jongen met een ziekte waardoor hij geen afweer had. Dat was erfelijk bepaald. Hij was dan ook regelmatig ziek en moest vaak naar het ziekenhuis. Ik kwam ook regelmatig bij hem thuis. Zijn ouders waren hele vriendelijke mensen en ik was altijd welkom daar. In dat jaar begon ik mezelf ervan bewust te worden dat ik vaker naar de jongens zat te kijken dan naar de meisjes. Wilde daar verder nooit over praten en deed daar ook niks mee. Dat was mijn geheim en niemand mocht dat ooit weten. Zoals ik al eerder vertelde was ik een bleu manneke en een softie. Ik werd hier op school toch niet gepest. In dat jaar zijn René en ik in de redactie van de schoolkrant gegaan. We hadden toen veel te maken met meester Struys. In die tijd ben ik hem goed leren kennen en we zijn zelfs een paar keer bij hem thuis geweest. Hij was nu echt een toffe vent. Je kon er goed mee babbelen en de samenwerking om de schoolkrant te maken was heel goed. Ik maakte ook kruiswoordraadsels voor de schoolkrant.
In dat jaar ben ik gestopt met misdienaar te zijn. In Hoeven deed ik regelmatig de mis dienen op zondag. Er was een kapelaan waar ik goed mee overweg kon. Voor sommige godsdienstlessen had ik wel eens informatie nodig en dan ging ik 's avonds naar hem om dat te vragen. De allerlaatste keer dat ik daar kwam voelde ik me wel wat ongemakkelijk, want hij kwam heel dicht bij mij en streelde mij over de binnenkant van mijn benen. Ik heb me toen gehaast om daar weg te gaan. Met een kloppend hart kwam ik thuis. Ik heb daar in mijn jeugd nooit over gesproken. Thuis hielp ik vaak mee met het verzorgen van de dieren. Maar ook met de slacht. Als de hanen goed waren moesten ze geslacht worden. Ik hing de dode hanen op en vilde hen. Mijn vader deed altijd de ingewanden (bang dat er iets kostbaars werd weggegooid). Mijn moeder stond dan dagelijks aan de wasbak om die hanen schoon te maken. We hadden ook een grote akker om zelf groenten te verbouwen. Alles wat we aten kwam vers van het land. Ik herinner me in de zomermaanden de dagelijkse pel van erwten en tuinbonen. In de grote vakantie zaten we bijna dagelijks met de hele familie te pellen. En mijn moeder ging dat daarna allemaal koken en invriezen. Vaak kwamen er ooms en tantes en vrienden op bezoek en kregen altijd wel een portie mee. Wat waren mijn ouders toch fantastische mensen.
Ahhhhhhhh.... Zr. Clementine heette die vreselijke non. Later toen ze getrouwd was is ze veel vriendelijker geworden. De tweede klas ging verder vlotjes door. Op naar de derde!! In dat jaar begon ik liefdesbriefjes te schrijven aan een meisje in de klas. Diny heette ze. En al die briefjes verstopte ik onder de venstertegel van het raam in mijn slaapkamer, die los zat. Niemand wist waar ze lagen. Ik was verliefd op een meisje... maar bleef toch wat op afstand. Ik was er niet close mee. De derde klas weet ik niet meer zo goed. Wat me wel goed bij is gebleven is dat het broertje van Diny met een ongeval om het leven is gekomen. Ik kreeg het vak scheikunde erbij en daar bleek ik een kei in te zijn. Gelukkig had ik frans en wiskunde laten vallen. Dat was een enorme opluchting. Had ik gelukkig die Meester Stoop niet meer. Engels kreeg ik van een Juffr. Smith. Een warrige tante die er volgens mij zelf helemaal niets van begreep. De vierde klas was het examenjaar. Heel het jaar had ik goed gewerkt. Had voor mijn schoolonderzoeken wel redelijke punten, maar voor scheikunde had ik een 9 gemiddeld. Met het eindexamen haalde ik een 2 en had daardoor een schamele 5.5 op mijn eindrapport. Dat viel wel even tegen zeg! Na mijn diploma zijn René en ik ieder zijn eigen kant op gegaan. Hij ging naar de HAVO en later naar de lerarenopleiding en ik wilde de verpleging in.
In de zomervakantie die daarop volgde had ik een afspraakje met Diny. Ze ging in Zegge naar een disco-avond en ik ging met mijn brommer daar naar toe. Mijn vader en moeder waren trots dat hun zoon een afspraakje had met een meisje. Al met al vond ik het allemaal heel benauwd die avond, want ze hing echt aan mijn ljif. Probeerde mij te zoenen en oeffffff daar was ik niet aan toe. Ik ben toen ook maar snel naar huis gegaan. Verder daarna nooit geen contact meer gehad met Diny........
Na de Mavo ben ik gaan solliciteren in diverse ziekenhuizen. Nergens werd ik aangenomen, omdat men de toelatingseis had opgeschroefd van MAVO naar HAVO. Daar stond ik dan met al mijn wensen om de verpleging in te gaan. Om toch maar iets om handen te hebben ben ik gaan werken in de C-1000 supermarkt in Etten-Leur. Tof was het daar niet. Die eigenaren waren vreemde snoeshanen die altijd op mij aan het vitten waren. Of ik nu goed mijn best deed of niet, altijd hadden ze iets op te merken. Na 2 maanden ben ik dan ook ontslagen. Hevig gefrustreerd daaronder, maar op het arbeidsbureau konden ze mij geruststellen. Ze deden dat telkens na 2 maanden proeftijd. Zo konden ze de premie krijgen bij elke nieuwe werknemer. Slim bekeken, maar uiteindelijk liep dat niet zo goed af voor mij. %%%foto1%%% Een nicht van mij (Carla) werkte in een verpleeghuis Crabbehoff in Dordrecht en had mij aangeraden om daar eens te proberen. Dus ik mijn sollicitatie gestuurd en BINGO.... ik mocht de opleiding in februari 1979 tot ziekenverzorger gaan doen in de Hervormde Stichting Crabbehoff. Ik had verder geen vervoer, daarom moest ik intern gaan wonen. Er was een "verpleegstersflat" waar ik een kamer kon huren. De jongens apart van de meisjes, want dat was allemaal nog niet zo gewoon. Er was een huiskamer waar je 's avonds naar toe kon gaan om televisie te kijken of een spelletje te doen. Er waren gastvrouwen die dan de gehele avond daar waren om alles in goede banen te leiden. Een van die gastvrouwen was een vreselijke tang! Zij controleerde heel vaak de kamers in het geniep. In dat verpleeghuis het ik veel mensen leren kennen en het was daar heel tof!. Ik had een leuke groep waar ik mee omging. Namen die mij binnen schieten zijn: Ben, Riet, Ad, Greta, Elly, Lydia, Zr. Minck, Zr. de Wilde, Mevr. Brasker. Die laatste was de directrice van het verpleeghuis. Een hele aardige mevrouw, maar soms erg streng. Ik weet nog dat ik de Panorama en de Nieuwe Revu had gekocht. Die gastvrouw had dat gevonden op mijn kamer en ik moest de dag daarna meteen op het matje komen bij Brasker. Ze vertelde dat ze erg teleurgesteld was in mij en geshockeerd omdat ik die tijdschriften op mijn kamer had. Dat was verboden leesvoer. Ik mocht toen een week lang niet uit gaan. Toch was het een hele fijne tijd daar... Na een jaar ben ik samen met Ben en Ad in een huis gaan wonen in de stad. In een wijk die vol zat met Marokkanen en Turken. En die waren schijnbaar niet blij met onze komst. In dat huis hebben we het vreselijk gezellig gehad. Tijdens Nieuwjaar ben ik mijn kunstgebitje verloren. Ik was zo dronken dat ik op een gegeven moment moest overgeven en toen ik terugkwam had ik plotseling mijn plaatje niet meer in mijn mond. Wacht riep Riet naar mij.... ik zal een vork pakken en dn proberen we hetr nog uit de pot te krijgen. Ik liep met mijn dronken kop naar de toilet toe en constateerde dat ik niet had doorgetrokken. Dus was mijn reactie: doortrekken!!!!! En weg was mijn gebitje. De volgende dag moesten we allemaal werken. Maar was nog zo zat als een orgel. Ik heb een patiënt gewassen en ben in zijn be gekropen.
In het jaar daarop (1980) ben ik samen met Ben naar Rhodos gewest op vakantie. Mijn eerste vakantie!! wehadden een 3 sterren hotelletje geboekt wat achteraf ver van Rhodos stad gelegen was. We kwamen daar aan en er bleek een overboeking te zijn. We zeiden al tegen elkaar: dat moest moet ons weer overkomen!!! Maar in plaats van dat miezerige hotelletje kregen we een superdeluxe Hotel vlakbij de stad en pal aan het strand. Zonder bijbetaling hebben we daar een week verbleven.
Ben was een jongen van indonesische afkomst en was al erg donker van zichzelf, maar wilde toch persé gaan zonnen om nog donkerder te worden. Hier in Rhodos heb ik toch wel een ervaring meegemaakt met Ben. We hadden een kamer met 2 eenpersoonsbedden en zo gingen we 's avonds na het stappen slapen. Na een half uurtje kwam Ben bij mij in bed liggen en begon mij te strelen. Ik bleef eigenlijk ongeroerd liggen, wilde heel graag maar durfde helemaal niet. Mijn God, wat wilde ik graag!!! Iets in mij hield mij tegen. Angst voor het onbekende? Angst om voor mijn ware identiteit uit te komen? Angst hoe mijn vader en moeder erop zouden reageren? Angst voor mijn omgeving in mijn dorp Hoeven? Ik denk zelf van een combinatie van al die factoren. Toen we weer thuis waren lagen we 's nachts weer in hetzelfde bed. En weer die seksuele spanning tussen ons. Als ik toen had doorgezet, was mijn leven totaal anders gelopen. In plaats daarvan ging ik een weddenschap aan voor een pakje sigaretten wie het eerste verkering zou hebben met een meisje? Ik had al iemand in gedachten die een oogje op mij had. Ina was haar naam. En ja hoor.... binnen een week had ik een date met haar. We ging naar de film Caligula..... Ina lag de hele tijd te slapen en ik had de tijd van mijn leven. Die avond gaven we elkaar de eerste kus. In december 1980 begon ik ziek te worden. Veel pijn in mijn buik.... overgeven. Een aantal onderzoeken volgenden en al gauw bleek dat ik galstenen had. Nog nooit gezien bij een jongeman van 20 jaar. Ik ben toen in het Franciscusziekenhuis in Roosendaal geopereerd. Ina kwam daar ook op bezoek en ik weet nog dat tante Nel haar naar het stastion heeft gebracht om terug te gaan naar Dordrecht. Het jaar daarop ben ik geslaagd voor mijn excamen en kreegi k mijn diploma. In '81 ben ik voor de eerste keer met Ina op bezoek geweest bij haar ouders om kennis te maken. Ik was doodnerveus en ik kwam daar binnen in een chaotisch gezin die allemaal naar elkaar riepen, de ene nog harder dan de andere, maar zonder naar elkaar te luisteren. Vreselijke ervaring was dat. Toen we 's middags ging eten, viel iedereen na het bidden op het eten af, en echt aanvallen hé!!!! Er was geen vlees meer over toen ik uiteindelijk aan de beurt was. Sorry was het antwoord, je moet er hier altijd snel bij zijn anders heb je niks. Ik heb toen alleen wat aardappelen en groente gegeten. Zelf dat smaakte niet. Mijn moeder was een kookkunst op zich, maar wat ik daar at, bah..... Ik probeerde elk volgend bezoek zo vaak mogelijk uit te stellen. En je kon niemand verstaan. Iedereen praatte plat Limburgs en hadden zeker niet de neiging om zich voor mij verstaanbaar te maken. Pffffffffff In februari 1982 moest ik in Militaire Dienst. Dat was toen nog verplicht!.
In februari 1982 moest ik in militaire dienst. Voor 18 maanden in dat rotleger. Ik had geprobeerd om in de medische afdeling daar te komen maar dat lukte natuurlijk niet. Slagers, boeren en weet ik allemaal konden daar geraken maar ik met mijn diploma van ziekenverzorger natuurlijk niet. In Veldhoven moest ik opkomen om opleiding te volgen tot tankchauffeur (M577). Je moest dan in zo'n simulator zitten en dan kon je een beetje spelen. Buiten kreeg je les in het onderhoud van de tank. Dat interesseerde mij dus helemaal niets. Er waren wel 3 punten om olie te verversen, hoe kon je dat nu allemaal onthouden? regelmatig dat ik weer iets vergat en dan stond die tank zonder olie en dus weer in de reparatieplaats. Ik heb met de aalmoezenier nog een afspraak gemaakt om gewetensbezwaarde te zijn, maar dat heeft allemaal geen enkele zin. Ik moest gewoon blijven waar ik was en basta. Al dat militaire gedoe werkte serieus op mijn zenuwen. Al die blafbekken die dachten dat je wel klein te krijgen was. Ze probeerden je te vernederen waar de hele groep bijstond. Als je denkt dat je daar man wordt, dan heb je het zker mis. Waarschijnlijk dat die sergeanten en kapiteins allemaal thuis onder plak zaten of misschien hadden wel een klein pietje om daar de grote piet uit te hangen. Na mijn opleiding in Veldhoven werd ik naar Harderwijk gestuurd. Ik kreeg een radiotelefonie-opleiding. Dat was wel geestig. De hele dag met zo'n bakkie rondlopen. Ik heb daar 1 keer op mijn donder gehad omdat ik op de frequentie zat van Hilversum drie. In die kazerne was een jongen die constant naar mij aan het kijken was. Hij probeerde mij soms een beetje te versieren, maakte soms wat bewegingen met de mond om mijn aandacht te trekken. Maar ik had verkering..... in de waan dat ik weer "normaal" geworden was. Uiteindelijk werd ik gekozen om naar Duitsland te gaan. Maar mijn vader kwam in het ziekenhuis terecht. Hij had op het groot Seminarie in Hoeven, waar hij werkte, een ongeluk gehad. Zijn hiel was eraf gemaaid. Ik heb oen geprobeerd om toch in Nederland te blijven, omdat mijn moeder hulp nodig had op de boerderij. Dat lukt en ik werd overgeplaats naar Oirschot zodat ik elke dag naar huis kon gaan. In die kazerne zat ik bij het onderdeel infanterie. Wat ik nog weet van die tijd is dat we heel veel sport kregen, met name voetbal. En voetbal was nou net de sport waar ik geen bal om gaf. Ik liep altijd de andere kant op dan waar de bal ging. Ik was in ieder geval blij dat het gedaan was. Om nooooooooooooit meer terug te keren!!!!!! %%%FOTO1%%%
Na de militaire dienst ging ik weer terug werken in het verpleeghuis Crabbehoff in Dordrecht. Dat was weer even een enorme omschakeling. Van de grove militairistische omgeving terug in de softe omgeving van de gezondheidszorg. Het werken als Katholiek in een Hervormde Stichting was niet altijd even gemakkelijk. Je werd daar toch altijd beschouwd als "maar" Katholiek. In het jaar 1982 gingen we met een groep patiënten op vakantie in IJmuiden. Een geselecteerde groep van verzorg(st)ers ging mee om te helpen tijdens deze week. Ik had inmiddels mijn eerste auto (gele Toyota, overgekocht van mijn broer) en we reden achter de bus met patiënten aan naar IJmuiden. Na ons helemaal geïnstalleerd te hebben zijn we dus aan die week begonnen. Zr. Minck was erbij als hoofdzuster en verder nog Lydia en Ina..... verder weet ik niet meer zo goed wie erbij waren. Het was een hele drukke week, maar ook heel mooi. Je leert anderen kennen op een heel andere manier. Op de dinsdag moesten we een scetch houden met een aantal groepen. En Lydia, Ina en ik hadden gekozen voor een ludieke voordracht over de Heer. Als we nu iets niet hadden moeten doen, dan was dát het wel. In een publiek met Hervormde inslag moet je geen scetch houden over de Heiland. Iedereen was laaiend op ons. De sfeer was helemaal verpest op dat moment. Maar ja.... wij als onschuldige creaturen beseften dat toen nog niet. De rest van de week was het toch nog gezellig. In die week hdden we een middagje vrij en zijn met een kleine groep naar amsterdam geweest. We hadden de auto ergens geparkeerd en moesten nog een lang eind lopen naar het centrum. In een steeg kwamen we voor een bar lopen waar allemaal zware mannen buiten stonden met grote kettingen over hun hele lijf en dat was als dorpsmanneke toch wel beangstigend. In het centrum bij de dam kwam er ineens een zwarte man achter ons lopen en zei tegen ons.... hashjes.... ik zei tegen iedereen..... lopen!!!!! Ik geloof dat we meteen terug zijn gelopen naar de auto om Amsterdam de rug toe te keren.
De verkering met Ina ging allemaal verder en verder zonder al te veel ups en downs. We zijn in '82 naar Oostenrijk geweest. Onze eerste vakantie samen. Begin 1983 ben ik vertrokken uit het verpleeghuis om de opleiding te doen tot A- verpleegkundige in het Laurensziekenhuis in Breda.
In februari 1983 begon aan de opleiding voor a-verpleegkundige in het Laurensziekenhuis in Breda. Ik begon in een voor mij heel bekende afdeling Neurologie / Psychiatrie. In het verpleeghuis lag het vol met patiënten die halfzijdig verlamd waren. Dus voelde ik mij hier als een vis in het water. Er was een hele toffe gemotiveerde ploeg om mee te werken en het ging dan ook allemaal erg voorspoedig. Wat ik mij erg goed herinnerde was een jongenman met psychische problemen die op een gegeven moment volgens mij in een identiteitscrisis zat. Op die bewuste morgen was hij de zusterspost ingelopen en en hij had het heel erg moeilijk. Hij had een vriendin en hij begon tegen die verpleegkundige te vertellen dat hij het erg moeilijk had. Dat hij een grote dikke lul in zijn mond wilde en allemaal van dat soort dingen. Op dat moment begon ik voor mijzelf wat paniekerig te worden, want hij verwoordde precies wat ik namelijk ook voelde. Ik had ook een vriendin, maar had eigenlijk liever een vriend gehad. Ik heb daar nog heel lang aan moeten denken. Mijn seksuele voorkeur voor mannen begon eigenlijk steeds meer naar voren te komen in mijn hoofd. Alleen in mijn hoofd, want verder durfde ik niet gaan dan alleen maar erover te denken. Na deze afdeling werd ik overgeplaatsat naar afd Cardiologie / Pulmonologie. Ook dezer afdeling was heel tof. Fijn team en een hele goed adelingshoofd. Ik weet nog goed dat er een internist binnenkwam (Stijnen) die in de zusterspost riep: Welke idioot gaat er met mij visite lopen. Hij stond meteen op en schopte die internist tegen de schenen en zei tegen hem.... en nou van de afdeling af. zo spreek je niet tegen mijn personeel. Ik vond dat heel ferm. Wat mij opviel was dat er diverse artsen bij waren die echt verschrikkelijk bot waren tegen patiënten en verpleegkundigen. Ik had daar eigenlijk wel een beetje schrik van. Iedereen liep als een slaafje achter die mannen aan en die konden het zich nogal permiteren. daarna ging ik naar Orthopedie / Oogheelkunde. Ook een hele toffe afdeling met leuk personeel. Aardig artsen op 1 na, dat was mijnheer Bullebak himself. Dr. Smithuis was een arts die beangstigend overkwam. Had van die ongelooflijk grote wenkbrouwen die een uitstraling gaven waar veel mensen van schrokken. In de tussenliggende tijd was het al weer 1984 en Ina en ik gingen weer naar Oostenrijk. Naar het dorpje Aschau im Zillertal. Daar hebben we ons verloofd. Bovenop de Rosenalm. We hadden een leuke vakantie. Na de vakantie gingen we naar haar familie in het Limburgse America. Natuurlijk om het goede nieuws te vertellen. Iedereen was blij en opgetogen. Ik begon mij steeds meer te verdringen dat ik andere gevoelens had. Ik ging helemaal op deze relatie en hoefde voor mezelf weinig zorgen te maken over mijn 'anders' zijn. Life goes on. Wat mij wel is bijgebleven in die periode is dat we in de zomer een keer naar de Peel zijn gegaan om daar te wandelen. We kregen toen ruzie en Ina is met de auto teruggereden naar haar tante Ria. Ik heb kilometers gelopen om daar te geraken. Ik was kwaad op haar en heb een dag niets tegen haar gezegd. Na de afdeling Orthopedie ben ik naar de afdeling Rheumatologie gegaan. dat was geen leuke afdeling. Dat afdelingshoofd was eenervelende vent die altijd met zijn horloge klaarstond om op de minuut af ons van de koffie te halen. De categorie patiëten lag mij ook niet zo erg. Hierna kwam de kinderafdeling. Een afdeling die in een slecht daglicht stond vanwege een tweetal gynaecologen die ontslagen waren. Weinig geboortes op de kraamafdeling leidde automatisch tot weinig kindjes op de kinderafdeling. Het hoofd was een vrouw die er weinig van bakte. Het was aan de ene kant wel een leuk team, maar aan de andere kant leerde je er niet veel. Voor mij was dit eigenlijk niet zo'n leervolle afdeling. Op die afdeling lag een schrift met leuke anekdotes van de kindjes. Ik kan me nog herinneren dat er in stond: "Een kindje was geopereerd aan zijn piemeltje en de dokter kwam visite lopen. Hij zei tegen dat jongetje: hoe is het met je piemeltje? Goed zei dat jongetje.... en met de jouwe?" Keigaaf toch!!! In 1985 zijn we getrouwd op 22 juni. Die dag zal ik nooit vergeten. 's Morgens vroeg opstaan, want wij moesten met de hele familie van Hoeven naar America. Tante Ria had de bruidsjurk gemaakt van Ina en ik had een net blauw trouwpak We zijn toen naar Horst in de gemeentezaal getrouwd en later nog voor de kerk getrouwd in America. Het feest werd gegeven in een hele mooie zaal van een restaurant. Ze waren daar op dat moment bezig met een bruidssuite, maar die was nog niet af. Die tijd dat we daar waren hield ik mij alleen bezig met de eigen familie. Ik voelde mij toch niet zo op mijn gemak met haar familie. De huwelijksnacht hebben we doorgebracht bij een vriendin van haar. Die dag was het heeeeeeel slecht weer. Was dat een voorbode????? Na de kinderafdeling ging ik naar de kraamafdeling. De stomste afdeling van allemaal. Daar maakten ze fouten!!! Er werkten daar een paar onnozele mensen die alles verpestte. Ik heb daar voor het eerst in mijn opleiding een slechte beoordeling gehad. Ik had zoveel commentaar op de gang van zaken daar, waar ze niet echt blij mee waren. Deze afdeling moest ik maar snel vergeten. De zwangere vrouwen vond ik allemaal zeer egoistisch. Geen fijne afldeling. Hierna ging ik naar de afdeling Interne geneeskunde. Mijn laatste afdeling voordat ik zou afstuderen. En dit was helemaal mijn ding. Op geen enkele afdeling heb ik zoveel geleerd als hier. Ik had een grote affiniteit met kankerpatiënten. Dat was hetgeen wat ik later zou willen doen. Mijn zus Elly had dat ook gedaan, zich gespecialiseerd in oncologie. En nu zag ik wat ik die patiënten kon geven. Zo ziek als de mensen waren, altijd toch weer de blijdschap dat ik iets voor hun heb kunnen betekenen. Al was het maar een luisterend oor, al was het maar een koud washandje op het voorhoofd leggen. Deze afdeling heeft mij het meest tot verpleegkundige gevormd. In 1986 heb ik mijn diploma behaald en ben op die afdeling voor vast gaan werken. Geestelijk gezien ging het met mij wat minder. Het huwelijk bleek toch niet zo te zijn wat ik had gehoopt. Elke maand was het weer afzien tijdens haar rode periode. Ze was dan altijd extreem dwars, chagerijnig en onhandelbaar. In die periode ben ik wel eens naar mijn ouders gegaan en gezegd dat ik het niet meer zag zitten met haar. Toen begon in mij weer mijn gevoelens voor mannen sterker te worden. Ik denk meer doordat zij zo'n lastige tante was, dat bij mij alles weer begon te veranderen. Ik vereerde George Michael en was er van overtuigd dat hij ook homo was. Ondanks toen zijn ontkenningen. Ik was er zeker van!!!! Na regelmatig ups en steeds meer downs kon ik mij niet meer inhouden en zocht toen eigenlijk een zekerheid. Was ik wel homo? Als ik in mijn fantasie sex had met een man kon ik daar erg opgewonden over raken, maar daarna ontstond er altijd een walging van mezelf. Ik moest zekerheid hebben.... ik wilde weten of die gevoelens nu echt waren of niet. Soms ging ik na het werk wel eens naar een sexshop in de stad. Ik keek dan altijd naar een homofilm maar was altijd doodsbenauwd dat er iemand naast mij kwam zitten. Met een groot schuldgevoel achteraf ging ik dan altijd weer naar huis. Ik mocht er niet aan denken. Ik kan het niet zeggen. Dit zou altijd mijn geheim blijven.
Na mijn diplomering ben ik dus vast op de interne afdeling gaan werken. Al vrij snel kwam het afdelingshoofd naar mij om te vragen of ik mij wilde specialiseren in Diabetes Mellitus. Maar ik had al te kennen gegeven dat ik liever oncologie wilde doen. Na veel aandringen en niemand anders die de opleiding wilde volgen, ben ik uiteindelijk in januari 1987 de allereerste opleiding gaan volgen. Ik had geen enkel idee wat nu een diabetesverpleegkundige was. Kon mij niet voorstellen dat ik hier iets mee kon, maar het leek mijn wel nuttig om daarover meer te weten. In de opleiding kreeg je daar niet zo veel over. Na 4 maanden was ik dus diabetesverpleegkundige en had in de stage heel veel geleerd in ziekenhuizen waar er al zo'n pleeg bestond. Totaal verdwaasd hoe patiënten in andere ziekenhuizen werden behandeld ten opzicht van het ziekenhuis waar ik toen werkte. Toen is bij mij het vuur aangewakkerd om hier iets mee te gaan doen. Eigenlijk is het een passie geworden. Ik ben toen in de jaren daarna steeds minder op de afdeling gaan werken en steeds meer poliklinisch. Heb in mijn eentje een diabetespoli opgebouwd en dat liep eigenlijk heel goed. Dit was mijn vak!!!!! Ik heb dit uiteindelijk 21 jaar gedaan met heel veel overtuiging en mag best van mezelf zeggen (zonder een dikke nek te krijgen) dat ik daar goed in was. De jaren gingen verder en ook in het getrouwde leven was het eigenlijk allemaal hetzelfde. De nodige ups en downs. Een sleur! De regelmatige uitstapjes naar de schoonfamilie waren nooit tof. Of het nu was dat ze als Limburgers mij niet echt accepteerden? Ik weet het niet..... er bleef altijd een afstand tussen hen en mij. We zijn eigenlijk nooit close geweest. Ik ging in die tijd steeds vaker na het werk naar een homofilm kijken in een sekswinkel op de Haagdijk in Breda, niet voor de seks maar om een film te zien. Mijn gevoel voor mannen werd eigenlijk steeds heviger. Iets wat ik vanaf mijn 14de al wist maar nooit aan durfde toe te geven en het lef niet had om daar voor uit te komen. Ik was een grote fan van George Michael. In die periode is er een liedje uitgekomen waar ik helemaal mee kon wegdromen. Dat liedje gaf mij een "heimwee-gevoel" naar wat ik eigenlijk wilde met mijn gevoelens, naar wat ik miste. Soms trok ik mij terug op de slaapkamer om te huilen. Ik voelde mij soms heel ongelukkig. Vanaf het begin van het trouwen gingen we altijd op vakantie met vrienden Annet en Kees. We zijn in die jaren naar Joegoeslavië, Tunesië en Italië geweest. Elke woensdagavond hadden Kees en ik een scrabble-avond. Daar keek ik altijd erg naar uit. De enige avond met ontspanning. we speelden voor geld en van dat geld gingen we weer eens met zijn allen op vakantie of eten. In 1989-1990 begon een beetje de kinderwens naar boven te komen. Ik heb echter altijd een grote kinderwens gehad, ook al voelde ik mij homoseksueel. Ik heb daar niet voor gekozen om de leegte in het huwelijk mee op te vullen, maar dat was een hele bewuste en serene keuze. Het lukte echter niet en trokken beide naar de gynaecoloog. Zij was eigenlijk wat "mannelijk" (geen/weinig borsten, snor, harige armen en benen etc.) en waarschijnlijk dat het door een tekort aan hormonen zou komen. Ze kreeg dus hormonen toegediend wat al snel leidde tot een zwangerschap..... en verrassend een tweeling!!! Alles leek zich nu te focussen op de zwangerschap dacht er niet meer dagelijks aan dat ik andersgeaard was. De periodiek lastige Ina werd nu een regelmatig lastige Ina. Ik weet nog een keer dat zij kwaad was op mij (wanneer niet....) en dagen niet tegen mij heeft gesproken. Echt een lastig portret was dat. Het zal wel aan de hormonen gelegen hebben om het toch maar een oorzaak te geven. Alles werd in orde gebracht om de baby's te verwelkomen.
De geboorte van Bas en Rob...... een ander leven.......
15-03-1991
Het was vroeg in de ochtend om 6.00 uur dat Ina pijn begon te krijgen in de borst. Ze had verder geen harde buik, geen weeën. We waren daar toch erg bezorgd om, want het was gewoon geen bekend verschijnsel. De huisarts gebeld, maar die kon pas komen op het moment dat zij zelf haar kinderen naar school had gebracht. Uiteindelijk om 8.45 uur was ze er dan eindelijk. Ze concludeerde dat het spierpijn was die naar de borst toe trok. Ze wilde een zalfje voorschrijven maar zei meteen tegen haar dat het onmogelijk spierpijn kon zijn. Ik zei dat ze maar beter weg kon gaan en dat ik de gynaecoloog wel zou gaan bellen. Dus ik de gynaecoloog dr. Berger gebeld en we moesten meteen naar het ziekenhuis komen op de andere locatie. We kwamen voor de eerste keer bij dr. Gietelink en er werd meteen een echo gemaakt en hij vertelde dat de kinderen het goed maakten. Ina werd voor alle zekerheid toch maar opgenomen in het ziekenhuis ter observatie. Boven aangekomen, bekeek de gynaecoloog haar en zei tegen ons........ nee ik vertrouw het niet. Ik ga zo snel mogelijk een sectio doen. De kinderen waren nu nog levendig op de echo en hij durfde geen risico te nemen. Ze zouden dan 5 weken vroeger geboren worden, maar beter dat dan een risico te nemen. Een beetje overdonderd over deze snelle beslissing ging ze naar de o.k. Gelukkig mocht ik mee, niet binnen de o.k. maar stond buiten aan het raam te kijken. Even later werd eerst Bas en daarna Rob geboren. Ze werden meteen overgedragen aan dr. Jacobs, de kinderarts. Met die arts werkte ik samen met de kinderdiabeetjes. Zo klein, zo tenger, zo fragiel...... durfde ze bijna niet aan te raken. Ik vroeg aan de arts of ik ze mocht aanraken en hij zei... natuurlijk, ze breken niet hoor! Ze waren 5 weken te vroeg geboren, dus moesten ze meteen in de couveuze. Ik was ineens vader geworden..... wat een beleving. Ik werkte in datzelfde ziekenhuis en ging iedereen vertellen wat mij zojuist was overkomen. Papa geworden van 2 gezonde jongens. Bas was 2435 gram en Rob was 2170 gram. Even later werd ik bij dr. Gietelink geroepen. Hij vertelde dat we juist op tijd waren geweest, want ze had een solutio placenta en zat alleen nog met de rand vast in de baarmoeder. Het zou geen half uur langer geduurd moeten hebben of ze waren er niet meer geweest. Van deze mededeling schrok ik toch wel, dat sloeg in als een bom. Je realiseerde je toen dat het ook afgelopen had kunnen zijn. En dat allemaal door die stomme huisarts waar we zolang op hadden moeten wachten. Ina werd na de uitslaapkamer naar de kinderafdeling gebracht en kreeg de kindjes meteen in de armen. De eerste reactie was... ja dit zijn mijn kindjes. Ik vond het raar dat ze dat zo zei. Ina ging terug naar de afdeling om haar roes uit te slapen en ik ging mijn pa en ma bellen en natuurlijk mijn zus. Die waren allemaal heel blij. Haar familie werd verwittigd en haar moeder kwam al op bezoek die dag samen met haar zus Lilly. Die dag leef je gewoon in een roes. De babyafdeling was een hele toffe afdeling. Ik ken nog veel plegen waar ik mee had samengewerkt. Rob was nog verder afgevallen tot 1900 gram en Bas was tot 2200 gram afgevallen. Bleek allemaal normaal te zijn. Na 3 weken mochten de baby's naar huis.
Thuis aangekomen brachten we de kids meteen naar boven in hun bedje na eerst kennisgemaakt te hebben met onze hond Noesj. Dat was een schat van een hond, een loebes. Toen wij met de kids boven waren aangekomen, sprong hij meteen de wieg in bij onze Rob. Bovenop dat klein frummelke. We hebben nooit problemen gehad met de Noesj en de kinderen. De weken die daarop volgede waren heel druk. Ze hadden 8 voedingen nodig. De laatste was om 24 uur en de eerste weer om 6 uur. Veel familie en vrienden over de vloer gehad. Het was een toffe tijd. Naar mate dat ze voller werden in het gezicht, begonnen ze steeds meer op elkaar te lijken. we moesten met kleuren vaak aangeven wie welk kind was. Een vriendin (Lia) heeft toen nog zwart/wit foto's gemaakt. Daar kon je al helemaal geen verschil meer ontdekken. Iedereen had het dan ook telkens mis. Na een tijdje kwam een vriendin van Ina uit Limburg met haar man op bezoek. Zij hadden 1 kind en ik weet nog dat we vroegen of ze Bas en Rob wilde vasthouden waarop die man zei: nee, kinderen van een ander boeien mij niet. Ik was daar zo van onder de indruk. Wat een lompe manier van zeggen. Het waren mensen die wel niet het licht hadden uitgevonden, maar zoiets zeg je toch niet! Alles ging verder voorspoedig met de kindertjes.
de jongens..... het huwelijk......het werk..... de werkdruk.......
Al vrij snel na de thuiskomst van de kinderen werden er plannen gemaakt voor de doop. We hadden gevraagd aan mijn zus Elly en haar man Ed om Peter en Meter te willen zijn van Bas en we hadden gevraagd aan de broer en zus van Ina om Peter en Meter te willen zijn van Rob. Iedereen stemde daar mee in. Alles werd geregeld voor de doop. Hier een foto met mijn vader en moeder (rechts) en de kinders in hun doopkostuum. Links is de moeder van Ina. Ik had de doopdienst zelf samengesteld en de boekjes gemaakt.
Het leven ging zo verder zijn gangetje. We waren druk met de kinderen. Slapen deden ze echter niet goed..... dat was eiugenlijk het meest vermoeiende. Ina ging al vrij snel weer werken. Hoewel ze daarvoor had beslist om thuis te blijven om voor de kinderen te zorgen, zag ze dit na een aantal maanden niet meer zitten. Ze wilde niet continue met de kinderen bezig zijn. Daar had ze geen zin in. Daarom had ze gesolliciteerd bij de broeder in Oudenbosch. Ze kon daar avonddiensten en nachtdiensten draaien. En dan was ik thuis voor de kinderen.
Ik werkte nog in het Laurensziekenhuis in Breda. Hier was de fusie met het Diaconessenziekenhuis volop aan de gang. Het Laurens zou dicht gaan en het Diaconessenziekenhuis werd compleet verbouwd met nieuwbouw erbij. In de tussenliggende tijd hadden de internisten ook gehoord dat ik in het Laurens werkte als DVK en zij wilde dat ik mijn tijd ging verdelen tussen de 2 ziekenhuizen. Dat was wel een hele drukke periode want ineens moest ik mijn fulltime job gaan verdelen over 2 locaties. Dat was gewoon niet meer bij te houden. Ineens had ik te maken maken met dubbel zoveel internisten, gynaecologen en kinderartsen die aan mijn jas trokken. Het kwam dan ook heel regelmatig voor dat ik na de patiëntenconsultaties tot 20 uur bezig was om mijn administratie te doen. Dat ging alleen maar op de dagen dat Ina geen avonddienst had, want dan moest ik thuis zijn voor de kinderen. In die tijd ben ik gaan lobbyen voor meer personeel. Er kwam een andere directeur in het zieken: Dr. de Nobel, een diabetoloog uit Nijmegen die al boeken had geschreven over insulinepomp therapie. Ik was helemaal in mijn nopjes. Nu gingen er verandering komen, iemand die uit het veld komt die weet immers hoe belangrijk het is om een goede diabetespoli te hebben. Om een diabetoloog te hebben! Maar helaas, na een maand werd ik bij hem geroepen voor een kennismakingsgesprek en daar gaf hij in de eerste minuut al aan dat de prioriteit voor hem niet bij de diabetes lag. Ik stond helemaal verteld van zijn betoog en vroeg aan hem.... waarom heeft U zich dan meer dan 15 jaar ingezet voor de diabetes in Nijmegen? daar gaf hij weinig antwoord op maar stelde meteen vast dat als er budgetaire problemen waren, de DVK als eerste zou worden afgeschaft. Oeps, wat een ontnuchterend gesprek was dat. De internisten waar ik mee samenwerkte waren over het algemeen oude mannen die allemaal niets moesten hebben van nieuwe behandelmethoden. Dr. Horák, was een hele aardige lieve man die op het gebied van de diabetes er het minst van bakte. Hij was feitelijk blij dat hij mensen al "goed" ingesteld kon krijgen zo rond de 15 mmol/l en was tevreden met een HbA1c van 9. Het was soms heel frustrerend dat jonge mensen daar onder behandeling waren, want iedereen kreeg na verloop van 6-7 jaar complicaties. Begin mensen maar eens te motiveren voor beter ingesteld te krijgen. Pffffffffff. Dr. Ottenhoff was van hetzelfde laken een pak. Ook hij had oude methodes, maar was zich er toch wel van bewust dat hij beter de mense moest instellen. er vooruitstrevend was hij echter niet. Hield niet van inspraak door mij, maar nam het na een paar weken altijd wel over en kwam dat dan vertellen alsof hij het wiel had uitgevonden. Dr. Stijnen...... tja wat kun je zeggen van hem. Hij was geniaal, maar te lomp voor patiënten en personeel. Kafferde de mensen uit en die waren dan ook allemaal bang van hem en durfde niks te vragen. Ik had de diabeten geleerd om een briefje te maken, zodat ze van schrik niet alles terstond zouden vergeten wat zij wilde vragen. Hij pakte die briefjes gewoon af en scheurde dat kapot met de mededeling.... daar beginnen we niet aan... ik stel de vragen, niet u. Dr. Hoskam, was een aardige man die heel goed zijn best deed op het gebied van de diabetes. Was secuur en vol interesse met dat vak bezig. Vond mijn input ook belangrijk in de overweging om de juiste therapie te starten. Dr. Peeters, een oude madam die tegen haar pensioen aan zat. Pittige tante die je van verre al kon horen aankomen met haar schrille harde stem. Was wel een van de betere artsen op het gebied van de diabetes. Dr. van Gent, pfffffff ja wat was dat eigenlijk. Een vrouw waar je voor moest uitkijken. Had de ene dag haar muts zo staan en de andere dag weer anders. Moeilijke tante. Vond de diabetespoli maar een makkie, aangezien dat zij vond dat diabeten over het algemeen toch maar het verstand hadden van een kip. Over mijn periode in dat ziekenhuis kan ik een boek schrijven. Ook met heel schrijnende dingen. Ik heb me vaak verzet tegen hun, omdat ik het niet rechtvaardig vond hoe de diabeten behandeld werden. Zeker na een periode van bijscholingen waar je weer eens op de feiten werd gedrukt hoe het allemaal moest. Dat was altijd heel frustrerend. Op een gegeven moment was bij mij de maat vol, had een wachtlijst van 8 weken voor nieuwe patiënten. Ik kreeg uiteindelijk er iemand bij voor 50%. Het was de vrouw van de kinderarts. Zij had al bij mij stage gelopen en dat werkte heel goed. Zij ging met name de kinderen begeleiden.