Station. Trein in
Genua naar luchthaven in Milaan.
Winterslaap van een
paar uur. Het bezoek is voorbij, noem het afgewerkt, in de nieuwere taal:
gechild. En straks, morgenochtend, het eigen nest. Huizen zijn blokkendozen, of
blokkendozen zijn gemaakt nà de aard van de gebouwen. Of naar de aard van die
gebouwen die het best passen in een blokkendoos-doos. Ik weet het niet.Kwestie van lagen die ruimtes doen ontstaan,
méér dan de rechthoekige poorten aan de straatkant doen vermoeden.Het experiment van een boog is even
belangrijk als de uitvinding van het wiel. En achteraf zò eenvoudig.
Vliegen heeft met de
wind te maken. Welke houding neem je aan om in de lucht te blijven en daarin te
bewegen? (kan je in de lucht zijn als lucht eigenlijk ontastbaar is? Kan je
in iets zijn dat niets is, niets anders dan een woord, bedoel ik? Kan je in een
woord zijn?). Een houding ligt aan de basis van alle conflicten. Liefde is een
conflict met jezelf. En jij net als ik we zijn uniek en willen dat vooral
blijven.
Alles is overal
hetzelfde. Hoe we reageren heeft te maken met een context. We reageren allemaal
gelijk in de identieke context. De variabele zit in de eigen ervaring die we
aanboren in die context. Context is omstandigheid in alle dimensies, als
resultaat van een dynamiek die het eigene in het algemene accentueert.
Je bent en dan pas je
in het zijn van een/vele andere(n). Een titel (bijvoorbeeld Futurisme) is een
platform, een kade. Op zon vlak kan je zijn en word je een stuk de ander en
dus een nieuwe ander voor iemand anders Dus blijf je er zijn. In beweging. De
beweging maakt het verschil, langs plaatsen waar op die plaats alles blijft,
zoals het op dat moment is, en pas verander(d)t (is) nà je passage. Niets is
vast, alles gaat achter elkaar samen, zolang de tijd dat toelaat. En leeftijd?
Oud(er)worden?
Een uitwerking in
dynamiek (snelheid) houdt hoe dan ook in dat er voordien een periode was van
waaruit men wil vertrekken. Neem daarbij binnen Mu.ZEE dat een bepaalde
soort licht en kleur ook bij Ensor en Spilliaert voorkomen, dan zijn we
misschien met een periode bezig. Bijvoorbeeld Futurisme. Futurisme is dus
slechts een momentje, een plotseling. Het zoeken naar een andere uitvoering is
universeel, misschien gelijktijdig op verschillende locaties en komt tot uiting
in bundels waaraan mensen zich vastklampen.
Wat is mijn logica?
Als logica een opeenvolging is, zelfs indien die opeenvolging achteraf
terugkeert naar een tussenstap, dan moet je in korte stapjes die weg opwandelen
of voortrekken. Een definitie is een eindpunt of een beginpunt. Eind als je
denkpiste daar stopt. Begin indien je vanaf daar een weg zoekt tussen wat
iemand gezegd heeft en wat dat gezegde mogelijk maakt voor jouw denken. Logica
schuift op nieuwe wegen. Consequentie is de leidraad. Als je vanuit een blank
beeld start, moet je niet consequent zijn aan wat al bestaat, maar zal je dat
bestaande voor jezelf ontdekken. Het is de-weg-naar die boeiend is.
We sluiten de dag af
in de Enoteca. De metalen luiken zijn al halfdicht. Paulo schenkt nog even uit,
zijn vrouw is al met de zwabber bezig. De smaak van Limoncello blijft plakken
en de dames willen de variaties proeven. Ik houd me aan Cynar. Blijkt goed te
zijn voor de lever. Stel je voor: alcohol die goed is voor je lichaam.
Het is een dag van
liften geweest. Elevatori[i]
genoeg. Ik heb er een zestal uitgeprobeerd. Boven uit de verticale stad
opstijgen en over de daken heen eindelijk wat zee zien. De lift loopt parallel
met de geschiedenis van de moderne stad. Tijdens de overgang19de naar 20ste
eeuwis het hier als overal in Europa:
la Belle Epoque met een groei van Art-Nouveau naar Art-Deco. Samen met de
stadsuitbreidingen worden de liften langs de heuvel ingebed. Soms kort rechtop
omhoog, of schuin schuivend tussen monumentale woonblokken waarvan het
neoklassiek op de rand van bombastisch komt. Genua blijft in wijken een stad
van extremen: neoklassiek tegen de heuvels,gefortificeerde paleizen in de stad, modernisme op de nieuwe pleinen en
een beetje hedendaags bij de druppels Renzo Piano. En terwijl je van de ene
naar de andere lift wandelt, doorkruis je de stad waarvan je ook in de herfst
vleugjes Superbakan terugvinden.
Individuele, bijna gepersonaliseerde blokkendozen in pasteltinten met
Florentijnse rustieke herinneringen, de renaissance uit de vriezer gehaald.
Inclusief overhangende cassettes , ornamenten op de lage daken, smeedijzeren
poorten, ballustraden, bruggetjes, ... Zelfs in dit bloemloos seizoen blijft er
iets van een warmte hangen. Luxe-Favelas.
Een kloosterlinge in
de lift. Dit is geen statement. Maar een aanwezigheid. Iedereen groet haar, zij
knikt bescheiden. Ik zoek naar een juist woord: non, religieus, ma soeur,
kloosterlinge. Het verschil tussen de diepere betekenis en het eenvoudig beeld
waarvoor dat woord staat. Daarbij: waarom gebruik je een bepaald woord en een
ander niet. Ze leest uit een boek met gekraakte rug. In bruin papier. Overal
steken kleine stukjes papier of bidprentjes uit. Ze leest gans het traject naar
beneden. Dit is geconcentreerd zijn, leven met wat direct voor je en tussen je
ogen gebeurt, ver van al dat vreemde in de steegjes en pleintjes van Genua.
Wanneer je zo intens op boekafstand leeft, leef je ook met de inhoud van dat
boek, met de betekenis die jij geeft aan de woorden in de context van dat boek
dat zij waarschijnlijk al zoveel keer gelezen heeft. Een bijbel, een godsdienst
verhaal, een heiligen-biografie, een intentie, een suggestie. Handvaten.
Italianen praten
bijna onafgebroken. Zwijgen enkel als ze alleen zijn- denk ik terwijl ze zo snel mogelijk een
woordje willen wisselen met de eerste de beste passant. Ik antwoord ik het
Frans. Zij verontschuldigen zich en wensen me een goede dag. Ik wandel langs
die huizen waarin ze wonen. Vaak vergeet ik dat: huizen zijn meer dan
architectuur. Ze zijn omhulsels waarin mensen hun leven uitzetten. Achter gordijntjes,
kantwerkjes half hoog, bij blikken potten met planten die op de volgende lente
wachten. Twee oudjes in schort op een terras met zich op de Golf van Genua. Een
ander oudje op het koertje van haar gelijkvloers dat in de schuinte van de
heuvel bijna een kelder wordt. De postbode heeft niets mee, maar wil wel even
praten. Zie je: je hoort constant de Italianen. Ook met een zware Zwart-Afrikaanse
bas.
Afdalen. Naar een van
de pleinen en de Cattedrale di San Lorenzo. Gedrongen tussen zijn eigen plein, een
schaakspel van steegjes en een statige via S. Lorenzo, waar op mooie dagen de
handmade stalletjes staan. Giorgio Dapino maakt eenvoudige schetsmatige
aquarelletjes van de haven[ii].
In de kerk een soort intimiteit die ik niet meteen herken. Niet het
toeristische doorschuifluik zoals in Brugge of de oude mensjes zoals in de
dorpen. Geen intellectuele mist van de mannen die tegen elkaar fluisteren,
zacht in een orgelwolk. Er is zoiets als een doelgericht passeren, knielen,
kruisjes maken (of slaan), kaarsjes zetten of gewoon even stilstaan en dan in
gedachten naar buiten, naar een andere vertelling bij een caffè e dolce. Een
oma legt uit wat die kaarsjes betekenen. Een papa wijst naar getormenteerde
figuren die oplichten wanneer je een euro in een gleuf schuift. Het verhaal van
Sint-Jan, met de nodige dramatiek, on-naakte adam en eva, wijze heren en
beulen. In wit marmer. Carrara is quasi naast de deur.Het kleine meisje kijkt op naar oma. Oma is
lief, ze houdt van oma en wat oma doet is goed. En omdat oma het doet, is het
goed en doet ze het ook. Om oma.
De pastoor is nog in
rok. Elegant Italiaans, trefzeker tred, doffe wrijven van kledij en kraken van
echt lederen schoenen. Hij denkt in Italiaans en Latijn; In de lift daarnet was
een studentje voluit aan het oreren dat Grieks eigenlijk makkelijker is dan
Latijn, en hij somde allerlei grammatische redenen op. Alle wachtstoelen voor
de biecht zijn bezet. In de duistere kerk is het biechthokje een lichtbron.
Helemaal niet discreet: twee felle silhouetten achter reliëfglas. De
biechteling gesticuleert zijn zonden, de pastoor luistert onbeweeglijk. 5
minuten. Dan een handbeweging, uitstappen en nog even naar een stoeltje. Is hij
opgelucht? Wat heeft hij vergeten en is alles even belangrijk. Ik neem een
foto. De bewaker zegt: Alleen fotografia artistica. Ik zeg: ze zijn
artistiek. Neen zegt hij: er staan mensen op. De ethiek, mijnheer. s Avonds zal
een Egyptenaar zonder vrouw (ze is met de bus naar Mekka, onder vriendinnen)
zeggen: de wereld is economie en geen ethiek. Tussen Limoncello, Cynar en gin
on the rocks, voor de eenzame reiziger die niet meteen weet wat hij met zijn
fundamentaliserende vrouw moet aanvangen.
Een stad verandert me
alleen op het moment dat ik er in wandel. Al die nieuwe uitzichten, mensen,
gebouwen, bewegingen, alles voor de allereerste keer. Vanaf daar en nadien stap
je terug in je eigen nestje dat je altijd met je meeneemt. Dat thuisgevoel dat
in je boekentas zit zelfde schrijfmateriaal, MacBookje. Zelfs het boek dat op
de boekenplank bij de vriend(in) van Andrea lag, heb ik al eens gelezen. Thuis.
Wanneer ik dan tegen donker naar het appartement kom, heb ik alleen zin in winkeltje
en keukentje spelen. Maar geen kruiden!. Dan maar vlakaf wat ik vind met wat
gemengde kruiden uit één potje. Resultaat is een beetje smakeloos, stijl
studentenkamer. Mosterd kan helpen, maar die is er natuurlijk niet. Dan maar Parmezaanse
kaas.
Een beetje thuis in
Genua. De dames zijn zon 12 uur weg, richting Milaan. Ik kan niet naar de bar
beneden: ze hebben geen sleutel mee. Vandaar deze tekst.
Vandaag was de dag
van Renzo Piano[i] en zijn
Blue Print for Genua in het Museo del Mare. Hij tekent ook een (Mediterraan)
Groen lint rond de stad. En op een heuvel net achter de oude stad studeren en
verblijven studenten in één grote campus. Het idee zou van Ant Farm kunnen
komen (de totaliteit waarin een specifiek thema bestudeerd wordt, nl: kunnen
dolfijnen communiceren en in welke taal?) of nog beter van Luc Deleu die een
vliegdekschip zomaar zou ombouwen tot een universitaire stad. En zie: Renzo
Piano tekent er eentje bij zijn studentenheuvel, omdat die dezelfde vorm heeft.
Ook het idee van start studie zoals het masterplan Groen lint vind ik hier
terug in de kleine maar zeer picturale presentatie van Genua van de toekomst,
n.a.v. Culturele Hoofdstad 2004. Alleen het monumentaal platform in de oude
haven is uitgevoerd. De rest: come and see next time. Of: laat iets organisch
ontstaan i.p.v. deadlines op te leggen.
Ieder bezoek kruipt
in mijn hoofd en dan voelt het alsof ik naar een volgende locatie schuif. Ik
observeer meer geconcentreerd, selecteer wat ik wil zien met een vooroordeel
van wat er aan vooraf gegaan is. Een vrouw is een architect, een bruine man de
toekomstige bewoner van iedere stad. De bus een middel om te bewegen, een
ticket een ontdekkingsreis. Richting het Park van Nervi[ii].
Vraag is: welk museum in dat park is open? Vorige week kregen de exotische
bomen een opdoffer van je welste. Storm uit de Ligurische Zee. De toeristische
dienst in de binnenstad had al geïnformeerd: de musea zijn open, weliswaar
letterlijk via achterdeurtjes; het park is dicht. Het werkvolk komt vanaf één
uur na de middag in groepjes van 3 vreemd, vijf keer met zijn drieën naar
de Bar Scian di Lanzoni Angelo. Abbonamento voor 10 (10%) of 20 (15%)
consumpties. Met een Sale Interna waar ze trosje na trosje insijpelen met een
pane e birra. Achteraf een opkikker-café. De kelner met down syndroom staat pal
bij de koelkast. Je kan niet zeggen dat hij op zijn papa lijkt. Vreemd is dat.
Op wie lijk je of ben je de enige globale mens?
De Futuristen zijn
magertjes bijeen gespaard in de drie musea die ik kan bezoeken. Vooral
Futuristen van de 2de generatie, dat zijn de kunstenaars die dicht
bij het fascistisch ideeëngoed van Mussolini komen. Die wordt monumentaal
afgebeeld, goddelijk in de achtergrond, zonder de terughoudendheid die we
tegenover een Hitler-afbeelding voelen. Denk maar: in het museum AtlantikWall
staat geen enkele afbeelding van de Führer. Over de drie musea in Nervipark
komt de Duce minstens telkens één keer aan bod. Figuurlijk.
Wat blijft vergeleken
met de expo Jules Schmalzigaug in Mu.ZEE: de duidelijke dynamiek, het
abstraheren maar nooit abstract worden. De figuur is het startpunt van de
abstractie. En dat zet zich soms door in figuratieve kunst. Aan de ene zijde
een groep mensen, aan de andere een vorm in lijnen die net nog een
fabrieksdomein voorstellen. Industrie (techniek) en de mens. En mooi
meegenomen: de gloed van ofwel de zon of een hoogoven kleurt de uitersten van
de aangezichten van die mensen warm geeloranje. Tussendoor meubilair uit het
Interbellum. Kasten, stoelen, zetels, tafels, kinderkamers beeldhouwwerken met
hoekige of vegetatieve tekens en vormen.
En een beetje
hedendaags toch: de interventies van Laura Zeni[iii].De menselijke contour als een silhouet in een
museum waar Oud-Modern centraal staat. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat je de collectie
nog meer vanuit een actueel standpunt gaat bekijken. Met een vleugje humor
(hinkelen van aarde naar hemel), een hoofd in metaaldraad gelijnd dat dezelfde
houding heeft als een zwaar brons of marmer. Melancholie in een schommelstoel
met prentboeken er naast. Wat loopt het gelijk, waar is het verschil.
Dan terug, vroegere
halte Brignole om de architectuur onder Mussolini te proeven. Monumentaal.
Geblokt en hoog, op een brede basis. De gelijkvloerse buitenmuur precies om de
zoveel meter in brons genummerd. Ik herken een vleugje van de Grote Post: het
imposante, het sociale en het functionele. Zo ineen gezet dat je een (vals)
perspectief krijgt van breed naar zeer stijl. Impressionant. Als je je daarop
concentreert uiteraard. Tussen de oude Barbarossa muur en het 19de
eeuwse station zijn dat twee pleinen met een eigen moderne allure. Piazza della
Vittoria en Piazza Dante. Het starhotel President, een kolos in glas die alles
overschouwt en overschaduwt. Nu ja: ruimte zat op dat plein waar fascisten marcheerden.
Lederen zolen op grint, handje hoog ter ere van de slachtoffers van een
wereldoorlog die voor hen pas in 1915 begon.
Ik slenter langs
Columbus door de oude poort naar Romeo Viganottis 150 jaar traditionele
patisserie voor een caffé met pasta fresche: baba rum! Dat nemen ze me niet
meer af.
Wat doen mensen op
straat? Kijken. Zoveel mogelijk impulsen opdoen en zich middenin positioneren.
Hier ben ik of hier voel ik me goed. Ik wil flexibel in die omgeving kunnen
zijn. Maar ook vrij. Een gebod of verbod moet niet inboeten zijn, maar
aanpassen. Luc Delrue noteert: Een compromis sluit je niet op je inhoud, enkel
op je werking.(Delrue, 2013) Hij gaat
verder in het artistieke: wat ambachtelijk was, werd conceptueel en is nu een
brede creativiteitsbenadering. Of: Weg van de objectomgeving naar de
subjectomgeving.(Delrue, 2013)
Als subject
vakantieganger op zoek naar het object futurisme in Genua. Uiteraard blijft de
architectuur me aantrekken. De VORM zoals ik die hoog in de heuvels achter
Genua zie, maar er in die dagen NIET geraak: de Biscione[i]
(de slang) van architect Daneri[ii].
Prachtig dominant. Ik neem een warboel recente impressies mee om met mezelf dat
andere op doek in een museumzaal te (willen) vinden. Onderweg kan je niet
voorbijgaan aan een beetje Andy Warhol[iii]
en een Aldo Moldino. We nemen jullie mee.
Andy WARHOL
... Just look at the
surface of my paintings and films and me, and there I am... Dat is het
antwoord van Andy Warhol op de meest gestelde vraag: kijk! Meer antwoord mag je
op de expo Warhol Pop Society[iv]
niet verwachten. Hij is een icoon, dat wil zeggen een vastgesteld feit dat als
dàt feit en vaak alleen dat éne feit uitvergroot en gekopieerd wordt. Noem
het klonen, om het in de denksfeer van William Sweetlove te brengen.
De tentoonstelling
stipt de context van Amerika vijftiger jaren na de gigantische winstpunten van
WOII voor de V.S. met de opkomst van mass-communication. Warhol maakt een
aantal advertenties tot de zijne en zet ze om in art forms. Dit wordt de
historische paradox genoemd. De tegenstelling of tegenstrijdigheid van
reageren op consumptie door consumptie te creëren.
Hij gebruikt daar
o.a. zeefdruk voor: Silkscreen and paint...to more fully exploit the preconceived image
through commercial techniques of multiple reproductions.[v]
Voor de zestiger jaren noteert de tentoonstelling: The vivid patches of colour
that were the result of using the screen-print process became characteristic of
the artists work.
Hij neemt ook wat
bochten: urine (1978) en chocolade (1983) als grondstof. Daardoorheen een gedrevenheid
die gelijke tred houdt met een openbaar/geheimzinnig leven waarbij alles kunst
wordt: Business Art, Business Artist, Art Businessman. Het universum van
Warhol, gebundeld in de naam The Factory dat even iconisch geworden is.
Voor de jongere generatie
is het mooi meegenomen dat polaroidfotos toen heel vaak als kunstmaterie en
techniek gebruikt werden (de tijdelijkheid en vergankelijkheid). Nu is dat
opnieuw een registratievorm met een tijd etiket. Een unrepeatable unicum. Uitgevonden door ene Edwin Land in 1933[vi]
Aldo MOLDINO
Soms moet je meenemen
wat je tegenkomt. Op zoek naar Moderne en Hedendaagse kunst, belanden we in de
Museo di Villa Croce[vii] waar
werk van Aldo Mondino[viii]
wordt getoond (tegelijkertijd in een sobere/duistere omgeving van de Palazzo
della Meridiana[ix] - een
van de paleizen in de Strada Nuova)
Zestiger en
zeventiger jaren, zeer grafisch -de
lijnen -en met nadruk op materie en
meetbaarheid door het gebruik van die materie. Wat wil dat zeggen: bijvoorbeeld
een fragment op ware grote van een leeg zwembad waarvan de tegeltjes opgebouwd
zijn uit snoep, een nougat torenfundament, de Byzantijnse wereld in kleurige
snoepwikkeltjes, ... En als er al verf gebruikt wordt, dan is het zeer dik
aangebracht. Duidelijk aanwezig. Uiteraard heel veel humor.
In de krantformaat
bezoekersgids staat o.a he counters the serious character of political
engagement with the lightness of play and humor, of plays at being a painter,
i.e. debunks art by objectively exploring the terrain of other artists, or
other cultures, at times quoting from or disrupting their works. Zelfs contaminate. Vandaar de echo of
Marcel Duchamp. Dat lijkt me allemaal wat gratuit, die uitleg over echos en
co. Uiteindelijk gaat het over een expressie die iets doet met een kijker. Wat
die bezoeker te zien krijgt maakt dat hij tussen herinneringen en
vaststellingen een link vindt naar het kunstwerk. Een bepaalde stijl kan een
valkuil zijn of een uitgestoken hand.
Er zit wel wat Pop
Art in, al was het maar in het tegendeel. Waar Warhol uitgaat van het bestaande,
zal Mondino het bestaande transformeren met een eigen materiekeuze: Unlike American Pop
Art, Mondino does not create new fetishes of mass society, but operates to make
the art object gradually lose its aura.
Nog even markeren: er
staat een foto van Mondino op kameel, net als Broodthaers dat deed in Bozar
1974. Wie was eerst? Met dank aan Mieke Mels, wetenschappelijk medewerker
Mu.ZEE: Mondino is 1985[x].
Dat zoeken naar oorsprong, dat ook heel nauw bij de kunst-ethiek van Yves
Velter[xi]
staat, kan leiden tot puzzels. Opnieuw Mieke Mels: Mario Diacono en Marcel
Broodthaers in the running voor Mallarmés Un coups de dés met één jaartje
verschil in het voordeel van Diacono.[xii]
Ochtend in Genua.
Kathleen heeft het ontbijt al klaar, Annick denk na met gesloten oogjes.
Kadullen, noem ze dat. Uitdeinen uit de slaap na te plots wakker worden om één
of andere reden die niet meteen van haarzelf is. Een klok bijvoorbeeld, of een
ambetante mee-slaper. Ik daal af naar de oude stad, passeer de een na de andere
gesloten winkel 1 november natuurlijk tweemaal rond de wijk waar vooral
Afrikaanse wandelaars slenteren. Uit de film Fuocoammare onthoud ik dat alle
aangespoelden de naam!!! zo snel mogelijk noordwaarts gestuurd worden.
Richting Genua bijvoorbeeld. Zoveel en zo mooi zijn ze: groot, staren naar
alles rondom hen, samentroepen omdat ze dat gewoon zijn: de
gemeenschappelijkheid is sterker dan de gemeenschap van oude gebouwen in een
historische stad.
Weinig brood. Dan
maar in een Pasteleria binnengaan en tussen de lege kopjes en smotsige
servetjes een bruin broodje aanwijzen plus drie cornetto s, dat zijn
Italiaanse croissants. De supermarkt in en boter. Zes hoog en aanschuiven aan
tafel. Let wel: van 8 tot 11 traag uitbollen want we moeten van appartementje
verhuizen. Andrea is stipt. Vijftig meter verder, 4 hoog met de lift en een
compactere, iets minder jonge studio waar het uiteindelijk wel goed vertoeven
zal zijn. Hij voegt er een Frizzante aan toe en een afspraak voor zondag, kwart
over acht in de ochtend. Uitpakken en tickets ophalen voor bus 34 naar het
groot Staglieno kerkhof van Genua. 1 november dus.
Wat hebben de mensen
met de dood nà de begrafenis van wie gestorven is. Het verschil tussen weten en
meemaken. Je weet dat de dood bestaat, je beseft het voor jezelf eigenlijk
nooit, en aangezien je nooit kan zeggen : ik ben dood, is het moeilijk om de
lading van die uitspraak naar waarde te voelen. Gestorven is een voltooid
werkwoord. Gedaan, afgewerkt, letterlijk zonder enige dynamiek lichaam zijn.
Bleker, kouder, matter, en dan opbaren, inkisten en begraven, cremeren of aan
een universiteit afstaan. Alleen lichaam.Op de begraafplaats Staglieno liggen ze tien hoog en onder de vloer in
de muren van kilometerslange hangen. Rond een campo santo waar ze oude graven
weggehaald hebben en ondertussen nieuwe ingravingen als molshoopjes
onregelmatig verspreid liggen. Zoveel aarde als er aarde verplaatst is om de
kist onder te spitten. Met een paar bloemetjes.
In de periferie:
monumenten in zwartvervuild Carrara. Een stenen vrouwen klopt aan bij de
hemelpoort, een marmeren moeder heft haar dochtertje op naar het gebeeldhouwd
profiel van man en vader. Een goddelijk wezen zit totaal ontgoocheld tussen
zijn vleugels: omdat hij nooit in dood zijn had geloofd. En nu. Voor zo veel
van de bezoekers is er de ziel en de herinnering, afhankelijk van hoe je het
wil zien. Er blijft altijd wel iets over van wie gestorven is: dat wat in jouw
genen meegegeven is of wat je gezien hebt. Of dat eeuwige dat niet te ontladen
tussen een kolossaal Mariabeeld en een Pantheon zweeft. Of iets hoger bij de
steeds grijzer worden hemel. In verhaaltjes is het daarboven een drukte van
jewelste. Miljoenen jaren sterven in wolkformaties. Kinderen zien dat, het
wordt minder geloofd. Voor anderen is het een veiligheid, omdat er dan nooit
een echt einde is.
Binnenin geen
politiebewaking. Buiten een staalkaart Carabinieri, Polizia en vigilantes in Fiats
Panda. En massas bloemen die uit bussen, stalletjes in stromen over graven en
hangen op die dag die plaats tot een lenteveld maken. Bus op, bus af, een
goedkope lunch en dan met tergend trage beentjes achter elkaar door de straten
tjokken. Neen: je mag de Stazione Maritime niet in: bewaking Fase 2. De
Filipijnse bemanning van één van de cruiseschepen mag door, geladen met lokale
spulletjes. Onze plastiek zakjes vertellen over honger en dorst en opmaak
verwijderen.
Genua is zon wanneer
de Frecciabianca uit de heuvels naar de zee spoort. Mist en wolken na Milaan
hadden een filter over de kleuren gelegd. Leggen een filter over wat je van
zuiders land verwacht. Het lijkt soms op onze polders, inclusief rollen stro en
mestciternen. Uit de lucht was het al matter. Eerst als nevelmeander tussen de
heuvels, daarna als smeltende-sneeuw-kleur tussen de pieken en sneeuwvakken.
Dan mist voorbij de meren aan de voet van de Alpen. In de verte dacht ik de
Dolomieten te herkennen. Alhoewel: herkennen is herinneren en er nog eens
willen zijn. Zelfde uitzicht vanaf een terras naast de Jeugdherberg op
Giudecca. Tegen de avond, lentescherp, die bergtoppen. Maar dat is zon 10 jaar
geleden.
Vorig jaar nog de
Biënnale, nu Genua. Met zn drietjes en meteen thuis. Dat wil zeggen: wij drie
zijn een eenheid die als die eenheid overal mag neerstrijken. De verhalen lopen
door, het vertrouwen in de stille moment, de smaak en het gemak van aanvaarden.
Dat lijkt broos, maar moet dat ook niet zijn. Reizen is vertellen, oplossingen
zoeken, ervaren, meenemen om in een ander verhaal te passen. Elkaar leren
kennen en toch aanvoelen dat jehet al
wist, omdat dat precies past bij wie het zegt.
Ik had voordien wat
teveel getwijfeld over data, vandaar dat Andrea ons pas morgen verwacht. Oké,
zegt hij: je mails bevestigen ons verhaal. Hij is verward. Papa vorige maand
gestorven mama tegen (of zeg je: voor?) kanker behandelt en nu blijkt ze in de
nasleep dingen, veel dingen te vergeten. Eén keer al zijn naam. Hij heeft naast
stapels excuses ook tranen die nog net in zijn ooghoeken te zien zijn. Dan naar
de 6de verdieping in een hoog smal oud huis bij de haven. Gelukkig alleen maar
handbagage.En maar voor één nacht:
morgen mogen we naar ons besteld appartement. Wat de haven betreft: het
uitzicht wordt gekruist door een snelweg op pylonen. Vanaf de terrastafel kan
je het einde van de vaste wereld niet meteen fantaseren. Flitsende autos duwen
je telkens terug naar de sterke koffie, de vermoeide prikkels in onze
piepkleine oogjes.
Nog wat lokale
boodschappen, een platte pizza omdat het snel moet gaan (moe én honger) en dan
6 hoog mails bekijken, skypen met Sint-Petersburg en Saigon (lukt niet) en oma
geruststellen. Ze zegt dat ze me mist. Er is nog hoop. Nu ja: er was altijd
hoop, alleen werd dat nooit zo uitgesproken als in de stilte van haar keuken
tegen haar IPad naar mijn in Genua. Tijd voor water en bed.
Voorspel: welke sporen (tags) zijn er in de natuur, door mens of dier
gemaakt en verwijzend naar een organische dynamiek? Zo komt de kunstenaar bij
de sporen van wandelende mensen, kruipende dieren, de geomorfologie van de
omgeving, klimaat, ... De kunstenaar bestudeert deze sporen op diverse locaties
over gans de wereld. Hij registreert de dynamiek, de beweging, de link tussen
spoormaker en spoor.
Uitvoering: op de site worden sporen gezocht buiten het bewandelde
bezoekerscircuit. Op cruciale plaatsen en wie beslist dat? een samenspraak
tussen kunstenaar en vrijwillige deelnemers (o.a. Brei club Vrijstaat-O)- plaatst hij prikkeldraadhouders uit
wereldoorlog 2 (specifieke keuze) waarin koorden worden gespannen en van
waaruit netwerken worden gevlochten, geweven, gebreid, ...
De band tussen locatie, mens en tijd is volledig. Als sporen van een
choreografie.Netwerk... of tijd
stilleggen in een web.
Of de frisse ochtendnevel op spinnenwebben boven, struiken. Zo
onwezenlijk in een oorlogsbatterij. Meditatief, in opbouw en aanschouw.
Net als bij Performing Objects en een beetje Gorod Ustinov, is dit een
duidelijk voorbeeld van Procesmatig werken. Met de Renaissance stijgt het ego
van de kunstenaar, tot op onooglijke hoogte (parallel aan de kunstmarkt?). Met
Documentas en Manifestas wordt de samenwerking object/subject groter:
co-creatie.
De opbouw werd geregistreerd en
de video wordt in de Vlaamse zaal getoond. De bijhorende tekst:
Shane Walteners werk
start altijd vanuit het toepassen van ambachtelijke technieken zoals haak- en
breiwerk, weef-en vlechttechnieken. Het vindt plaats binnen een steeds
veranderende interactieve en participatieve setting. Zijn recente projecten
hebben ook een sterk performatief karakter. Voor Score
for the Atlantic Wall creëert Waltener samen met
vrouwelijke participanten (uit Oostende en omgeving) op het bestaande parcours
van Atlantikwall een nieuw traject met een netwerk van draden in het landschap.
De subtiele, uitdeinende installatie heeft als opzet de hele omgeving en in het
bijzonder het deels onzichtbare netwerk van tunnels en loopgraven meer aanwezig
te stellen.
Het werkproces in
co-creatie startte op 13 augustus en duurde zes dagen. Eerst creëerde Waltener
een aangenaam klimaat waarin de participanten experimenteerden met textiele
technieken en er kennis over deelden. Terwijl ze tegelijk ook persoonlijke,
sociale en culturele verhalen -verbonden met het textielambacht- uitwisselden.
Daarna verkenden ze
de site. Voorzichtig wandelden ze door het duinenlandschap met hoog helmgras,
waarin nog loopgraven verborgen zitten. Er ontstonden desire lines,
alternatieve, zelf ontgonnen paden. Van daaruit construeerden ze in de duinen
een soort ruggengraat -met draad verbonden metalen staken- waarop zich langzaam
een gehaakte netstructuur ontwikkelde. Deze werd deels op het einde van de
zesdaagse door Waltener en de participanten afgewikkeld en opnieuw
geconstrueerd kort voor de opening van deze expo.
De uiteindelijke
actie vond op de opening van deze expo plaats. Wat voordien gebeurd is, is voor
hem louter de repetitie van het stuk/de installatie (vergelijkbaar met deze
van een dans-of theatervoorstelling). Waltener spreekt over het fine tunen van
het stuk alvorens het finaal wordt geïnstalleerd. Op de finissage zal het textielwerk
volledig ontrafeld worden door een aantal participanten. De metalen staken
worden teruggeplaatst waar ze vandaan komen. En de draad wordt terug op
gewikkeld om in de toekomst opnieuw te worden gebruikt in een ander vorm, in
een ander project, op een andere site.
Bezoekersgids:
SHANE
WALTENER (UK) (°1966, leeft en werkt in Londen)
Score
for the Atlantic Wall, Installatie, (Creatie Private Tag)
De
Brit Shane Waltener geeft les aan de University of the Arts (Londen) en is
verbonden aan de participatieve, interdisciplinaire kunstorganisatie Entelechy
Arts in Londen. Als kunstenaar bouwde hij de afgelopen tien jaar een
internationaal tentoonstellingsparcours uit.
Shane
Waltener laat zich inspireren door ambachtelijke technieken en processen. Zijn
objecten en installaties refereren naar naald-, haak-, breiwerk, weef- en vlechttechnieken,
vaak binnen interactieve en participatieve settings. Zijn recentste projecten
zijn performatief geladen. Daarin exploreert hij de relatie tussen de handelingen
tijdens het maakproces, gebaren, en de bewegingen tijdens dans. A Desire Line
is een pad veroorzaakt door erosie en herhaalde voetstappen, vaak de kortste
route tussen A en B. Waltener zal vanuit dit idee een choreografische score en
een set van instructies met enkele Oostendenaars creëren, met een site-specifieke
installatie als resultaat.
De
deelnemers weven tijdens een wandeling draden doorheen de site. Dit
co-creatieproces
brengt nieuwe zichtlijnen tot stand als mogelijk alternatieve
waarneming
van de site. Dit nieuwe werk onthult natuurlijke en door de mens
Quasi alle geüniformeerde poppen in de bunker dioramas krijgen een
zeer vreemde pruik opgezet. Waarom? Diverse redenen:
1.Oorlogen zoals WO 1 & 2 hebben weinig
onthouden over de vrouwen. Alles draait rond mannen, terwijl vrouwen slechts
pin-ups of poetsers zijn. Opzoeking toont dat de vrouw wel degelijk een grote
inbreng had in de loop van beide en latere oorlogen.
2.Conflicten zijn helaas van alle tijden. In de
actuele conflicten zijn de vrouwen heel vaak de slachtoffers van onderdrukking
tot verminking. Kwestie van de weerstand van de man en zijn groep te breken,
bijvoorbeeld.
3.Hoe kan je die historische vergetelheid goed
maken? Door radicaal in te grijpen. Door materiële verwijzingen aan te brengen
naar dappere vrouwen uit Afghanistan, Irak, Nigeria, ...
4.De pruiken hebben een link met de oorsprong. Ze
zijn gemaakt in de conflictzones, met haar van de haarbanken waar arme
hongerige bevolkingslagen centen verdienen door hun afgeknipt haar af te staan.
(in dit geval: China)
5.Er bestaat een reeks antropologische fotos uit
de dertiger jaren, waarin etnische kapsels geregistreerd zijn.
6.Voor de soldaat is een helm of een pet een
naam- en kleurloos symbool van zijn moed. Zonder pet staat hij naakt voor
vrede. Ik bedoel: wanneer een geüniformeerde soldaat zijn pet of helm afzet,
verandert zijn status volledig.
Er is uiteraard heel wat reactie (zie gastenboek vanaf 15
september). Om dat op te vangen werd volgende ingreep gedaan:
Er is wat
"reuring" rondom de vrouwelijke pruiken die een aantal soldaten
kregen de voorbije dagen. In de desbetreffende bunkers zal er nog uitleg
uitgehangen worden over dit specifieke kunstproject (in vier talen).
Deze tekst zal er
verschijnen:
De gevolgen van oorlog
op een bevolking reiken veel verder dan het slagveld en hebben een impact op
een volledige gemeenschap. In Raversyde portretteren we enkel mannelijke
soldaten. De kunstenaar introduceerde 15 vrouwelijke kapsels in de bestaande
diorama's. Zo eert ze met dit kunstwerk ook de overige helft van de bevolking
die onder de oorlog lijdt. De geschiedenis blijft zich herhalen en daarom zocht
ze naar vrouwen die vandaag de gevolgen van gewapende conflicten ervaren. De
kunstenaar representeert deze vrouwen door kopieën van hun kapsels op de
soldatenhoofden te plaatsen: een Afghaanse rechter en mensenrechtenactivist die
in het geheim meisjes onderwijs gaf tijdens het Talibanregime, een Syrische
actrice, een vrouw die als kind de Golfoorlog ontvluchtte en zich in Finland
opwerkte tot een succesvolle zangeres, een Koerdische strijdster en Nigeriaanse
vrouwen die de terreur van Boko Harem ontvluchtten.
De opstelling maakt dat je traag in die verbazing geraakt. De eerste
twee dioramas zijn eenvoudig langharig. Bij de eventuele gidsen kan je duiding
vragen over de oorspronkelijke personages.
Heidi Voet was ook aanwezig op de eerste Freestate met een
muur(graffiti)werk in peperkoek met suikerspin. Tegelijkertijd in Fort Napoleon
een lichtinstallatie.
Bezoekersgids:
HEIDI
VOET
(°1972
Herentals, woont en werkt in Shangai, China)
Ghost
of a girl, Installatie, (Creatie Private Tag)
Heidi
Voet bouwt aan een steeds omvangrijker oeuvre van installaties, video
en
sculpturen. Ze stelde solo tentoon in Parijs en Shangai en dook op in
vele
groepstentoonstellingen in o.a. Wiels, L&M Arts in Los Angeles en vele
andere
plaatsen, zoals bij het eerste project van Vrijstaat O., de referentiële
tentoonstelling
Freestate in het Oud Militair Hospitaal in Oostende. Toen maakte ze een
minutieuze reconstructie van een reuzegraffiti in peperkoek en suikerspin. Dit
soort transformaties in goedkope of arme materialen is niet ontypisch voor haar
werk net als het spel met gender connotaties en vooroordelen zoals de onvergetelijke
reeks Fruit en Vegetables.
In
Raversyde is dat niet anders. Ze liet haar oog vallen op de talrijke dioramas in
de vaste opstelling. Deze kijkkasten beelden het leven uit ten tijde van de tweede
wereldoorlog toen deze site bevolkt was door Duitse soldaten, wachtend op de
vijand. Deze traditionele taferelen wil ze een ander aanzien geven, becommentariëren
door de hoofddeksels her en der af te nemen en te voorzien van blonde pruiken
als replicas van etnische Afrikaanse vrouwenkapsels. Het brengt de kleine
oorlog van alle dag in herinnering naast de zgn. echte van de (mannelijke)
gevechtseenheden. Deze licht surreële ingreep maakt bovendien de vrouw aanwezig
in een uniform mannelijke wereld waar zij alleen bestaat als een foto, als een
herinnering zonder fysiek spoor. Als een ghost.
De eerste regisseert, de andere filmt. The Wave vertelt over de zoektocht
naar slachtoffers van de Spaanse burgeroorlog. Archeologen vinden een
massagraf, en dan is het de vraag: willen de eventuele nabestaande weten of hun
familieleden daar al dan niet vermoord en begraven werden. Wat doe je met het
verleden? Houd je je vast aan wat je vermoedt of wat men je heeft verteld? Of
wil je zekerheid? En wat als je nu precies géén zekerheid meer hebt? Allemaal
vragen die uitgesproken worden rond de opgravingsput. Ondertussen kijken wij
naar een soort stilleven van aarde met een boodschap. In een grandioos
landschap waar de wolken af en aan de geschiedenis letterlijk belichten. Een
lichaam is een houding, een onmerkbare krampachtigheid, een gooihoop. Een
spoor. Een tag. En dan? Wat is naamloos en hoe anders wordt zon tag als de
naam gevonden wordt? Zoveel vragen.
KATRIEN VERMEIRE
Site:
Reënactment van een reeks fotos van Fadenspiel uit de zeventiger
jaren. Binnen het verhaal van Private Tag past de hand van de kunstenaar, dus
het zetten van een koord zonder eind (of waarvan de uiteinden aan elkaar
geknoopt zijn). Lijnen, zitten er in. Het collectief geheugen van een
universeel spel, dat misschien een Indiaanse oorsprong heeft, of Oceanisch.
Door het registreren van de handeling en het observeren door de bezoeker, maak
je een collectief geheugen. Niet vergeten dat elk collectief geheugen ook de
som van de persoonlijke ervaringen inhoudt.Door het bewaren en doorgeven, blijft een teken (een tag) van de mens
met betekenis bestaan.
Ook de locatie speelt een rol. De kern van de bewapening en
bevoorrading: van springstof tot leverworst. En mooi wit/zwart middenin: de
video met een zinnetje als inleiding en daarna de uitvoering door één of twee
lijners.
Voor Freestate I presenteerde fotos en voor Private Shelter een
Marine Foto North Sea foto, ook te zien in Duffel.
Bezoekersgids:
SARAH
VANAGT (°1976 Brugge, woont en werkt in Brussel)
KATRIEN
VERMEIRE (°1979 Oostende, woont en werkt in Brussel)
The
Wave (2012), Film
The
Wave toont op aangrijpende wijze de opgraving van een massagraf uit de
Spaanse
Burgeroorlog (1936-1939). Sarah Vanagt en Katrien Vermeire plaatsten in 2011
een camera op de plek waar negen slachtoffers werden opgegraven, die in juni
1939 onder het regime van generaal Franco geëxecuteerd werden. Tijdens die
oorlog werden tienduizenden burgers gedood om hun politieke overtuigingen. De
eerste opgravingen gebeurden machinaal, maar zodra de archeologen op een
schedel stuitten, groeven ze met de hand verder. Door middel van zeer precieze
time-lapse-fotoreeksen zie je van dichtbij hoe de negen slachtoffers korrel per
korrel vrij komen te liggen. Vanagt en Vermeire brengen minutieus deze
nauwgezette handenarbeid van de archeologen in beeld, die deze beladen sporen
blootleggen. The Wave ging in première op de 18e Biënnale van Sydney (2012). Cineaste
Sarah Vanagt maakt documentaires en installaties. Opgeleid als historica
schemert geschie-denis en herinnering door in haar werk.
KATRIEN
VERMEIRE (°1979 Oostende, woont en werkt in Brussel)
String
Figures (2012), Film
Centrale
themas van Private Tag het onderzoek naar de hand van de kunstenaar en het
spel van lijnen in onze omgeving komen terug in het nieuwste project van Katrien
Vermeire, dat het fenomeen van touwfiguren exploreert. Het touwfiguren maken
bestaat al sinds mensenheugenis en is over de hele wereld en in alle mogelijke
culturen verspreid. In het westen kennen wij het vooral als Cats Cradle, een
spel waarbij twee spelers beurtelings elkaars figuur overnemen en veranderen in
een nieuw patroon. Met je handen en een simpel iets als touw wordt een
tweedimensionale cirkel omgetoverd tot een fascinerend driedimensionaal geometrisch
patroon.
In
vele andere samenlevingen creëert men niet alleen nog veel complexere figuren, het
touwfiguren heeft er ook de status van een volwaardige maar efemere kunstvorm,
met een verhalende, religieuze of magische lading. Maar net door dat efemere,
tijdelijke karakter dreigt de kennis ervan verloren te gaan. Katrien Vermeire ontrafelt
deze levende, eeuwenoude en onderbelichte traditie en spreekt zo het geheugen
van de toeschouwer aan, die deze kunst misschien zelf nog in de vingers heeft.
Katrien
Vermeire is fotografe en cineaste. Eerder werk was te zien in Freestate (2006) en
Private Shelter (2014).
Dit is een in eigen land te weinig gekende kunstenaar die zich
vooral toelegt op barokke knutselarij en inventarisatie.
Op de zolder van de Vlaamse Zaal, in de nabijheid van Ustinov en
Trench Art, staat een monumentale, houten, barokke gereedschapskist op 4
gesculpteerde poten? Aan de voet 4 (om aandacht?) roepende hoofden. In de kist:
een verzameling hedendaagse wapens, waaronder de Kalasjnikovs waarover voordien
al sprake. Over alles: gekleefde reclame paginas over consumptieproducten... nog
in Belgische frank.
Dit gaat over de Eeuwige Jachtvelden. Niet van de Indianen, want die
jagen op een beperkt aantal bizons om voldoende eten te hebben voor de groep.
Pas wanneer er opnieuw nood aan voedsel of kledij nis, gaan ze opnieuw opjacht. Bij de mens is die antropologie zoek,
al gaan antropologen heel graag die Indianen-maatschappij bestuderen. Dit gaat
over doden en consumeren, of doden als consumptie, geolied georganiseerd.
Anekdote: toen het werk in 1990 voor de Biënnale van Venetië werd geselecteerd
(samen met Fabre, Delvoye en Decordier), werden de wapens een tijdje
geconfisqueerd omdat er geen officiële documenten van de demilitarisatie
(onbruikbaar maken) ingesloten waren. Ondertussen zit het werk bijna 30 jaar in
de collectie van M HKA. Wanneer de koffer met wapens in Raversyde toekomt, moet
Kathleen Ribbens, collectiebeheer, meteende staat van die wapens laten nazien en registreren. Gevolg: opnieuw
confiscatie en wachten op her-demilitariseren + de documenten bijhouden!!!.
Lijkt een beetje op de krijtlijnen van Performing Objects...
Nog even aanhalen: de wapens zijn indertijd aangekocht in een
circuit (noem het zwarte markt) waar ook nalatenschappen uit het Congolees huurlingenverleden te vinden waren.
Bezoekersgids
PATRICK
VAN CAECKENBERGH, (°1960 Aalst, woont en werkt in Sint-Kornelis-Horebeke)
De
Eeuwige Jachtvelden (1990), (120 x 200 x 280 cm, collectie M HKA, Antwerpen /
Courtesy Gallery Zeno X), Installatie
De
Belgische kunstenaar Patrick Van Caeckenbergh werkt sedert 1986 aan een mysterieus
en barok oeuvre dat reeds ruime internationale erkenning kreeg. Zijn sculpturen
en collages tonen een aparte en heel persoonlijke blik op de wereld. Patrick
Van Caekenbergh is een encyclopedist. Hij mijmert over de plaats van de mens in
de wereld, een getemd dier dat orde probeert te brengen in de chaos. Van
Caeckenberghs werk zit vol verwijzingen en mysteries. Gebruikmakend van collage-
en assemblagetechnieken koppelt hij de meest diverse voorwerpen, vaak uit de
populaire cultuur, aan andere, uiteenlopende bronnen van kennis. Elk element
heeft weliswaar een afgebakende betekenis tot het oplost in het geheel en deel
wordt van een bizarre betekenisconstructie. De installatie De Eeuwige
Jachtvelden lijkt op een rococomeubel, maar is een reusachtige houten
gereedschapskist op vier als leeuwenkop uitgewerkte poten. De buitenkant
bekleedde hij met reclamefolders, binnenin steken vuurwapens. Dit beeld legt op
vlijmscherpe wijze postkapitalistische mechanismen bloot. Alles lijkt koopbaar
en maakbaar, maar in werkelijkheid worden vooral hebzucht en destructie gestimuleerd.
Deze nieuw ingelijfde plek in het domein is de plaats waar over
plek en object nagedacht wordt. Hoe doen ze dat, die kunstenaars van dit
collectief. Procesmatig. Dat wil zeggen dat de eigenwaarde van de kunstenaar
slechts een deel is van een groepsgebeuren.
Eerste en vooral door zelf te gaan nadenken met denk-genoten die
ergens wel een raakpunt hebben. Kwestie van een soort eerste af-boording te
hebben, een eerste niveau zeg maar. Objecten wordt bij (bv.) de kringloop
verzameld en in een eerste afgetaped veld geplaats. Dat is een grote rechthoek
waarin alle objecten een plaats hebben en die unieke plaats wordt op zich ook
afgetaped. De vaststelling, de observatie. Boven deze plaatsing, op de muur,
staan woorden. Links en rechts verticaal: verzamel en evalueer. Centraal een
cirkel die bestaat een weer andere woorden: omlijnen, pauzeren, inspireren,
afbakenen, kiezen, transfereren, verhouden, plaatsen, omlijnen. Centraal staat
focus. Aan de achterwand bij de deur: een pakje schuurblaadjes voor de vrije
inspiratie en de suggesties. En dan begint het. Kies een object, neem het mee
naar de kamer er naast en doe er iets mee, plaats het terug op een andere
plaats binnen de eerste afgebakende ruimte en trek een nieuwe lijn. Wat doe je,
waarom doe je dat, hoe gaan we om met idee en uitvoering, wat doen dingen met
ons, wat met het geheugen van oorsprong en verandering. En alles wordt volledig
gedocumenteerd, wat dan opnieuw aanleiding kan zijn tot een nieuwe
presentatie.De vraag zal zijn: wat
ontstaat en hoe ontstaat het en ij welke mate kon dat in welke vorm van
vrijheid?
Wanneer er géén activiteit is, kan je alleen door het raam kijken.
Dan zie je de gebruikte materialen en de herplaatsing van de aangepaste
objecten. Op de deur staat een tekst i.v.m. End to End.
Bezoekersgids:
PERFORMING
OBJECTS, End to End (2015-2016)
Sculptuur/Installatie,
(Creatie Private Tag)
Het
kunstenaarscollectief Performing Objects experimenteert met objecten in
verandering
tijdens deze expo in wording binnen de expo Private Tag. De objecten worden
interactieve performers met een publiek. In 2014 opgericht door Marjolijn Dijkman
en Kristof Van Gestel maken ze deel uit van Enough Room for Space, een
kunstenaarsplatform in Brussel waar kunstenaars onze omgang met objecten onderzoeken.
Tijdens
Private Tag installeert het collectief zich in het Bunkerhuis met een project voor
de toekomst met statementwaarde. Ze buigen zich over de mogelijke invulling van
deze plek als kunstenaarsresidentie/atelier, wat de toekomstige bestemming wordt.
Kunstenaars Bie Michels, Kristof Van Gestel, Lauren Grusenmeyer en Leontien Allemeersch
zetten samen End to End op. Elke week plaatsen ze vanuit improvisatie objecten
in wisselende verbanden, zodat ze als het ware transformeren. Hun methode is
geïnspireerd op Lean Management en op technieken van scoring een volgorde
waar je aan vasthoudt - uit de performance. Dit project is een voorbeeld par
excellence van co-creatie bij de totstandkoming van kunst. Andere kunstenaars
zullen zich gaandeweg aansluiten bij het maakproces, dat je op de openingsdag
en elke zaterdagnamiddag (telkens van 13u tot 17u) live kan
volgen.
Elke sessie begint met een brainstorm en eindigt met een evaluatie. Er zijn publieke
sessies. Kristof Van Gestel wordt ondersteund door het Onder-zoeksfonds HoGent,
KASK, School of Arts, Gent.
Site: Helaas
grotendeels nà de regen van 19.09 verdwenen!!! Rest nog de gang.
Een kunstenaar moet je bezig zien, mee praten, proberen te begrijpen
dat kunst niet altijd een beitel of een palet is. Alles kan het palet van de
kunstenaar worden. Van onaangeroerde natuursteen tot lucht of eenvoudig krijt
en meetlat. Iedere lijn in de natuur en in de stad kan geconfronteerd worden
met een andere lijn. Zo ontstaan tegenstellingen in richtingen, communicatie
tussen een strakke muur en haakse lijnen, waaruit een soort urbanisatie
ontstaat, of op zijn minst een perspectief.
Bart Lodewijks start zijn dialoog in een bunkergang, omdat het
buiten regent. Op een munitiebunker en op een siermuurtje bij de inkom aan de
zeedijk gaat hij verder. Op de ene ontstaat een andere architectuur in krijtlijnen,
op het siermetselmuurtje ontstaat een chaos uit twee rechtlijnig-heden: die van
het metselwerk en de van de hoeklijnen. Precies daar moet je het werk lezen.
Op de lange muur achter de Appelplatz tekent hij een panorama. Het
lijkt voor de ene een lange referentie naar prikkeldraad. Maar dat houdt een doorloop
in. Die is er niet. Middendoor loopt een lege balk van een centi-metertje,
terwijl de lijnen daarboven en daaronder NIET aan elkaar vast-zitten. In
tegendeel. Er is een soort breuk. Ik dacht zelfs aan een veranderd perspectief,
waarbij de onderste lijnen de diepte van een gang (loopgang of loopgraaf)
suggereren, de bovenste lijnen verwijzen naar de troosteloze bomen op een WO1
slagveld. Ondertussen, terwijl de kunstenaar bezig is, hoopt zich een reliëfje krijtstof
op in de nerven van het beton.
Ook de zeer moeilijke keuze van wanneer stop ik heb ik kunnen meemaken. De aanzet van het werk gebeurde op
het moment dat de drie panelen nog op de muur vastzaten. Eens weg, ontstond
ofwel een onvolledig panorama, of een drietal spanningsvelden van lijnen
waartussen een kille stilte zat. En dan????? Een van de mede-curatoren heeft de
knoop doorgehakt. Er is ook een film over die tekeningen, omdat krijt nu
eenmaal snel kan verdwijnen. Dat heet efemeer (t.t.z. van korte duur),
alhoewel: er zijn nog tracés van Track Gent (https://vimeo.com/41650541) zichtbaar en in de
Lounge van Lumière Brugge kan je er ook nog vinden.
Bezoekersgids:
BART
LODEWIJKS(NL) (°1972 Beuningen, woont
en werkt in Gent)
Raversyde
Drawings, In situ tekeningen & filmfragmenten, (Creatie Private Tag)
Bart
Lodewijks strijkt ergens neer, alleen gewapend met een stevige liniaal
en
een doos krijt. Dat is het beeld dat door de jaren heen is ontstaan van de
Nederlandse
kunstenaar die keer op keer een omgeving be-tekent, of het nu
het
wegdek, een façade, een huizenrij of bij uitbreiding een hele wijk betreft. Hij
deed dat bijvoorbeeld voor de tentoonstelling Track en in de jaren daar-voor in
de Moscouwijk in Gent. In 2014/15 was hij aan de slag in de Londense
Whitechapel Gallery en hij infiltreerde gedurende drie jaar in een verwaar-loosde
wijk in de Ierse kustplaats Sligo in opdracht van kunstencentrum The Model. Meestal
neemt hij de sociale context van de bewoners van een pand of een wijk mee in
zijn werk. Op de site van Raversyde ligt dat enigszins anders. Het is een
historische site die tijdelijk bevolkt wordt door passanten: de bezoekers en de
medewerkers. Hun doen en laten, hun bewegingen, de historische sporen van
menselijke aanwezigheid en vooral de architectonische omgeving zullen de
inspiratie zijn voor zijn instant lineaire tekeningen die je her en der zal
zien opduiken. Hij zal een aantal dagen op de site verblijven om te observeren
en te tekenen, om zijn spoor te trekken. Hij documenteert al zijn werk met
eigen tekst en fotos, maar werkt ook samen met filmmaakster Griet Teck.
Dankzij deze samenwerking zal er naast de zichtbare krijt-tags van zijn
aanwezigheid ook een videoverslag van zijn werk te zien zijn.
Een slaapplaats voor 15 in een bunkervleugel is geen suite. De
droge vorm heeft alle menselijkheid vergeten. Er rest alleen metaal en ruwe
dekens. Stel dat alle hangbedjes nu een felgekleurde gehaakte textiel bedekking
krijgen. Allemaal anders, persoonlijk gelegd, niet in de seriële rechte lijn,
maar huiselijk, gebruikt, ... Hoe ver weg kan je het conflict wegdenken? En
waarom kan dat in het echt niet? En dat een gestalte die volledig bedekt is
met een stuk textiel, een laken zeg maar, in de commandobunker uitkijkt over
die zee van waaruit een conflict kan komen? Kan dat? Waarom de plank. Enerzijds
duidelijke signalen, anders een interventie die het feit interventie in vraag
stelt.
De tactiliteit van stof en de prikkeling van kleur staan in schril
contrast met het beton- en metaalgrijs. Een vleugje camouflage helpt niet. Voor
de historicus (...). Bij de aanvang van WO1 waren er heel veel soldaten in
felle uniform kleuren, kwestie van duidelijk herkenbare functie in het
conflict. Wordt snel vervangen door feldgrau. Zie ook de felle kleurvaandels
Kurosawas Ran:https://www.youtube.com/watch?v=AbbfDntoRRk
Bezoekersgids:
FRANSJE
KILLAARS(NL) (°1959 Maastricht, leeft
en werkt in Amsterdam)
Past
and Present (2016), Installatie
Fransje
Killaars studeerde aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in
Amsterdam
en was assistente van Sol Lewitt. Talrijke exposities in bekende
musea
(zoals o.a. recent in het Gemeentemuseum Den Haag) en opdrachten in
openbare
gebouwen (het Paleis van Justitie in Den Haag en de Stg. Fonds voor
Beeldende
Kunst, Vormgeving en Bouwkunst) vestigden haar naam in Neder-land en ver
erbuiten.
Fransje
Killaars maakt kleurrijke textielinstallaties met handgeweven vloerkleden, dekens
en met stof beklede wanden en kamerschermen. In haar werk nemen kleur en
textielmateriaal de overhand op de vorm. Door deze materialen op gerichte wijze
te ordenen bekomt ze een ruimtelijke totaal-ervaring, die raakt aan schilderkunst,
beeldhouwkunst, architectuur en mode.
Killaars
speelt altijd in op menselijke verhoudingen, ons verlangen naar
welbevinden
en de zinnelijke ervaring van een ruimte. De menselijke gestalte
is
prominent aanwezig in haar recente werk. Vaak zijn het met textiel omhulde gestaltes
die je zou kunnen linken aan maatschappelijke en politieke discussies - de
associatie met in burka geklede vrouwen is nooit veraf. Ze speelt met de verschillende
connotaties van deze beelden en de verwarring die ontstaat.
Voor
Private Tag integreert Killaars haar werk in de observatiebunker, en roept op die
manier nieuwe ervaringen en betekenissen op.
In confrontatie met de wapen-doos van Patrick Van Caeckenberg op de
zolder van de Vlaamse Zaal. Binnen de context van de site kan je verwijzen
naar het verschil hard (kogelhuls) en zacht (doek). Ook het museaal presenteren
komt aan bod (toonkastje net naast de toonkasten van TRENCH ART. Bij dit laatste speelt het minimale een grote rol. Dit
wil zeggen: hoe omgaan met kleine voorwerpen die meteen gelinkt zijn aan de
(lokale) oorlogservaring en waarmee je iets schoons maakt, een contradictie
tussen de functie en de plooibaarheid, opnieuw tussen hard en zacht.
Uiteindelijk vaak een verstuur-baar of bewaar-baar geschenk voor de familie
thuis. En hoe vrouwelijk is die ambacht.
Tussendoor: is er een indruk van vrouwelijke kunst in deze Privat
Tag tentoonstelling, als dat al bestaat: vrouwelijke kunst. Open vraag!!!!!
Leuk om mee te nemen: beide kunstenaars van het collectief (Kirill
Agafonov & Natasha Peredvigina) zijn van Izjevsk, zeer belangrijke
wapenindustrie-stad, die 4 jaar van naam veranderde ter ere van de held van de
wapenindustrie Gorod Ustinov.Pittig
tweede detail: Michail Kalasjnikov, uitvinder van ..., is in 2013 in Isjevsk
gestorven. In de materiaaldoos van Van Caekenberg zitten heel wat
....Kalasjnikovs... Associaties genoeg op zolder. Allemaal te maken met ruimte
(de plaats), de tijd (historisch en actueel) en de naamgeving (met alle
bijklanken)
Bezoekers kunnen samen of in familie de tactiliteit van zacht en
hard voelen en er zelf mee aan het werk gaan. Wat gebroken is, wat stort-klaar
is, kan vaak nog een waarde hebben. Kan via de mens een meer-waarde krijgen. Op
die manier wordt ook verwezen naar een noodzakelijk vernieuwde attitude t.o.v.
afval. Via samenvoegen, herwaarderen en herstellen. Niet vergeten: het
eindresultaat is een esthetische vorm.
Dit is een deel van een Europees project dat vanuit MSK-Gent is
opgestart: http://manufactories.eu/
Tegelijkertijd start mede-curator Merel Vercoutere een samenwerking.
Dit is de mail:
Dag allen,
zondag opent op Raversyde de expo "Private
Tag" waarop jullie allemaal hartelijk zijn uitgenodigd. Voor één onderdeel van de expo willen we graag dat de
Oostendse bewoners en bezoekers ook deel kunnen worden van de expo. Vandaag bouwde ik reeds aan een wand met persoonlijke
textiel lapjes. Maar we willen graag dat dit verder groeit dankzij
jullie inbreng!
De leden van het Russische
kunstenaarscollectief Gorod Ustinov willen ons namelijk doen
verder bouwen met de museumbezoekers aan hun Micromuseum Raversyde.
Museumbezoekers worden uitgenodigd om aan de slag te
gaan met eenvoudige en oude materialen zoals textiel lapjes, gebroken scherven
en kogelhulzen. Gedurende deze recyclage materialiseren uitgewisselde ideeën
zich in nieuwe kunstvoorwerpen.
Kom
naar Private Tag en breng een klein stofrestje mee dat je nog liggen hebt of
een scherf die je ergens ontdekt. Iets heel kleins dat in de vuilbak zou
belanden maar dat je op een of andere manier toch mooi, belangrijk of
intrigerend vindt.
Je
mag deze ook afgeven bij Vrijstaat O. indien je stofrestjes liggen hebt! Heel graag tot dan! En met een lapje stof,
scherf of kogelhuls!
Gorod
Ustinov is het micro-art-collectief van Kirill Agafonov en Natasha Peredvigina,
allebei afkomstig uit Izjevsk (de stad die tussen 1984 en 1987 Gorod Ustinov
heette). Als duo exposeren ze samen sinds 2010. Ze namen deel aan de 5de
Biënnale van Moskou More Light in 2013 en richtten hun Micromuseum op in The
National Center for Contemporary Arts in Nizhny Novgorod, het MSK (2015) in
Gent, Fundació Antoni Tàpies in Barcelona (2016) en FRAC Lorraine, Metz (2016).
In de lente van 2015 creëerden ze het Micromuseum in het Gentse Museum voor Schone
Kunsten (MSK). Een deel van dit Micromuseum is nu te zien tijdens Private Tag.
In de herfstvakantie kan het publiek, net zoals toen in het MSK, verder bouwen
aan het museum.
In
het MSK gingen het kunstenaarsduo en het publiek aan de slag met kogel-hulzen
en restjes stof. Ze combineren deze twee schijnbaar tegenstrijdige materialen
(met associaties van vernietiging en wegwerp, hard en zacht) als middel
tot communicatie. Door deze materialen te bekijken, te voelen en er over
na te denken ontstaan nieuwe creaties, die je met elkaar en met de wereld.verbindt.
In de context van een museum bouwen jong en oud op deze manier mee aan een
gedeelde, dynamische omgeving: het Micromuseum.
Gorod
Ustinov deelt hun laagdrempelig creatieproces met het publiek om te tonen
dat iedereen kan creëren. Tegelijk leert het publiek bewuster omgaan met de
ruimte in haar kleinste onderdelen, en met dagelijkse objecten in die ruimte.
AANVULLING: uit
Bezoekersgids
TRENCH
ART
In
Private Tag leggen we de link met WO I én het thema via een fenomeen dat
toen
ontstond en is blijven bestaan. Het gaat om objecten die aanvankelijk door soldaten
in de loopgraven (the trenches) werden vervaardigd denk aan een stuk obus,
kogelhuls, aansteker en de tijd overleefden door hun kunstzinnige bewerking.
Vaak deden ze dat om de tijd te verdrijven, om een herinnering vast te houden
of op te roepen. Je ziet er duidelijk het spoor van handwerk, van een persoonlijke
toets waardoor het unieke stukken zijn geworden. Die spontane traditie zette
zich door binnenskamers tijdens en na de oorlog, bijna als een combinatie van
ambacht en therapie. Doorheen de tijd is deze term uitgebreid tot werken die in
latere geïndustrialiseerde oorlogen werden vervaardigd, vaak uit het afval dat
die zelf produceerden. Een fijne selectie is hier te zien uit de collecties
Raversyde en het Memorial Museum Passchendaele.
1.Video: een lover of opslagcontainer voor kabels.
De kabel wordt op een bijna sacrale wijze in een perfecte ronde geplaatst. De
arbeider draagt de kabel voorzichtig en heel gericht in die draaiende beweging langs
de zijde van de cirkel, laag op laag. Vooral kijken naar de man, naar de ernst
waarmee hij de kabel hanteert. Terwijl je deze choreografie volgt, denk je niet
aan de functie van die kabel. Maar communicatie ligt aan de basis van de
conflict-dynamiek. Wat moet uitgevoerd worden, gebaseerd op ontvangen
informatie, gaat via kabels van opdrachtgever naar uitvoerder, van commando
naar geschut. In oorlogstijd liepen meters telefoonkabels langs de wanden van
gangen en tunnels.
2.Plafond: contour van de kustlijn tussen Calais en
Hamburg + daarnaast diezelfde kustlijn over pakweg een kleine eeuw.Biedt de bunker veiligheid voor de
spiegelstijging? Deze kunstenaar is vaak bezig met lijnen (vislijnen, netten, lijn
op kaarten, ...) en met de productieve creaties, d.w.z. wat gemaakt wordt heeft
een functie, maar staat ook voor schoonheid. Verwijzing naar ManMade[i] en de
fotopresentatie in de Nieuwe gaanderijen. Dus de dreiging van een verschuivende
kustlijn omgezet in neon-lijnen, heeft een esthetiek waar we niet aan voorbij
mogen gaan.
Bezoekersgids:
NICOLAS
FLOCH (FR), (°1970 Rennes, woont en werkt in Parijs)
Calais
Hamburg, 2100, Sculptuur, (Creatie Private Tag)
Lover
(2015), Videofilm
De
Franse kunstenaar Nicolas Floch behaalde een master of Fine Arts aan de Glasgow
School of Arts in Glasgow en doceert installatie en sculptuur aan de EESAB
in Rennes. Sedert 1995 bouwde hij een indrukwekkend internationaal tentoonstellingsparcours
uit. In België was zijn werk eerder te zien tijdens de kunstmanifestatie
Over The Edges (2000) in Gent (S.M.A.K.) en de groepsexpo MANMADE
(2016) in Raversyde.
Floch
verkent artistieke praktijken in functie van de sociale, economische of wetenschappelijke
context waarin hij werkt. Hij presenteert zijn werken - van installatie,
sculptuur, film tot performance- als open structuren. Ze zijn meestal multifunctioneel,
moduleerbaar en consumeerbaar.
Calais
Hamburg, 2100
Voor
Private Tag realiseert Nicolas Floch de neoninstallatie Calais Hamburg,
2100.
De kustlijn wordt op een landkaart vaak afgebeeld door een blauwe lijn.
Calais
Hamburg, 2100 toont de huidige kustlijn en de prognose voor 2100 bij de stijging
van het wateroppervlak als gevolg van de opwarming van de aarde. Het stuk is
bewust geplaatst in een bunker, een solide, dubbelzinnige schuilplaats, quasi
hulpeloos tegenover het oprukkende natuurgeweld.
Lover
Floch
realiseerde Lover tijdens zijn verblijf in het bedrijf Alcatel-Lucent Submarine
Networks (ASN) in Calais, een bedrijf dat onderzeese kabels en optische vezels
levert voor intercontinentaal dataverkeer. In deze film brengt hij het laatste stadium
van het productieproces in beeld. Het moment dat arbeiders de kabel in
concentrische cirkels opwikkelen in een container of opslagtank - in het Frans lover
genoemd. Floch legt de focus op de performance van de arbeiders, op hun
gebaren, de mankracht en het samenspel dat nodig is.
Tekstfragmenten van 30 jaar terug genoteerd in New York. We hebben
geprobeerd alles zo volledig mogelijk te noteren. Let wel: het zijn geen
gevleugelde uitspraken, dus niet terug te vinden op google. Dit is een
auditief spoor.
In de slaapruimte FLAK, een eigen gemaakt liedje. Zeer zacht
gezongen, waardoor een soort intimiteit ontstaat in een anders zeer strikte,
functionele, koele omgeving. Het doet nadenken over het contrast tussen wat
oorlog is en wat het doet met mensen (mannen) en de verre herinnering aan die
veiligheid van een stem (vrouwen). Om van deze tijd te blijven, moet je
uiteraard onthouden dat er een ongelijke verspreiding is van het gender-belang
in tijden van crisis.
Autant de solitude, solitude
Autant de solitude dans la rue
Autant de solitude, solitude
Autant de solitude dans ma tête
Autant de solitude, solitude
Autant de solitude dans ma peaux.
Autant de solitude, solitude
Autant de solitudeprélude pour l
hiver
Verspreid over de gangen, telkens één zin, die om de 30 opnieuw gehoord
kan worden via een detectiesysteem. D.w.z. dat je met een groep nooit het
effect van verrassing, verwondering en nadenken over de inhoud kunt hebben. Blijft
wel het contrast tussen de kille functionaliteit van loopgang en een totaal uit
de context gehaald tekstfragment dat op die manier een nieuwe betekenis kan
krijgen. Deze van de historische context en die van jouw interpretatie.
De zinnen:
I like the colour of your soles. (of soul?)
They were picking at me, one after the other, just like dogs.
(over
een jongen die op straat aangerand werd)
He got lipstick up his ass.
They told me the streets are paved with gold.
Are you trying to get higher in life?
I only know how to blow.
Dont cry anymore because of me.
A rabit needs three holes to escape
Do you want to hear a sweet song?
Het totaalconcept doet nadenken over wat public en wat private is en de
combinatie public/private.
Bezoekersgids:
MARIA
DEGRÈVE (°1954 Brussel, woont en werkt in Gent)
Maria
Degrève onderzoekt de dualiteit en vluchtige grens tussen het publieke en het
private leven. Biografie en kunst raken elkaar bewust. In haar performances tast
ze de grenzen van het intieme in openbare plaatsen af. Zij studeerde schilderkunst
aan Sint-Lucas Brussel en is licentiate filosofie (VUB). Nadien verbleef ze
twee jaar in New York, waar ze tabula rasa in haar kunst maakte. Recent
behaalde ze een master beeldende kunst aan het KASK Gent. Haar eerste
belangrijke solo Lost persons area vond plaats in Netwerk Aalst in 1994, haar
laatste What the body remembers in het FeliXartmuseum in Drogenbos/Brussel in
2014. Naast talrijke performances nam ze de laatste jaren deel aan diverse
groepsexpos o.a. Sint Jan (2012) in Gent en Uitblinkend door Afwezigheid
(2014) in Emergent Veurne. Voor Private Tag creëerde ze tien autonome
audioperformances, die op diverse locaties, in de tunnels en in een slaapkamer
van soldaten, te horen zijn. Als basis gebruikt ze zinnen, of restanten ervan,
die ze dertig jaar geleden in New York opving. Vluchtige, fragmentarische
zinnen, die ze optekende en bijhield. Sommige zijn direct tot haar gericht,
andere zijn fragmenten uit opgevangen gesprekken. Met deze zinnen wil ze de
voorbijganger in de tunnels verrassen. Los van hun oorspron-kelijke context
geeft ze ze terug aan de passant. De tunnels geven een zekere onrust, gejaagdheid
en beslotenheid prijs. De slaapkamer is veeleer een plaats gevuld met
verlangen, wachten, afwezigheid en eenzaamheid.
Basis: vrouw met lange rode sleep op paard in draf over strand.
Het is een performance bij opening, nadien op video in site
geplaatst.
De bewegingsvrijheid al dan niet sensueel van een mens op paard
met rode sluier staat sterk tegenover de afbakening van een batterij of fort.
Het lichaam dus. De beweging, de curving, metafoor voor band en vrijheid,
verbondenheid zon actueel woord: we lijken weg te zakken in het humus van
Watou maar zeker ook tergend contrast, door dat lichaam dat vrij beweegt in
een strikte omgeving, met een rood accent, van passie tot dynamiek.
Deze kunstenares heeft een langdurig project binnen Vrijstaat 0 De
Werf. Dit is er een deel van. Uitgewerkt in werkschetsen, gebruikte materie en videoregistratie.
De Video staat in de uiterste bunker, in een zeer kleine ruimte.
Zeer close gefotografeerd, in een combinatie van choreografie. Daarbij staat
ook de onmogelijkheid van deze uitvoering in oorlogstijd: strandobstakels,
verbod op strandbezoek, observatie, ... Plus zeker de erotiek van lichaam,
kleur en galop niet vergeten. Ik denk dan aan de paarden-scènes van Galloping
Mind van Wim Vandekeybus: https://www.youtube.com/watch?v=RlOJg0G46dE
Bezoekersgids:
(°1976,
woont en werkt in Gent)
WING, Tekeningen en film, (Creatie Private Tag)
Dolores
Bouckaert is regisseur, auteur, beeldend kunstenaar, actrice en
performer.
Haar projecten werden al meermaals gepresenteerd in binnen- en buitenland.
Dolores Bouckaert is één van de artiesten die een intens traject van twee jaar
zal afleggen in Vrijstaat O. en De Werf. Binnen deze samenwerking zal ze verschillende projecten realiseren. Dolores Bouckaert
streeft in haar werk naar intimiteit. Het samenzijn, maar ook de revolte
daartegen, en hoe ons lichaam gestalte geeft aan deze gevoelens. Haar eigen
lichaam is haar belangrijkste instrument en onderzoeksproject. Voor Private Tag creëert ze WING. Deze video is
gebaseerd op de gelijknamige performance
te paard langsheen het strand met
livemuziek door Rodrigo
Fuentealba (Manngold) in samenwerking met Kwinten Lavigne en gefilmd
door Benny Vandendriessche. In de bunker brengt ze ook tekeningen en kledij
samen die ze in aanloop naar dit project heeft gemaakt. Haar tekeningen stralen
een kinderlijke naïviteit uit, kinderlijk want geworteld in een kindertijd,
naïef omdat de penseel/potloodvoering heel vlug lijkt.
Een Atlantik gemaakt uit WO2 prikkeldraadhouders, zonder zeildoek.
Alleen een frame, een puntig frame, een gevaarlijk object in een gevaarlijke
(conflictueuze) omgeving. In spiegelbeeld anders? Wat is de waarheid? Is dit
een contradictie? Spilliaert en spiegelbeeld. Spiegel als grensverlegger, als
uitvergroter van een context, als breedbeeld, als wegdromen in een wereld die
vasthoudt wat op dat moment mooi is. Maar: bij een eerste conflict verbrijzelt
het glas. En toch: een strandzetel in
een duinenland-schap is als een vakantiefoto waarvan het personage even weg is.
Mira Albrecht is vooral textielkunstenares, en dat kan je meenemen
in dit: géén textiel in de zetel en alleen het militaire textiel van
camouflage, life en in spiegelbeeld.
Vgl.: opbouw huisje op bunker n.a.v. Private Shelter (Jonas
Vansteenkiste & Veerle Michiels), ongeveer zelfde locatie, zelfde verhaal
dat tussen conflict en veiligheid/relaxatie ligt. En hoe veilig wordt het
straks in het glazen huis bovenop het bunkerhuis waar Vrijstaat O kunstenaars
residentie zal aanbieden.
Bezoekersgids:
MIRA
ALBRECHT - (°1984 Brugge, woont en werkt in Gent)
Strandcafé,
Installatie, (Creatie Private Tag)
Mira
Albrecht behaalde een master textielontwerp aan de Luca School of Arts Gent in
2008. Haar werk behoort tot het terrein van de autonome vormgeving. Ze werkt
graag met onverwachte textielmaterialen en technieken in de buitenruimte. De
afgelopen jaren liet ze zich opmerken met verrassende tijdelijkeninterventies
in stedelijke kunstmanifestaties in o.a. Kortrijk en Gent. Mira Albrecht tekent
met textiel, op schaal van een locatie, en geïnspireerd door wat ze in situ
aantreft. Het plezier van het maken, het speels omgaan met conventies en een
conceptueel anarchistisch denken zijn sleutelbegrippen in haar werk. Een
onderzoek naar de esthetische manipulatie (vermommingen) van bunkers tijdens WO
II inspireert haar tot een installatie die zich op de grens bevindt tussen een
zich als ongevaarlijk voordoend gevaar en de ultieme imaginaire veiligheid.
Na Private Shelter[i] de
plaats waar privaat/public in een conflictzone samenkomen, letterlijk de
context van bunkerarcheologie wil Private Tag[ii] het
verhaal maken van het private of publieke signaal in een conflictzone, noem het
wat je in de omgeving achterlaat of nalaat, inclusief het efemere of et
verdwenen teken. Bon: zo interpreteer ik het dan toch, gezien de presentatie in
een historische conflict-site doorgaat.
Dit wil ook zeggen dat méér aandacht besteed wordt aan het
tactiele dan aan het filosofische. Alhoewel: het één leidt naar het andere.
En niet vergeten: tussen wat je ziet en hoe het daar komt, zit het hoofd, het
lichaam en de hand van de kunstenaar.
De wandeling kan twee richtingen uitgaan.
Ben je een verwoed liefhebber van oorlogsgeschiedenis, dan kom je
misschien wel met een kater terug. Stel je voor: het militaire is geschonden,
zelfs al zijn het onze oud- of ex-vijanden. Vergevingsgezind of paardenbril?
Ga je voluit voor de hedendaagse artistieke inbreng, dan zal je ook
die vraag stellen, maar dan vanuit de vormelijkheid. De esthetiek van pruiken
in deze context is vooral inhoudelijk en niet schoon. En dan komen we bij een
eerdere nieuwsbrief (n.a.v. ManMade) waarbij we de esthetische kant van kunst
opnieuw proberen op te halen.
Ga je als open bezoeker, dan moet je je fixeren op de associaties
tussen historische en actuele inbreng. Gebruik begrippen als stilte en
verwondering, netwerk, sparen, accentueren of contrast, onmogelijkheden, ...
De passage die je hierna krijgt, zijn een aanvulling bij de
publieksbrochure die vrij meegegeven wordt aan de bezoekers. Het zijn dus
persoonlijke opmerkingen, genoteerd tijdens de opbouw en de eerste
rondleidingen. Neem je tijd!
Een oude omgevallen spar wordt uit de natuurlijke context gehaald en in
een (kunstzinnige) serre (18/24 meter) ontstaat daaruit nieuw leven. Alles
wetenschappelijk benaderd en uitgelegd. De vraag is: is dit in leven houden of
blijft de boom uit zichzelf verder leven in de voort-planting op zijn massa? Is
deze boom de moule voor andere sparren?
The Macabre Treasury(2012)
Tijdens Documenta 13 legt hij de nadruk op bewaren en presenteren (nu
niet in bokalen met preserveervloeistof) maar in de museale kasten van het
Ottoneum (natuurhistorisch museum Kassel)[i]. Vgl.
met zijn collega Ballengée en de opgezette vogels.
Decorator Crab (2016)
Nu presenteert hij een reuzenrad (zéér groot) waarvan de ernst en de
humor samengaan.
Humor: verhaal dat het dier in die collosale vorm voor onze kust is
gevonden.
Ernst: het verwijzen naar de adaptabiliteit van dieren in een ecologisch
ongunstige omgeving.
Dit dier camoufleert zich ook met opportunistisch materiaal, van plastiek
tot herkenbare resten van menselijke consumptie. Hij verwijst daarmee naar de
vervuiling van ons eigen strand.
Ondertussen laat hij een reuzenmeeuw langs onze kust reizen. Persbericht
van coördinator-conservator Mathieu de Meyer:
Dat is van Mark Dion: op 1 juli
vertrekt het mobiel Meeuwenmuseum van de Amerikaanse kunstenaar Mark Dion
vanuit Koksijde voor een tocht van een maand langs alle kustgemeenten (Mobile
Gull Appreciation Unit, 2008). Het is een bemand mobiel reuzenbeeld van een
meeuw die deze dieren wil promoten. Bij het kunstwerk vind je meer informatie
over de meeuw en zijn manier van leven. Meeuwen zijn elke zomer prominent
aanwezig aan de kust, en zijn vaak het onderwerp van kwakkels en onwaarheden. Het
is de bedoeling om toeristen, kustbewoners, tweede verblijvers enz. te
sensibiliseren over hoe ze met de overlast kunnen omgaan, maar ook om een
positief verhaal over de meeuw te brengen, een dier waar Mark Dion sterk mee
begaan is. Het beeld werd met dezelfde doelstellingen eerder ingezet in
Folkestone (UK) & Pas-de-Calais (FR). Kun je de meeuw spotten, neem dan
snel een selfie en mail ze door naar kust@west-vlaanderen.be. Je maakt kans
op een strandlaken, aangeboden door de Provincie West-Vlaanderen!
(Ik blijf refereren naar Sweetlove. Ook hier: een oversized krab, zoals
oversized honden en undersized olifanten bij William. Basis: ecologische
problematiek uitbeelden met ecologisch problematisch materiaal.)
Houdt zich als kind vooral bezig n de haven van Antwerpen: meenemen van
vondsten die juist onder de grond liggen. Nu is hij meer de tekenaar dan de
verzamelaar. Zijn atelier is nu in een oude verlaten textielfabriek: dat brengt
andere resten mee. Hij spreekt ook over de pracht van metaalschroot op een
stapel, de chaos waaruit plots vorm ontstaat door observeren.
Anthro-genetica (2015/16)
Hij combineert nieuw en oud met de vraag: wat komt uit het genetisch
geknoei? Eigenlijk zou het geen probleem mogen zijn dat dingen verdwijnen. We
maken dan zelf iets. Hij verwijst daarbij naar het maken van een levende
(verwijst naar een muis zonder hoofd 2010) wezen uit gevonden DNA dat vanaf dan
open staat voor de evoluties van Darwin: the survival of the fittest. En de
mens kan dan de creatieve schepper zijn.
Een zeer goed tekenaar. Op gevonden papier, bestaande prints of gewoon
goed papier!!!! Een esthetisch aspect dat in deze tentoonstelling vaak vergeten
wordt. Daarover een afzonderlijke tekst.
De dieren die ontstaan zijn combinaties van mens en dier, van dier bij
dier, skelet bij fossiel, ...
Vlg. Met Albertus Seba[i] (NL,
1665-1736): schetsenvan vondsten die
hij ontvangt via de zeilvaart. Daaruit ontstaan dan boeken.
Verwijzing naar:
Private Shelter (2015): Tastportretten in Dark Sense.
Genetic Ceramics (2015-16):
Verwijst ook naar de maaltijd waarbij zijn hoofd op de tafel werd
gezet. Wiens hoofd en waarom is er altijd iemand nodig met een slechte
eigenschap.... die dan moet geneutraliseerd worden?
Kunstenaar, bioloog en zegt dat niet meteen - activist. Hij heeft een
eenvoudig standpunt. Volgens het WWF zijn 40 à 50% van de amfibieën nu al
verdwenen (vraag: welke zijn er bij
gekomen, d.w.z. pas ontdekt?). We geven er géén aandacht aan, maar wel aan
honden, katten en kippen.
Honden = zie Dog Republic[i] en Yona
Friedman[ii] (hond
Balkis kiest zelfs postuum artistieke ingrepen), maar ook steeds meer, o.a.
Documenta en kennel.
Katten = Erik van Lieshout[iii] in Manifesta
10: de katten in de catacomben van de Hermitage Sint-Petersburg.
Kippen = duidelijk doelend naar de manipulaties en genetica van Koen
van Mechelen.[iv]
Recent knipt hij verdwenen dieren uit oude 19de eeuwse
prenten van fauna en flora. Vgl. met Jef Geys[v] en het
uitknippen van beeldfragmenten uit de populaire schilderijen van de familie van
Martin Douven. Uitknippen is uiteraard de nadruk leggen op wat verdwenen is.
Temple of Akéso, 2016.
Akéso (genezen) = dochter van Asklepios (geneeskunde)
Een U vormigaltaar ruimte met
achteraan een foto van diepgevroren vogels (slachtoffers van...) allemaal
gelabeld 2015 (datum waarop hij die foto gemaakt heeft bij de opstart van
ManMade).
Boven de rand van de ruimte: opgezette vogels uit de collectie van VOC.
(Vgl. eventueel met nieuw opgezette voorstellingen in Zwin Natuur Domein,
Knokke). Zou aanvankelijk een afzonderlijk kunstwerk zijn (Apparitions) waarbij
de dieren de mens de rug toekeren (letterlijk)
Vooraan los geplaatst kartonnen dozen waarin gekwetste dieren werden
vervoerd (met nog restjes en de luchtgaatjes zijn dominant).
Daarin plaats de kunstenaar een reeks (13?) prints van dode gelabelde
vogels gepresenteerd worden. Totale oplage 26.000 en één per bezoeker.
Let op: zeer fijnen druk = betekent iets i.v.m. broosheid maar ook
i.v.m. wegwerpmaatschappij. Hoe bewaar je een broze print die je uit een vuile
doos haalt? Verfrommelen, plooienof
koesteren?
Tuur Van Balen (BE) & Revital
Cohen (GB, start circa 2008)
Het artificiële staat centraal. Zaken en dieren die gemaakt zijn,
gekweekt, gecreëerd. Er is vaak humor aan toegevoegd, terwijl de ondertoon een
(pseudo) wetenschap is. Een beetje te vergelijken met de ernst van Patrick
Corillon in Mu.ZEE (De ZEE: de aquaria en psychologische testen op visjes).
Ander link: enigma-machine in de Atlantik Wall. Hoe?
In het werk Do Androids dream of
electric Beatles willen ze de realiteit zo dicht mogelijk benaderen.
Daarbij zouden ze hun resultaat kunnen late testen op de wijze door Allan
Turing (Enigma-decoder) voorgesteld: een jury mag géén verschil horen tussen
een echte stem (bijvoorbeeld) en een elektronische stem. Dat is ondertussen nog
niet gelukt!!!!
Hier:
Infrastructures of National
History. (2016)
Voor dit project gemaakt, i.s.m. K.M.M.A (opgezette dieren) en UZ Gent
(X-Ray) Hoe ziet een opgezet dier er van binnen uit? Wat is nog echt (skelet)
en wat is van de taxidermist (ijzerwerk). Het dier wordt gemaakt naar een
menselijk inzicht = kijken als een mens, met poppenoogjes en een houding vanuit
menselijke gevoelens (angst, agressie, aanvallen, ...) Mooi vb. is de mengeling
van Impala en Luipaard in een filmische pose. Daar tegenover zijn de
verstrengelde paarden van Berlinde de Bruyckere poëtisch beelden van samenzijn.
Ik heb verstaan dat de er sprake is van diverse fotos op elkaar??)
Zijn dit nog dieren? Of alleen lichamen, vellen, façades...
Kingyo Kingdom (2013)
Gaat over antropomorfisme of hoe de mens de vorm van een dier bepaalt.
De goudvisjes (Rancu-vis) in deze film wordt zo gekweekt = lees
gemanipuleerd, dat ze lijken op de leeuwhonden (ShiShi) die voor de Japanse
tempels staan . Feit: ze zijn gemaakt, nadruk op kop, weinig staart en geen
rugvin meer. Ze kunnen dus niet meer zwemmen. Ze zijn ManMade. Wat zijn ze dan
nog?
Basis: conceptuele kunst, maar principieel overgestapt naar
objectinstallateur. De vanitas van de mens wordt meestal in beeld gebracht.
De eigenwaarde t.o.v. de sociale context.
Voorbeelden:
Openbare Gevangenis (Psychiatrisch
Instituut Duffel).Combinatie van
architectuur (openbare telefooncel), gevangenis (tralies) en locatie: een
open instelling voor mensen met een (mentale) achterstand of disfunctie.
Dark Museum (MSK Gent):
verduisterde museum waarin je door een blinde suppoost wordt rondgeleid.
Bevraging van wat zie ik?
111 grafzerken (Track-Citadelpark
SMAK Gent) Wijzen op de doodsheid van de bestaande musea. Wat is een museum
eigenlijk anders dan een plaats waar kunst getoond en bewaard wordt, vaak begraven
in de depots.
Brandende Zee (De Zee Mu.ZEE
Oostende) Kan de zee (uit zichzelf) branden? Contradictie of paradox. En hoe
lang. Heeft het met milieu te maken of met het onmogelijke mogelijk maken, ManMade
dus.
Allegorische koppen (Leopoldpark Oostende),
4 bronzen koppen van 4 beelden die bij een (Frans) advocatenkantoor stonden.
Allegorie: rechtspraak, rechtvaardigheid, welsprekendheid en geschiedenis.
Maar: het water staat hen dicht bij de mond = spreken is bijna niet mogelijk.
En nu:
Zwaard van ijs = zwaard van
Damocles over het milieu, aangezien die uit het ijs kan smelten. Uitgevoerd als
performance tijdens de officiële opening op 8 juni.
Collectief: Helen Evans (GB, 1972) & Heiko Hansen (D, 1970)
Gekende stukken:
Nuage Vert (Helsinki) 2008.
Duiden op ecologische drama van uitstoot van een koolcentrale via omranden van
de wolk met groene laserrand
Undercurrent (Triënnale Brugge)
2015. Omgevallen elektriciteitspyloon in water + geluid van elektrische
ontlading= onder-stroom
Opmerking: in 1986 had Luc Deleu al schetsen over dit thema.
In 2050, a brief history of the futur, het werk: Fleur de Lys (Brussel KMSK) 2015. Een miniatuurfabriek die
gevaarlijke gassen uitstoot en waardoor ook miniatuur onweertjes ontstaan.
Allemaal in een glazen doos.
altijd gericht op vaststellen van ecologische problemen en aanbieden van
oplossingen. Vaak een soort spel of spektakel.
Bv. Riga 2014, culturele hoofdstad Europa:
Radeau de sauvetage = op ongebruikt
spoorwegtraject. Daarop een wagentje, bestaande uit (bv) de helft van de ton
waarin een reddingsvlot niet opgeblazen bewaard wordt. Dit wagentje wordt
aangedreven door een zeil.
In Catastrophes Domestiques n° 2:
Prise en charge (2011) toont HeHe gas als dooddoener of hoe de
antropogene gasuitstoot (dus menselijk of door de mens gemaakt gas) even
gevaarlijk kan zijn. Hoe banaal het er ook kan uitzien.
Stichters: Chip Lord (VS, 1944) en Doug Michels (VS, 1943-2003)
Starten bij inflatables en stoppen wanneer hun werkplaats uitbrandt.
Vergelijkbaar met Luc Deleu = alternatieve architectuur. Of: Anders Bouwen,
d.w.z. minder of niet. Zijn ze comedians of guerrilla artists. Beïnvloed door
o.a. Buckminster Fuller[i], - verwijzen
naar de geodesic dome van Astrid Bossuyt tijdens= Freestate II, Paolo Solari[ii] - en
waarom niet naar Ante Timmerman, zelfde Freestate II, Archigram[iii] - waar
framework belangrijk is = vergelijk Felix & Tanghe
Vooral over de invloed van de media (typisch voor die periode 60-70?)
Cadillac Ranch:
Cadillac (stichter Detroit in 1701): in een hoek van 51° 10 Cadillacs in
de grond plaatsen als menhirs, in een chronologie van 1947 tot 1963. Is dit
chronologie of hiërarchie? Lijkt op evolutietheorie voor autos: geplaatst naar
evolutie van de staartvin (tailfin) van de Cadillac.
Is er een vergelijk tussen 51° helling = hellingsgraad (Gizeh) en 52°
helling = vissershuisje t.o.v. poolster???
Dolphin Embassy:
Een driezijdig gebouwd eiland, drijvend platform met een architecturaal
zeil, met als opdracht: communicatie zoeken met de dolfijnen.
Utopisch of visionair? De dolfijn is langer op aarde dan de mens = hoe
overleven zij in dit milieu? = bevragen, dus de taal van de dolfijn kennen. X
zou dit al kunnen door studie van behaviour.
Oostende en Dolfijnen n.a.v. bevallen onder water:
-bevallen met vroedvrouw-dolfijnen in zee nabij San Fernando.
Niet uitgevoerd.
-Info, bezoeken en oefeningen met Jacques Mayol in
Hotel Bero.
Heather Ackroyd (UK, 1959) & Dan Harvey (UK, 1959)
De vraag is: kan je met de natuur, in de staat waarin die zich nu
bevindt, iets esthetisch aanvangen. Ja dus. De natuur als bedekker van muren,
als portretkleur, ...
Kassel: van de 7000 door Beuys geplante eikenbomen hebben ze 60
eikeltjes genomen en daaruit nieuwe eikels doen ontstaan (groeien). Vraag: is
dit een nieuwe boom of een moule voor nieuwe creaties. Of: als een boom
kunstwerk wordt, zijnde vruchten
daarvan dan ook kunstwerken?
Hier worden twee werken getoond. Let wel: hier is ook oog voor de
esthetiek.
Polar Diamand (2008-9) = verschil in
ontstaansgeschiedenis tussen een echte diamant (miljoenen jaren oud) en een man
made diamanten (één dag?). Maar de tweede laag is ook belangrijk. De stof
waaruit de koolstof gemaakt wordt, is een been van een ijsbeer. Een dier dat
met het afsmelten van de ijskappen ook in et gedrang komt. Een contradictie
dus: zeldzaam t.o.v. synthetisch (veelvuldig maar man made). En dat de ene het
andere niet uitsluit. Wat is dan zeldzaam?
Ice Lens (2005) = tweede
contradictie. IJs laten smelten door ijs dat vrij komt door smelting. Dat is
spelen met de fossiele waarde van water in twee richtingen: als ijs gebundeld of
als water gedooid. Door de grilligheid van de lens was er geen focus = niet
gelukt. Het fotografisch verslag is wel zeer poëtisch. En dus aanleiding voor
gesprekken.
= banaliteit tonen of een analyse maken van de volkse smaak?
Dit zijn twee verschillende werelden
Verwijzingen naar:
Caterpillar in Middelkerke (verhaal van Ground Zero)
Betonmolen, voetbal doel, pipeline, ... in Mu.ZEE
Verhaal aankoop werk D. Boël in Koksijde + verwijzing naar hun
samenwerking in Biënnale van Venetië.
Kopies.
De keramische stijl Delft is een kopie van oude Spaanse Majolica, op
zich een kopie van de oud-Chinese stijl. En later in goedkope versie nagemaakt
in Groot-Brittannië. Dus: kopie van kopie van kopie IN een kopie (van een oude
kast)
Wim Delvoye neemt twee vragen van Georges Bataille mee: Wat is iets
eigenlijk? En: Wanneer wordt (dat )iets iets anders?
Kijken = er is een beeld, een beeld wordt gezien, een beeld ontstaat met
en nà het kijken. Dat laatste beeld is eerder flou: zoals in een First Person
Game.
Vandaar die flou-heid in de fotos, vanop een safe distance.De anekdote wordt vervangen door een
impressie, iets dat je herkent, en dat een bepaalde rust zou kunnen geven, als
je de gelijklopende horizonten belangrijk vindt = Gouden Eeuw
marine-schilderijen. Goed te weten dat de beelden gevonden media-beelden zijn,
genomen vanuit het standpunt van de overwinnaar. (overwinnaars-strategie: past
ook in Atlantik Wall en politiek standpunt van Dönitz aan het einde van de
oorlog: allen samen tegen communisme.)
Er worden nogal wat vragen gesteld:
1.Wat is een ruïne (in werk waarin gevraagd wordt na
te denken over het verschil in een ruïne voor en nà ene tweede beschadiging.
2.Wat is een piraat. In de gidsinformatiebundel wordt
een opsomming gemaakt, waarbij piraterij ten tijde van Walraversyde en nu in
Somalië vergeleken wordt.In tegendeel:
er zijn minder slachtoffers in de strijd rond de Golf van Aden dan toen de
middeleeuwse piraten met toestemming de andere over boord gooiden. Het is dus
wat de MEDIA er van maken: hoe wij kijken naar iets.
De piraten van Somalië beschermen in eerste instantie hun eigen visgebied,
vaak nabij kleine vissersdorpjes, waar het geglobaliseerd vrachtverkeer over
zee sterk in ingrijpt.
3.Beschermen wordt door de andere vaak als agressie
aanzien. Verwijzing naar film KAPRINGEN (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kapringen) waar de spanning
hoog oploopt, de dramatiek boven alles uitstijgt, maar het eindresultaat
uiteindelijk (bijna) banaal wordt.
4.De film gaat dus over de grenzen van deze wereld.
En hoe je te veel vanop een safe distance kijkt naar de echte problematieken.
De 9 planetaire grenzen - waarbinnen we safe zijn - van o.a. Johan Rockström worden
erbij gezet. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Planetaire_grenzen)
Rune Peitersen studeerde in 1999 af aan de Koninklijke
Academie van Beeldende Kunst en in 2001 aan de Masteropleiding van het Frank
Mohr Instituut in Groningen. Sinds zijn afstudeerjaar wordt hij gerepresenteerd
door Ellen de Bruijne Projects in Amsterdam, waar hij ook woont en werkt. Zijn
werk is te zien geweest in internationale tentoonstellingen op uiteenlopende
podia. Naast zijn praktijk doceert Peitersen aan de AKV|St.Joost, geeft hij
regelmatig lezingen en gastlessen en is hij medeoprichter en voorzitter van
Platform Beeldende Kunst.
-Hij heeft
ook online beeldmateriaal verzameld van rellen in Turkije, van drones die
missies uitvoeren boven Afghaans en Irakees grondgebied en van de ruïnes in
Palmyra.
-Hij
bewerkt de beelden en geeft er een eigen interpretatie aan zodat er een
dualiteit ontstaat tussen het esthetische en de inhoud (misschien als gevolg
van zijn opleiding in de klassieke schilderkunst ook zijn verwijzing naar
maritieme schilderkunst uit de Gouden Eeuw)
-Hij bevraagt
zowel zijn eigen positie als maker als die van de toeschouwer ( voor beiden
geldt een safe distance )
-Wat is
onze rol daarin ? Actief of onverschillig.
-Wat is de
rol van kunst in het kader van dit soort actualiteit ? Is kritiek nog mogelijk
via de kunst ? Of blijft het steken in kunst die enkel in een
tentoonstellingsruimte thuishoort ?
-Zijn werk
is duidelijk gemanipuleerd maar behoudt toch dat gevoel van authenticiteit of
geloofwaardigheid
Computer technologie
heeft zijn werk beïnvloed. Hij volgde zijn BA en MA schilderkunst en was van
plan ook de klassieke technieken te leren maar halverwege zijn studies besloot
hij te werken met beelden via computer.
De mate en het gemak waarmee je als kunstenaar
fotografisch materiaal kan wijzigen is boeiend. Als kunstenaar kan je op
verschillende vlakken spelen met die documentatie, authenticiteit, realiteit,
ervaring, waarheid.
Kijken = er is een beeld, een beeld wordt gezien, een beeld ontstaat met
en nà het kijken. Dat laatste beeld is eerder flou: zoals in een First Person
Game.
Vandaar die flou-heid in de fotos, vanop een safe distance.De anekdote wordt vervangen door een
impressie, iets dat je herkent, en dat een bepaalde rust zou kunnen geven, als
je de gelijklopende horizonten belangrijk vindt = Gouden Eeuw
marine-schilderijen. Goed te weten dat de beelden gevonden media-beelden zijn,
genomen vanuit het standpunt van de overwinnaar. (overwinnaars-strategie: past
ook in Atlantik Wall en politiek standpunt van Dönitz aan het einde van de
oorlog: allen samen tegen communisme.)
Er worden nogal wat vragen gesteld:
1.Wat is een ruïne (in werk waarin gevraagd wordt na
te denken over het verschil in een ruïne voor en nà ene tweede beschadiging.
2.Wat is een piraat. In de gidsinformatiebundel wordt
een opsomming gemaakt, waarbij piraterij ten tijde van Walraversyde en nu in
Somalië vergeleken wordt.In tegendeel:
er zijn minder slachtoffers in de strijd rond de Golf van Aden dan toen de
middeleeuwse piraten met toestemming de andere over boord gooiden. Het is dus
wat de MEDIA er van maken: hoe wij kijken naar iets.
De piraten van Somalië beschermen in eerste instantie hun eigen visgebied,
vaak nabij kleine vissersdorpjes, waar het geglobaliseerd vrachtverkeer over
zee sterk in ingrijpt.
3.Beschermen wordt door de andere vaak als agressie
aanzien. Verwijzing naar film KAPRINGEN (https://nl.wikipedia.org/wiki/Kapringen) waar de spanning
hoog oploopt, de dramatiek boven alles uitstijgt, maar het eindresultaat
uiteindelijk (bijna) banaal wordt.
4.De film gaat dus over de grenzen van deze wereld.
En hoe je te veel vanop een safe distance kijkt naar de echte problematieken.
De 9 planetaire grenzen - waarbinnen we safe zijn - van o.a. Johan Rockström worden
erbij gezet. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Planetaire_grenzen)
Rune Peitersen studeerde in 1999 af aan de Koninklijke
Academie van Beeldende Kunst en in 2001 aan de Masteropleiding van het Frank
Mohr Instituut in Groningen. Sinds zijn afstudeerjaar wordt hij gerepresenteerd
door Ellen de Bruijne Projects in Amsterdam, waar hij ook woont en werkt. Zijn
werk is te zien geweest in internationale tentoonstellingen op uiteenlopende
podia. Naast zijn praktijk doceert Peitersen aan de AKV|St.Joost, geeft hij
regelmatig lezingen en gastlessen en is hij medeoprichter en voorzitter van
Platform Beeldende Kunst.
-Hij heeft
ook online beeldmateriaal verzameld van rellen in Turkije, van drones die
missies uitvoeren boven Afghaans en Irakees grondgebied en van de ruïnes in
Palmyra.
-Hij
bewerkt de beelden en geeft er een eigen interpretatie aan zodat er een
dualiteit ontstaat tussen het esthetische en de inhoud (misschien als gevolg
van zijn opleiding in de klassieke schilderkunst ook zijn verwijzing naar
maritieme schilderkunst uit de Gouden Eeuw)
-Hij bevraagt
zowel zijn eigen positie als maker als die van de toeschouwer ( voor beiden
geldt een safe distance )
-Wat is
onze rol daarin ? Actief of onverschillig.
-Wat is de
rol van kunst in het kader van dit soort actualiteit ? Is kritiek nog mogelijk
via de kunst ? Of blijft het steken in kunst die enkel in een
tentoonstellingsruimte thuishoort ?
-Zijn werk
is duidelijk gemanipuleerd maar behoudt toch dat gevoel van authenticiteit of
geloofwaardigheid
Computer technologie
heeft zijn werk beïnvloed. Hij volgde zijn BA en MA schilderkunst en was van
plan ook de klassieke technieken te leren maar halverwege zijn studies besloot
hij te werken met beelden via computer.
De mate en het gemak waarmee je als kunstenaar
fotografisch materiaal kan wijzigen is boeiend. Als kunstenaar kan je op
verschillende vlakken spelen met die documentatie, authenticiteit, realiteit,
ervaring, waarheid.
Was een tijdlang zelf visser, dus kent de impact van de mens op de
zee-omgeving.
2.
Écriture productive: artistieke ingreep die een economisch gevolg heeft
(vissen).
2a.
O.a. Ecriture Productive, Poisson (21+22 oktober 1995)
= Proceskunst. Was
sleepnet, dus niet zo goed voor natuur. Nood aan goede, effen en zachte bodem. Schrijven
duurt 7 uur, 40 km lang en uitgeschreven over 7 km lang op 1 km breed.
= Proceskunst is ook
gevangen vis (500kg) verkopen via viswinkel en veiling + de kopers moeten een
verslag maken van het verder verloop nà de aankoop = keuken, smaak en afval.
= alle onderdelen in
expositie presenteren: video van varen, kaart van de vaart met aanduiding van
het woord, fotos van voor, tijdens en na + de verslagen van de kopers.
Presenteren op een esthetische wijze.
2b.
O.a. La Tour
pélagique (2008)
Een net van het
formaat van de Eiffeltoren. De basis zeer herkenbaar, de hoogte is correct.
= Proceskunst: maken
van maquette, uitproberen in proefbad, uitwerken in fabriek en uitvaren. Alles
fotograferen en filmen. Hier is het een drijvend net = minder belastend voor de
bodem, maar wel een symbool van industrialisatie, dus vervuiling sedert de
bouw van Eiffel 1889 (wereldtentoonstelling = bewijs van economische
grootmacht)
Presentatie in Nieuwe
Gaanderijen.
3.
Récif Artificiel
Fase 1: Start 2010 =
de studie
Fase 2: uitproberen
in architecturale geometrische gestikte modellen waarin de vissen kunnen leen
èn graag zijn, beter zijn, met méér zijn, dus opnieuw productiviteit opkrikken
door het manipuleren van een ecosysteem. Ondertussen zal de natuur die riffen aanpassen
aan de natuurlijke omgeving.
Fase 3: niet
geometrische, dus organische modellen die reproduceerbaar zijn. D.w.z. modellen
waarin andere modellen passen. Bouwen tot een geheel.
Daarbij vergelijkt
hij met Japan, waar héél veel vis wordt geconsumeerd = ecosysteem aanpassen om
méér vis te hebben. Artificiële riffen maken wel dat het bevissen minder
agressief is (met de lijn). Totaal 20.000 rif(complexen).
Probleem: textiel
waarin beton gegoten wordt bevat plastiek (wegenbouw) = zoeken naar andere materie.
Er zijn gesprekken met VLIZ over eventuele uitwerking voor de Belgische kust.
4.
Taal als essentie van het leven. In o.a. Over the Edges (2000) = 26
kledijstukken met elk een letter van het alfabet = verkoop in Hema Gent
5.
Het riffen-project werd ook voorgesteld op de Wereld Oceanen Dag van het
VLIZ in De Grote Post, 10 juni 2016. Ik onthoud:
-activiteit in Wimereux
-plaatsen van een atomium in het water als rif
Aanvulling Guido:
Het werk van Ernst
Haeckel 'Kunstformen der Natur' (1899-1904) heeft duidelijk voor inspiratie
gezorgd bij 26 (refnr is bezoekersgids) Nicolas Floc'h. In een deel van de
vormgeving van zijn artificiële riffen herken ik direct skeletten van
microscopische organismen. Zie bijvoorbeeld de bijlage.
Alle platen en het boek
zijn te vinden op het web, het boek ook antiquarisch of in een recente
facsimile, een po-pup-versie, kleurboeken voor volwassenen ...
Is vooral met TIJD bezig. Hoe groot is nu, hoe groot is verleden en
hoe groot is toekomst? Nadenken over begin en einde, studie van genetologie
(oorsprong) en eschatologie (catastrofaal einde). Wat blijft en hoe worden die
resten ervaren? Wordt het afval (paleontological plastic(soep)), wordt het
esthetisch (Brick Era), wordt het misbegrepen (Ikea Vase), of kunnen we via de
brokstukken nog contact maken met het verleden, met de tijd van waaruit het
komt? Onderweg vind je altijd minstens twee ladingen: de kritiek op de
consumptie en vingerwijzen naar afval.
Cosmic Connection (2016)
De basis verwijst naar de radar van Raversyde Atlantik Wall.Middenin die parabool puzzelt Maarten Vanden
Eynde een zeer ruim aantal oude (antieke?) left-overs van de PC-industrie. Wat
doe je daar mee, of wat doet een ander daar mee?
We zijn aan het einde van de Silicone-Age. Er zal dus massale veel afval
zijn. We gaan ondertussen over naar de staat van de Biological-Microchip-Age.
Wij worden een pc.
Vraag is: wat met al dat afval. Ook het afval in de ruimte (21.000
fragmenten, 300 werkende satellieten, samen 27 ton, waarvan er sedert 50 jaar
één fragment per dag naar beneden valt.
Aanvulling Linda: Hier is
het leuk om te verwijzen naar één van de proposals ( alle afval naar de zon-
toch niet echt ecologisch verantwoord idee van Luc Deleu ( zie bij document LD
)
Let wel: dit is grondstof die oorspronkelijk uit moderne slavenarbeid
komt.
Vraag: als je dingen van vroeger samenbrengt, heb je dan contact met
vroeger?
Paleontologic Plastic IV (2014)
Plastiek afval verzamelen (gans de wereld) en die dan samensmelten.
Probleem: smelten maakt gassen = ze maken je ziek. Is de persoonlijke
ervaring van het ecologisch drama!!!
Plus: - er bestaan al plastiek
eilanden Aanvulling Linda: Over het begrip
eiland bestaan hier nogal wat misverstanden. Volgens Colin Janssen ( professor
faculteit bioscience engineering UG )is
dit niet het goede woord, het geeft een verkeerd beeld van de werkelijkheid
omdat de mensen zich effectief een soort plastieken eiland voor de geest halen.
In realiteit zijn het garbage pads , nu al op 5 verschille-nde plaatsen in
onze oceanen te zien. Het gaat over afval ( meestal plastic ) dat door
zeestromingen samengebracht wordt in een soort wervelkolk ( te vergelijken met
het bewegen van een lepeltje in een kop koffie )
- uit plastiek kan je
kunstwerken maken.Zie ook Sweetlove en
P.M Tayou
Brick Era (2003-2014)
Curator heeft het over Oostende, koningin der bakstenen
Lijkt op baksteen-rolsteen
Verwijzen naar Baksteen in Raversyde.
Ook te zien in bureel Vlaamse Bouwmeester, Ravenstijngalerij Brussel
IKEA-Vase (2010)
Let wel:
De archeologische reconstructie is vooral gips in vaas vorm, terwijl de
gesuggereerde vaas eigenlijk een kopje is = verkeerde interpretatie door de
archeologen.
Vraag: hoe interpreteren archeologie in de toekomst de objecten van nu?
Kunnen we de archeologie van later nu al voorbereiden voor de archeologen?
Ps.: IKEA catalogus méér druk dan bijbel (100.000.000 ex. per jaar)
Ik heb de film helaas niet gezien. Hij zou nog in Raversyde zijn.
Misschien nog een keertje presenteren voor de gidsen?
Ik heb ook de indruk dat de film The Forgotten Space (http://www.theforgottenspace.net/) aanvankelijk in
Beaufort05 geprogrammeerd was.
Basiselementen: 100.000 schepen binden de wereld. Hij noemt dit Large
Economic Systems: the imagenary and material geographie of the advanced
capitalist world. De samengang van economische systemen en geografie.
Globalisatie dus, die je aanvoelt tijdens een zeereis, zoals ook Luc Deleu dat
vooropstelt.
Een essayfilm: d.w.z. (hoeft) niet objectief te zijn, maar (mag) juist
proberen om een bepaalde visie en idee over te brengen op het publiek. Gemixt,
complex, richting problematieken, ongelijk maritiem milieu.
De film draagt ecologie en sociologie nauw aan het hart. Hij start bij
beelden over het verdwijnend dorpje DOEL, verwijst ook naar de Betuwe
spoorlijn, en dekt alles met the flag of convenience. We leven in een
containertijd, een goedkope manier om goedkoop materiaal naar hier te
versassen.
Aan de wand: stils uit de film waarin geduid wordt o.a. werkloosheid,
wel geld voor Guggenheim Bilbao maar niet voor de haven Bilbao, de set van
Titanic die een attractiepark wordt + afvalberg die er bij hoort....
Aanvullende info Linda:
(Bron?)
THE FORGOTTEN SPACE
Het
Belgische dorp Doel aan de Schelde dreigt door de uitbreiding van de Antwerpse
haven te verdwijnen. De mensen trekken weg en de enige winkel heeft nog amper
klanten. Het hogere doel van dit alles is dat Antwerpen Rotterdam en Hamburg
moet voorbijstreven als 'poort naar Europa'. Het dorp Doel mag dan wel via een
dijk beschermd worden tegen de zee, maar wie beschermt hen tegen de
zee-economie? vraagt Allan Sekula zich af aan het begin van de Nederlandse
productie the forgotten space, winnaar van de Orrizonti juryprijs op het
Filmfestival van Venetië. Sekula trekt zich het lot aan van de gewone mensen
die vermalen dreigen te worden tussen de schoepen van de zeeschepen die de
oceanen bevaren om de wereld te bevoorraden. Het vakblad Variety ergerde zich aan de 'very
tired Marxist theory' van het visueel verzorgde the forgotten space, en de
documentaire plaats inderdaad veel kanttekeningen bij het kapitalisme door de
nadruk te leggen op het harde leven van de arbeider. Hij laat veel mensen in de
transportsector aan het woord, die bevestigen dat er niets romantisch meer is
aan het werken in de binnenvaart of op de goederentrein. De scheepsbemanning
van containerschepen bestaat tegenwoordig vooral uit Filippino's, Chinezen,
Indonesiërs, Oekraïeners en Russen, wier arbeidsvoorwaarden niet wezenlijk
anders zijn dan die voor de Zuid-Aziatische matrozen uit de achttiende eeuw.
Rijst Aanleiding voor het maken van the
forgotten space is de aanleg van de Betuweroute. De gemeente Lingewaal gaf de
opdracht voor een kunstwerk, waarna SKOR met het initiatief kwam voor deze
filmproductie. Hoewel een opdrachtfilm altijd wat argwaan oproept, mag Femke
Halsema in de documentaire gerust protesteren tegen de Betuwelijn: "Er is
inmiddels een Tweede Maasvlakte nodig om de Betuwelijn te laten
functioneren." Er is veel waar Sekula en Burch zich over verbazen of zich
druk over maken. De kabeljauw uit de Noordzee die een omweg via China maakt om
voor een laag arbeidsloon te worden gefileerd. De brandstof van veel schepen
bestaat uit een teerachtige stof, de goedkoopste scheepsbrandstof die er is,
die de oceanen laat verzuren. Maar een terugkerend punt van zorg is de slechte
situatie van de mensen in de transportsector. Een vrachtwagenchauffeur uit
Californië liet uitrekenen wat hij netto overhoudt aan zijn werk: na het
aftrekken van de vaste lasten voor zijn vrachtwagen blijkt hij zo'n 3 dollar
per uur over te houden, dat is ver onder het minimumloon. the forgotten space
beweegt zich daarbij tussen vier havensteden: Bilbao, Rotterdam, Los Angeles en
Hongkong. In Californië verbaast Sekula zich over de rijst. De rijst die de
Koreaanse en Indonesische matrozen aan boord eten, komt uit Californië en niet
uit Korea. Hierdoor kampen de Koreaanse rijstboeren met verliezen, aldus Sekula.
Ook hekelt hij Wallmart, die de laagbetaalde klanten enkel kan bedienen door
gebruik te maken van de goedkoopste arbeidskrachten en hoge kortingen af te
dingen bij leveranciers. Een ander probleem dat hij signaleert, zijn de
teruglopende opdrachten voor de containerschepen. Doordat er nu eenderde minder
containers wordt vervoerd, zijn er soms schepen die met lege containers varen:
door het lichte gewicht steekt de boeg hoog boven het water uit.
Guggenheim Sekula laat zich regelmatig van een
sombere kant zien. Hij geeft een sneer naar het Guggenheim museum in Bilbao,
"gemaakt van goedkoop Russisch titanium", een elitaire plek waar de
Basken schouderophalend aan voorbij zouden lopen. Het museum, volgens Sekula
een gesloten bastion voor toeristen, zou het enige eigentijdse aan de stad
zijn. Het succes van het Guggenheim zou in schril contrast staan met de rest
van de stad en de wegkwijnende haven met zijn grote maritieme geschiedenis.
Guggenheim verdiende een fortuin door de kopermijnen in Nieuw-Mexico en Chili,
zegt Sekula er nog even bij, alsof dat relevante informatie is. Dat er
inmiddels weer een ander architecturaal interessant cultuurcentrum in Bilbao is
gebouwd, La Alhondiga, die deze keer wel voor de Basken is bedoeld, is
informatie die de documentairemakers niet meer konden of wilden opnemen.
'Bilboa is hét voorbeeld van een stad die door de investering in cultuur een
economische renaissance beleeft', noteerde NRC Handelsblad op 9 oktober. Wie heeft er nu gelijk?
Vezel Het is in ieder geval de verdienste
van Sekula en Burch dat ze de zeehandel in kaart proberen te brengen, hoe
gekleurd ze dat ook doen. Van de zee zien we voornamelijk het eindpunt, de
branding waar de golven tegen het land slaan. De dagelijkse stroom aan
zeeschepen is aan ons zicht onttrokken. De zee wordt vergeten totdat zich een
ramp als een tsunami voltrekt. 'Maar misschien is de grootste zeeramp de
mondiale toeleveringsketen, die misschien op een meer fundamentele wijze dan
de financiële sector de wereldeconomie de afgrond in leidt', beweert Sekula.
Wie de zee overheerst, ruïneert de wereld, is het dreigende motto van de
documentaire. Door het gebruik van oude filmfragmenten, zoals de radioactieve
doos in Robert Aldrichs kiss me, deadly, lijken de makers te willen zeggen dat
film een middel kan zijn om verandering te bewerkstelligen. the forgotten space
is dan ook geen neutrale documentaire die de omgeving observeert; de filmmakers
geven continu commentaar op wat we zien. Door het traject van de
containerlading aan boord van schepen, treinen en vrachtwagens te volgen, hopen
ze antwoorden te bieden op de impact van globalisering, die is doorgedrongen
tot elke vezel van de samenleving. the forgotten space, gebaseerd op Sekula's
langetermijnproject Fish story,
luistert vooral naar de mensen op de werkvloer, mensen die gemarginaliseerd
zijn door het globale vervoerssysteem, maar ook naar de ingenieurs, planners en
politici. Ze bezochten matrozen aan boord van megaschepen die pendelen tussen
Azië en Europa, en de werknemers van de fabrieken in China, wier lage lonen
volgens de makers de sleutel tot de gehele puzzel zijn.
Roest Sekula maakt veel omtrekkende
bewegingen, zoals de geglobaliseerde scheepvaart dat ook doet, zodat het lastig
is om een duidelijk standpunt te vinden. Hij laveert tussen een aanval op en
een duiding van het kapitalisme en de scheepvaart. Hij haalt in zijn director's
statement net zo makkelijk de eerste wet van het kapitalisme aan ('markten
moeten zich vermenigvuldigen door buitenlandse handel of ze zullen stagneren en
sterven') als de meest felle verdediger van het mercantilisme van de
zeventiende eeuw, William Petty, die zei: "Er valt veel meer te verdienen
door fabricage dan door veeteelt, en meer door handel dan door fabricage. Een
zeeman is dus drie boeren waard." (Political
Arithmetic, 1690). Die rekensom lijkt inmiddels wel veranderd.
Zeehandel is in de ogen van velen een overblijfsel van een verouderde economie,
een afgeleefde wereld van roest en krakende kabels. Er doemt een mistig beeld
op van logge schepen die zware dingen vervoeren. De toekomst is aan de
cyberwereld, zullen de meeste mensen denken: het reizen zal minder fysiek en
meer virtueel zijn. De ruimteschepen van de toekomst zullen geen vliegende
auto's zijn maar elektronische uitwisselingen. Afstand zal worden afgeschaft.
Maar die mensen vergissen zich, zegt Sekula, want meer dan negentig procent van
alle lading in de wereld gaat nog over zee, dus cyberspace heeft nog lang niet
de overmacht. De traditionele fabrieken in de industrieel ontwikkelde gebieden
zijn weliswaar versnipperd en verspreid over de hele wereld, de lopende banden
zijn nog lang niet vervangen door de digitale snelweg.
Sleutel Sekula en Burch willen dan ook twee
mythes onderuit halen: de eerste mythe is dat de zeehandel niets meer is dan
een residu, een anachronisme. De tweede mythe is dat we in een postindustriële
samenleving leven, dat cybernetische systemen en de diensteneconomie radicaal
de 'oude economie' (de fabricage van zware materialen) hebben uitgesloten. Dat
hebben ze niet. Hun reactie op deze 'mythen' is dat de zee de sleutel is tot
het begrijpen van de geglobaliseerde industrialisering. De anonieme containers
bevatten goederen die ergens anders zijn vervaardigd, door onzichtbare
werknemers aan de andere kant van de wereld. Apologeten van de globalisering
vertellen ons dat deze stroom aan goederen onmisbaar is voor onze welvaart.
Sekula spreekt liever over "de ijle belofte van de 'nieuwe economie' en
het kapitalisme, een Trojaans paard dat zich tegen zijn ontwerpers keert."
Centraal staat het observeren van de mens. Zijn doen zoals gezien
tijdens de vele reizen van de kunstenaar èn wat daarvan zou kunnen overblijven
nà een natuurramp, noem het: After the
Rain, post-antropoceen dus. Faithfull balanceert op een soort nulmeridiaan:
Nu tonen van wat straks resteert van de mens van daarnet. En hoe de natuur
langzaam maar zeker weer terrein wint en de restanten van menselijke
aanwezigheid uitgewist worden.
Hij toont 4 videos in de film/lezingzaal van het museum anno 1465.
1. Going Nowhere 2. (https://www.youtube.com/watch?v=Lz4MFHsmkMI) Een figuur (de
kunstenaar zelf) stapt in jeans en wit hemd onder water weg van de (onderwater)
camera. Wat is het doel, waar gaat hij naartoe? Een contradictie tussen
verdwenen context en gericht afstappen.
2. Reef (https://www.youtube.com/watch?v=4JZEIoQdI4s) toont een
duidelijk met opzet tot zinken gebracht bootje en hoe de zee-natuur quasi
onmiddellijk heer plaats opeist. Een soort ode aan het pioniers werk van de
marine-archeologie.
3. EZY1899 heet een re-reënactment
te zijn van een toekomstig scenario. Hoe levensgevaarlijk de toestand ook is,
we zijn gewoontebeesten die zonder nadenken in en uit een vliegtuig stappen. We
verplaatsen ons blindelings: het ritueel van vliegen t.o.v. waarom hebben we
nooit kunnen vliegen (maart proberen we dat doorlopend). Vraag: zullen we als
veel-vliegers evolutionair zelf kunnen vliegen?
Vuur in een extreme vorm kwam ook al aan bod in Raversyde n.a.v. Private
Shelter:Pieter van den Bossch: http://www.pietervandenbosch.be/
Ik verwijs ook naar de recente film van Sarah & Charles[i]
waarin de titel ook zon dualiteit in tijd heeft: A day will come my future is
your past. Je kan er ook alle kanten mee uit. Nu nog in avant-première, in
oktober Buda-Kortrijk.
4. We
climbed round a final ridge and saw a whaling-boat entering the bay 2500 ft.,
below. A few moments later we saw the sheds and factory of Stromness whaling-station?
We paused and shook hands. Ernest Shackleton. (https://www.youtube.com/watch?v=ZCDLLybacNo)
Een natuurfilm waarin de aandacht verschuift van fauna/flora naar de
vorm van verlaten gebouwen. De natuur haalt de geschiedenis in: hoe ziet de
wereld er uit nadat wij weg zijn?
Dit laatste wordt verder uitgewerkt in twee videos die tijdens de
vernissage werden voorgestel (met life-muziek)
Een man (de kunstenaar) stapt van achter de camera in de verte weg.
Wanneer is iemand weg? Naar waar is hij? Naar wat kijk je ondertussen? Je
aandacht verschuift van man (weg) naar licht/schaduw van zon op sneeuwveld. En
dan keert hij terug. Waarom?
A
walk around an ever-diminishing island. Een man wandelt in
cirkels (...) op een steeds kleiner wordend zandeiland tot hij volledig onder
de golven verdwijnt. Vraag: bestaat de wereld als IK (kunstenaar/filmer) er
niet is?
Linda: Aarde niet meer
verder plunderen ! Denken in functie van de wereldschaal. Duurzaam is bv. niet
meer van tel, is een containerbegrip om het status quo te bevestigen.
Verder ontwikkelen zonder
dat we de volgende generaties belasten groei en duurzaamheid zijn twee
incompatibele begrippen. Gaan naar 0- groei ?
Invloed van Bückminster
Fuller : wat kan ik doen als individu tegenover al deze machten (politiek, instellingen, enz )? Ja want individu
moet aan niemand toelating vragen om iets te doen, heeft meer vrijheid.
Grote taak van de overheid
is om de openbare ruimte te vrijwaren en niet meer verder te verpatsen.
Ecologie en Sociologie gaan samen!
Thema: Planeet aarde en het ecologisch denken. TOPOFFICE wil niet veel
bouwen, maar kunstobjecten bouwen. Vroeger was Luc Deleu vooral bezig met
containers, maar dat doet hij niet meer: iedereen doet het nu. (vgl.
problematiek bij William Sweetlove die straks een volledig nieuwe reeks
presenteert, los van de dieren. Beiden doen ze dus iets anders.
Linda: Als architect niet
bouwen promoten, maar hoe je te organiseren als weinig bouwend architect ?
Daarom heeft hij lego-constructies gemaakt, later lego blokken omgewisseld voor
containers. Dat zijn tijdelijke constructies, om over te brengen naar volgende
generaties. En gemakkelijk over te
brengen via fotografie, iets wat de gebouwen ( uit steen ) zou overleven.
Luc Deleu stapt over naar bv. barricades (2015): actueel in het kielzog
van de indignados. Ook getroffen door het architecturale van de barricades in
Oekraïne (gebouwd over 2 à 3 verdiepingen).
De relevantie is belangrijk.
Eerst schetsen, dan maquettes, waarin de betonbasis duidelijk is en daarna
de bouw-hout stukken. Opbouw met bouwafval van een lokaal aannemer (druk sms,
bel en mailverkeer over welk materiaal) Plus beton lijkt ook op een dijk en
past zo bij de lokale context. Het ManMade aspect zit hem in de ingreep door de
architect.
Bereiken van enig resultaat door rondreizende academische lezingen. Luc
Deleu is een zeiler. Zie ook werk tijdens De Zee in Mu.ZEE: Madrid-Weber-Madrid
= voorbereiding op mijn reizen rond de wereld. De vraag daarbij is: langs
welke richting reis ik naar de antipode. Antipode = tegen-voet. Is dat
spiegelbeeld, tegenovergesteld of tegengesteld? Hoogtepunt zou zijn:
vliegdekschepen als reizende universiteiten.
Om de ganse wereldbevolking in bewegen te zetten, heb je 1.000.000
cruiseboten nodig =(8 miljard =
8.000.000.000)
Linda:
-Water is
infrastructuur waarop we kunnen bewegen.
-Seawise University
gesticht in 1925 vgl. eigen project Mobile Medium University
Sommigen standpunten doen denken aan A Dog Republic, meer specifiek de
architect Yona Friedman (www.yonafriedman.nl). Wonen boven de natuur. In het geval van
Luc Deleu langs de transportwegen maar voldoende van elkaar gescheiden.
Bundelen van wonen + doel = ruimte (natuur) blijft over.
Andere:
-Belle-Epoquemuseum Blankenberge: trappengang en
terras (ook restwerkje van B04 = Dalila Gonçalves - http://www.beeldenpark.be/.Achterzijde = passagiersboot.
-Haven Gent en Middelheim = containers. Ook tijdens
Beaufort 3.
-Niet uitgevoerd: wandel/fietspad over haven
Nieuwpoort
-SMAK (en blijft actueel) = laatste steen van België
(eerder: bouwsteen)
Andere Linda:
-in de jaren 70 80
(beginjaren T.O.P. office) werkte hij proposals uit (voorstellen met een
maatschappelijk en ruimtelijk engagement).
-Van deze
voorspellingen (voorstellen) zijn een aantal bewezen en een aantal staan nu nog
meer in de (ecologische) actualiteit. Voor hem een bewijs dat hardnekkig en
noodzakelijk architecturaal denken een must blijft maar wel op de schaal van
de Aarde.
-De voorstellen
stralen mei 68 sfeer uit (Le Corbusier) : vrijheid in voorstellen.
-Gerealiseerde voorstellen
zijn o.a. groenten in plaats van bloemen in bloembakken, bijenteelt in de stad,
groenten kweken op daken, overschakelen naar groene energie.
-Er waren ook
(ondoordachte ?) milieu-onvriendelijke proposals v.b nucleair afval naar de zon
schieten (als grap bedoeld?) en plastiek geld gebruiken in Brusselèlink maken
bij het werk Cosmic Connection en Paleontologic Plastic van Maarten Vanden Eynde.
-De projecten waar
hij het meest fier op was zijn niet gerealiseerd (Mobile Medium Universiteit èwat met de ecologische voetafdruk ter zee ? en de
Onaangepaste Stad)
Een
paar uitlatingen van Luc Deleu
in
een interview Small Talk proposals 1972 -1980
- een onverdraagzaam
bestuur levert onverdraagzame burgers
- wij Westerlingen
kunnen( mogen ) onze eigen huizen niet
bouwen, in Afrika kan elk individu zijn eigen huis bouwen
- bungalow : typologie waar
de mens graag in woont, neemt veel plaats in. Taak van een architect , het beleid
en stedenbouwkundigen is een antwoord geven op dat ideaal ( bungalow) en via het
concept appartement ook meerwaarde geven door in de stad meer te bieden dan
enkel het onderdeel huisje ( huisje, tuintje, diertje)
- we zijn mobiel maar
tegelijkertijd honkvast waarom nog vast adres ?
Verschillende projecten van
T.O.P.
- het zoeken naar een architectonisch
thema dat even straf zou zijn als perspectief ( symmetrie wordt door iedereen
begrepen ) mondde uit in project rond torens waarbij sportvelden op dak
geplaatst werden ( Barcelona torens)
- monumentale
infrastructuur: TGV boven Brussel en ruimte van station gebruiken om tweede
spoorlijn op te bouwen brug over de Schelde Apen
- zijn werk was er vooral
op gericht om draagvlakken te creëren, eerder dan onmiddellijk beginnen te
bouwen ( project voor Oosterweelverbinding )
-programma om stedelijke
functies bijeen te zetten: horeca, medische voorzieningen, sport en recreatie,
shopping, onderwijs, universele dienstverleningen, cultuur en amusement,
gebedshuizen, begraafplaatsen, arts & crafts. ( de Onaangepaste Stad ).
Elke stad is onaangepast, beogen om een lineaire structuur te maken waarbij je
voelt dat er een achterliggende orde in zit (orde in stedebouw maakt chaos mogelijk
en chaos is des levens)
- Orban Space idee dat
begint bij de foto van de aarde. Privé ruimte en openbare ruimte en daartussen
semi openbare ruimte. Hier poging om lijsten te maken van alle soorten ruimtes
van wild tot gedomesticeerd .
- terminologie van openbare
ruimte in boek met beelden ( wegen, landvormen, stedelijke infrastructuren,
triomfboog ) en de verkenning van de wereld
in 2006 als bemanningslid
mee rond de wereld gezeild ( de schaal van de wereld in de vingers krijgen )
- aarde ge-reshuffeld, alle
water en alle land bij elkaar : er is nog veel plaats voor wonen
Vaak verwijzen naar Antieke Beschaving. Daarin ook: bijen in House of
Bees. Belangrijk daarbij is de uitspraak van Einstein: If the bee disappeared
off the surface of the globe, then man would have only four years of life left.
No more bees, no more pollination, no more plants, no more animals, no more
man. Bijen worden bestudeerd naar propolis, nectar, water. Als daar foutjes in
zitten, dan is er iets met de ecologie aan de hand. Er wordt van uit gegaan dat
het gedrag van de bij al 20 miljoen jaar dezelfde is.
Bijen en signaalfunctie
Vgl. (Riga Culturele Hoofdstad 2014) = Annemie Maes & Foraging
Fields: bijen loslaten in Kanaalzone Brussel = de natuur is goed/aan beter
hand, dus de bijen tonen dat aan. Ze worden gescreend. Registratie en
transmissie op dat moment naar expo in Riga = globaal idee.
Architecturaal. Vorm van de bijenmand = verwijst eventueel naar Navel
van de aarde in Delphi (identieke vorm, al verwijst men ook naar andere
mogelijkheden). Ook een bijenkorf in zandzakjes verwijst naar een specifieke
architectuur. Militair bouwen en earthbag-architecture, waarbij eerder plastiek
gebruikt wordt, maar dan heb je meteen een link naar de vluchtelingenproblematiek.
Plastiek is ook een verwijzing naar Pascal Martin Tayou.
Lokale inplanting: iemand verwijst naar standpunt bij Beaufort05: Kasper
Bosmans. De bloemen mochten niet zonevreemd zijn. Nu wordt er ingespeeld op
zonevreemdheid: aarde komt van omgeving Torhout, dus bevat zonevreemde
elementen. Er was sprake van een clandestiene ingreep: bloemzaad meeinpakken. Niet gebeurd. Er is wel een grote
ecological displacement d.w.z. 40 ton zand, 1000 zandzakjes, aangevuld met de
30 ton van et werk Metatron (Beaufort03)
Verdere lokale associaties: bijen vliegen = vliegveld, oorlog en bijen
als signaalfunctie t.o.v. kanarie en gas in bunkers, ook zandzakjes in
stellingenoorlog én bij wateroverlast, historische inplanting is juist want in
de middeleeuwen werden veel bijen gehouden.
De bijen komen van KUSTBIE (Gistel) en de technologie is van Lowland
Electronics Leffinge (http://users.telenet.be/lowland) die zorgen voor
de ecotheek = registreren van de bijen en vergelijken met andere locaties.
Op 8 juni 58.000 bewegingen voor 28.000 bijen.
Aanvulling Linda: Heb vraag
gehad wanneer gebouwd ?
Deze bijentempel werd
tussen 4 en 9 mei opgebouwd samen met team vrijwilligers. Liep niet altijd van
een leien dakje ( zie foto)
Bewaren
Andere werken tonen ook een duidelijke zin in bewaren.
Zoals:
De Bibliotheca del Sol ofHighmountain Library in Spanje, is een verzamelplaats voor boeken en
zaden. Tijdens de officiële opening wordt de catalogus vacuüm verpakt en
geëtiketteerd om in die bib opgenomen te worden. Het gebouw is in een put
gebouwd en daarna met grond bedekt. Het is niet zo groot, dus eerder een
concept dat letterlijk zeer dicht met de grond verbonden is. De organisatie
gaat uit van Mataha Foundation (Oostende) (http://www.matahafoundation.com)
Goldon Sun Disk, een verwijzing naar de Voyager Golden Record, is een
soort zwarte doos van onze beschaving, van onze tijd.
Een beetje in die geometrische stijl is de Metatron, een kunstwerk voor
de toekomst. Daarin zit de theorie over alles van Plato het systematiseren
van de oudere natuurfilosofie en het spelen met regelmatige veelvlakken zoals
bij Archimedes en Pythagoras uitgetekend.
Aanvullingen Linda: - spelen met het verleden, gemaakt als
paspoort van het tijdstip: vermeldt positie, tijdsberekening. Levensduur 1
miljard jaar ( ? ) . Een gelaserd artefact.
Ontworpen met de bedoeling
een wereldwijde bewustmaking en bewustwording te doen ontstaan. Een manier om
ons te doen nadenken over de mens en de toekomst van onze soort. In de schijf
zijn symbolen van heilige geometrie, astronomie en aardkunde verwerkt. De
schijf ( de sculptuur ) vertegenwoordigt een rustpunt, een heilig instrument omons doorheen onze dynamisch en chaotisch
tijdperk te bewegen.
Een archeologisch artefact
van de toekomst, een artistieke en technologische creatie en een symbool
vanintrospectie.
Het leuke van
verwarring is, dat je er een portie inspiratie kan uit halen. Een weekje
marineren in ManMade doet één en ander in vraag stellen. Vandaar:
Kan esthetiek ook ManMade
zijn?
(en is er esthetiek in
ManMade?)
In de zeer geëngageerde inhoud van de tentoonstelling ManMade verliezen
we de esthetiek uit het oog. We zoeken het niet, stellen ons niet eens de vraag
of het getoond wordt. Is het er wel? Je vergeet het esthetische omdat de
presentaties op zich, uitsluitend voor wat ze zijn, passen in dit grote
project, in de sfeerschepping, in een totaalbeeld dat zo wie zo goed is. Maar:
de inhoud primeert. Dat is op het eerste zicht altijd zo in tentoonstellingen
waar de context bovenop drijft. Hoe geraken we uit dit dubbelgevoel?
Eenvoudig: slenteren in het MSK in Gent, afdeling oude kunst, en diep in
de ogen in de portretten kijken. Alles is decor, attribuut, anekdote,
verduidelijking, geheim of iconografie voor de personages die met de ogen een
richting tonen. Een kijkrichting, vlakker, platter dan in het portret van Michael
Borremans bij de Klok in Gent. Ogen die een communicatie vervangen. Trek lijnen
uit die 500 jaar oude ogen wat Borremans doet en je vindt de diepere ernst
van het geschilderd verhaal. Emoties die je niet ziet maar die aangewezen
worden en die links en rechts een duw krijgen door het decor waarin alle
geheimen opgenomen zijn.
En onze ogen? Die volgen het verhaal en keren altijd terug naar de ogen
van (een van de) starende personages. Soms heb je een groepssfeer, dat wil
zeggen dat ze allemaal bijna identiek copy-past verdrietig kijken, of gelaten,
afwachtend,als een leerling die opneemt
en nooit meer zichzelf zal worden. En wanneer het niet over ogen gaat, dan is
er nog het licht dat belicht of een boodschap moet verduidelijking. Soms zijn
de personages in dat landschap geplakt als woorden van een verhaal. En heel
soms kijkt er ééntje je vlak in het gezicht, met de allure van dit is mijn
schilderij en het is mijn opdracht of erger zie je wel dat ik gelijk heb:
god bestaat.
Hoe ouder de schilderijen, hoe meer to-the-point ze zijn. Gevoelloos
dat is mijn interpretatie, hé. Of toch: er zit enig definitie-gevoeligheid in Jan Provoosts Calvarieberg[i], zeer
verfijnd uitgetekend maar allemaal zo individueel en perse.
Een zekere vlakheid kan je in de verleiding brengen abstract te
herkennen. Zoals een compositie van vlakke gezichten die als een puzzel in
elkaar passen en doen denken aan organisch geabstraheerde verhalen. Ik sta dan
bij Vander Goes Bewening[ii] en even
daarna bij JHeronimus Boschs
Kruisdraging[iii]
Deze laatste lijkt wel een tegenpool van Rembrandt, omdat de tussenruimtes zo
duister zijn en de gezichten zuiver belicht. Niet artificieel in geel licht.
(even meenemen: het retorische van de verhalen uit de christelijke traditie
wordt tastbaar bij het werk van Lili
Dujouries Maagdendale[iv]: twee
gedrapeerde doeken: een gedragen en groen de andere statig en rood.)
Wat kunnen we daar zo allemaal uit onthouden? Dat die oudere
schilderkunst, die bewaard wordt in musea en vaak nog in openbare gebouwen
(zoals oude kerken!), een illustrerende en verdiepende functie heeft.
Illustreren voor de periode waarin het gemaakt is. Verdiepend voor de kijker
die de ethiek van de godsdienst, de godsdienstige rituele herhalingen en aan
godsdienst gerelateerde historische gebeurtenissen wil onthouden. Allemaal
eenzijdig godsdienstig. Vergeet niet: tot een halve eeuw geleden werd er alleen
maar godsdienstig gedacht (merendeels). Vergelijk het met die andere
eenzijdigheid in de starre geloofsbelijdenis van de islam, die nu een
sterk/hevig hoogtepunt/laagtepunt kent. Ik bedoel ook: sedert de christelijke
figuren aanvankelijk blank geschilderd werden, hebben we ons nooit meer
volledig kunnen wennen aan het anders zijn van een ander mens. Wit is
hemelsgoed, bruin komt van het te dicht bij het hellevuur staan.
Wanneer de deskundigen in de restauratiekamer[v] van Het lam gods van de gebroeders Van Eyck
discussiëren, van mening verschillen, confereren over een of ander retabeldeel,
dan blijft vaak alleen de techniek en de historische contextualiteit over. De
bron. Ook daar is de passie even zoek. Ik bedoel de passie om de passie van een
passioneel verhaal passioneel te herstellen. Passie wordt wetenschap; het
resultaat is tot nader orde perfect. Het kleed wordt naar kleur hersteld. Het
geschilderd kleed wordt wetenschappelijk onderzocht. Ze gaan niet in de zaal
ernaast kijken naar de echte doeken van Lili Dujourie die er passioneel
bij-hangen. Ook de kaligrafie wordt loepzuiver gedocumenteerd. Is dat poëzie of
zijn het getekende letters?
En dan kom je, uiteindelijk onverwacht want je denkt aan andere dingen,
kom je in de tweede artistieke kijkwijze, de tweede visualisatie van de
realiteit. Je struikelt dus binnen bij Brusselmans, Servranckx, ... Nu niet
meer de duidelijke aanwezigheid van een geloof en een naar geloof gerichte
iconografie. Neen. Nu de opengewerkte vormgeving van het suggestieve uit de
vrijgekomen schildertechniek. Interpretatie toevoeging aan de kunstwerken. We
zitten nog volop in de verfmaterie. Het concept is de volgende fase in het
SMAK. En in de Sint-Pietersabdij wacht er nog fotografie.
En dan begrijpen we het:
ManMade heeft de duidelijkheid van een oude kunst en de indringendheid
van het conceptuele. Nu nog in woorden verestetiseren.
Dit is een
tentoonstelling die ontzettend veel vragen doet rijzen (en in je hoofdje doet
reizen). Past ook zeer goed na de expositie 2050 - Een korte geschiedenis van
de toekomst in K.M.S.K. Brussel[i].
De Morgen noemde dat een steriele tentoonstelling, waarna ManMade het alleen
maar veel beter kan doen. In ieder geval jonger van opbouw en inhoud. Met de
nadruk op het sociale en ecologische, waarmee het esthetische vaak over het
hoofd wordt gezien. Maar is dat niet logisch?
Je kan niet anders dan beginnen nadenken.
Over genetische
manipulatie als hulp bij aanmaak van voedsel, bijvoorbeeld. Hoe zet je Darwin
daar naast? Of: staat Darwin hier precies op zijn plaats, namelijk bij de mens
en niet bij het gemanipuleerde?
Over de naamgeving
antropoceen en naamgeving in het algemeen, bijvoorbeeld. Namen worden vaak nà
de feiten gegeven. Je kan een naam bedenken, maar toewijzen gebeurt later. Als
we onze tijd nu al afdekken met een titel, dus ook binnen bepaalde grenzen
leggen, dan zou het wel eens kunnen zijn dat we zekerder zijn van de afloop dan
dat we willen bekennen. Van daar dat de kunstwerken nu over straks kunnen
vertellen, terwijl de esthetiek nog volop in het heden staat.
ManMade toont de
(niet noodzakelijk ecologische) voetsporen die we wild om ons heen nalaten,
zoals de brandsporen in een grot ergens boven Pella (Noord-Griekenland) die
voor de archeoloog het bewijs is van het begin van dat antropoceen: wij
manipuleren natuurlijk vuur tot bruikbaar vuur.
Accentjes:
Uit zowel de
persvoorstelling als de officiële opening en rondleiding voor Gidsen hebben we
enkele accentjes onthouden:
- - A huge
project.
- - Nadruk op
antropoceen in archeologie en zee
- - Reflexie!
- - Het boek
= meerwaarde door wetenschappelijke, sociologische, psychologisch,
filosofische, ... artikels
- - Mirroring
Ourselves
- - Bodemvondsten:
wat vinden ze straks van ons?
- - Coördinator-directeur
Raversyde Mathieu de Meyer: Dit is géén geitenwollensokkenexpositie, er worden
geen standpunten in genomen. We tonen wel de impact, goed en slechts, op ons en
de omgeving.
- - We tonen
de TIJD van de MENS, de SPOREN van de mens, de archeologie van de toekomst.
- - Curator Tim
Joye zet ons tussen twee beelden: die allereerste foto van de blauwe planeet
, gezien vanaf de maan, kerst 1968 en een recente compilatiefoto van de 21.000
brokken menselijke afval die nu rond diezelfde blauwe planeet zweven.
Daartussen zit de groei van de ecologische gedachte.... met de voeten bijna in
het kwel- en zeewater.
- - Ik dacht
dat voor hem een Antropolisde redding
zou zijn. Maar: wat als het (allemaal) mis loopt?
- - Tussendoor
profeteert cultuur-minnend bioloog Guido Rappé: je mag de natuur niet
onderschatten.
Juni is de maand waarin alle twijfels wegvallen. Met een nieuwe dynamiek
start het her-denken van de winter. En aangezien de nouveaux hooikoorts niet
eens aangekomen is, zetten we er vaart in. (Bericht
voor de vaste lezers: dit wordt een wat verwarde, onstuimige, associërende
nieuwsbrief. Eventueel bewaren voor betere tijden.)
De titel komt uit een gesprek tussen Kader Abdolah en Anna Luyten in
Vrijstaat O[i]. Hij had
het ook over vergeten wie ik was, nieuw identiteit, immigratie leren begrijpen
en dus ook in iedereen zit er goud. Dat maakt de unieke mens rijk. Dat maakt
dat iedereen uniek is en in dat unieke een rijkdom in zich heeft die liefst van
al naast en met een andere uniciteit moet (kunnen en mogen) leven. Een
paradijslijk gevoel.
En dan zegt Honoré ∂O daarop: spijtig dat er geen paradijs (meer) is.
Zegt hij dat het unieke niet bestaat? Of juist dat door het ontbreken van dat
enige paradijs, onlosmaakbaar vast aan spiritualiteit, men uniek kan zijn. Dat
in een spiritualiteit zowel kunst als kunstwerk misleidt. Uniek is meerlobbig.
Alles is ten andere uniek, omdat je wetenschappelijk kunt vaststellen dat er
telkens minstens een minuscuul verschilletjes is met de ander. Hij kan ook
bedoelen dat het goed is dat er geen paradijs is, want zo ontstaat engagement
als gevolg van een minder geslaagde wereld. Dat is reageren op wat rond je
gebeurt en is. Ik ben dus nog altijd op zoek naar gesprekspartners over
religiositeit, spiritualiteit... Ik heb mijn boekenleveranciers in Oostende en
Brugge gevraagd op zoek te willen gaan naar precies dat: hoe leg je
spiritualiteit en geloof uit vanuit een standpunt waarin beiden onbestaand
zijn, geen referentie zijn.
Onderweg vind je passages
over één en ander:
Passage 1
Radicale islam reageert op radicaal atheïsme. Een artikel van Ward
Daenen en Bart Eeckhout over Bas Heijnes[1]Huizingalezing[2]
in Leiden op 13 december 2013. Enkele passages, cursief gepresenteerd:
Economische groei is een
obsessie geworden omdat mensen geen idee meer hebben hoe een samenleving in te
richten of te waarderen.(Daenen & Eeckhout, 2013)
Ik zet daar een passage uit Primo Levis boekje Is dit een mens[3] bij: Van tijd tot tijd gaat er een weg , brengt een
bezoek aan de Beurs en komt terug met de laatste berichten. (Levi, 2013, p. 98) Over een
aantal paginas vertelt Levi hoe de K.L.-bewoners die niets hebben niets
anders dan zichzelf en het restje dat die honderdduizenden overhouden en
nalaten uit dat niets -toch nog een
soort beursgang kunnen organiseren voor een naaidraadje, een knoop, een plukje
brood, de notering van een bevroren kool. Dit lijkt een organisch gegroeid
beursgebeuren als een diep menselijkenoodzakelijkheid.
Waar iets is en waar
spontaan aan ruilhandel wordt gedaan, ontstaat een economisch leven: iets kan
altijd verhandeld worden met een meer- of minderwaarde. Dat zit in ons gebakken
en hoe filosofisch, romantisch, religieus, whatever je alles (wat heel veel is)
benadert, het blijft tellen. Er bestaat
een grote discrepantie (ongelijke vergelijking) in een samenleving die in de
feiten divers is, maar die pluriformiteit in de geest niet geaccepteerd heeft.(Daenen & Eeckhout, 2013) Deze
veruitwendiging naar het sociale stelt bv. dat alles ongelijkheid is. Eén mooie
vlag voor ongelijke ladingen. De twijfel domineert, dromen verdwijnen. Dromen
bestaan immers uit opgeslagen kennis in een nieuw mengsel. Is er dan niets dat
los staat van het mens-zijn en dus dat mens-zijn kan corrigeren? Wat kan
evenwicht brengen tussen zijn en worden?
Bij Darwin[4]
op de thee gaan: Evolutiebiologen van
Charles Darwin tot Daniel Dennett hebben ontrafeld dat de mens evolutionair is
uitgerust om beelden te vormen om houvast te krijgen op een wereld die hij niet
kan bevat-ten. Dat leidt tot een paradox, want zij leiden de strijd tegen de
betovering en de religie. Maar net uit hun bevindingen volgt dat de hang naar
betovering bij de mens hoort.(Daenen & Eeckhout, 2013) Darwin vanuit
de oorsprong, Dennett[5]
en de ingebakken mogelijkheid tot vermijden van wat met die oorsprong
meegekomen is. Zoeken naar het zijn van alles dat in en om ons is, omdat we
zelf een code hebben geschreven met de dingen die we hebben gezien, kunnen
zien, dus opnieuw kunnen zien. We hebben mysteries verwoord en ontdaan van hun
mysterie. Blijft over: geloven of niet geloven. In alles, bijna alles, in
altijd iets meer of minder dan alles. Afwegen van feiten; redelijke
standpunten. Zo verkleint de verwondering voor de ongekende dingen. Dingen die
we nog niet kennen en die dus (?) nog niet bestaan in onze vertaling (!).
Dan kom je bij het
woord hoop dat zoveel vullingen heeft. Waar begint rede en start hoop? Darwin kunnen wij accepteren, maar we
kunnen er niet naar leven. Wat is je leven nog waard als je liefde reduceert
tot een louter chemisch proces?(Daenen & Eeckhout, 2013) De auteurs
nemen een standpunt in: reduceren in plaats van bedenken. Hij geeft een
betekenisverenging mee, waardoor we nieuwe openingen krijgen: de rede is alles,
maar begint bij de verwondering.
En onze kunst dan? Zeker rede en verwondering. Daar komt Camus op
tafel: Ik geloof te weinig in de rede om
een filosoof te zijn, zei Camus. En ook: ik wil weten hoe je moet leven, vooral
als je moet leven als je noch in god noch in de rede gelooft.(Daenen & Eeckhout, 2013) Wat ligt
tussen een god en de rede? En wat als een god uit de rede ontstaat of die god
rede is? Bijvoorbeeld.
Passage 2
Mag ik tegenover passage 1 iets anders zetten? Enkele fragmenten uit
een boekje dat jaren naast me op een bed-bijzettafeltje lag en af en toe
aangeroerd werd. Jaren over gedaan en uiteindelijk niet beklaagd: Arnon
Grunbergs De Mensheid zij Geprezen, Lof der Zotheid 2001.
De optelsom van wat volgt noem ik graag: tegenstelling. Dubbele
tegenstellingen dan nog wel: Grunberg verdedigt zijn mens-cliënt door het
historische onmenselijk af te vinken tegenover de daden van zijn mens. Mensheid
tegenover individuele mens? En wat ieder mens als cultuur meedraagt.
Collectieve cultuur net als collectief geheugen. En waar zit Kadars Goud? In
de bruikbaar van de fragmenten in een Dialoog of een FiloCafé, bijvoorbeeld. En
onderweg komen we nog eens in het Paradijs van ∂O.
Als je de mens omlaagtrapt, lijk je al snel een genie of wat daar
tegenwoordig voor doorgaat. Daarom hebben zo velen er belang bij anderen omlaag
te trappen dan zelf omhoog te komen. Als je omlaagtrapt, blijf je stilstaan, en
toch lijkt het alsof je omhooggaat. (Grunberg, 2002, p. 7)
Wie zijn principes boven alles stelt, kan beter meteen in een
doodkist gaan liggen. Alleen wie zijn principes opportunistisch toepast en er
net zo makkelijk afstand van doet als van een oude schoen, maakt kans op een
redelijk aangenaam leven. (Grunberg, 2002, p. 11)
Wie hogerop wil komen in deze wereld doet er goed aan de mens belachelijk te
maken, zijn talenten in twijfel te trekken, hem nooit het voordeel van de
twijfel te gunnen en uitvoerig stil te staan bij de paar misstappen die hij
langgeleden heeft begaan. (Grunberg, 2002, p. 14)
Mijn cliënt volgde de uitbeelding, en de uitbeelding zelf imiteerde
alleen andere uitbeeldingen. (Grunberg, 2002, p. 15)
Iemand moet eens uitleggen wat schuld eigenlijk is. De ene helpt
dertigduizend man om zeep en er wordt een standbeeld voor hem opgericht, de
andere raakt verblind door zijn hormonen en wordt levenslang opgesloten De
schild is uitgevonden om van de verdachte een betere slaaf te maken, en de
schaamte is hem opgedrongen zodat hij nog efficiënter gedirigeerd kan worden.
Hij is zijn eigen bewaken geworden. (Grunberg, 2002, p. 24)
Men herkent de woorden nog van vroeger, maar het is betekenisloos
geluid, omdat er geen werkelijkheid meer is waarnaar ze verwijzen. Het
huwelijk is op het paradijs na een van de meest gruwelijke uitvindingen die de
mens zijn opgedrongen. Wat je hebt, valt tegen. (Grunberg, 2002, p. 29)
Winnaars zoeken meestal geen verklaring voor hun winst. (Grunberg, 2002, p. 42)
Zij, de verliefdheid, is niets anders dan eigen verlangens en wensen
geprojecteerd op een ander. (Grunberg, 2002, p. 51)
Hoe lang duurt het voordat dat nu een geschiedenis krijgt en een
toekomst, en dus ophoudt illusie te zijn, maar bittere werkelijkheid wordt? (Grunberg, 2002, p. 52)
Een wijze heeft een tijd geleden al gemerkt dat het alleen aan onze
korte levensduur te danken is dat wij de winnaars van vandaag niet zien
veranderen in de verliezers van morgen. (Grunberg, 2002, p. 106)
Ons lichaam lijdt onder wat ons op de markt verkocht wordt als ziel.
(Grunberg, 2002, p. 113)
De beschaafden hoeft nooit twee keer te worden gevraagd om voor
rechter te spelen en zijn zo beschaafd dat ze het volstrekt onnodig vinden aan
hun oordeel te twijfelen. (Grunberg, 2002, p. 118)
Boven iedere poort naar deze wereld, boven iedere baarmoeder hangt in
koperen letters mijn naambordje: Arbeit
macht frei. (Grunberg, 2002, p. 123)
Je onthoudt wat je ziet. Wat je ziet is voor jou duidelijk aanwezig. Het
is belangrijk genoeg om je aandacht te trekken en te houden. Het moet als het
ware in tegenstelling zijn tot wat op dat moment door je hoofd gaat. Een
contradictie of een paradox. Ik blijft beide woorden vaak herhalen. (Ogenschijnlijke)
tegenstrijdigheid. In tegenstrijd met wat ik op dat moment verwacht. Heel
duidelijk en pertinent, en dat blijft ook zo, of eventjes tot herkenningspunten
opgehaald zijn. Een foto is ieders realiteit, maar in een andere tijd en
ruimte. Wanneer je in die context bent geraakt, begint herkennen, appreciëren
en reflecteren. Een foto... daar kan je ontzettend veel mee doen.
World Press Photo[i] probeert
al jaar en dag via een selecte en zeer strenge jury, die fotos te lauweren die
technisch zuiver gemaakt zijn én tegelijkertijd zon paradox doen ontstaan.
Voorbij verwondering. We raden aan de link te gebruiken om de fotos traag één voor
één te bekijken. Lees ook hierna enkele
passages van mevrouw Tessa Hetharia, Project Manager Exhibitions bij WPP.
Kijken is belangrijk.
De tijd nemen: Wanneer u
maar nieuwsgierig genoeg bent, zult u stoppen. U zult kijken naar de foto,
misschien iets nabij stappen om het beter te zien en wellicht de tekst lezen om
te ontdekken waar we zijn en wat we zien. In de weergaloze tred van de dag, is
het stoppen al heel wat...
Denk niet dat
je alles kunt begrijpen. Van poserende meisjes in een klein Spaans dorp weet
niemand waarom ze zo serieus en boos kijken ... niemand. Onthoud: ... de fotograaf (nodigt) uit om
dichterbij te komen. Om ondanks de chaos en onrechtvaardigheid de rust te nemen
als beschouwer. Het is de bedoeling van de fotograaf om om (ons) iets meer te
doen begrijpen van wat er gebeurt. En ze citeert een laureate: Photos can present empathy
that text and words cannot. Waarna ze besluit: Ik hoop dat u met precies dat gevoel hier
vanavond weggaat: dat u even stil bent blijven staan en iets van verbondenheid hebt
gevoeld.
Knokke-Heist heeft zo zijn/haar eigen kunststijl. Niet te moeilijk, met
een snuifje surrealisme, decoratief én pertinent, prijzig en met zicht op
tijdloosheid, als je wil sparen in de Zoute-stijl. Geen probleem, elk zijn
stijl (en portemonnee).
Het Cultuurcentrum Scharpoord geeft al jaar én dag kansen aan jonge
kunstenaars die los gaan van de traditionele paden en iets uitproberen. Vandaar
SEAS = kom het hier tonen en reflecteer samen over de appreciaties. Niet meteen
makkelijke kunst, maar een praatje met de kunstenaar helpt.
Momenteel is er Jill Vandorpe[ii] met een
presentatie: What about the things that Break?
Kijk eerste even naar haar werken via de website van Jill Vandorpe.
Daarna kan je best overweg met het tekstfragmentdat we uit een interessante blog gehaald
hebben:
In
mijn werk vertrek ik altijd vanuit mijzelf en mijn eigen wereld. Gevoelens,
gebeurtenissen, herinneringen en schrijfsels komen er in voor. Voor mij is
kunst een andere vorm van taal of communicatie. Ik wil beginnen waar de taal
niet meer kan en de poëzie het overneemt. Poëzie die een ruimte in taal creëert
voor de dingen die niet meer te verwoorden zijn. Poëzie laat plaats aan onze
interpretatie maar leidt ze bijna onmerkbaar door een spel van verbergen en
tonen, metaforen en symboliek. Mijn beelden construeer ik op deze manier.[iii]
Wat doe je met dingen die breken. Hou je ze weg, verstop je ze tot je meer
afstand hebt kunnen nemen of plaats je ze voluit in beeld zodat je in woorden
en lijnen afscheid kunt nemen. Het beeld wordt dan een herinnering en in de
massa van die gebeurtenissen een metafoor voor een herkenbaar gevoel. Wat moet
je in vraag stellen? In welk beeld staat iets dat jij herkent alsof het van
jezelf is? Waarom is een vinger nog geen hand? En als het breekt: waarom dan,
waarom dat? Was het gewicht van herinneren te zwaar? Moet iets vervagen,
verdwijnen, slechts een spoor van potlood, verf, stof, plaaster, ... nalaten.
Mijn werk speelt zich voor een groot deel af op papier. Ik maak
zowel tekeningen (met verschillende media) en grafisch werk. Steeds meer
introduceren zich ook kleine sculpturen. Deze laten de beleving van een werk op
een andere manier toe dan 2D werk. De opstelling van de werken vormt
uiteindelijk mee de inhoud van het werk.
Het vertrekpunt bij het maken van een beeld kan vaak iets heel klein,
onbenullig zijn (vandaar de titel van mijn vorige tentoonstelling Something of
nothing). Al te vaak projecteren wij als mensen onze wensen, hoop en
verlangens in kleine objecten (vb. souvenirs, talisman, ..). In mijn werk hou
ik ervan om deze dingen niet alleen af te beelden maar ook om het werk zelf als
iets symbolisch maar ook poëtisch te presenteren. Voor mij is het aan de
toeschouwer om het gevoel en de betekenis van een werk opnieuw in te vullen
zoals een woord in een gedicht een suggestie naar vele verhalen kan vormen.[iv]
Ik lees haar gedicht en denk eerder aan What about the
things YOU break? Iets dat uit zichzelf breekt, heeft iets in zich dat doet
breken. Met de klank van broosheid die in de ets, grafiek[v],
kleinsculptuur, setting opduikt. Neen: niet de broosheid van vrouw, maar de
broosheid van object en tijd, van feit en houdbaarheid, van omgeving en
aanvoelen.
Locatie: op café in Gent. Schuin over me: een man en een vrouw
lunch break? thema: over macht. Methodiek: woord/wederwoord. Vaak versterkt
door de mimiek die met de intensiteit van het gesprek ook grilliger wordt. Hàhà...
(afwijzend, laatdunkend)... Hoe is het mogelijk... (bevestiging van de
gesprekspartner.) Alles is goed verstaanbaar. Dit is een muziekloze
plaats.Ik heb begrepen... maar ik weet
het niet, hé ... maar allé... Kneukels op tafel tikken om iets daarvan te
bevestigen. Of om de bewering tot op een manier te bevestigen. Hoe dan ook,
een studioke aan zee zie ik wel zitten, ja. pauze Ja, wat wil je...
Thema was: zwembad in Oostende. En dat ze daar nogal wat aan het doen zijn.
Bouwen en afbreken.
Ondertussen geen verder nieuws meer. Ik denk dat we af en toe zullen
moeten polsen. Volg ondertussen de groei van de petitie http://www.petities24.com/zwembad-oostende.
Ondertussen een pertinente vraag gekregen: Wat is het standpunt van
DEMENT in dit dossier. Ik heb navraag gedaan maar (nog) geen antwoord gekregen.
Wel één en ander teruggevonden op hun site.
Dement wil in het dossier van het stedelijk zwembad een
genuanceerde positie innemen. Dit dossier onderscheidt zich immers van andere
bedreigde erfgoedpanden doordat het uitzonderlijk géén plaats moet ruimen voor
alweer een architecturaal banaal appartementsgebouw in de stad. Naar verluidt
zou er een publiek toegankelijk park ingericht worden. Het gaat dus voor één
keer niet om erfgoed dat moet wijken voor het winstbejag van een bouwpromotor,
maar wel om het algemeen belang, hetgeen de sloop van dit markant gebouw in een
ander perspectief plaatst. Daarenboven biedt de sloop een unieke kans om dit
stedelijk landschap, met enkele van onze meest beeldbepalende gebouwen zoals de
hippodroom, de Thermae Palace, en de Koninklijke gaanderijen die getuigen van
de urbanisatie onder Leopold II en het mondaine karakter dat Oostende ooit zo
kenmerkte, in zijn grandeur te herstellen door de aanleg van een
kwaliteitsvolle en publiek toegankelijke plaats.
Duidelijk. Dement trekt de kaart van de Belle (maar ook pauvre)
Epoque. Lees bij de commentaren van der petitienr. 85 eens. Combineer dat met het ellebogenwerk rond de verkoop van
Thermae Hotel en Koninklijke Gaanderijen plus de tegenstand binnen de
gemeenteraad en traagweg ontstaat een structuur, waarvan je achteraf zult
zeggen: zie je we: ik wist het! Met mimiek en kneukels op tafel.
In De Grote Klok (http://www.oostende.be/degroteklok)
van juni 2016 staat op p. 12 één en ander over de strandwandeling van het
Parijse Collectif Omne. (https://vimeo.com/164397277)
Maar ook een grandioze digitale maquette van de zeedijk ter hoogte van de
Venetiaanse, de Nieuwe en de Koninklijke Gaanderijen. Let op het vervangen van
de Nieuwe Gaanderij door een groene helling (vgl. oorspronkelijke toestand) en
een wandelstaketseltje vanaf de Drie Gapers. Maar daarachter staat het zwembad
van Felix en Tanghe al in zijn brutalistische naaktheid ingeperkt. Dat geeft
twee gevoelens. Eerst: oef: gespaard en een grandioze plaats voor overdekte
luister, zoals de stadshall in Gent. En: oei: zo levenloos, ontnomen van de
functie waarvoor het brutaal weg uitgetekend was. Maar toch: ja: het is
tastbaar, met een nieuwe functie én een cultuurhistorische waarde, contradictie
en paradox van een stad die niet weet (of begrijpt) hoe met mens én toerist om
te springen.
Naar halfjaarlijkse gewoonte: eerst HISK OPEN STUDIOS 2016, daarna de
eindpresentatie van de laatstejaars: dit is toekomst kijken want DAAR zie je de
kunstenaars die straks (en velen nu al) op internationale presentaties worden
meegenomen.
Wie zijn dat?
Buren (BE/NL), Lydia Debeer (BE), Ella de
Burca (IR), Kasper De Vos (BE), Vesna Faassen & Lukas Verdijk (NL), Aslan
Gaisumov (CE), Indrikis Gelzis (LV), Elias Ghekiere (BE), Minja Gu (KR),
Alejandra Hernández (CO), Lien Hüwels (BE), Pepa Ivanova (BG), Ola Lanko
(UA), Almudena Lobera (ES), Rebekka Löffler (DE), Ariane Loze (BE), William
Ludwig Lutgens (BE), Oleg Matrokhin (RU), Pedro Moraes (BR), Cadine
Navarro (FR/US), Jonathan Paepens (BE), Joke Raes (BE), Jura Shust (BY), Diana
Tamane (LV), Anne Van Boxelaere (BE), Wieske Wester (NL)
Belangrijk is ook dat alle geselecteerden opgenomen worden in een
alfabetische lijst (http://hisk.edu/mw/index.php/Artists), van waaruit je
een startidee hebt over deze jonge kunstenaar en in vele gevallen meteen een
link naar hun website. Als het Belgische kunstenaars zijn, kan je hen vaak
volgen via Kunstenpunt op Bamart: http://bamart.be/nl
We zijn er zoals altijd met een uitgesproken opgewekt gevoel van
teruggekeerd. Letterlijk bedoeld maar wel in de gietende regen. Meer verf dan
anders (Willy Van den Bussche PMMK - zou opgelucht snuiven), grote technisch
kunnen en verf, potlood, houtskool, zelfs spelen met de eigenschappen van
pertinente olieverf op transparant acryl. Video, foto, installatie, ... Alles
met de toon van een aanstekelijk begin, nopjes waar minstens straks grote
verwonderen en bewondering zal uitkomen (in sommigen gevallen barsten).
Uit de drup (het dak LEKT ontzettend iemand noemt het: een waterval op
zolder) voor we in de regen doken: nog dit genoteerd: Dit zijn de jonge
kunstenaars die één zijn met hun werk via de (auto)biografie en de anekdote.
Individueel in fotografie, film van zichzelf en door zichzelf, eigen leven als
inspiratie en als zichtbare context. De omgeving vastleggen als decor waarin
gebeurtenissen aanleding zijn tot nadenken. Uitnodiging, in-stappen, empathie.
Als acteur in een gefixeerde presentatie, de dramatiek van een land en wat dat
land (waaruit je komt) vanop afstand - als dat al mogelijk zoniet af te wenden
is met je doet.
Ps:
1. Stuur een mail naar info@hisk.edu om telkens uitgenodigd te worden op de
presentaties.
In de bijdrage Dialoog:
vluchten (kan niet meer) van 16 september 2015[1] waren we
op zoek naar hoe we nu precies moeten omgaan met het begrip vluchten, zeker
in het licht van de honderdduizenden vluchtelingen die aan en net over de grens
van de Europese Gemeenschap staan. We hebben daarbij verwezen naar het kort
maar krachtig artistiek moment van Vrijstaat O & Beaufort 2015: Troost en
Verzet, met link naar de film The March (https://www.youtube.com/watch?v=3BW83sHDCpc
= volledige versie met Duitstalige onderschrift)
Het gaat altijd over wie en
wat ze zijn. Over begrijpen of schrik. Over wat bij het gastcollege faculteit politiek
U.G. door de rector werd genoemd: politieke berekening. Dat is de andere
meetbaarheid. We nemen een aantal uitspraken van Martha C. Nussbaum mee als
suikertje bij bittere koffie.
Het is heel belangrijk te
weten dat een duidelijke woordkeuze de basis is van de goede argumenten in een
opbouwend gesprek. Filosoferen of proberen te begrijpen gaat over woorden en
waarden: Het is de meest verheven plicht van ons onderwijs en van journalisten
om deze waarden te koesteren: intelligent omgaan met informatie, principieel
consistent zijn, verbeelding cultiveren, samenwerken (met respect en
wederkerigheid zegt ze verder in het artikel) en hoop koesteren (Nussbaum, 2015) Ze verwijst
daarbij naar Kant: zelfs wanneer we geen reden tot hoop zien, hebben we de
morele plicht hoop te koesteren... terwijl we de hindernissen op ons pad
proberen te overwinnen.
Hoe overwinnen? De
verbeelding cultiveren is één van de belangrijkste taken van het
onderwijssysteem. Daarom moeten wij niet bezuinigen op programmas op het
gebied van de geschiedenis, de literatuur en de filosofie.(Nussbaum,
2015)
Dit zijn drie vakken die in
het middelbaar onderwijs onder vuur liggen, De meetbaarheid haalt het in de
leraarskamer te vaak van het inhoudelijk onderbouwd gesprek. Ik herinner me een
methodeschool die aan de wiskundelesgevers (en te snel benoemde jonge
lesgevers) ten onder is gegaan.
Geschiedenis
Van het standbeeld herinnert
men zich een koning op een paard. Geschiedenis dus. Waarom staat dat beeld op
die plaats? Waarom is er een grote waardering geweest door de optrekkers van
dat beeld? Wat met de lokale bevolking die slechts een illustratieve rol
speelt? Heeft de ruimte waar het stuk staat een invloed op de appreciatie van
het verhaal? Komt de waardering er door de plaats in de nabijheid van een
gerelateerd paleis, kazerne, slagveld? Wat met het ruim (literair en
historisch, zelfs reflectief dus filosofisch getint) verhaal? En hoe zit met de
dialoog tussen beeld en kijker, tussen kijker en doorgegeven informatie, tussen
informatie en duidelijke inschatting in tijd en ruimte?
Alles is informatie en
daaruit groeit een dialoog. Johan Idema heeft dat in How to visit an Art
Museum (Idema, 2014) voor de
kunst(en) aangetoond: neem méér tijd dan die 9 seconden. Doe een praatje met de
museumspeaker, de geïnformeerde suppoost, de (permanente) gidsen uiteraard. Ik
zet daar graag iets bij: maak voor jezelf een soort fotografisch essay i.p.v.
losse snapshots. Een kleine powerpoint waarin je toegelaten fotografische
opnames in een museum koppelt aan beelden uit de straat, jouw eigen omgeving.
Vastleggen van de contextualisering zodat je niet verstrikt in nostalgie. Context
is een omgeving waarin iets betekenis heeft of krijgt. Dat lijkt me zeer
veilig. Door die context te vatten krijgt de betekenis een soort
driedimensionale zichtbaarheid, een sculpturale vorm waaraan en waarin we andere
betekenissen kunnen vasthechten tot een, tot ons gefundeerd verhaal, een uitleg,
een standpunt. Is dat veilig. Ik dacht van wel, maar Rik Pinxten toonde aan dat
bijvoorbeeld personenbelasting betalen dus ik die me veilig voel betaal - een
controle-voorgeschiedenis heeft. Stel even dat men alleen een belasting op
goederen zou heffen en niet op arbeid, dan zou het zelfs niet meer relevant
zijn waar of bij wie je woont. (Teuwen, 2014) Toen begreep
ik dat contextualiteit zowel een eigen creatie als een inkapseling door een
ander kon zijn. Ben je dan nooit veilig?
En dan stuiten we op een
woord dat nu zò véél gebruikt wordt: veiligheid. Ik heb die veiligheid gevoeld
in de Javaanse en Balinese dorpen. Een familiale veiligheid.
Hong Kong
En
wat komt er dan in de postbus? Een kunstproject over A Living Space: The Homes of Pak Sha O of: What is
essential for a place to be considered Home? How can we create a living space
of our own? Plots valt alles samen: de
veiligheid die je zelf aanmaakt en die je om veilig te zijn en te blijven, op
een democratische manier bespreekbaar maakt. Through this book all these can be delivered to current and former
residents, the migrated descendants, the village head, politicians,
environmental carers, educators and the mass media. What makes a village a
wonderful living space, is how people manage to live here as a whole. What
makes an old Hakka house precious is the committing spirits to rehabilitate it
over and over again. We treat this Book Launch and Guided Tours an opportunity
to gather and to share, in this particular time and space, let us all redefine
the intimate relationship between ourselves and the surrounding environment.http://alivingspace.hk/en/
Geciteerde werken
Idema, J. (2014). How to Visit an Art
Museum. Amsterdam: Bis Publishers.
Nussbaum, M. C. (2015, september 12). Waarden voor de
toekomst: 5 opdrachten in tijden van angst. De Standaard Op Scherp .
Teuwen, L. (2014). "Het gezin als samenlevingsvorm is
een zeer recente ontwikkeling.". De Mens Nu .
Naast ons bed staat een
grote, zwarte, houten koffer met familienaam, adres in Oostende en de Belgische
driekleur op. Een beetje vervaagd. In de kelder een ander exemplaar in roestig
metaal met de naam van een ander familielid. Twee souvenirs de guerre. Maar
dan van een georganiseerde terugkeer naar huis waar thuis weliswaar
weggebombardeerd is, maar vele herinneringen, kennissen, vrienden nog zijn. Na
een oorlog opnieuw in vrede.
Herinnering aan een
metershoge draadmuur tussen de enclave van Ceuta en Marokko. We passeren met de
bus doorheen een mensenmassa. Niet in hun ogen kijken, zegt gids Ahmed, want
ze haten jullie rijkdom. Overal plastic zakjes. Aan elkaar geknoopt tot
bagage, in de luchtstroom van de bus, kleurvariaties aan de lange metalen
draadgrens. Even mooi als de installatie van Pascale Marthine Tayou buiten het
Arsenale van Venetië (2005) tegenaan het water.
Onlangs langs de steenweg
tussen autostrada en strand. Een groepje in lange broek, dikke korte vest, muts
en rugzakje. Donkere types zoals wij bleke types zijn. Je herkent het zeeblauw
in de lucht boven de stad die voor hen nog geen echte betekenis heeft. Daar is
het water tussen Europa en Engeland. Dat is het doel van vandaag. Daarna is het
wachten bij het strand. Alleen: die stad heeft geen schepen meer die naar de
overkant varen. Wat hebben ze hen wijsgemaakt? Ondertussen zijn ze hoopvol en
met de glimlacht in de graskant onderweg. Wie Europa eenmaal binnen is, laat
zich door het Kanaal niet afschrikken. (Van Baar, 2015)
Wat is vluchten eigenlijk?
Google houdt je tegen bij
scherm nà scherm vluchten naar exotische bestemmingen. Vaak bestemmingen van
waaruit anderen dan weer wegvluchten. Wegvluchten krijgt wel synoniemen:
ontkomen, ontsnappen, ontvluchten, uitwijken, vlieden, vluchten. Vluchten van
iets weg naar iets anders. Vluchten naar ergens wordt niet uitgelegd. De
oorzaak staat vooraan (weg), de toekomst of het doel is secundair (naar). De
berichtgeving staat daar wel bij stil. Vluchten naar beter klinkt anders dan
vluchten voor de oorlog. En dan is het nog belangrijk te kunnen bewijzen dat je
individueel en niet in groep vlucht(Vluchtelingenwerk Vlaanderen, 2013). We are all
individuals. [1]
Hoe moet ik reageren op deze
gebeurtenis die door nogal wat publicaties overspoelen en overrompelen wordt
genoemd. In essentie gaat dit om diepmenselijk lijden. In vergelijking met de
miserie in de regio van oorsprong, is dit voor ons geen onbeheersbaar probleem
dat het systeem gaat ontwrichten. (Vos, 2015) Daar
tegenover staat dat het officieel apparaat iets moet doen. Het verst van ons,
en dus het veiligste, is een militair ingrijpen. Een 100 jaar oude uitspraak
lijkt nu nog geldig: Winston Churchill over de naar Engeland gevluchte Belgen:
Ze hadden daar moeten blijven en continentale voeding opeten (...) Alles moet
gedaan worden om het militair verzet van België te ondersteunen maar dit is
geen moment voor liefdadigheid.(Dessin, 2015). Dat ruikt
ook naar zuiver economisch denken, zoals in de titel Economen over de
vluchtelingencrisis: Migranten zijn goed voor Vlaanderen als werkgevers meer
vrijheid krijgen.[2] Maar:
Spanje heeft een jeugdwerkloosheid van 50%... In België hebben we 600.000
werklozen. In Brussel bedraagt de jongerenwerkloosheid 35%. Zeggen dat we extra
arbeidskrachten nodig hebben, is cynisch.(Vermeersch, 2015)
De zwarte koffer naast ons
bed wijst op de terugkeer naar Oostende. Kunnen de vluchtelingen van nu ook
straks terug naar huis? De geschiedenis heeft het voordeel van overzicht tussen
begin en einde. Actualiteit is vaak gefundeerd denkwerk. En alleen maar dat.
Wat met die uitspraak: Organiseren we onze solidariteit (ook deze keer) op
tijdelijkheid? Of kiezen we vanaf dag één voor engagement en integratie?(Rutten & Dewael, 2015) Dit is de
vinger op de wonde: De belangrijkste les van de Eerste Wereldoorlog is dat aan
zon vluchtelingencrisis weinig vooraf te plannen of te organiseren valt.
Daarom toont de manier waarop politici ermee omgaan zich alleen in de
humanitaire praktijk, wanneer de crisis zich voordoet, en niet in de
verklaringen, inzichten of meningen vooraf.(Reynebeau, 2015)
Op donderdag 18 september
toonden Beaufort Buiten de Grenzen en Vrijstaat O, gratis, voor iedereen en op
diverse plaatsen in de openbare ruimte, de film The March[3].
Zeker kijken èn opiniëren (mooi woord!).
Over dat project later meer.
Bibliografie
Dessin, D.
(2015, september 1). De dunnen grens tussen martelaar en lafaard. De Belg van
1914 is niet de Syriër van 2015. De Standaard, Opinie & Analyse .
Reynebeau, M. (2015, augustus 24). Bed, bad en genadebrood.
Wat het vluchtelingenbeleid van vroeger kan leren. De Standaard .
Rutten, G., & Dewael, P. (2015, september 1). Willen we
migranten dan 'parkeren' aan de zijlijn? De Standaard .
Van Baar, D.-J. (2015, augustus 28). Europa kan niet zonder
afsluitbare grenzen. De Morgen, Opinie .
Vermeersch, E. (2015, september 5). 'Het is flauwekul om te
zeggen dat we die vluchtelingen nodig hebben.'. De Standaard, Binnenland
.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen. (2013, 11 12). Wat is een
vluchteling. Opgeroepen op 09 16, 2015, van Vluchtelingenwerk Vlaanderen:
www.vluchtelingenwerk.be
Vos, H. (2015, september 1). De ladder van de Beschaving. De
Standaard, Opinie & Analyse .
(Ondertussen nieuws van de uitbarsting van de Raung vulkaan op Bali. Problemen?) Zicht op gids, vader, moeder, tweeling. Vermoedelijk V.S. Moeder stelt vragen, 2 kinderen lopen zwetend trendy achteraan, ze praten tegen elkaar en luisteren niet naar de gids. Vader kijkt rechtuit vooruit, los van alle personages. Zijn en weten gaan samen, maar het omhulsel 'thuis' blijft. Zeker in de kledij, maar vooral in de vragen. Ik sta bij het paleis van de sultan. Te voet op weg naar zijn waterpaleis "om de hoek." Onderweg ondergronds, fris met enkele open ruimtes, waar ik voor de derde maar definitieve keer de zichzelf-aangeboden à opgedrongen gids kwijtraak. In de nissen van de gang zitten jonge meisjes, samen, die elkaar gsm-fotograferen. Of gewoon stil maar samen sms'en. Totaalbeeld tot nu sedert de tussenlanding in Kuala Lumpur Airport: iedereen (...) van Aziatische origine in een lange rij wereldlijk gedigitaliseerd. In alle ruimtes, in alle restaurants, soms met meerdere schermen. Zichzelf en af en toe een ander zonder zichzelf fotograferen. Het gegiechel is universeel. Een universele klank, een oerklank die misschien de som is van geluid maken, klankmogelijkheden en mondfysiologie. De maker van de platte schaduwpoppen in buffelhuid zegt dat je geen meester in twee dingen kan zijn. Je kan ofwel vormgeven ofwel inkleuren. Een andere spreekt dat hoofdschuddend tegen. Ik opteer even voor voorstel één. Om te excelleren moet er een verschil zijn tussen twee of meer handig-heden. Twee dingen even goed doen, moet kunnen maar zal gebaseerd zijn op kennis, kunde en op de mogelijkheid om zich af te sluiten van de andere kennis, zodat het ene niet in het andere insijpelt, noem het interfereert. Kan dat wel? Vredeburg (voordien Rustenburg). 'Rust' van rust bewaren tussen kolonisten en sultan. Kortweg: 17de en 18de eeuw is voor de V.O.C. en nadien geven ze het zaakje door aan Holland, lees (Noord-)Nederland. Dat vraagt om fortificaties. Zoals Vredeburg waar de gemberthee succulent is. Het nationaal gevoel wordt sterk uitgetekend en aangepord in dit museum. Let wel: de daden van de Nederlanders worden zwaarder aangekleed dan deze van de Japanse bezetter. In de diorama's stroomt het bloed alleen bij de Hollands militaire acties, niet bij de intrede van de Japanse soldaten. Die zijn wel 'veroveraars' maar worden nooit onderdrukkers genoemd. Ze leggen de Nipon Martiale Wet: directe invloed op het culturele. Kinderkopjes kaalscheren zoals de traditie in Japan dat wil, maakt je (visueel) misschien tot een ander mens. Maar er vloeit géén Javaans bloed. Is dit een ander 'kolonialisme?' Ik keer vaak terug naar de tentoonstelling 'Europese Spoken' in Mu.ZEE Oostende. Hoe kijk je als (hoe dan ook) ex-kolonisator naar ex-gekoloniseerden? Het gaat over mensen waarover iemand macht heeft, over hun soms kleine maar heel persoonlijke dingen waarvoor ze een soort strijd willen aangaan. De 'Natie', de eigen bevrijde begrensde ruimte, staat symbool voor het bereik van dat 'ongemak' en het uiterste dat ze willen en zullen gebruiken om die grenzen te vrijwaren van het actieve koloniale. De residu blijft in het woordje 'ex' dat aan zichzelf en de ander blijft kleven.
Op en af. Al het zoveelste vliegtuig tussen thuis en reizen. Inpakken is nazien wat je hebt en onthouden om te kunnen herinneren wat je na-laat. Materieel gezien zijn dat afval en centen. Ik had eigenlijk graag een dagje voor het raam van de hotelkamer willen schrijven over de mensen die ik zie (bewegen) en de put die vandaag in de straat gemaakt wordt. Vandaag in de zin van vorige nacht al. Over de werfkeet en de vele rustpauzes. Of de buswaybrug die hier straks voor het raam zal staan trillen onder de forensen. Over kleuren die betekenissen hebben in de helmen van huurbromfietsen, huurwagens, de metaalblauwe Skybird taxi's. Over hun warme kledij bij 30°. Ondertussen. Wat blijft is wat ik gelezen heb in een vreemde omgeving van verkeer, van een zoo, van vervagend Holland. Hoe kan je het ideeëngoed van een zeer streng Holland (Calvinisme met zwart) inplanten in het vierkant van Oud Batavia? Het nationaal Museum toont organisch gegroeide (paal)huizen. Midden daarin Europese bakstenen gebouwen met hardhouten meubels voor een hardbijbelse rechtspraak. Een kwartwereld onbekenden. Is dat een verkeerde interpretatie van een onderzoek naar de gelijkheden bij de wereldburgers. De mensen van de aarde. Aardbewoners. De mens als verzamelnaam van zoveel verschillen als er mensen en soorten zijn. Wanneer de ene iets inplant bij een ander, dan wordt daar op dat moment vaak niet diep over nagedacht. Mag vaak niet eens nagedacht worden. Over zuiverheden, bijvoorbeeld. Zuiver in de zin van nadien onzuiver worden, want zuiver staat voor de overgang van niets naar iets. Zijnde en nog moeten verder zijn. Worden. Altijd worden. Zijn = is, worden = bij-komen. Zoeken, zoeken, zoeken, ... Ik schrijf meestal vanuit het gevoel dat eens gezien en beschreven, dat iets onzuiver wordt omdat ik er iets aan toevoeg. Dat is onjuist. Omdat zuiverheid een eigen interpretatie is van iets dat al door anderen is waargenomen. Dat houdt in dat zuiverheid alleen bestaat in oorsprong. Gevonden oorsprong en oorsprong zelf. Alhoewel: vanaf één is er al iets. Een ander woord misschien: niets. Dat is niets anders dan het benoemen van wat niet benoemd kan worden. Aangezien iedereen wil benoemen, wordt met evenveel gemak gesproken van een god en vanaf dan wordt het iets. Zeg niet niets over een god. Nu even niet meer: de taxi van Endarto is er. Straks zoek ik de navel van de kosmos in het Kreaton van Yogyakarta. Iets dat centraal staat. En waarvan men dacht dat het begin daar begonnen is. Het begin dat begint, terwijl de navel eigenlijk slechts de rest is. De herinnering. Niet vergeten. Nooit te vergeten.
1 In de door Blog-Beaufort nooit gepubliceerde BLOG-30@30.6.2015 staat één en ander over Beaufort en Filosoferen. Ik haal dit er even uit: "'De voornaamste taak van filosofie bestaat erin ons gevoel van wat mogelijk is, te vergroten.' Uitspraak van Susan Neiman, opgetekend in De Standaard. (Sioen, 2014) De interviewer vraagt: "Het gaat om de balans tussen het besef hoe de wereld is, en de rationele overtuiging hoe de wereld zou kunnen zijn?" Antwoord: "Dat is wat Kant, de belangrijkste filosoof van de verlichting ons leert.... (hij) was de eerste die de twee (idee en materie) verzoende: filosofie kijkt naar de wereld zoals die is, maar met het oog op hoe die zou moeten zijn." Kunst doet zo-iets met je. Laten zien zoals het is met oog voor wat het ook zou kunnen of moeten zijn. Alleen: je moet er tijd voor nemen. Johan Idema n.a.v. het boek 'How to visit an Art Museum.' Zijn standpunten. (DM-Sofie Mulders, 2014) - Een verhaal vertel je niet in 9 seconden - Laat BV's een verhaal voorlezen, of een video van de kunstenaar die uitlegt. - Een kunstwerk komt veel meer binnen als je er gesprekken over hebt. - Gallery Guides en geef de suppoosten een rol. En bewust zijn van de wereld waarin en waaruit die kunst ontstaat. Heb ik je al vertelt van mijn Javaanse, Balinese en Lombokse (zeg je dat zo?) ervaring: ontzettend genoten en visueel totaal bevredigd. En dan plots vaststellen: er is geen kunst, alleen een organische versiering. Kunst lijkt plots 'artificieel', maar daarom in herinnering en uiteraard daarnà niet minder mooi. Dan ga je even op zoek naar de betekenis, los van wat en wanneer Kunst IS. Uit deSingel Maandkrant haal ik deze zinnen waarin 'nederigheid' t.o.v. de natuur - maar uiteindelijk ook voor het ontbreken van dat artificiële dat ik plots kunst noem - centraal staat. - "... onze planeet (is) een sintelgloeiende bal vol magma." (Jean Bernard Koeman, 2015) Dat geeft een gevoel van verminderde voetgreep. Je stelt je de vraag: hoe staat magma t.o.v. een zomerhitte van 35°C? De meetbaarheid van temperaturen is door de mens ingesteld, maar er is een soort gevoels-discrepantie tussen Magma-aardschil-35°C-voetzool. - "Godsdienst en ideologie gaan dikwijls uit van de gedachte dat een zinvolle betekenis ten grondslag ligt aan het universum, het menselijk bestaan en de geschiedenis. Al eeuwen plaatsen de kunsten en de filosofie daar vraagtekens bij... Albert Camus achtte het menselijk bestaan fundamenteel zinloos en dus absurd. Maar juist in de aanvaarding daarvan school volgens hem de menselijke vrijheid om het bestaan zelf zin te geven. Anders gezegd: de zinloosheid is de oerbron van de menselijke creativiteit, de levenskunst en de kunst... Wellicht is dat mede een verklaring voor de sterke afkeer die mensen van kunst kunnen hebben: het herinnert hen te veel aan de zinloosheid der dingen."(Jean Bernard Koeman, 2015) Ingrijpen in het zinloze, of het zinloze zin geven, via kunst bijvoorbeeld. Dit is evolutie. Is evolutie iets op zich? Kan evolutie zonder ingrijpen door de mens? Wat is het evenwicht tussen ingrijpen, aanpassen, onderhandelen en zelfs visie ontwikkelen, allemaal binnen die evolutiegedachte?
2. Dog Republic: "Natuur op de muur: de tuin van de toekomst zweeft in de lucht." (Sels, 2015) Het past bij het ideeëngoed van Yona Friedman om de natuur de vrijheid terug te geven. Dat gebeurt in de duinen van Knokke (Zwin) waar de ijzertekeningen een bos suggereren, in De Panne (Nachtegaal) waar bamboe de bewoonbare en meditatieve (oosterse) ruimte tekent en in Raversyde, kant Middelkerke, waar een iconoclast - ik noem het een onthouder van organische indrukken - beeldhouwwerk en architectuurschets is. Dat we dus de natuur als evenwaardige partner moeten zien. Vorige Beaufort deed het ook al met Casagrande (en in de zelfde lijn ouder werk van Arne Quinze) die naast zijn zandworm (Wenduine) ook boomhuisjes en woekerende natuur in interieur (Taiwan) creëert. Singapore heeft nu een 89m hoge groengevel: plant er wat sla, en je hebt een verticale boerderij. Enkele referenties: - Architectenbureau Woha: https://en.wikipedia.org/wiki/WOHA - Xaveer De Geyter Architects (XDGA): http://xdga.be/ ivm schipperskaai Gent. Zou dat dan 'mooi' zijn of behoren tot de reeks 'O Lelijk België" die in De Standaard van deze zomer verscheen? De smaak van de wandelaar is niet altijd/zelden die van de ruimdenkende architect. Wie heeft 'schuld?' (oud-christelijk woord). Bob van Reeth: "Als we ons land lelijk vinden dan is dat de schuld van architecten." (Vankersschaever, Eckert, 2015) En verder: "Koterijen zijn de volksmuziek van de architectuur... Een goed architect is iemand die erin slaagt om met hedendaagse materialen te bouwen waarbij het resultaat iets is wat er altijd al lijkt te hebben gestaan, namelijk banaliteit. Een goede architect streeft kortom naar verfijnde banaliteit, naar stille verbetering... Het is de taak van wethouders, stadsbouwmeesters en schepenen om te maken dat er consensus groeit rond openbare projecten, want de openbare ruimte is tenslotte van ons allemaal. Maar dat wil niet zeggen dat die consensus het ontwerp van bij de eerste pennenstreek moet bepalen." Neel dat mee wanneer je tijdens Beaufort langs/buiten de grenzen van het uitzicht wil gaan: de vorm is eerste een idee die nadien vaak door anderen 'bijgeschaafd' wordt. Het originele is boeiend. A Dog Republic toont originaliteit. Onthoudt dus dat dit een aanzet is, van waaruit realiseerbaarheid voortvloeit.
(PS: Er is nog hoop: "...onderzoek leert dat mensen zich net gelukkiger gaan voelen met ouder worden. Ze voelen zich wijzer, zelfverzekerder, genereuzer. - (Sioen, 2014)
Zaterdag 5 september van 10 tot 12u30 loopt in Mu.ZEE de maandelijkse wandeling Mu.ZEE in Dialoog. We concentreren ons op de Europese Spoken. Cultureel, bedoel ik.
De tentoonstelling "Europese Spoken" concentreert zich op (Belgisch) Congo, dit wil zeggen op het koloniale verleden van een koning en daarna door 'milde schenking' ook van zijn 'vaderland.' Ondertussen waren een paar honderd Congolese specimen naar de wereldtentoonstelling van Brussel 1897 verscheept, kreeg het stadspark van Oostende ook al een koloniaal tintje in een avonturieren-boot en een gouden leeuw en stierven tussen 1 à 2 miljoen zwarte 'landgenoten' (want dat zijn ze eigenlijk wel, niet?) onder druk van rubber en zwaard. Dat was België, zeg maar. Maar je zou bijna vergeten dat er waarschijnlijk een verband is tussen het koloniale en het xenofobe. Xenofobie: een woordje dat deze zomer heel regelmatig in columns en reportages werd aangehaald. De krant fulmineert over levend slachten en over IS die denkt Mohammed na te doen door zowel borstbeelden als mensen te 'onthoofden.' In Mu.ZEE zie je een groot jager een leeuwin schieten en (uiteraard precies daardoor pijnloos) onthoofden. Het hoofd er af omdat de geest zo sterk is? Het hoofd er af omdat het meest representatieve daarin schuilt?
Die tientallen duizenden vermoorde Congolesen zijn iets anders dan de 60 miljard dieren die per jaar voor ons op de slachtbank verzeild geraken. Maar die paar zinnen uit het artikel wil ik meegeven in de vergelijking mens/dier. Lees ze en zoek het verschil... als je het vindt: "Lijden komt voor alles. Het is dé universele subjectieve ervaring. Lijden komt voort uit wie we zijn." En over de politiek die daarrond huppelt: "Politieke recuperatie is van alle tijden. Het is een bekende tactiek: het eigen gelijk trachten te halen door een karikatuur van de tegenstander te maken." (beiden Tobias Leenaert, 2015) Wat doen we daarmee. Lijden en lijdzaamheid als thema voor Europese Spoken. Lijden is eerder fysisch, de psycholoog en psychiater zullen me tegenspreken; lijdzaamheid is een attitude, een houding aan beide kanten van het meemaken. Lijdzaam toezien en lijdzaam ondergaan. Hoe pas je dat in de actuele volksverhuizingen? Beiden lijden. De kranten becommentariëren dat uitvoerig. Er worden muren geplaatst. De langste staat onderaan de Verenigde Staten. De hoogste in het Palestijnse land dat door Israël 'geleend' wordt. Muren van terughoudendheid, van afschrikken, van verstoppen, van beveiligen, van conservatief. Muren van eigen gelijk, van bijbelse geo-posities, van historische slagvelden en na-besprekingen. Muren van 'geslonken veiligheidsgevoel' zoals Henk van Houtum door het NRC Handelsblad laat noteren. "In samenleving zie je altijd enerzijds een drang om naar buiten te gaan en grenzen te slechten en anderzijds een neiging om zich af te schermen en het bekende te conserveren." En 'Muren dienen vooral politieke en psychologische doelen.' (Wilmer Heck, 2015) In Congo geen muren. Alleen een lange rivier en heel veel bomen.
Mu.ZEE in Dialoog zoekt tijdens haar maandelijkse wandeling (zie www.muzee.be) naar wat er onder de eerste laag van elk kunstwerk ligt. Voor de wandeling van 22 augustus zoeken we enkele aanknopingspunten bij de werken van Lili Dujourie. Grasduinen in de documentatie levert een eerste 'triage' op. a. De eerste filosofen gaan ervan uit dat 'de geest', het bewustzijn, het alleenrecht heeft op alle vaststellingen. Is het niet in het nu, dan zeker in wat vooraf ging, a priori, want dat is nu eenmaal alleen 'be-denk-baar' in die geest. Het feit van het zijn - het zijnde - is een denkproces. Met de kleiwerken 'Initialen der Stilte,' 'Les illusions de la mémoire,' 'Memoires van de handen,' en 'Epigrammen' graaft Lili Dujourie in deze mooie modderpoel (klei, versta je ...) We kijken in twee richtingen: die van het ontdekken en die van het her-uitgeven, vrijgeven, van die ontdekking in de vorm van een abstracte of een naar de realiteit associërende vorm. La chair du monde (Merleau-Ponty), de huid, het lichamelijk zintuiglijke is de eerste ontvanger van de signalen van het object (de kleivorm) door het subject (de voelende en denken mens). En dan hebben we het over de kunstenares. En wij? Missen we de trein omdat we het kunstwerk niet mogen aanraken? Of kan je voelen met je ogen? Is dat voelen of denken dat je voelt? "La forme que nous avons sous les yeux, seule trace de la main qui l'a engendrée. (Dubois Colette, 2007). Meer: als je dan al iets ziet, is "wat niet zichtbaar is" dominant en stuurt de blik die over het landschap (...) glijdt. De leegte rondom... een spel van aan- en afwezigheid." (Philippe Van Cauteren & Phillip Van den Bossche, 2015) b. De tentoonstellingen van Lili Dujourie krijgen mooie (onder)titels of mee: Initialen der Stilte...een oeuvre dat het geruis van de vrolijke kunstwereld niet verdraagt. (Luc Lambrecht, 2007) en Plooien in de tijd (Mu.ZEE en S.M.A.K. 2015). Of omschrijvingen als 'rituele plechtigheid' (Christine Vuegen, 2007), retour aux sourcies: la main, les gestes et l'argile. (Colette Dubois, 2007). Maar wat doen we met 'een sfeer van melancholie.' (Luk Lambrecht, ...) c. De sculptuur. Minstens drie dimensies. Een object in de ruimte geplaatst (wat tijd vraagt). Onbeperkt in vorm, van blad over natuurlijke materie tot gebeeldhouwd (behandeld) in een omgeving rechtop, op sokkel of tafel, op de grond, tegen of aan de muur. En de tijd van plaatsen en kijken. Een totaalbegrip dat ver van de koning-op-paard beeldhouwkunst staat. Sculpturaal wordt landschappelijk door de plaatsing van elementen op een vlak. Het verhaal van meegaand kijken langs die lijnen van geruislose geschiedenis in handgrepen en meanders. Bij het recentste bezoek aan Mu.ZEE kon ik niet loskomen van het gevoel dat ALLES sculptuur is. ("une approche sculpturale évident..." C.L. 2007). De ruimte wordt bepaald door de setting van alle stukken. De los gekleefde veelkleurige reepjes papier achter glas of aan de muur, de plaatsing van projectoren of screens, de hoek van twee gesneden marmerplaten, zelfs de foto's die registraties zijn van dimensies. "... la scénographie précise. L'espace d'exposition est alors l'agencement des restes d'un décor; toujours actuel, toujours disposé à laisser la scène s'y rejouer. (Dubois Colette, 2007). En alles be-handeld: "Elk van jouw werken wordt getekend door de handen en handelingen van de maker. Of het jouw eigen lichaam is of de voorzichtige manipulaties van jouw eigen handen in wat voor materiaal ook, het gebeurt met de inertie van l'ennui." (Philippe Van Cauteren, 2015) d. (Kunst)Geschiedenis. Letterlijk vanaf haar ervaring met werken van Mark Rothko, Clyfford Still en Barnett Newman tijdens Expo '58, het minimalisme, arte povera, Fluxus, conceptualiteit. Naar de (Vlaams) barokke plooien, de grisailles in Videowerk en het geëngageerde van papier-maché uit financiële publicaties. "Bijna ben ik in de verleiding om te zeggen: 'Lili Dujourie is een hedendaagse Vlaamse oude meesteres.'" (Sabine Folie, 2015). Waar Lili Dujourie de tijd in de ruimte presenteert, of zichzelf laat presenteren via het kijktempo van de bezoeker, werkt ze zelf vanuit een opeenvolging van universele stijlen. Moet dat leesbaar zijn? "Alleen historici zoeken naar (en vinden dus ook altijd) referenties . Met kijken heeft dat uiteindelijk niet zoveel te maken, want men kijkt dan vanuit het perspectief van wat men al weet." (Phillip Van den Bossche, 2015) En: "Het betekent dat het gesedimenteerde geheugen van een historisch repertoire in verbinding wordt gebracht met het heden." (Sabine Folie, 2015)
Een Zoo, een dierentuin, is de perfecte illusie. Wat zegt me dat? De locatie, wat het doet voor de mens, met de mens, en in welke mate voor wie en wanneer. Gewone vragen. De wasem van uitlaten en het gebrek aan parkjes in Centrum Jakarta sturen ons even buiten de stad. Naar een Zoo. Zo'n locatie op zich kan 'natuurlijk' ontstaan zijn of door menselijke ingrepen. Vraag: is het maken van een nest een inbreuk van de natuurlijkheid van een locatie. Een Zoo is een nagebootste natuurlijkheid. In zo'n mate dat de natuurlijkheid zo dicht mogelijk benaderd wordt, terwijl het visueel duidelijk wordt dat er veiligheidsgrenzen zijn. Daarover ligt een vermoeden van zoeken naar perfectie, weerom in de mate dat iets uit de natuur perfect kan nagebootst worden. Een benadering van dat natuurlijke met uitsluiting van het schadelijke voor zij aan de andere zijde staan van het geïllusioneerde. Die illusie is vals, de natuurlijkheid is een valstrik. Omdat de ingrepen maken dat er zowel materiële veiligheid is als doorgedreven hygiëne, zorg, voedingsschema's, ... De leeuw van Sumatra is een opeenvolging van herkenbare houdingen, herkennen uit fotografische impressies uit bijvoorbeeld een boek. Poseren dus. Ik had in deze Zoo een Vlaamse koe verwacht, maar dat is een gedomesticeerd beest. Alhoewel: de geketende olifant van Sumatra met kind...
Hoe symbolisch dat beide gebedsplaatsen bij elkaar staan. De moskee en de kathedraal. Tegen het groen, wit en zwart van een gebedspaleis in volle Ramadan staat de grijze neogotiek van lijden. Een kerk in vol modernisme want het kantwerk van de spits is vervangen door een spits in staal en klinknagels. Brooklyn Bridge of Demey-sluizen. Dat maakt het grijze witter, mooier, oud-actueler. Binnen: zeer eenvoudig. Een Javaanse christen (denk ik dan) zit onder een schemerlamp bij de rotanstoelen en herstelt lijn per lijn het rieten zitvlak. Geen info over de stijl, wel over de god. Daarna de straat oversteken, schuinweg doorheen 4 drukke rijen bromfietsen. Blijft een beetje op weg naar onbewuste zelfdoding terwijl een politie - (polisi) - agent het verkeer probeert te temperen. Het blijft een kwestie van starten en niet stoppen. Om de hoek: de Protestantse kerk in een rotondo-gebouw. Somber in de houten luisterbanken, de ernstige stoelen, de loges. De gemeenschap in rijtjes van bijbelcijfers. Toch is er een verwijzing naar gemeenschappelijkheid, méér dan in de rijen kerkstoelen, minder dan op de bidtapijten. Gemeenschap die overal gelijk is maar anders ingebed wordt: lezen en luisteren. Uit een boek. Vaak een zwaar en donkergetint boek.
Bussen zijn een kwestie van 'yes' zeggen en verstaan. En wachten op een Hati Hati (let op, bijvoorbeeld bij het uitstappen). Yes naar het deeltje Koto, maar ze vergeten de overstap aan te geven. Yes, en zo kan je uren door de miljoenenstad bussen, en zie je vanuit de hoogte de wijken waar het jappenkamp van Jeroen Brouwers was. Nu zijn het kanalen die op regelmatige afstanden gebaggerd worden, langs sloppen die misschien door de vergelijking uit herinneringen sloppen worden, maar het niet zijn. Ze hebben een eigen leven van passanten praten onder elkaar, winkeltjes op iedere open plaats, vlaggetjes en wijkpoorten. Na een Nationaal Museum zie je geen historische palmdaken maar golfplatendaken, met rubberbanden of steenbrokken verzwaard. Dakpannen die verbrokkelen over verzakte balken. De intimiteit van gehurkte mensen onder een elektriciteitspaal waartegen hoge planten leunen en waarover een plastic zeiltje zon of regen tegenhouden. Eetkarretjes, aanschuiven met een praatje, wat wachten en gehurkt eten. Allemaal vriendelijk. Méér dan die knorpotten in het Den Haag van toen, van Couperus.
De zomerreis naar Java, Bali en Lombok heeft minstens één thema meegebracht: geen kunst gezien. Kan dat? Ja. Geen hedendaagse kunst, geen performances, geen affiches over tentoonstellingen, geen concert. Maar niet niets, uiteraard. Dat stukje Indonesië toont moskee-architectuur, groen met zwarte Arabische arabesken, neogotiek met staal/klinknagel spitsen, affiches voor de Ramadan, naturalia in alle Hindoeïstische altaarstukken, geel-goud en wit, bloemen, tempels met mythologische verhalen in donkere lava-tinten. Alles van een tijdloosheid waarover op andere plaatsen kunstwerken worden gemaakt. Waarop op andere plaatsen gereageerd wordt. Niet op batik, niet op buffelhuid, niet op handgeweven nappen.Of toch: de paar verf op karton stukjes die ik in de kelder van de Passar (markt) van Ubud vond, lijken de verticale kronkel van Spilliaert en Munch te kennen. Maar ze kennen hen niet: gelijktijdigheid bestaat. Kunst heeft er een andere naam. Misschien ritueel of vormelijke overgave. Misschien diep-menselijk en door die mens goed te begrijpen.
En dan kom je thuis, je rent de dag nadien naar de dichtstbijgelegen inzet van Beaufort en je verdrinkt onder een stroom kritieken die je al had voelen aankomen in de digitale krant, een grote kwart-wereld eerder. Onbegrip, omdat kunst uiteindelijk niet bestaat. Kunst is iets dat anderen niet begrijpen maar die wel centen kost. Kunst kost dus. En daar wil je iets tegenover zien. Niet houten stokjes of gebroken mosselschelpen, geen overschilderde Brusselmans of roestige metaaldraden. Dat is artificieel, mijnheer. Wij willen iets dat op zijn minst de waarde van het budget heeft, dat blijft nazinderen bij de toerist die het bij een pint en mosselen bespreekt. Kunst is een aanzet, een pauze, een aanleiding, ... Kunst is een deel van het economisch evenwicht, waarbij kost en opbrengst minstens gelijk moeten zijn, in het geval van kunstbeleving, en de opbrengst hoger moet uitstijgen in geval van toeristische receptie. Voila.
En dan kom je dus thuis, je rent de dag nadien naar de dichtstbijgelegen inzet van Beaufort, op zoek naar die uitgewerkte meerwaarde waarvan de basis zo mooi in dat oceanische wereldje lag, je ziet het, je hersenen beginnen opnieuw te kronkelen rond hun assen van kennis en fantasie en zie: kunst is geboren. Kunst bestaat dus niet op zich maar uit de mens. En dat kan je niet budgetteren. Uitleg geven is niet te becijferen. Is gratis. Maar hoe leg je dat uit? Eenvoudig: iedere kunst-gebeurtenis moet in de komende jaren aandachtig ingeleid en begeleid worden, zodat kijker en verkozen dus in-gestemde politicus mee kunnen gaan in dit zeer menselijke verhaal. Wij geven een aanzet. Zondag 23 augustus om 10 en 14 uur in Het Zwin, Knokke en zondag 30 augustus om 10 en 14 uur in de Nachtegaal, De Panne. Gewoon aansluiten, systeem vergeet-de-gids-niet.
Toerisme
is big business aan de kust... focus op restaurants... maar koken kost geld. (Hoste,
2015).
In datzelfde artikel zet Toerisme Oostende zich opnieuw in de analen van
vreemde uitspraken. Herinner u: schepen toerisme Dries Vermeersch: De
Oostendenaars zijn het decorum voor de toeristen. (mondelingen bron (1) en Peter
Craeymeersch - nog onlangs over: de intellectuelen die naar Mu.ZEE gaan,
verteren niet. Vandaar: De Zee. Na het
lijden van Hoet komt men nu bij het gebetonneerde graf van de Baron. Ensor in
affiches, visualisaties en daarna aan tafel. Zoiets als Vizit: Beaufort met
pannenkoek en suiker. En dan oreert ex-minister en burgemeester-in-spe Vande
Lanotte over hefboomproject, Oostende als product, attractie rond Ensor,
strandclubs, en ik ruik het verdwijnen van Beaufort ten voordele van een De ZEE
bis. Evolutie!
Evolutie?
Peter Sloterdijk noteert: Van Trotskis permanente revolutie en Stalins
permanente terreur tot de permanente innovatie van de neoliberale
bedrijfsadviseurs neemt elke nieuwe generatie de verworvenheden van de
voorgaande op de schop.(Roox, 2015) Dat is dus
wat ik doe: het vroegere gebruiken als mest voor het nieuwe. En wat het
instituut Oostende doet: met je voet in mest (als metafoor voor residu van het
verleden) stappen betekent geld verdienen.
Dat
wordt een grote denkoefening. Het fecalisch gebeuren als bron voor
(eet)cultuur. Wordt vervolgd!
Bibliografie
Hoste, H. (2015, juli 10). Commentaar:
Ensor. Krant van West-Vlaanderen .
Roox, G. (2015, augustus 7). De Sfinx Peter Sloterdijk:
Vallen we niet aan een stuk door? De Standaard Letteren - Filosofie .
Het Provinciaal Domein Raversyde presenteert naar aanleiding van Beaufort 2015 een drietal films die een duidelijke link hebben met kunst en/of oorlogscultuur. Vanavond Ministry of Fear van Fritz Lang, zijdelings gebaseerd op Graham Greens boek, en morgen perfect passend bij de kunstpresentatie: The Invader van Nicolas Provost. Gisteren werden deel 1 en 2 van Einddagen der Mensheid van Kevin D'Heedene getoond. Een project-opdracht van de provincie, waarbij over 4 jaar telkens één deel getoond wordt van wat uiteindelijk één film wordt. Ja: het lijksap van de Groote Oorlog laat prachtige boeketten bloeien. Wat niet meteen van Beaufort 2015 wordt gezegd: stemverzekerende lokale politici sluiten aan bij stemplichtige lokale bewoners in hun oeverloze kritiek op de vormgeving en de communicatie in en om Buiten de Grenzen. Herinner je: dat je een slechte toets had, was de schuld van de leraar. Betrokkenheid stopt niet bij het neertellen van een budget. Van zodra je gekozen hebt, moet je opvolgen. Moet je zelf opvolgen en niet alleen wachten op signalen. En ja: die signalen moet je natuurlijk ook krijgen. Wie zegt: nooit of niet meer, heeft ongelijk. Pas dan gaat je investering verloren, omdat je aan een nieuwgekomene geen doorgroei kansen geeft. Allen naar Raversyde dus.
Al heb je één en andere al gemist. Wat Kevin D'Heedene bracht, was een combinatie van chaos, poëzie, historische verslaggeving en denkopdrachten waar het vraagteken niet bijgezet wordt. Je voelt gewoon in de montage dat dit een patchwork ideeën is. Patchwork: vaak tegenstrijdige en precies daardoor aan elkaar klikkende elementen die maken dat je ieder moment in het scenario moet volgen en moet nemen voor wat het, op zich, aanbiedt. Daarna zet je alles aan elkaar, in een moment van bezinning of bij/na een bespreking. Honden die vechten (tot de dood), Griekse mythologie, interview met oorlogs-belevers, archiefmateriaal en hedendaagse opnames, muziek die meandert van klassiek naar filmisch, taal-rijke passages uit een oorlogsdagboek. De verwondering in woorden is vlak; de verwondering in filmbeelden is grandioos, niet eenvoudig opneembaar maar verrijkend verteerbaar. Op naar nummer 3 en hoe een wereldoorlog van toen eigenlijk net zo goed van nu kan zijn.
Waarom ga ik naar een Nationaal Museum op het Monas Vrijheidsplein? Musea in die aard zijn gedeeltelijk uit den boze: opstapelen van vondsten, gedocumenteerd tonen van de lokale geschiedenis. Nationaliteit en Soevereiniteit maar er zijn geen associaties gelegd tussen plaatsen. Alles staat en ligt afzonderlijk. Studiemateriaal voor specialisten. Kenners die hun gelijk of de bronnen van hun gelijk hier zullen vinden. De toerist op zoek naar de oorsprong van zijn duurste aankopen. Of de ontgoocheling van duur betaalde kitsch. Er zijn heel veel schoolgaande kinderen met een eenvoudig geluk, speels - wij zouden het naief noemen, maar wie is het dan? Ze zitten overal op de vloer. Ze zitten op Java altijd en overal gehurkt op een vloer, zonder schoentjes. Stil gelukkig en gedempt speels. Vaak stil. Op geen moment het gevoel van "moeten." Een Nationaal Museum in een oud koloniaal gebouw, neo-klassiek in Indonesië op Java, is een ver- of uitbeelding van een identiteit. De basis is uiteindelijk voor en bij iedereen van onze soort gelijk. Soort, dus een som van rassen of groepen met een etnische band, waarvan de eigenschappen heel vaak achteraf ingekleurd zijn naar de aard en 'moraal' van de tijd waarin die ontstaansgeschiedenissen zijn geschreven en voor die tijd leesbaar, verstaanbaar, hanteerbaar gemaakt. Het uniforme van iets uitleggen. De allereerste communicatie zal wel een vraag geweest zijn waarop een antwoord, uitleg volgde. Schittering als vraag of antwoord. Blinken doet stralen; stralen is een status voor jezelf en voor die andere die misschien bang is. Stralen is een teken geven waaraan de lezer/kijker zich vasthaakt. Er zijn altijd tekens die herkend worden of waarover we ons vragen stellen. Vaak wordt de fond van de tekst of van het teken een object van verering, omdat de schrijvers of teken-aars het behandeld hebben als iets dat boven-die-mens staat: hij of zij stelden geen vragen, dus 'geloofden.' Zoals wetten die ongeschreven geloofd worden. Een beetje anders op een andere plaats maar vanuit een zelfde bron. Vanuit een gelijklopende leefwijze, totdat groepjes binnen die grote groep een eigen, lijkende maar subtiel verschillende regelgeving maken die complexer wordt door toevoeging van geloven in iets, status van de verschillende leden en de economie van wat je in je handen hebt. Steen als teken, als inscriptie, als scriptie wordt beeldhouwwerk.
Jakarta doet iets met me. Het kan niet alleen aan een kwartdag verschil in tijd liggen. Ik heb het gevoel constant verplaatst te worden: door een bus, een trein, drie vliegtuigen, evenveel taxies. Zitten en kijken naar een omgeving die zeer nabij is. Gesmeten in een wereld waar ik geen herinnering aan kan hebben, en toch. De som van verticale stadsbomen, horizontale elektrische kabels, perspectief vanuit een (ontbijt)kamer over de bestofte terras en flitsen, flitsen, flitsen van wagens, bromfietsen, bussen, doorkruist door voetgangers die altijd (...?...) veilig door die dubbelstroom geraken. Schuinweg laveren en oogcontact. Geluid? Lawaai (in de wijk Melawai). Een continuo van motor met regelmatig opleven van rood naar groen verkeerslicht. Levenslijnen tussen huiskamers en werkplaats, plek van doen en wachten. Onderweg naar iemand die iets van je eist. Gelijktijdig overlopen, wat je tot nu goed of niet goed hebt gekund. Boven-over de winkelcentra zingt de moskeezanger de vrede van zijn god. Nergens symbolen, geen offers. Alleen passanten die elk in hun tijd, gezien door het lover voor de ontbijtkamer, traag of sneller zichzelf voor en bij een ander zijn. De stad doet momenteel iets met me. Als een lauwe stroom over de sporen van oude Hollanders. De geschiedenis vervaagt in straatstof en open rioleringen, in vaal exotische flora met afval van die passanten. Werken in spierkracht langs de havenlijn, mast na mast cementzakken optrekken, inladen, stof, bromfietsen om even om de hoek een rood plastiek tasje op te halen. En terug. Op en af passerende brommers brommen. Stamwoord voor Jakarta: brommen, brom. Veel meer dan mompelen. Met weinig véél bedoelen. Ondertussen lijnen die brommers in al hun volumes en kleuren naar dezelfde kruispunten om dan uiteen andere kruiselings kruispunten te maken in lijnen van ongelijke snelheid, van flitsen en brommen terwijl met het schuiven van het licht de zon in gesloten ramen weerkaatst. Brommen en walmen over de stad.
Bezoeken is oplijsten en schrappen. Neem nu Jakarta. Je wil het 'kamp' van Jeroen Brouwers in bezonken rood zien, het oude Batavia proeven, de Passar (mark) Ikan snuiven, door Kota (oude stad) slenteren, ... Om 11 uur en zonder jetlag sta je voor een lange oude haven van Sunda Kelapa waartegen de boegen van tientallen oude zeilers gepriemd liggen. Daarover de nevel van smog en cementstof. De geur van afval, bromfietsen en de warmte die je nu pas leert kennen. Bezoeken doe je niet meteen: je zoekt veiligheden door rond je te kijken. Naar de man op de verhoogde middenberm die zakjes noten verkoopt aan de doordrammende file. Achterop dicht tegenaan: zijn vrouw die permanent haar gsm hanteert. Eén vierkante meter middenstand tussen twee baanvakken. Gebouwen hebben hun geschiedenis verloren. Nu een pakhuis of een restaurant. Daarrond: puin en wachtende Jakartanen. Heel vriendelijk want een toerist zien ze hier niet zo vaak. De smog, mijnheer. Dan snel naar het oude plein en Café Batavia.
Even tellen: vertrek thuis 11 uur, vlucht 1 17 uur, aankomst 10 uur maar het is 15 uur... Tijd is niet altijd dat wat het volgens een uurwerk is. Kuala Lumpur Airport. Even uitstappen, paspoortcontrole en valies uitmesten. In de hall een computerhuls die nogal wat meegemaakt heeft. Huls van omhulsel. Idem voor de reistas: landschap van krassen vergrijzing, doorzakken. Wat doet die man? Schrijven? Eerst nadenken, natuurlijk. Het omhulsel is vaak een ander verhaal dan de inhoud. De laptop verraadt niet wat de zinnen betekenen.
Ik.ben.moe. De puntjes staan er met een bedoeling. Te moe om in de inspiratie te tuimelen. Een reeks vragen blijven steken: digitale mobiliteit als een soort partner: voor wie stoort het gebruik en hoeveel minder stoort het, leeftijd en wat kan nog terwijl de tijdspannes veranderen, leeftijdverschil, pensioenverschuiving, de zin voor afwerken in huis, gezin(nen) en documentatie(s). Bouwen aan bronnen van liefde en kennis. Hoeveel van mezelf mag vooropstaan? Kortom: wat neem ik mee naast twee valiezen en een bib-valiesje? Luchthavens zijn vooral slenteren, zo licht mogelijk eten en het veel neerzitten. Het doet ook iets met je zelfzekerheid (die je misschien gedeeltelijk niet hebt.)
25.12.2015 Ik had niets tegen Indonesië. Ik had er gewoon niet over nagedacht. India was gepland maar de regenboodschappen via de media hebben die zoektocht naar kleur, klank en geur uitgesteld. "Tot we buiten het zomerseizoen kunnen kiezen." "Ja, later. Véél later." Dus het werd Indonesië in plaats van India. Wat zal ik missen? Ik denk aan wat ik zal her-vinden: de reis van Couperus, het basisverhaal van Multatuli, de plaats van Max Havelaer en wat is nu die Stille Kracht? Of de herinnering aan 's avonds laat luisteren naar een oude metalen radio met wereldontvanger. Een geagiteerd drukke journalist, lawaai in de achtergrond en een schot. De tweede val van Yakarta of Yogyakarta ergens zestiger jaren