De rol van de spelers in ploeg 1:
Elke speler mag 6 keer (één over) gooien naar de wicket: hij is de
bowler.
De batsman staat voor de wicket en probeer de bal weg te slaan. Achter
de wicket staat de wicketkeeper die de bal vangt als de batsman hem
mist.
De andere 9 spelers (ploegmaats van de bowler en de keeper) proberen de
bal te vangen (een catch) als de batsman hem in het veld kan slaan. Ze
gooien de bal dan zo snel mogelijk terug naar de bowler of de
wicketkeeper.
De rol van de spelers in ploeg 2:
De twee spelers zijn batsmen die de gebowlde bal zo ver mogelijk in
het veld proberen te slaan. Terwijl de bal in het veld is, moeten zij
zoveel mogelijk over en weer lopen tussen de wickets.
Als de bowler de wicket raakt moet de batsman het veld verlaten en
vervangen worden. Hiermee worden geen punten gescoord. Als alle batsmen
out zijn, is de eerste speelhelft ten einde. Een speelhelft noemt men
een innings.
De punten:
De ploeg van wie de batsmen op het veld staan, kunnen punten of runs maken:
- 1 run voor elke keer dat de batsmen tussen de wickets één toertje over en weer lopen.
- 1 run als de bowler met zijn voet over zijn streep gaat: een no-ball.
- 1 run als de bowler te ver van de batsman gooit: een wide.
- 4 runs (een four) als de batsman de bal zo slaat dat niemand hem kan vangen voor het buiten is. (de bal botst binnen het veld).
- 6 runs (een six) als de batsman de bal onmiddellijk buiten slaat (botst niet in het veld).
Outs:
= redenen waarom de batsman moet vervangen worden:
- De bowler kan de wicket raken met de bal.
- De batsman staat met zijn been voor de wicket en de bal raakt het been.
- Als de andere ploeg de bal vangt zonder dat hij gebotst heeft.
- Als de bal bij het teruggooien tegen de wicket komt voordat de batsman weer op zijn plaats is.
Wie het meeste runs scoort wint de wedstrijd.
18-03-2011, 12:11 geschreven door walid.khan2 
|