Het leven zoals het is: Op weg naar het onderwijs... Als laatstejaarstudent lerarenopleiding wordt men via allerlei opdrachten en stages klaargestoomd voor het uiteindelijke doel: leerkracht worden. Op deze blog krijg je mijn ervaringen te lezen bij deze laatste woelige maanden als student...
Dinsdagavond, 22u. We hielden ons hart vast. Sabine (Hagedoren) had voor ons winterse neerslag en meer van dat leuks (niet dus!) voorspeld. Een wandeling van twee uur door de Dendermondse binnenstad met 22 sneeuwmannen in het kielzog van Yeti het sneeuwmonster. We zagen met zn allen het doemscenario reeds voor de ogen... Woensdagochtend, 8u. We trokken onze gordijnen open en zagen -tot onze grote verbazing- dat het goed was. Geen donkere wolken te zien, wel een mooie, blauwe lucht. Blijkbaar had onze lieftallige weerdame tijdens de zomervakantie nog één zonnige dag voor ons opgespaard.
Woensdagochtend, 10u. Het enthousiasme over het goede weer verdween tussen mijn tandengeklepper. Oow, wat was het koud. Ingeduffeld met een dikke sjaal en handschoenen trokken we op pad. Zij die zich niet voorzien hadden op de Siberiëtemperaturen, trokken hun arsenaal met betere vloeken open. Na een tijdje wandelen werd dan toch onze eerste stopplaats bereikt: Het Saske. Voor de volwassenen onder ons, een minder leuke plaats. Hier dienen zij immers elk jaar, goedschiks of kwaadschiks, hun belastingbrief binnen te steken. De leerlingen lieten dat gegeven links liggen en leerden hoe belangrijk het Sas in het verleden wel geweest is voor onze stad. Door de sluisdeuren te sluiten kon men de omgeving van de stad onder water zetten en zich vrijwaren van vijandige aanvallen. Klinkt bekend in de oren. Deed men tijdens Wereldoorlog I niet iets gelijkaardig in de IJzervallei? Ook voor onze bloeiende industrie was de Dender een geschenk uit de hemel. Schepen konden grondstoffen aanvoeren en de afgewerkte producten konden de stad weer verlaten via dezelfde weg. Brouwerijen, leerlooierijen, katoenfabrieken Ze schoten als paddenstoelen uit de grond in onze stad. Later, in 1978, zou men de Dender rond de stad leiden en bleef het Saske als stille getuige over.
Op weg richting Brusselse Poort dan. Via het natuurcentrum van Bastion VIII, kwamen we aan de rotonde met het kunstwerk Ros Beiaard. Het beroemde Ros blijft natuurlijk HET symbool van de stad. Ondertussen hadden de leerlingen geleerd over de vestigingsfunctie van de stad. Het leek wel of Dendermonde lag zo goed gelegen (aan Dender en Schelde), dat door de eeuwen heen iedereen het in zijn bezit wilde krijgen. De Bastions, de grachten, de stadsmuren met poorten, Sporen die vandaag de dag nog zichtbaar zijn en die dienden ter verdediging van de stad.
We trokken verder richting Oude Vest en Brusselsestraat. Warmer werd het er niet op, maar gelukkig zorgde een stevige mars voor enige verwarming. Ook een verrassende foto van vroeger deed de koude even vergeten. Hoe meneer, dat is hier vroeger water geweest? Inderdaad, waar nu de winkelstraat van de Oude Vest is liep vroeger een gracht. De opmerkzame studenten onder ons hadden zich waarschijnlijk al afgevraagd waarom de huizen van de Brusselsestraat opmerkelijk ouder zijn dan deze in de Oude Vest.
Nog even doorbijten, even stoppen aan de Grote Markt en het Justitiepaleis, genieten van de eerste kerstsfeer aldaar (de kerststal was net geplaatst op het Marktplein) en toen als de bliksem richting school voor een warme chocomelk. Dat hadden we allemaal wel dubbel en dik verdiend!!
Met dank aan Hilde Bosman en Pamela Hofman, die de uitstap mogelijk maakten.
Vandaag was het (eindelijk) mijn eerste dagje als leerkracht.
Van de directie in SVI Gijzegem kreeg ik de mogelijkheid 9uurtjes STV (praktijk: werken met materialen) te geven aan 2 STV A, 2 STV C, 2 STV B. De ideale kans om alvast met één been in het echte onderwijsleven te stappen. Bovendien heb ik ondertussen de tijd om projecten, eindwerk en andere stages af te werken.
De eerste uurtjes verliepen alvast heel fijn. De appelflappen die we maakten in 2 STV A waren mijn insziens overheerlijk!!
Het eindwerk over Dendermonde krijgt stilaan vorm. Ook het didactische gedeelte is nu ingevuld. Na enig zoekwerk bij vorige en huidige stagescho(o)l(en) werden twee lieve, bereidwillige leerkrachten gevonden om een helpende hand toe te steken: Hilde Bosman (aardrijkskunde), Pamela Hofman (geschiedenis).
Zo krijg ik twee derdes ter beschikking die ik twee lesuren lang doorheen de binnenstad van Dendermonde zal loodsen. Het doel van de wandeling is om de leerlingen iets te leren over: de geschiedenis van de stad, bouwstijlen van gebouwen, functies van gebouwen, volgen van een stadsplan, situeren van gebouwen/ monumenten,...
De wandeling loopt langsheen Grote Markt, Justitiepaleis, de oude stadspoorten,... Zo krijgen de leerlingen een beeld over wat Dendermonde is: een oude vestingsstad en een hedendaagse, bloeiende centrumstad.
Met dank aan Hilde en Pamela. Een verslag volgt natuurlijk op 3 december.
Een opwarmertje... meer was het niet. Wat normaal gezien een hele lesweek moest worden, werd een ingeknipte versie van drie dagen. Wapenstilstand en een brugdag voor de meeste scholen op maandag 10 november gooiden roet in het eten. Gevolg: elf uurtjes les op twee en een halve dag en slechts twee slapeloze nachten.
Het onderwerp voor economie: De levenscyclus van een product. Een gewenster thema kan je in deze periode van Allerheiligen/ Allerzielen niet in de schoot geworpen krijgen. Blijkt dat een (technologisch) product na een tijdje een stille dood sterft. Zo is er niemand die het nog in zijn hoofd haalt om een videorecorder aan te schaffen. Begraven dus dat product en elk jaar rond deze periode een chrysant cadeau doen. Toch startte ik weer eerder afwachtend. De naweeën van een ooit verkregen onvoldoende (in een ver verleden)op het vak. Het werd echter een aangename verrassing. De lessen verliepen vlot, met dank aan de toffe klassen 4 Ec A/B/C.
Voor het vak aardrijkskunde kreeg ik uiteenlopende onderwerpen: van landbouw tot bevolkingsspreiding, over het fysische kader van Latijns Amerika. Drie verschillende thema's dus en bijhorende lesvoorbereidingen. Wat ook betekent dat er vol aan de bak moest gegaan worden, niet het luilekkersfeertje dat er heerst bij een zoveelste parallelles. Ik begon woensdagochtend met de les over Latijns Amerika. Grote klas en dus opdelen in groepjes dacht ik. Zo konden ze allen zelf ontdekken in informatiebundels wat voor moois de Spaans- en Portugeessprekende Amerikanen te bieden hebben. De trein zat onmiddellijk op het juiste spoor.
Het lezen van technische tekeningen. Niet bepaald mijn meest favoriete onderwerp voor T.O., leerde mij een vorige stage. Licht stuntelend met de drievlakshoek (gelukkig helpt hij echt wel voor de leerlingen!) vooraan in de klas en hopend op de ruimtelijke inzichttalenten van de 1 Mod D, schoot ik uit de startblokken. Met het commentaar van mijn mentor: "Tempo iets te laag, maar wel geslaagd in je objectief." rondde ik mijn eerste stageweek van het jaar af. Het was vrijdagmiddag omstreeks 3 uur en een paar uurtjes kuieren in de zetel had ik wel verdiend...
Met dank aan mijn stagementoren: Hilde Bosman (aard), Patrick Verlé (econ), Dimitri Steels (T.0.)
PS: Enkel de papiermolen bracht enkele problemen met zich mee. Vooral de laatste nieuwe eend in de bijt 'Groeilijnen' zorgde voor vrewel bij de mentoren. Immers, op drie dagen is het onmogelijk natuurlijk om een groeilijn vast te stellen. Ook een eindbeoordelingsformulier voor T.O. had weinig zin, omdat ik slechts twee uurtjes (dan nog na elkaar, aan dezelfde klas) gegeven heb.
Als ik aan leraar Duits, Willem Verbeeck, zou zeggen dat we met onze fietsende leerlingen naar de Muur zijn geweest, dan zou hij misschien vragen of Berlijn niet wat ver was voor een fietstocht. Maar we vonden dichterbij, in eigen land onze Muur en die ligt in Geraardsbergen. En dat was ver genoeg, want na afloop hadden onze leerlingen en begeleidende leerkrachten meer dan 100 km op de teller staan.
We waren immers in Gent vertrokken, verlieten de Scheldeoevers in de buurt van Zwalm en fietsten doorheen de Vlaamse Ardennen naar het meest bekende wielermonument van de Ronde van Vlaanderen. Na een korte wijle in het Hemelrijk (er is niemand gestorven onderweg, maar het café boven op de top van de Muur heet nu eenmaal zo) pedaleerden we langs de oevers van de Dender naar de monding in de Schelde, beter gekend als Dender-monde.
De Côte dAzur
Het eerste deel van onze Sportdag-Fietstocht bracht ons naar Gent. Koersfietsen werden in de aanhangwagen van sportdag-coördinator Chris Oosterlinck geplaatst en collegas Griet Peters en Luc Honorez namen de leerlingen mee naar de mooiste wielerbaan van België, het Vlaams Wielercentrum Eddy Merckx in de Gentse Blaarmeersen. Daar kregen we van initiator Gunther De Bauw een cursus fietsen op een wielerbaan. Het grote probleem bij fietsen op de piste zijn die steile bochten en elke nieuwkomer vraagt zich af of hij niet naar beneden zal vallen. Ons verstand zegt nee, vanwege de wet van de middelpuntvliedende kracht maar ons bang hartje zegt ja en dus deden we het stapje voor stapje. Eerste stap: die pistefiets gewoon worden. Want zeg nu zelf: met een vaste pion (waarbij je altijd moet blijven trappen, zoals bij sommige kinderfietsen) en zonder remmen (echt waar), dat vergt toch een beetje gewenning. En die aanpassing aan zon pistefiets leerden we op de houten vloer onderaan de piste, op het vlakke gedeelte. Maar dan moesten we op de piste geraken. Het stuk waarin je van horizontaal naar schuin overgaat, is op de wielerbaan blauw geschilderd en is zon halve meter breed. Dat deel, dat eigenlijk een neutraal gedeelte is, noemen de pistiers de côte dazur. Meteen is duidelijk dat de andere deelnemers aan de sportdag niet jaloers moeten zijn: we zijn nooit naar de kust van het zuiden van Frankrijk afgereisd maar wél naar Gent. En ja, het lukte bij alle deelnemers: blijven trappen in de bochten, je voorwiel op de witte of rode lijn houden en de rest was een kwestie van fysieke conditie en ervaring opdoen. Voor collega Griet Peters was het een openbaring: Dit smaakt naar nog. Op het einde van de initiatie hielden we een wedstrijdje snelste baanronde. Elke deelnemer kwam apart in de baan, kreeg drie aanloopronden om snelheid te maken en probeerde dan, met een vliegende start, zo snel mogelijk de 250 m lange piste rond te rijden. Initiator Gunther De Bauw hanteerde de stopwatch en noteerde de tijden. Leraar Frans Van Nuffel teerde op zijn wielerbaanervaring van vroeger en klokte 1720, Ken Braem van 6 GWW was de snelste leerling met 1768, stage-leraar Bart Roels, gezegend met een prachtige Iljo Keisse-stijl, fietste ondanks zijn slechte benen 1837 bijeen, evenveel als Marco Ringoot van 4 Handel-Talen. Bjorn DHertefelt van 3 Handel-Talen, de jongste van het gezelschap, liet een mooie 2087 op de tabellen noteren.
We gingen door de muur naar de Vlaamse Ardennen of We fietsten naar de Muur door de Vlaamse Ardennen ?
Even calorieën opdoen in de cafetaria van het wielercentrum en dan op weg met de koersfiets. Luc Honorez cumuleerde dat het een lust was: chauffeur van de volgwagen, verzorger, mecanicien, supporter, bevoorrader, depanneur, verkenner van het Hemelrijk (niet te verwarren met Kingdom of Heaven) We kregen in Zwijnaarde versterking van collega Dirk Simoens. Nog niet zo lang geleden ontdekte hij de geneugten van de fiets. Twintig jaar te laat gooit hij de armen in de lucht en misschien zou het Simoens-trio in dat geval wel eens uit drie koersende zussen kunnen hebben bestaan i.p.v. drie violistes. Een harde kern koos bij het doorkruisen van de Vlaamse Ardennen resoluut voor de kuitenbijter-route: Berendries, Valkenberg, Parikeberg Om daarna de Muur te bestormen. Ken Braem, tweevoudig SVS-kampioen en ondertussen WAOD-wielrenner, bereikte als eerste de top al was Bart Roels niet ver achter. Dirk Simoens, die voor het eerst de Muur onder de wielen geschoven kreeg, was boven op de top zo enthousiast dat hij het hele gezelschap op een tournée generale trakteerde en met die energieboost achter de kiezen, doken we de Oudenberg-helling af, richting Dender. In gestrekte draf snelden we in groep langs het jaagpad naar onze thuishaven. Een eindspurtje onder Appels brug werd een combinespel tussen de leerlingen Laurents De Smet-Ken Braem enerzijds en leraar Bart Roels helemaal in zijn eentje anderzijds. De gentleman en pedagoog in de leraar liet de eer aan de leerlingen, maar Bart Roels werd zelf toch nog verdienstelijk tweede op het einde van zijn eerste VHTI-sportdag. Onze leerlingen kwamen op de speelplaats van het college even op adem en keerden dan vooral moe, maar toch ook voldaan naar huis terug. De directie had voor de begeleidende leerkrachten nog een kleine attentie in de vorm van twee bonnetjes in de bezinningsruimte onder de kapel ook wel Chez Willy genoemd en dat werd erg naar waarde geschat. We hadden immers heel grote dorst gekregen van al dat fietsen in de zon. Opdracht volbracht en we kijken nu al uit naar het volgende fiets-evenement: het officiële kampioenschap wielrennen op de weg van de Stichting Vlaamse Schoolsport, de eerste zaterdag van de herfstvakantie (31 oktober 2008) in Zolder. Das nog een klein half jaar te gaan, maar als we ginder kampioen willen worden, moeten we op tijd beginnen trainen. En de VHTI- sportdag was daar een heel goede aanzet voor. Tekst Frans Van Nuffel, fotos Luc Honorez en Frans Van Nuffel.