Bron van geluk en frustratie, simpel en complex, boeiend en soms gevaarlijk.
23-05-2009
Intern communiceren: oh boy
Intern communiceren gebeurt op verschillende niveaus. De medewerkers informeren over het reilen en zeilen in het bedrijf is belangrijk en het moet goed gedaan worden. Dat is één niveau. Het kan (moet) gestructureerd gebeuren, volgens een plan, en door mensen die er verstand van hebben. Goed samenwerken is communicatie op een ander niveau. Ploeggeest is quasi niet te structureren. Een ploeg is optelling van individuen die mekaar niet opgezocht hebben maar toevallig in dezelfde omgeving terecht gekomen zijn. Elk lid heeft zijn eigen persoonlijkheid, ego en ambitie. Het eerste, persoonlijkheid, kan een pluspunt zijn. De twee andere zijn klippen waar elke schipper vroeg of laat zijn schip lek doet op slaan als hij ze niet tijdig ziet. Een voorbeeld? Hier is het, vers uit de praktijk. Een full-service communicatiebureau heeft verschillende afdelingen: strategie, creatie, Internet, klantenbeheer (de accounts), enz. Aan het hoofd van elke afdeling staat een directeur en daar boven een Algemeen Directeur. Een klant vraagt om tijdens een vergadering in Londen een aantal deelnemers die uit verschillende landen komen, te interviewen voor de camera, een opdracht die de Account moet regelen. Die interviews moeten op de website van de klant gezet worden, een taak voor de Internet afdeling waar de techneuten zitten. Alles moet in tien dagen rond zijn. De Account contacteert een medewerker in London die zorgt voor een professionele cameraman. Hij krijgt van de Internet afdeling de technische specificaties over het formaat waarin ze die filmpjes willen. De interviews worden afgenomen en gefilmd, het resultaat wordt te plekke bekeken, de Account neemt de cassette mee naar huis en geeft ze aan de Internet Directeur. Twee dagen later, rond 7 uur 's avonds, laat de Internet directeur aan de Account weten dat er niets op de cassette staat. Paniek bij de Account. Er volgen discussies maar de Internet directeur is formeel: de cassette deugt niet. Die Engelsman kent zijn vak niet en heeft een fout gemaakt.De volgende dag is een feestdag in heel wat landen. Er zit niets anders op dan alles over te doen maar de geïnterviewden zijn al terug naar huis: naar Duitsland, Schotland, Ierland, Denemarken, Italië. De Account contacteert zijn medewerkers in al die landen. Gelukkig heeft hij hun gsm-nummer. Hij legt het geval uit, vraagt hen een cameraman te regelen voor de volgende dag, contacteert de geïnterviewden, probeert agenda's af te stemmen, enz. enz. maar niet iedereen is bereikbaar. En het is dringend. Er komt ook nog een weekend aan. Tussendoor belt hij een kennis die meer weet over filmopnames dan hij. Die wil die cassette wel eens bekijken maar kan pas 's anderendaags. De volgende dag trekken ze naar een televisiestation waar na wat overleg met een technicus de juiste apparatuur gevonden wordt om de cassette af te spelen, met beeld en klank. Alle gemaakte afspraken kunnen afgezegd worden. Wat is het probleem? De directeur van de Internet afdeling is een jonge kerel met een groot ego en vindt zichzelf heel competent. Altijd mee oppassen met dat soort kerels. Hun argumenten: dat materiaal deugt niet, wij hebben geen tijd om ons daarmee bezig te houden (even bellen met de cameraman, bijvoorbeeld, of nadenken en een oplossing zoeken), het is hier heel druk, ... Gelukkig heeft de Account goede relaties buiten het bureau. De Internet directeur zat fout, niet zijn collega's in Engeland. Communiceren, teamspirit, samen een oplossing zoeken? No way. Onbestaande. Door zijn incompetentie - of slechte wil - werden een dozijn mensen lastig gevallen en aan het werk gezet. Voor niets. Bestaat er een oplossing? Neen. Tegen egotripperij en manifeste onwil tot samenwerken bestaat geen medicijn, alleen amputatie. Dat gebeurt ook wel eens maar niet alle bomen worden correct gesnoeid en een boom die niet met kennis van zaken onder handen genomen is, sterft af met al zijn takken en wortels.
De database met de gegevens over media en journalisten is het kapitaal van elke PR.
De herstructureringen bij de media vragen om een regelmatige aanpassing.
Bij de zakenbladen van Roularta Media Group
-is Alain Deneef is algemeen hoofdredacteur geworden
-Vincent Joye verdwijnt als hoofdredacteur van Moneytalk
-An Goovaerts was adjunct-hoofdredacteur en is nu de nieuwe hoofdredacteur van Trends. Ze volgt Guido Muelenaer op.
-Nathalie Van Ypersele is de hoofdredacteur van het maandblad Bizz.
Bij De Morgen verdwijnen o.m.
-Hans Vandeweghe, chef sport
-Bert Bultinck, chef opinie
-Georges Timmerman, journalist
-Thea Swiersta, journaliste
-Dirk Remmerie, chef cultuur
-Filip Claus, fotograaf
En zo zijn er nog een aantal geweest de voorbije maanden. Nieuwe titels en namen verschijnen op de markt (Vitaya magazine, MNM, Joe FM), bestaande titels verdwijnen, magazines passen hun inhoud aan om beter in te spelen op de doelgroep of om een breder publiek aan te spreken.
Je moet het allemaal volgen.
Een database in orde houden is een never ending job en de media observeren een boeiende bezigheid.
Waar komen de schommelingen in de oplage van kranten vandaan?
Bij kleine schommelingen kan het aan de promotie acties liggen: bonnetjes knippen voor zo goed als gratis boeken, Dvds of Cds (mijn spellingcontrole zegt dat ik dit met een hoofdletter moet schrijven). De weekbladen als Humo en Dag Allemaal pakken er nu ook mee uit. De meest succesvolle actie bij Het Laatste Nieuws waren de pluchen beesten, zon jaar geleden. Het moet zijn dat de kinderen daar ook hun zeg in hebben.
Dergelijke acties doen de oplage tijdelijk stijgen maar eens de actie achter de rug, grijpt de lezer terug naar zijn vertrouwde krant.
Een scoop, een primeur, doet ook de oplage stijgen, schreef De Morgen gisteren in haar media bijlage.
De scoop over het cocaïnegebruik van Tom Boonen zou vorig weekend gezorgd hebben voor zon 10.000 extra verkochte exemplaren. De Daily Telegraph deed in Engeland nog beter met de primeur over de onkostennotas van de Britse parlementsleden. Toen ze er op vrijdag 1 mei mee uitpakten op de cover, verkochten ze 93.000 exemplaren meer in de losse verkoop, op een dagelijkse oplage van 817.692 stuks.
Luc Rademakers, hoofdredacteur van de Concentra-kranten Gazet van Antwerpen en Belang van Limburg, zegt in hetzelfde artikel dat scoops vooral belangrijk voor het langetermijneffect. Als een krant vaak genoeg uitpakt met primeurs, trekt dat lezers aan die overtuigd zijn dat die krant sneller bij het nieuws raakt. Je geeft je lezers het gevoel dat ze door het lezen van jouw krant de vinger aan de pols houden.
Een paar bedenkingen:
-Als de oplage van een krant stijgen door een primeur, daalt dan het aantal verkochte exemplaren van een andere krant of niet? Met andere woorden: koopt de lezer een andere krant of koopt hij er twee?
-Als een andere krant een paar dagen later uitpakt met een andere scoop, beweegt de slinger dan in de andere richting?
-Wat een scoop is voor de ene krant, is dat niet voor een andere. De Tijd heeft ook wel eens een primeur maar dan uit de wereld van de economie en financiën en dat doet de oplage niet stijgen met 10.000 stuks. Exclusieve verhalen die dat wel doen, gaan over seks, drugs, bedrog, moord. De populaire weekbladen gaan het ook aan de gore kant van de maatschappij zoeken met grote koppen over de schuinsmarcheerders onder de BVs. De media leven van de publiciteit. Is dat de omgeving waarin je als adverteerder reclame wil maken voor je producten of diensten?
-Zal het publiek die primeurs niet beu worden?
De uitgevers houden de vinger aan de pols. Vandaag breken ze zich het hoofd om in de toekomst te kijken. Zijn de klassieke gedrukte media ten dode opgeschreven? Hoe halen we meer inkomsten uit het Internet? Zullen de surfers die elke dag gratis het nieuws lezen op hun website, bereid zijn te betalen voor dat nieuws? Wat is het effect van het aanbieden van de website in een smartphone versie, leesbaar op de nieuwe mobiele telefoons? En vooral: zullen ze de adverteerders kunnen overtuigen van de impact van reclame op deze media?
De kranten berichtten dit weekend over de dalende oplage in het eerste trimester van dit jaar. Tussen januari en maart werden 8.937 minder kranten verkocht. De Tijd is de grootste verliezer met een daling van 7%. Het Nieuwsblad daalde met 2,1% en Het Laatste Nieuws verloor 0,9%. De Standaard (+ 1,9%) en De Morgen (+ 1,1%) zagen hun verkoop stijgen. De gemiddelde oplagecijfers per dag: - De Morgen: 53.000 - De Standaard: 84.486 - Het Nieuwsblad: 253.418 - Het Laatste Nieuws: 281.472 Vanmorgen op Radio 1 een gesprek gehoord over de dalende inkomsten voor de krantenuitgevers. Volgens Peter Vandermeersch (Coreli = De Standaard, Het Nieuwsblad e.a.) zorgt de verkoop (abonnementen en losse verkoop) voor 60% van de inkomsten. Bedrijven adverteren minder in het algemeen en dus ook in kranten. Speciale bijlagen als Job@ en Vacature zien het aantal personeelsadvertenties zinken. Dus worden er glossy bijlagen gecreëerd die wel veel advertenties bevatten voor luxeproducten. "Of die artikels die erin staan niet betaald zijn door de adverteerders?" wou de interviewer weten. "Absoluut niet," zei Vandermeersch. En daar kwam verscheen die muur weer tussen redactie en de advertentie-afdeling. Tja.
Bekend zanger trouwt voor de derde keer. Groot volksfeest op de Grote Markt van Antwerpen. Goede reden voor het VRT-journaal om er een item van te maken in het middagnieuws, het zes-uur journaal en het 19 uur nieuws. Bekend voetballer nam met zijn sportwagen een bocht aan veel te hoge snelheid en knalde tegen een boom. Een jaar later zijn er herdenkingsceremonies, verschijnt er een boek en wordt er uitgebreid aandacht een geschonken op radio, televisie, in de kranten. Bekend wielrenner wordt voor de 2de keer betrapt op cocaïnesnuiven. Radio, kranten en de televisie natuurlijk. De VRT interviewt hem. Hij zit in zijn salon naast zijn lief. Hij hant een verhaal op van een feestje, teveel gedronken en een black out. Het lief moet moeite doen om het niet uit te proesten. Helden. Pakken geld wordt er naar hun hoofd gegooid om met reclame rond te fietsen of te lopen. Een partijvoorzitter koopt een parlementslid van een rivaliserende partij om. In het Suske en Wiske album 'De Zwarte Zwaan' verwijt Jerom op een bepaald moment aan Lambik dat hij hun geheim verkocht heeft voor een bord linzensoep. "Neen," zegt Lambik, "het waren stoofcarbonaden." Voor linzensoep of stoofvlees doet men het vandaag niet meer. Voor geld wel, voor veel geld. En het volk staat in bewondering. In De Tijd, die vandaag voor het eerst op zalmkleurig papier verschijnt, staat een heel interessant artikel van Wouter Van Driessche over kuddegeest. Ga die krant kopen. Het is de moeite waard. Misschien gaan we eindelijk inzien dat er geen helden zijn, dat we ze zelf creeëren om op hen onze frustraties te projecteren. Zij kunnen wat wij niet kunnen en daarom bewonderen we ze. Omdat ze snel kunnen fietsen, goed tegen een bal kunnen trappen, met veel overtuiging covers zingen van liedjes die anderen al tot een succes maakten. Insmeren met pek en bestrooiken met veren. En dan tentoonstellen op de markt van Mechelen. Een tip: denk goed na vooraleer een held te vragen om ambassadeur te worden van een project, een commerciële actie of een non-profit organisatie. Als ze uitschuiven, schuif je mee.
Toyota ontvangt binnenkort bezoekers met beide open armen.
Daar zal wat chirurgisch knipwerk aan te pas komen.
Gaat het zo slecht bij de reclamebureaus dat ze eender wie laten teksten schrijven voor reclamespots?
Schrijven is geen werk voor amateurs. Het vraagt vakkennis, m.a.w. taalkennis.
Ik twijfelde gisteren zelf ook bij het schrijven van een voice off voor een spot: Is het Je kunt ofJe kan ? Mijn Nederlandse collega gaat voor Je kunt.
Dan maar even de grammatica erbij gehaald. Je kunt is correct maar Je kan wordt ook aanvaard. Informeel staat er bij. In de spot is het spreektaal en daarom heb ik de informele vorm gekozen.
Zoveel tijd spenderen aan zoiets onnozels? Jawel. Een paar miljoen mensen krijgen het binnenkort te horen. Het moet juist zijn.
De copywriter van Toyota denkt er waarschijnlijk anders over. Hij is niet alleen. Ik hoor steeds vaker flagrante taalfouten in reclamespots en dan bedoel ik niet de spots in een of ander dialect. Het is niet nieuw. Toen ik zelf nog klant was bij reclamebureaus heb ik vaak hun teksten herschreven.
Luiheid? Gebrek aan vakkennis? Te weinig budget om een goede copywriter in te huren?
La Libre Belgique is kleiner geworden in omvang. De eerste reactie is dat de krant wel heel dicht gaat aanleunen tegen de huis-aan-huis bladen zoals Passe Partout. Bij nader inzien is het hetzelfde formaat als Het Nieuwsblad en La Dernière Heure. Maar eens je er begint in te bladeren, oogt ze verrassend fris. Klare opmaak, goede mix van foto's, grafieken en tekst, korte stukjes links en rechts van de pagina, of een korte inhoud van het artikel. Een krant ook die je niet meer in twee moet plooien en dus makkelijk overal kan lezen, ook waar er weinig ruimte is (op de tram of het vliegtuig dus). Concurrent Le Soir wordt op hetzelfde formaat gedrukt als De Morgen gedrukt is. De Standaard zit er tussenin. In het begin vond ik dat kleinere formaat maar niks maar eens je eraan gewend bent, valt het goed mee. Op zaterdag koop ik weleens een paar Nederlandse kranten en dat is weer wennen. Eens opengeplooid dekken ze driekwart van de tafel af. Niet handig en niet aangenaam om lezen. Zonder tafel lukt het niet. Afwachten hoe de trouwe lezers van LLB reageren en of het nieuwe formaat nieuwe lezers kan aantrekken. Die zullen bij Le Soir gehaald moeten worden want de andere kranten zoals La Dernière Heure en de publicaties van Vers L'Avenir spreken een andere doelgroep aan, net zoals lezers van HLN of Het Nieuwsblad niet naar DS of DM zullen grijpen. Ze brengen ander nieuws. De uitreiking van De Gouden Uil-literatuurprijs krijgt in HLN een stukje van 7 op 6 centimeter, de helft van het artikel erboven met de titel 'Stinkend' visrestaurant definitief dicht. Voor alles is er een publiek. Kranten geven een goed beeld van de interesses bij de bevolking. HLN is De grootste krant van het land en dat zal nog lang zo blijven omdat de grote meerderheid van de bevolking nu eenmaal niet in literatuur geïnteresseerd is. Hier niet en in de rest van Europa ook niet. Dat heeft natuurlijk niets met het formaat van de kranten te maken, noch met hun inhoud. Ook niet met opvoeding of financiële draagkracht. Het zit in de genen. Niks aan te doen. Wat zou het ook? Nergens heerst zoveel nijd, jaloersheid, hypocrisie en achterklap als in het wereldje van kunst en literatuur. 'Petit gabarit', zeggen ze in het Frans.
Een lang weekend begint. De zon is er, zoals aangekondigd. Kranten en een mok koffie op de terrastafel. Twee tortelduiven van de boom in de bloemenbak. Een brutale verkrachting. Een gehavende torterduif. Over een paar dagen eieren in het nest. Over een week of twee jongen in het nest. Jonge duiven: de lelijkste schepsels op aarde. Ik heb tandpijn. Het wordt een lang weekend. Uilen. De Gouden Uil wordt uitgereikt. De juryvoorzitter mag in alle media uitleggen dat hij een goede juryvoorzitter was. De winnaar zal blij zijn en bekend worden. De vooraad van het boek dat vorig jaar de Gouden Uil won, ligt bij De Sleght, voor een prijsje. In de buurt zit een pauw. We horen ze roepen als de avond valt. 'Leoon', roepen pauwen en de mannetjes spreiden hun staart uit in een waaier om op te vallen, om de vrouwtjes te verleiden. De bankiers, captains of industry, politicy, steken hun staart omhoog. Hier zijn we. Kijk naar onze pluimen. In zijn wekelijkse column in Trends schrijf Marc Buelens: "Bereid u dus al maar voor op het ergste in de sectoren waar de Staat echt moetvoor zorgen. Er zal gewoonweg geen geld meer zijn." en "Grote kuis dus. Maar daar wil uiteraard niemand van de gevestigde waarden van weten. Bankiers moet je zeer goed blijven betalen, want anders verlies je 'talent' Wel talent?" Het talent om niet te zeggen waar het op staat en er mee weg te komen. Het talent om geloofwaardig over te komen op televisie. We staan er bij en kijken er naar. Zoals mijn tandarts. Hij weet ook niet wat de oorzaak is van mijn tandpijn. Het is een lang weekend. Hopelijk heeft hij maandag het antwoord gevonden.
Ik ben Emile Clemens
Ik ben een man en woon in Duffel (België) en mijn beroep is communicatie consultant.
Ik ben geboren op 29/01/1954 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: boeken, jazz en media..
Ook: Docent PR en Interne Communicatie. Boek: Ik zou zeggen dat ... (uitg. Plantyn). Jazz'halo.