Toeval bestaat niet. Net op het moment dat er in Griekenland zware rellen aan de gang zijn en extreem linkse jongeren gebruikmaken van de heersende chaos na de moord op een 15jarige jongen door een politieman in Athene ben ik een omvangrijke culturele geschiedenis van het terrorisme het lezen. Het gaat om het laatste boek van de Britse historicus Michael Burleigh en heeft de titel Blood and Rage. A Cultural History of Terrorism.
Michael Burleigh is een conservatieve historicus. In zijn vorige twee werken beschreef hij het proces van secularisering in de westerse wereld als een negatief proces leidend tot een spirituele leegte en een klimaat van betekenisloosheid, normvervaging en nihilisme. In zijn laatste boek komen deze kenmerken ook naar voren. Terrorisme wordt door Michel Burleigh beschreven als het domein van sociale achterblijvers, gefrustreerden en mislukkelingen. Bovendien is het volgens hem ook zeer inefficiënt. In zijn boek beschrijft Burleigh een oneindig aantal terroristische groeperingen en individuen. Dat gaat van figuren zoals Abu Nidal en Carlos de Jakhals tot en met de IRA, de FLN en de ETA.
Een steeds wederkerend aandachtspunt van Burleigh is de rol van linkse intellectuelen. Veel linkse denkers doorheen de recente westerse geschiedenis stonden ronduit positief ten aanzien van het gebruik van terroristische middelen. Dit gebeurde vooral tijdens de periode van dekolonisering toen veel Europese intellectuelen, meestal van Marxistische komaf, positieve sentimenten hadden ten aanzien van radicale afscheidingsbewegingen in koloniale gebieden op weg naar onafhankelijk. Daarnaast waren er ook denkers die openlijk geweld en terreur predikten. De schrijver Franz Fanon en Jean Paul Satre zijn hiervan de meest prominente voorbeelden. In de inleiding van het boek van Fanon, de verwerpelingen van de aarde, beargumenteerde Sartre dat geweld voor gekoloniseerden een legitiem middel is om zich te bevrijden van het onderwerpende juk.
Nu zijn er dus bij de rellen in Griekenland weer radicaal linkse jongeren betrokken bij de onrusten. Betekent dit een onderstreping van de visie van Burleigh?
Eerst en vooral moet er worden gezegd dat de onlusten in Griekenland te maken hebben met een breed gamma aan factoren. Zo is er het slechte beleid van de conservatieve regering Karamanlis en laten de gevolgen van de wereldwijde economische crisis in toch al kwetsbaar land zich dubbel zo hard voelen.
Echter is het onmiskenbaar dat er een zekere relatie bestaat tussen het linkse gedachtegoed en het gebruik van geweld. Het linkse denken kan kort door de bocht aanzien worden als de erfenis van Karl Marx. Hoewel het Marxisme een ideologie is met vele kamers, kan er gerust worden gesteld dat ze allemaal met elkaar gemeen hebben dat ze beweren dat de samenleving gekenmerkt wordt door een systematische en structurele vorm van onderdrukking van een groot deel van de bevolking door de heersende klasse. Bijgevolg poneren veel Marxistische theorieën dat er iets gedaan moet worden aan deze toestand. Het regime moet veranderen. Eventueel moet er zelfs een revolutie woeden. In extreme gevallen is het gebruik van geweld om deze revolutie tot een goed einde te brengen niet alleen verdedigbaar, maar zelfs noodzakelijk. Uiteraard heeft deze aandacht voor structurele onzekerheden ook zijn voordelen. Het linkse denken en het socialisme in het bijzonder hebben altijd voorop gelopen in de strijd om de emancipatie van arbeiders en mensen die het moeilijk hebben in de maatschappij. Blijft het feit dat er ingebakerd binnen het linkse denken een gevoel van onderdrukking aanwezig is. De bestaande samenleving en/of politieke orde wordt aanzien als onrechtvaardig, onderdrukkend of gevaarlijk en malafide.
Linkse denkers in Europa hebben zich sinds de jaren zestig van de vorige eeuw dan ook aanhoudend getoond als tegenstanders van het kapitalisme. Aan het einde van de 20ste eeuw mondde dit uit in de beweging van het antiglobalisme. Sommige linkse denkers keren zich zelfs tegen de moderniteit an sich. Ze zien het modernisme als een negatief proces en plaatsen dan zelf de Verlichting en haar erfenis in een kwalijk daglicht. Ook dit draagt er toe bij dat het linkse denken een soort logische verbinding heeft met geweld en het gebruik er van. Wanneer men er immers van overtuigd is dat men leeft in een corrupte kapitalistische en onrechtvaardige moderne maatschappij is de stap vaak klein om over te gaan tot daden. Zelfs het plegen van geweld wordt dan sneller een optie dan men zou kunnen veronderstellen. Denken we maar aan de bomaanslagen van antiglobalisten op restaurants van McDonalds of aan het vernielingen die José Bové aanbracht.
Het linkse denken heeft een zekere tendens om te ontaarden in gewelddadig gedrag. Dat is in deze decemberweken aan het einde van 2008 nogmaals gebleken. Om deze redenen is het dan ook dat progressieven de keuze moeten maken voor het liberalisme. Dit is immers een ideologie die ook opkomt voor de rechten van de zwakkeren en diegenen die het moeten doen met een lager inkomen of tijdelijk zonder werk zitten. Het liberalisme streeft naar een menswaardig leven voor iedereen, waar of hij of zij ook moge wonen en ongeacht sociale, culturele of etnische afkomst. In tegenstelling tot de traditionele linkse denkers en stromingen staat het liberalisme ook volmondig positief ten aanzien van de Verlichting en haar verwezenlijkingen. Zonder blind te zijn voor de tekortkomingen van de moderniteit en het kapitalisme, is het liberalisme bijgevolg de enige progressieve stroming met een positief verhaal. Het liberalisme keert zich niet tegen historische macroprocessen of politieke structuren omdat deze het resultaat zijn van een vermaledijd complot tegen de zwakkeren van de maatschappij. Het liberalisme probeert het leven te verbeteren voor iedereen door middel van rationele deliberatie, het uitbouwen van de burgersamenleving en de publieke, het aanwakkeren van debatten en het gebruiken van rationele elementen. Dit terwijl de erfenis van denkers zoals Foucault, Said en Sartre onder linkse denkers er blijft voor zorgen dat radicale segmenten binnen de linkse familie op regelmatige basis een beroep doet op methoden die de wettelijke orde op illegitieme en gevaarlijke wijze ondermijnen.
|