Inhoud blog
  • Foto's deel 2
  • Foto's deel 3
  • Foto's deel 4
  • Foto's deel 1
  • Aankomst in kleur
    Zoeken in blog

    Foto
    Categorieën
    Valor para caminar
    Van Sint-Jan naar Sint-Jakob
    25-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's deel 2

    Bij Marcelino el peregrino, één van de figuren van de camino


    Geoffrey met gebedenboek en Monika uitgelaten met het verfrissende beekje voor de voeten


    Avondmaal bij Pedro met Monica, de zwangere Rita en Hugo, de Japanse Dié, Geoffrey, Adelheid en Albrecht


    In Santo Domingo met de legendarische haan


    In de herberg van de Braziliaanse Fernando


    De recent gerestaureerde kathedraal van Burgos


    Midden in het veld deelt de Brit Daniel koekjes, snoep, thee en koffie uit


    Een lastige lange klim achter de rug


    Nog net op tijd de regenboog op de Monte do Gozo vastgelegd

    25-10-2009 om 23:00 geschreven door Christine  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's deel 3

    s' Avonds na de aankomst in Santiago


    Genieten van een menu met Gallicische specialiteiten oa inktvis


    Zicht op de kathedraal van Astorga


    Honderden kruisjes van pelgrims


    Laatste avond in Santiago met Monica, Albrecht, Geoffrey en Adelheid


    In de herberg van het spookdorp Foncebadon


    Het Cruz de Hierro op 1500m hoogte, de hoogste top van de camino Frances, waar de pelgrims bescherming vragen voor familie en vrienden


    Monica alleen in gedachten


    Pelgrimsmonument op de col de San Roque, 1270m hoog

    25-10-2009 om 22:51 geschreven door Christine  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's deel 4
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Terug thuis na 33 dagen

    25-10-2009 om 22:34 geschreven door Christine  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's deel 1
    St Jean Pied de Port : vertrekplaats


    Eerste dag : de grens over naar Spanje


    Oriëntatietafel bij Honto


    Even verfrissen in Zubiri, het 'dorp van de brug'


    De Perdonpas met de silhouetten van het pelgrims-monument


    Het dorpje Cirauqui of 'de slangenkuil' in het Baskisch


    Met Monika


    Deur in Punta La Reina


    Volgen we de weg of korten we in ?

    25-10-2009 om 22:32 geschreven door Christine  


    07-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aankomst in kleur

    Deze morgen moest ik niet te vroeg op, kon rustig een ontbijt nemen en rond kwart voor negen vertrekken. Het was droog en juist klaar en 10 km is voor ons nu een korte afstand.  Het was eigenlijk goed om dat laatste stuk helemaal alleen te lopen en er nog van te genieten. Ik zette er stevig de pas in en stopte alleen halfweg voor het kerkje van San Marcos om er nog een laatste stempel in mijn stempelboekje te zetten. Ondertussen begon het te regenen, opnieuw de regencape aan en ik vond het spijtig dat het bij aankomst niet droog zou zijn. Toen ik helenaal alleen de Berg van Vreugde afliep naar de stad toe, stopte het met regenen en kreeg ik plots een regenboog voor me, het duurde 1 minuut en weer weg was hij. Het was voor mij een mooiere aankomst dan ik had kunnen dromen ! Een poort van kleur naar de stad toe !
    De tranen waren er vroeger dan voorzien.
    In de stad zelf was het dan toch nog een heel eind door een drukke straat, dan door de puerte del camino het oude centrum in en plots krijg je de zijkant  van de kathedraal voor je.  Iets na 11u, zoals ik het een maand geleden gepland had, stond ik eindelijk voor de kathedraal.
    Het aanzicht vanaf het grote plein, het bestijgen van de 33 treden zijn aandoenlijke momenten, boven riep Danieli op me en we omarmden mekaar innig.
    De puerta del pardon - de poort der vergiffenis - wordt enkel geopend in een heilig jaar.
    In de kathedraal liep ik tegen Geoffrey, die nam me mee nam naar voor, op de eerste rij hadden Adelheid en Albrecht plaats voor ons gehouden, ze verwachtten ons en waren er al van 10u. Ik had het ergens een klein beetje verwacht, om 1 minuut voor 12u zag ik Monika in de zijvleugel.
    Niemand had er op gehoopt dat ze in een voormiddag 20 km zou lopen. Ze had het vroeger al gezegd, toen ze problemen kreeg met de voeten : "My faith is stronger dan my body " - mijn geloof is sterker dan mijn lichaam - en ze had ons daarvan nu nog eens een staaltje laten zien.
    Ze moet om 7u beginnen stappen zijn, 5u lang, waarvan de helft in het donker en de regen, met haar sandalen over drassige wegen, onze bewondering voor zoveel karakter is groot. De begroeting was heel pakkend voor iedereen.
    Vanmiddag zijn we iets kleins gaan eten, iedereen zegt dat de reis zoveel meer bracht dan voorzien.
    In de kerk werd ons ook gezegd dat de camino niet ten einde is, maar dat we die thuis moeten verderzetten. Ook Almudena zei ons toen dat we nadien ook het hart, de geest moeten open houden en de lessen en tekens van de weg niet mogen vergeten. In de mis werden nog eens alle nationaliteiten van die dag afgeroepen. Nadien mochten we nog langs het graf van Jakobus aanschuiven en gingen nog kaarsen branden voor familie, vrienden en overledenen.
    Ook een hoogtepunt was het afhalen van onze compostela, - een diploma dat ik plechtig in een koker stak om te beschermen - degenen die kwamen om religieuze redenen krijgen een andere dan degenen die andere redenen aankruisten. We moesten vooraf ons stempelboekje tonen en verklaren dat we de hele afstand te voet hadden gedaan.
    Deze namiddag nemen we allemaal vrij voor het zoeken van een bed, internet, boodschappen en souvenirs, en nog even alleen de kathedraal in. Vanavond verzamelen we de laatste keer bij Manolo vanaf 20u. Daar neem ik afscheid, want ik wil morgenvroeg op tijd de bus nemen naar het vliegveld voor de vluchten naar Brussel via Barcelona. Om 20u30 zal mijn zus me ophalen in Zaventem en kan ik naar huis.
    Adelheid en Albrecht gaan nog in 4 dagen te voet naar Finisterre en komen met de bus terug, ze hebben nog 6 dagen.
    Ze nodigden me uit om volgend jaar naar Essen te komen, hun stad is dan een van de culturele hoofsteden van Europa en dan is er heel wat te beleven. Er zijn zeker 100 zangkoren, heel wat muziekharmonies. Albrecht zelf speelt bugel en trombone in een jeugdharmonie van 50 muzikanten.
    Monika heeft nog enkele dagen vrij en gaat vroeger naar Madrid, waar ze haar vlucht neemt, om er de stad te verkennen.
    Geoffrey gaat met de bus naar Finisterre en nadien misschien enkele dagen als vrijwilliger in een van de refugio's werken, hij is niet gehaast om terug thuis te zijn.
    Als we hier toekwamen 4 weken geleden, vroeg iedereen dezelfde vragen : Uit welk land kom je en welke talen spreek je ? De volgende vraag was dan altijd : De hoeveelste keer ben je hier ? We vonden het toen een vreemde vraag.
    Deze week kwamen we de voorzitster tegen van de braziliaanse pelgrimsbeweging,  ze was hier voor de 9de keer !
    Ik had al gehoord dat het verslavend werkt, ik ken ook mensen die het al 3-4 keer opnieuw gestapt hebben, soms via een andere route, de kustroute of die vanaf het zuiden. Waarom ?  Omdat het altijd anders is, een andere maand in een ander seizoen, opnieuw andere ontmoetingen en andere gebeurtenissen en ervaringen. Monika zal het niet opnieuw doen, er is nog zoveel te zien.
    Ik weet het ook nog niet, misschien binnen enkele jaren de 250 km van Assisi-Rome, of als iemand vraagt om nog eens mee te gaan, wie weet ?

    Eens thuis ga ik mijn teksten nog wat verbeteren, hier had ik altijd zo weinig tijd en dan eindelijk bij elke dag foto's zetten.
    Voor het afsluiten wil ik graag bedanken :
    - de mensen die me warm gemaakt hebben voor deze tocht en me geholpen hebben met mijn voorbereiding
    - degenen die vooraf met me gaan wandelen zijn, zodat ik toch niet onvoorbereid moest vertrekken
    - mijn familie, buren en alle vrienden die me gesteund hebben via reacties, gastenboek, mails, berichtjes en kaartjes
    - mijn zoon die niet gebeld heeft dat de steel van de schup gebroken was
    - allen die in gedachten een stuk met me mee zijn gestapt
    - de collega's die ervoor zorgden dat ik me 4 weken geen zorgen moest maken
    HEEL ERG BEDANKT en tot binnenkort !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

     

    07-10-2009 om 17:02 geschreven door Christine  


    06-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een warm bad en verse lakens
    Wat me verwondert is dat ik hier nog geen zieken heb gezien. Terwijl men thuis geen hand meer durft te geven, op een meter van mekaar blijft, en men afraadt het openbaar vervoer te nemen, slapen wij hier in zalen tot meer dan 100 personen, op matrassen die elke nacht door iemand anders beslapen worden, vullen onze drinkbussen aan elke waterfontein in de kleine dorpjes en moeten vaak naar het toilet in iets minder hygiënische cafes. Er zijn hier ook zoveel verschillende nationaliteiten en we begroeten ook de zuidamerikanen hartelijk als we ze een paar dagen niet gezien hebben. Een mens is sterk, ook mentaal.
    Vandaag had ik heel veel bewondering voor Monika, die op haar sandalen door de plassen en de modder liep, zonder een keer te klagen.
    We vertrokken deze morgen om halfnegen in de gietende regen en stopten rond vijf uur ook in de gietende regen. Het had soms wel eens opgehouden, maar meestal regende het blaasjes, zelfs in de bossen waar we doortrokken.
    De hele dag zagen ze voor en achter ons de kleurige regencapes, niemand die veel zei. Het einde is in zicht en de vermoeidheid begint te wegen.  Monika is gestopt op 20 km van Santiago in een herberg, ik ben doorgestapt tot op 10 km en Geoffrey wilde op 4 km logeren op de Monte Do Gozo. 31 km was voor mij genoeg.
    De Monte do Gozo is de berg van vreugde, de pelgrims barsten er in tranen uit omdat ze van daar voor het eerst de torens van de kathedraal konden zien. Tegenwoordig is er een herberg voorzien waar meer dan 500 personen kunnen slapen. De dappersten stoppen daar en overnachten er een laatste keer, zodat ze op 's middags op tijd in de mis zijn.
    Er is ook een gedenkteken te zien van het bezoek van Johannes Paulus II in 1992.
    De traditie wil dat de pelgrims in het afdalen naar de stad liederen zingen als dank voor de veilige aankomst. Monika en Geoffrey zijn dat in elk geval van plan.
    We overnachten vanavond dus elk in een andere plaats en stappen morgen ons laatste stuk alleen.
    Ik overnacht bij gebrek aan een herberg voor het eerst in een hotel, en geniet van een bad, de dikke badhanddoek, het bed met de versgestreken lakens. Na 4 weken in een slaapzak op een stapelbed, elke dag een andere dunne matras en soms geen kussen, de douche die soms koud is of stuk, dan geniet je weer ontzettend van die luxe.
    We hopen dat we morgen droog weer hebben voor onze aankomst in de stad en overnachten nadien samen in de grootste, pas gerenoveerde herberg van de stad. Monika zal waarschijnlijk niet op tijd zijn voor de mis, en kan de dag nadien nog gaan. We hebben met alle vrienden afgesproken om 's avonds te eten in Casa Manolo, het bekendste restaurant. Daar kunnen we dan afscheid nemen.
    Monika bedankte ons gisteravond aan tafel al. Het is net of ze de tocht afgelegd heeft in het gezelschap van het hart en de rede, zegt ze. Als ik zei : Laat ons hier overnachten, want het lijkt hier gezellig en er zijn bekende gezichten, dan zei Geoffrey : Het zou voor onze planning beter zijn, dat we nog 3 km doorstappen.
    Of als ik zei : Het is hier goed want het onthaal is hartelijk en er loopt een mooi riviertje naast, dan kwam Geoffrey zeggen : Het is hier goed, want er zijn 2 wasmachines, een droger en een keuken met gerief.
    Zo heb ik moeten leren beslissingen te nemen met het verstand en Geoffrey leerde af en toe af te stappen van zijn strikte planning voor iets dat zich onverwacht voordeed.
    Ook voor mij was het plezierig om 2 complementaire reisgezellen te hebben : de zonnige, vrolijke Monika en de rustige Geoffrey die ons regelmatig meenam naar de mis voor een stil moment.

    (Ribadiso da Baixo - Labacolla : 32 km)

    06-10-2009 om 20:57 geschreven door Christine  


    05-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.No pain, no glory
    Wat ik hier de hele maand als aangenaam ervaar, is dat iedereen hier gelijk is : we komen naar hier zonder juwelen en make-up, zonder mooie kleren en elegante schoenen, iedereen loopt hier rond in dezelfde lompe bottines en in nylon wandelkledij omdat dat gemakkelijk wast en snel droog is. Hier zie je niet in wat voor huis iemand woont of met welke auto iemand rijdt. 's Avonds heeft iedereen zweetvoeten en ook de knapste mannen snurken of hebben een ochtendhumeur.
    Doordat we hier zo weinig bijhebben en zo sober leven, zullen we thuis alles weer meer waarderen en niet meer zo vanzelfsprekend vinden : de volle koelkast, de kleerkast waar we dikwijls "niets" in vinden,...
    Monika en ik spreken af dat we in Santiago de Cortes de Ingles bezoeken, een heel groot warenhuis, dat ik in Barcelona al bezocht. Daar zullen we ons op een kleedje en schoenen trakteren voor onze laatste foto en onze laatste avond hier.
    Gisteravond in Palas de Rei was er niet veel vlakbij onze herberg, Monika en ik zijn naast de deur een hamburger gaan eten en dan op internet.
    Geoffrey ging naar de mis en een menu eten, maar wij hadden geen zin om daarvoor nog een paar kilometers meer te doen, we hadden er al 34.
    Vandaag liepen we vrijwel de hele dag door de bossen, waar de geur van eucalyptusbomen overheerst. Ze schieten hier als paddestoelen uit de grond en ze vallen op door hun gladde, loodrechte stammen die proberen zo dicht mogelijk bij de hemel te komen. Geoffrey verzamelde wat blaadjes van enkele jonge exemplaren om in onze kussenslopen te steken.
    Rond de middag begon het te regenen, eerst druppelsgewijs, nadien steeds feller. Als we door een galerij van eucalyptusbomen lopen, is het net of ze ons - met onze druipende regencapes en onze bemodderde benen - als een rij soldaten met veel respect doorlaten.
    Omdat Monika enkel zingt als de zon schijnt, vindt ze het heel bizar dat ik nu, terwijl het giet, uitzonderlijk liedjes begin te zingen. Ik zeg haar dat het van de schrik is voor de bliksem. De donder maakt korte salvo's na elkaar, afgewisseld met harde knallen, net of iemand 2 dagen te vroeg voor ons het vuurwerk afsteekt.  Enkel op de heuvels krijgen we nog kleur te zien, waar de sparrenboompjes temidden van een tapijt van zachtpaarse erica en een andere felgele heideplant groeien.
    We zijn na 24 km gestopt in een mooie, afgelegen herberg aan de rivier. Monika had een slechte dag en het tempo was traag. Maar zoals ze soms zegt : No pain, no glory. De aankomst overmorgen zal des te zoet smaken. We mogen er nog niet te veel over spreken, want Monika zou nu al wenen van ontroering.
    Morgen plan ik 31 km, dan blijven er woensdag nog 10 over. Het is nipt en we moesten 30 dagen vroeg opstaan en stappen zonder rustdag. 
    Het is inderdaad, zoals Paul Geeraerts zegt, beter om naar hier te komen zonder vaste einddatum en vliegticket, of met tenminste enkele dagen reserve, dan is het waarschijnlijk nog extra genieten met een halve dag in Burgos, Leon of in een klein rustig dorpje.
    Van onze vrienden van de eerste weken zien we er nu niet veel meer, we zijn op hen vooruitgelopen.
    We vertellen soms nog over onze "flaters" van de eerste dagen. Zo vroeg ik toen aan een groepje oosterlingen, die zich bij elke kerk heel gelovig gedroegen, of er in Japan veel katholieken zijn. Ze antwoordden toen heel serieus : Dat weten wij niet, wij zijn van Korea. Monika heeft hier nog dagen plezier mee gehad. Of we vroegen aan een jongen of hij van Japan was. Hij heette Rodrigo, geboren en opgegroeid in Brazilië uit japanse ouders en kende alleen de braziliaanse cultuur. In Brazilië wonen veel japanners, die na de oorlog verhuisden.
    Monika wil volgend jaar dolgraag naar Japan, ze houdt van die cultuur en vindt het de beste keuken ter wereld. Ze heeft een japanse vriendin die een reisburo runt en die wil haar een interessante formule zoeken.
    Zelf heeft ze hier anders ook al gestunt : toen ik in een gezelschap heel fier zei dat we Monika al een paar woorden duits hadden geleerd, begon ze hele zinnen op te zeggen op de toon van Hitler. Nadien heb ik haar voorzichtig uitgelegd dat ze dat best niet meer doet als er duitsers in de groep zitten. Tja, ze had er niet aan gedacht dat dat nog gevoelig ligt.
    Ondertussen leerde ze mij al enkele woordjes portugees, maar ik vind het te moeilijk, bovendien moet ik dan braziliaans portugees leren, zij verstaan soms de europese variant niet.
    Hier in Gallicië spreekt men een taal die ook meer aanleunt bij het portugees dan bij het spaans, Monika hoort dat.
    We zien hier ook soms opschriften : Dit is niet Spanje, of : Wij spreken geen spaans. Zo'n graffiti zagen we ook in Catalonië, Baskenland en zelfs in de provincie Leon.

    (Palas de Rei - Ribadiso da Baixo : 24 km)

    05-10-2009 om 18:33 geschreven door Christine  


    04-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vluchtige ontmoetingen
    Gisteravond bij het avondmaal hebben we geklonken op de aanduiding van de olympische spelen 2016 aan Rio de Janeiro en op de mogelijkheid van onze Stijn om volgend schooljaar 3 maanden stage te doen in o.m. het darwincentrum op de Galapagoseilanden. Hij moet het nog beslissen, maar heel veel kans dat hij die bestemming kiest.
    Onderweg spreken sommigen Monika aan over de olympische spelen, ze loopt immers konstant met haar vlag rond en slaapt er 's avonds op. Daar kunnen wij, vlamingen, nog iets van leren. Ze antwoordt dan altijd dat ze van Bahia is en niet van Rio. In Bahia wonen de echte brazilianen, in Sao Paulo een mengeling van rassen en in het zuiden van haar land de eerder europese types, zo komt het dat we hier brazilianen ontmoeten met blond haar en blauwe ogen, zoals de zwangere Rita. In Rio durft ze zelf 's avonds niet rondlopen, in Brazilië is het heel onveilig, een voettocht zoals hier is daar onmogelijk.
    Ik vertelde aan tafel ook dat diezelfde avond mijn schoolvriendinnen van de middelbare school samen afspraak hadden, al bijna 30 jaar. De laatste jaren is dat altijd op de eerste zaterdag van oktober in Opdorp. Spijtig dat ik er nu niet kon bij zijn, volgend jaar kan ik mijn fotoboek meenemen.
    Deze morgen mochten we ondervinden hoe het komt dat Gallicië zo weelderig groen is, we vertrokken in de regen.
    Dat heeft ook nog z'n goeie kanten : in het natte bos komen dit keer de geuren van de verkleurende bladeren, de modder, de sparren, de kruiden veel intenser naar voor en we snuiven de frisse boslucht traag genietend op. We moesten onze regencape niet erg lang aanhouden en het bleef bewolkt, maar ook warm. Opnieuw over heuvels, het bos door, de holle wegen en voorbij de talloze boerderijen.
    Onderweg kwamen we voorbij Portomarin, een dorp dat in 1960 moest verdwijnen onder een stuwmeer. In het water zien we nog muurtjes van het vroegere dorp.  Enkel de kerk werd afgebroken en opnieuw heropgebouwd, op veel stenen is de nummering nog zichtbaar. 
    Monika kreeg het vuur in de benen, misschien doordat we op de kilometerpaaltjes de afstand steeds zien slinken.
    Toch wou ze stoppen na 25 km. Ik vond het geen goed idee, als we niet genoeg afstand afleggen op de laatste 3 dagen, moeten we de dag van aankomst nog 20 km afleggen in de voormiddag. Ik wil er woensdag nog slechts 10 overhouden, ik zou graag genieten van de laatste etappe, niet supervroeg opstaan, tijd nemen voor het ontbijt, onze laatste 10 kilometer lopen zonder haast en ten laatste tegen 11u in Santiago aankomen.
    De mis wordt er elke dag bijgewoond door 1.000 mensen en ik ben er dan liever op tijd. Ik zou desnoods vandaag dan maar alleen doorlopen.
    Elk moet zijn planning volgen en zich niet schikken naar anderen, zij hebben ook meer dagen dan ik. Misschien was het ook niet slecht als we 2 dagen elk alleen liepen en mekaar in Santiago terugzagen.
    Uiteindelijk liepen ze met me door en stopten we na 34 km. Blijkbaar kan elk van ons het moeilijk aan om na zoveel tijd nog te scheiden.
    Het is verwonderlijk dat we mekaar totaal niet kenden en toch 30 dagen dag en nacht samen zijn gebleven.
    Het valt me ook op dat we soms met zoveel samen zijn in een herberg en dat er nooit woorden vallen omdat er teveel lawaai is of men te lang moet wachten aan de douche of het internet. Het lijkt alsof de stress hier bij iedereen wegvalt.
    Ondertussen zien we weer nieuwe mensen inschuiven. In Santo Domingo, Burgos, Leon en Cebreiro was dat al het geval, in Cebreiro om de laatste 150 km te doen. Wie de laatste 100 km loopt, of de laatste 200 met de fiets aflegt, kan in Santiago de compostela voor pelgrims krijgen.
    Degenen die deze korte afstand afleggen, herkennen we aan de witte kousen, de kleine rugzak en de gestreken kleren.
    We vragen ons vaak af waar de mensen die we in de eerste weken ontmoet hebben, ondertussen zijn en of ze in hun opzet zullen slagen : Maria, Jaak, Remy, Barbara, Leen, Rowan en Isobel, Henato,...
    In dat opzicht is de camino een weerspiegeling van het leven. Je leert gaandeweg mensen kennen, sommigen heel vluchtig, je komt ze nooit meer tegen, anderen wil je beter leren kennen en worden vrienden, die je na een poos weer kwijtraakt of die je volgen je leven lang.

    (Morgade - Palas de Rei : 34 km)

    04-10-2009 om 21:16 geschreven door Christine  


    03-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.100 kilometer

    Vanuit Samos lopen we naar Sarria, na Santiago de grootste stad in Gallicië:
    We lopen opnieuw door piepkleine dorpjes, heel stil, van boerderij naar boerderij langs voetwegen vol stenen en mest en voorbij weiden en velden begrensd door de muurtjes van platte stenen.
    Elke hoeve heeft minstens 3-4 honden - opvallend veel herdershonden - die vrij loslopen en ongevaarlijk zijn, zolang we op afstand blijven van het erf. We lopen door een eeuwenoud bos met berken, eiken en kastanjes. Elke zachte bries doet ons de eikeltjes rond de oren vliegen, de weg ligt vol kastanjebolsters.Af en toe rijden ons fietsers voorbij, die ons altijd "buen camino" toewensen, zoals wij vanaf de eerste dag deden telkens we een nieuwe pelgrim voorbijstaken. We zijn niet jaloers op de snelle fietsers, integendeel, we denken dat ze heel wat missen op de tocht : ze zien niet de vuurrode sprinkhanen, de vlinders in andere kleuren dan bij ons, de eigen veldbloemen, de bidsprinkhaan die ik vlak voor mijn voeten zag, de kleine windhoos die plots op een akker opstak en bladeren en takjes wervelend meenam. Ze hebben waarschijnlijk ook niet de gesprekken die wij, wandelaars kunnen voeren.
    Een magisch moment was de aankomst aan de 100-kilometerpaal. Met tegenzin nam ik een foto, want hij is volledig beklad met graffiti. We hebben er al de hele dag gemengde gevoelens bij : eindelijk is het einddoel in zicht, we kijken nu ook achterom : zoveel afstand al gelopen, zoveel meegemaakt en zoveel mensen ontmoet. Maar we staan er ook bij stil dat het over 4 dagen gedaan is, dan moeten we weer terug naar onze vertrouwde wereld. We kijken er naar uit om terug te gaan naar huis, familie, vrienden, collega's. Maar we beseffen ook dat deze bijzondere reis dan ten einde zal zijn.
    We logeren ondertussen op 99,5 km van het einde, in een herberg die heel alleen ligt. Vlak voorbij staat een klein kapelletje, waar de pelgrims op het altaar briefjes, foto's, souvenirs achterlaten. Het wordt nu kilometers rekenen, we hebben nog 3 volle dagen. De vierde dag willen we aankomen in Santiago tegen de middag voor de mis.

    (Samos - Morgade : 27 km)

    03-10-2009 om 00:00 geschreven door Christine  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verrassend Gallicië
    In Cebreiro vertrokken we 's ochtends in de dichte mist, de brazilianen rillend van de kou "friju", met handschoenen en mutsen, het duurt altijd een hele tijd voor ze opgewarmd geraken. Iets later geeft de mist, op bevel van de zon, de heuveltoppen vrij, maar blijft dan nog een paar uur mokkend in de vallei liggen.  We zijn weer met 3 en dan is het tempo toch iets vlotter.
    Gallicië is een verrassend groene streek, geen dorre stukken zoals in Castillië, kleine dorpjes met stenen huisjes, waar weinig mensen wonen.
    Na 3 km komen we al op de col de san roque, 1200m hoog, met op de top het mooiste pelgimsmonument van de camino. We lopen naar Triacastela, van de 3 kastelen blijft niets over, zelfs geen ruines.
    Er is hier wel nog een grote steengroeve, in de middeleeuwen namen de pelgrims hier een stuk kalksteen mee voor de bouw van de kathedraal in Santiago. De pelgrims toen hadden het niet onder de markt. In afgelegen gebieden werden ze opgewacht door wolven en struikrovers, en in de herbergen werden ze dikwijls slecht behandeld en geld afgetroggeld voor oud brood en slecht vlees.
    De overheid heeft ondertussen strenge straffen uitgeschreven voor al wie een pelgrim iets misdoet. Wij zijn dus heel veilig.
    De moderne pelgrim draagt de duurste wandelschoenen, stuurt op tijd een sms of mail via internet, haalt uit de automaat een ijskoude cola voor wat energie en kan kiezen waar en welke menu hij zal eten.
    Monika wil hier stoppen, maar we hebben slechts 20 km, dus beslissen we om nog verder te lopen langs een alternatieve route, tot bij het klooster van Samos, om er te overnachten. Voor we deze etappe aanvatten, lopen we onverwacht de brusselaar Arno tegen het lijf, die samen met Geoffrey een stuk in Frankrijk gelopen heeft. Hij is vertrokken in Carcassonne.
    Monika is verrukt dat hij met ons meeloopt.
    We wanen ons onderweg in de middeleeuwen : veel holle wegen waarover de takken van de eikenbomen hangen, aan de kant muurtjes van stenen, begroeid met felgroen mos, klimop en varens. Dit is de oudste route. We voelen ons ook echt mensen van die tijd, die het heel gewoon vonden te voet van dorp tot dorp te trekken. De mensen van nu hebben het verleerd hun voeten te gebruiken. Ook ik moet met schaamte bekennen dat ik de 2 km naar het werk met de auto afleg.
    Het benedictijnerklooster van Samos is een van de oudste van Spanje en we zijn blij als we het in de vooravond in de diepte zien liggen.
    Het verblijf is zoals in de reisgids voorspeld, wat spartaans : geen droogrekjes voor de was, geen extra dekens, een dun matrasje zonder kussen en het ergste : een koude douche.
    Monika en Geoffrey woonden de vespers bij om 19u30 en de mis een half u later, in een prachtige kerk met een massa witte lelies. Ik lag spijtig genoeg al uitgeteld op bed.

    ( 2 oktober : Cebreiro - Samos : 28 km)

    03-10-2009 om 00:00 geschreven door Christine  




    Archief per week
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Welkom op mijn blog !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs