oncontextmenu="return false" ondragstart="return false" onselectstart="return false"
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 

YO straf latijn hier xD



    4.12 Het adjectief als congruerende bepaling

B

  1. Vermoeid door de lange reis, viel ik.

    Fessus: Bepaling van gesteldheid.

  2. De vriend van mijn vader was een machtig man.

    Potens: Bijgesteld adjectief.

  3. Vader had die brief met tegenzin geschreven.

    Invitus: Bepaling van gesteldheid.

  4. Ze sleepten een doodongelukkig meisje met zich mee.

    Infelicissimam: Bijgesteld adjectief.

  5. Ze sloten haar alleen in het kamp op.

    Solam : Bepaling van gesteldheid.

  6. Wanneer ik dat zag, werd ik angstig.

    Anxius: Naamwoordelijk deel van het gezegde.

  7. Lucius trok zich droevig terug in de stal.

    Tristis: Bepaling van gesteldheid.

  8. Ik en mijn paard gingen helemaal niet vrolijk weg met die gemene rovers.

    Laeti: Bepaling van gesteldheid

  9. Na een lastige tocht bereikten we eindelijk ongedeerd hun kamp.

    Incolumes: Bepaling van gesteldheid

  10. Ik was heel kwaad maar ik besloot mijn geduld te bewaren.

    Iratus: Naamwoordelijk deel van het gezegde

C

  1. Alle buren noemden Lucius een roekeloze jongen.

    Omnes: nominatief, bijgesteld adjectief bij vicini.

    Audacem: accusatief, bijgesteld adjectief bij puerum.

  2. Grijp die ezel levend!

    Vivum: accusatief, bepaling van gesteldheid bij asinum en capite.

  3. Door de woorden van het meisje werd ik nog droeviger.

    Tristior: nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij verborgen ego en factus sum

  4. Als eerste van allen kwam de leider van de rovers naar mij.

    Primus: nominatief, bepaling van gesteldheid bij dux en venit.

  5. Het kamp van de rovers was vol met rijkdommen van de burgers.

    Plena: nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij castra en erant.

  6. Met een gemeenschappelijke beslissing, beslisten ze mij en het ongelukkige meisje te doden.

    Miseram: accusatief, bijgesteld adjectief bij puellam.

  7. De dingen die de burgers over mij vertelden, waren gemeen en vals.

    Turpia et falsa: nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij ea en erant.

  8. De rovers hadden een mij onbekend meisje in het kamp opgesloten.

    Ignotam: accusatief, bijgesteld adjectief bij puellam.

  9. Wanneer zal Lucius eens eindelijk minder roekeloos worden?

    Audax: nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij Lucius en fiet.

  10. Met tegenzin keerden we terug naar het kamp.

    Inviti: nominatief, bepaling van gesteldheid bij verborgen nos en rediimus.

27-01-2009 om 17:56 geschreven door robbert  


05-06-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hallo allemaal!


    4.12 Het adjectief als congruerende bepaling

B

  1. Vermoeid door de lange reis, viel ik.

    Fessus: Bepaling van gesteldheid.

  2. De vriend van mijn vader was een machtig man.

    Potens: Bijgesteld adjectief.

  3. Vader had die brief met tegenzin geschreven.

    Invitus: Bepaling van gesteldheid.

  4. Ze sleepten een doodongelukkig meisje met zich mee.

    Infelicissimam: Bijgesteld adjectief.

  5. Ze sloten haar alleen in het kamp op.

    Solam : Bepaling van gesteldheid.

  6. Wanneer ik dat zag, werd ik angstig.

    Anxius: Naamwoordelijk deel van het gezegde.

  7. Lucius trok zich droevig terug in de stal.

    Tristis: Bepaling van gesteldheid.

  8. Ik en mijn paard gingen helemaal niet vrolijk weg met die gemene rovers.

    Laeti: Bepaling van gesteldheid

  9. Na een lastige tocht bereikten we eindelijk ongedeerd hun kamp.

    Incolumes: Bepaling van gesteldheid

  10. Ik was heel kwaad maar ik besloot mijn geduld te bewaren.

    Iratus: Naamwoordelijk deel van het gezegde

C

  1. Alle buren noemden Lucius een roekeloze jongen.

    Omnes: nominatief, bijgesteld adjectief bij vicini.

    Audacem: accusatief, bijgesteld adjectief bij puerum.

  2. Grijp die ezel levend!

    Vivum: accusatief, bepaling van gesteldheid bij asinum en capite.

  3. Door de woorden van het meisje werd ik nog droeviger.

    Tristior: nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij verborgen ego en factus sum

  4. Als eerste van allen kwam de leider van de rovers naar mij.

    Primus: nominatief, bepaling van gesteldheid bij dux en venit.

  5. Het kamp van de rovers was vol met rijkdommen van de burgers.

    Plena: nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij castra en erant.

  6. Met een gemeenschappelijke beslissing, beslisten ze mij en het ongelukkige meisje te doden.

    Miseram: accusatief, bijgesteld adjectief bij puellam.

  7. De dingen die de burgers over mij vertelden, waren gemeen en vals.

    Turpia et falsa: nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij ea en erant.

  8. De rovers hadden een mij onbekend meisje in het kamp opgesloten.

    Ignotam: accusatief, bijgesteld adjectief bij puellam.

  9. Wanneer zal Lucius eens eindelijk minder roekeloos worden?

    Audax: nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij Lucius en fiet.

  10. Met tegenzin keerden we terug naar het kamp.

    Inviti: nominatief, bepaling van gesteldheid bij verborgen nos en rediimus.


Greetz,

robbert xD

05-06-2008 om 00:00 geschreven door robbert  



E-mail mij

Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


Gastenboek

Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


Blog als favoriet !

Dropbox

Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.



Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs

 

oncontextmenu="return false" ondragstart="return false" onselectstart="return false"