 |
 |
|
 |
 |
YO straf latijn hier xD
4.12
Het adjectief als congruerende bepaling
B
Vermoeid
door de lange reis, viel ik.
Fessus:
Bepaling van gesteldheid.
De
vriend van mijn vader was een machtig man.
Potens:
Bijgesteld adjectief.
Vader
had die brief met tegenzin geschreven.
Invitus:
Bepaling van gesteldheid.
Ze
sleepten een doodongelukkig meisje met zich mee.
Infelicissimam:
Bijgesteld adjectief.
Ze
sloten haar alleen in het kamp op.
Solam
: Bepaling van gesteldheid.
Wanneer
ik dat zag, werd ik angstig.
Anxius:
Naamwoordelijk deel van het gezegde.
Lucius
trok zich droevig terug in de stal.
Tristis:
Bepaling van gesteldheid.
Ik
en mijn paard gingen helemaal niet vrolijk weg met die gemene
rovers.
Laeti:
Bepaling van gesteldheid
Na
een lastige tocht bereikten we eindelijk ongedeerd hun kamp.
Incolumes:
Bepaling van gesteldheid
Ik
was heel kwaad maar ik besloot mijn geduld te bewaren.
Iratus:
Naamwoordelijk deel van het gezegde
C
Alle
buren noemden Lucius een roekeloze jongen.
Omnes:
nominatief, bijgesteld adjectief bij vicini.
Audacem:
accusatief, bijgesteld adjectief bij puerum.
Grijp
die ezel levend!
Vivum:
accusatief, bepaling van gesteldheid bij asinum en capite.
Door
de woorden van het meisje werd ik nog droeviger.
Tristior:
nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij verborgen ego en
factus sum
Als
eerste van allen kwam de leider van de rovers naar mij.
Primus:
nominatief, bepaling van gesteldheid bij dux en venit.
Het
kamp van de rovers was vol met rijkdommen van de burgers.
Plena:
nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij castra en erant.
Met
een gemeenschappelijke beslissing, beslisten ze mij en het
ongelukkige meisje te doden.
Miseram:
accusatief, bijgesteld adjectief bij puellam.
De
dingen die de burgers over mij vertelden, waren gemeen en vals.
Turpia
et falsa: nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij ea en
erant.
De
rovers hadden een mij onbekend meisje in het kamp opgesloten.
Ignotam:
accusatief, bijgesteld adjectief bij puellam.
Wanneer
zal Lucius eens eindelijk minder roekeloos worden?
Audax:
nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij Lucius en fiet.
Met
tegenzin keerden we terug naar het kamp.
Inviti:
nominatief, bepaling van gesteldheid bij verborgen nos en rediimus.
27-01-2009 om 17:56
geschreven door robbert 
|
|
 |
05-06-2008 |
Hallo allemaal! |
4.12
Het adjectief als congruerende bepaling
B
Vermoeid
door de lange reis, viel ik.
Fessus:
Bepaling van gesteldheid.
De
vriend van mijn vader was een machtig man.
Potens:
Bijgesteld adjectief.
Vader
had die brief met tegenzin geschreven.
Invitus:
Bepaling van gesteldheid.
Ze
sleepten een doodongelukkig meisje met zich mee.
Infelicissimam:
Bijgesteld adjectief.
Ze
sloten haar alleen in het kamp op.
Solam
: Bepaling van gesteldheid.
Wanneer
ik dat zag, werd ik angstig.
Anxius:
Naamwoordelijk deel van het gezegde.
Lucius
trok zich droevig terug in de stal.
Tristis:
Bepaling van gesteldheid.
Ik
en mijn paard gingen helemaal niet vrolijk weg met die gemene
rovers.
Laeti:
Bepaling van gesteldheid
Na
een lastige tocht bereikten we eindelijk ongedeerd hun kamp.
Incolumes:
Bepaling van gesteldheid
Ik
was heel kwaad maar ik besloot mijn geduld te bewaren.
Iratus:
Naamwoordelijk deel van het gezegde
C
Alle
buren noemden Lucius een roekeloze jongen.
Omnes:
nominatief, bijgesteld adjectief bij vicini.
Audacem:
accusatief, bijgesteld adjectief bij puerum.
Grijp
die ezel levend!
Vivum:
accusatief, bepaling van gesteldheid bij asinum en capite.
Door
de woorden van het meisje werd ik nog droeviger.
Tristior:
nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij verborgen ego en
factus sum
Als
eerste van allen kwam de leider van de rovers naar mij.
Primus:
nominatief, bepaling van gesteldheid bij dux en venit.
Het
kamp van de rovers was vol met rijkdommen van de burgers.
Plena:
nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij castra en erant.
Met
een gemeenschappelijke beslissing, beslisten ze mij en het
ongelukkige meisje te doden.
Miseram:
accusatief, bijgesteld adjectief bij puellam.
De
dingen die de burgers over mij vertelden, waren gemeen en vals.
Turpia
et falsa: nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij ea en
erant.
De
rovers hadden een mij onbekend meisje in het kamp opgesloten.
Ignotam:
accusatief, bijgesteld adjectief bij puellam.
Wanneer
zal Lucius eens eindelijk minder roekeloos worden?
Audax:
nominatief, naamwoordelijk deel van het gezegde bij Lucius en fiet.
Met
tegenzin keerden we terug naar het kamp.
Inviti:
nominatief, bepaling van gesteldheid bij verborgen nos en rediimus.
Greetz, robbert xD
05-06-2008 om 00:00
geschreven door robbert 
|
|
 |
 |
|
 |
|
 |
 |
|
|
 |