als bij donderslag haar geheugen kwijt.
maar onze echte, vreselijk enge, bikkelharde realiteit.
Eind november 2018.
Het ene moment is mus een weekendje weg met de vrienden, heel even er tussenuit naar Nederland met een middeleeuws festivalletje als afsluiter. En plots, zonder enige aanleiding, stond ze daar, op de parking tussen haar vrienden, die vreemden geworden waren. Ze wist niet wie ze was, waar ze was, wie er bij haar waren... Het moeten bange momenten geweest zijn voor haar. Zelfs toen ik haar uiteindelijk aan de telefoon kreeg, herkende ze me niet. Ik was 'een mevrouw'. Angstaanjagend is dat gevoel.
Na lang gepraat kregen haar vrienden haar toch mee naar het ziekenhuis. Zij wisten niet wat te doen en mij leek het de beste oplossing. Niemand wist wat het kon zijn: iets in haar drinken op het festival, een trigger (maar een heel zware dan), ... ? Ondertussen waren Peter en ik in zeven haasten in de auto gesprongen om naar Amsterdam of beter Hoofddorp te racen. Die onmacht, onwetendheid, onzekerheid waren niet te harden en het was een lange rit. Gelukkig reed Peter. Ik was er waarschijnlijk een heel eind eerder geweest maar dan op een onverantwoorde manier, als ik al aangekomen zou zijn... Ondertussen werden we op de hoogte gehouden door de vrienden van musje... Ook daar heerste chaos en hulpeloosheid. Niemand snapte er iets van...
Toen we eindelijk daar waren, wachtte ons de volgende schok: mus herkende noch mij noch Peter. Ik was nog steeds de mevrouw die haar kwam helpen, net als Jo de jongen en Bieke het meisje waren die haar geholpen hadden. Mij, haar eigen mama, met wie ze al haar hele leven lief en leed deelde, kende ze niet!!!! Hallucinant!!!! Het enige wat ze vroeg: "Komt mijn broer ook?". Haar broer, Robin, die we al meer dan 10 jaar niet meer gezien of gehoord hadden! Dat waren dus meer dan 10 jaren die ze kwijt was. 
Of toch niet. Want ze begon over school. Dat ze haar diploma nog niet had en haar werk moest ingelicht worden. Maar ze hàd haar diploma al, ze wàs al afgestudeerd en deed nu hogere studies. HBO5 Orthopedagogie. Didn't ring a bell! Ze miste dus 2 jaar, op dat vlak toch...
Het was allemaal heel verwarrend, en dat is het nog altijd. Er werden onderzoeken gedaan. Geen drugs, geen drank, niks...
Dan maar met de auto naar de afdeling neurologie, een eind verderop in het andere deel van het ziekenhuis. Om middernacht. Via spoed.
'Brengt die meneer mijn rugzak mee als hij de auto geparkeerd heeft?' vroeg mus. Die meneer, Peter dus. 'Ja, papa brengt je spulletjes mee.' 'Papa?' 'Ik leg het je later nog wel uit, lieverd. Doe nu maar rustig aan."
De dame van security loodste ons veilig naar de afdeling want het was een echt doolhof. Ze was de enige die me tot nu toe een beetje op mijn gemak had kunnen stellen. Op de afdeling kreeg mus een kamer en wat uitleg van een lieve verpleegster. Want dat zijn ze daar wel allemaal: lief, begaan, empathisch. Kortom menselijk. We voelden ons geen nummer. Ook niet in deze vreemde omgeving.
We mochten nog even blijven. Nog even iets eten op haar kamer, proberen wat door te dringen, voorzichtig, aftastend, ... Dan moesten we weg, ze was geen kind meer dus op de kamer blijven kon niet. Een knuffel geven mocht niet, wou ze niet, al deed ze dat voordien soms meer dan ons lief was, vooral op momenten waarop het moeilijk was. Tijdens het koken, of strijken, of gewoon wanneer we druk bezig waren met iets... Typisch musje, ons eigenste knuffelmonster 
Peter en ik zochten een plek dichtbij om te overnachten, een paar uur te proberen slapen. Alsof dat er van kwam... Piekeren, vragen, gedachten, nog meer vragen, chaos... 
's Morgens vlug een ontbijt, dan de auto in en een 'noodkit' samenstellen voor mus want we hadden niks bij van wasgerief of kledij. Op zoek dus naar een zeeman/aldi/eender-welke-winkel waar we het noodzakelijke konden vinden. De basis. Eenmaal thuis zou ik fatsoenlijke noodkit maken, voor ons allemaal. In geval van...
Telefoon... niet gehoord... voicemail: of we om 15u in het ziekenhuis konden zijn voor een familiegesprek met de neuroloog. Paniek. Terugbellen. Wachten. Uiteindelijk kreeg ik de hoofdverpleegster van de afdeling neurologie aan de lijn. Ja, we zouden er zijn. Nog vlugvlug even verder zoeken naar een haalbare winkel. Terug telefoon. Mus deze keer. Of we om 13u er al zouden kunnen zijn. Nog meer paniek!!! Als een vliegende brigade door de winkel gesjeesd. De auto in richting ziekenhuis. En net dan krijg je van die slome chauffeurs voor je wielen. Ik zou ze kunnen wurgen hebben!
Iets voor één uur waren we er. Mus had zich al gedoucht. Ze had spulletjes van het ziekenhuis gekregen. Propere kleren hadden wij bij. Wij, de meneer en mevrouw die haar geholpen hadden. Verwarring in haar ogen, onmacht en hulpeloosheid in de mijne. Help! Mijn kind is mijn kind niet meer.
De neuroloog kwam langs, geflankeerd door een assistente. Er was niks gevonden. Ze hadden met mus gepraat en ze reageerde normaal, dus misschien beter thuis verder laten onderzoeken. Maar of we toch nog even zouden kunnen wachten want de psychiater zou ook nog even langs willen komen... Wachten dus... en vragen, altijd weer vragen, onuitgesproken, maar tastbaar, leesbaar in mijn ogen...
Half 4, de deur gaat open. Het psychiatrisch team was gearriveerd. Even praten. Mama en papa werden buiten gestuurd want mus wou iets vertellen wat ze niet in ons bijzijn wil zeggen. Ik stel geen vragen, weet waarover het gaat. Maar dat weet zij natuurlijk niet meer. Haar gevoelens, haar impulsen, haar pogingen, ... We mogen terug binnen. In het naar binnen gaan nog even een woordje uitleg van de psychiater: er is geen probleem om haar mee te nemen naar België. Ze is geen gevaar voor zichzelf, zal niks onomkeerbaars doen. Wat een opluchting
Dat wist ik zo ook al, had mevrouw echt niet voor langs te hoeven komen...
Inpakken en wegwezen dan maar. En onderweg even een Burger King, zoals beloofd. Daar bleek dat ze ook op dat vlak heel wat kwijt was. Ze kende de naam nog wel, ook wat ze normaal bestelde maar wist totaal niet hoe het smaakte. Weer een heel nieuwe ontdekkingstocht die eraan zat te komen... Beangstigend...
Nu in één rechte lijn naar huis. Musje slaapt een groot deel van de rit. Moe, uitgeput van alle nieuwe indrukken.
Thuis wacht ons de volgende hindernis. Ze weet niet in welk huis we wonen!! Eenmaal binnen wordt ze verwelkomd door Dotje, ons altijd vrolijke, aanhankelijke hondje. Angstig springt mus achteruit. Bang van Dot??!! Ik kalmeer de hond, neem haar in mijn armen en probeer mus te overtuigen dat het allemaal in orde is, dat ze niet bang hoeft te zijn. Dotje is enkel blij dat haar zus terug thuis is en ze wil geknuffeld worden. Nee, het is niet oké. Dotje dus even uit de buurt halen, lijkt ons het beste.
Mus kijkt rond, neemt alles in zich op, nieuwsgierig, verward, angstig ook wel.
"Mevrouw, waar is het toilet, aub?" Die vraag had ik niet verwacht! En al zeker niet de 'mevrouw' en 'aub'. What the hell was er aan de hand met mijn kind dat ze mij niet meer kent!!! De tranen sprongen in mijn ogen... Dit kan niet... Dit gebeurt niet...
Maar het is pure realiteit. We moeten van nul beginnen, ook hier thuis. Stap voor stap laten we haar het huis verkennen, zeggen haar waar ze wat kan vinden. Dit voelt zo vreemd, zo onwerelds, zo... maar we moeten erdoor. We moeten er SAMEN door.
De volgende weken doen we dingen om haar geheugen op te frissen, misschien een boost te geven. Samen naar de bakker, met de hond. Naar moeke. Mensen ontmoeten die haar wel kennen maar die zij niet meer herkent. Een bezoekje aan haar studentenjob Gastronello (waar ze heel welkom was en de mensen heel begripvol)...
Op school moet ze niet meer terecht. Daar zoeken ze een reden om haar af- en uit te schrijven. In tegenstelling tot haar stageplaats bij Eyckerheyde. Daar kreeg ik een hartverwarmend telefoontje dat ze eerst moet werken aan zichzelf en ze daarna zeker opnieuw welkom was om stage te lopen.
Wat school betreft besluiten we om pas in september ten vroegste terug te starten. Mus moet immers eerst nog ontdekken wat ze leuk vindt, waar haar interesses liggen op gebied van werk, en alle andere vlakken, tot zelfs muziek toe. En het staat ook vast dat ze zeker niet meer naar AP zal gaan. Wat ze nu meemaakt, zal haar de rest van haar schooltijd daar steeds blijven achtervolgen en ook tegen haar gebruikt worden. Dat willen we vermijden. Ze verdient een nieuwe start, met een schone lei. Maar eerst werken aan wat belangrijk is: zichzelf terugvinden.
We maken afspraken met de neuroloog die haar voordien met haar PNEA ook behandeld had. Zowel onze huisarts als de kinderpsychiater hadden dat aangeraden toen ik hen vanuit Nederland in paniek had gecontacteerd. Dr. Vervaecke nam geen risico en plande onmiddellijk een EEG en een afspraak op hetzelfde moment. Dat blijkt positief te zijn. Maar hij raadt toch een MRI aan, om alles uit te sluiten... Probleem is dat het weken duurt voor er een plaatsje vrij is, dus weer weken in spanning. Is het psychisch of is er toch iets anders mis?
Eind december is het dan eindelijk zover. We kunnen onder de scan. Enkele dagen later hebben we een afspraak met Dr. Vervaecke. Goed nieuws. Er is niets te vinden op de MRI. Wat dan wel? Werk voor de psychiater. Heel waarschijnlijk heeft het te maken met haar BPD. Na de PNEA, die waarschuwde voor overmatige stress, zou het wel eens kunnen dat dit een graad hoger is. Er moeten een aantal zware triggers samengekomen zijn die dit veroorzaakt hebben en haar geest heeft gezegd: nu is het wel even genoeg. We nemen gas terug... Een soort dissociatie maar op een ander level...
Dus afspraken maken met een psychiater. Weer een zoektocht want bij haar kinderpsychiater kan ze niet meer terecht. En op een doorverwijzing moeten we ook al niet rekenen. Dus googlen en uitpluizen. Dit keer blijven we niet in het Antwerpse. Ik ga met haar naar het team in Leuven. Daar zitten zoveel psychiaters, psycho-therapeuten en psychologen samen dat er wel iemand bij moet zijn die haar kan helpen.
Nu nog een afspraak zien te pakken te krijgen en we zijn vertrokken!!!! Op naar een nieuwe dochter, een mix van musje 1 en musje 2.0
Op naar een nieuwe toekomst!!!!