Voordat er televisie bestond, bestond er verveling. En radio.
Voordat er radio bestond, bestond er nog meer verveling. En boeken.
Voordat er boeken bestonden, bestond er nog veel meer verveling. Toen bestonden er alleen maar verhalen.
Dus wat deden mensen als ze zich verveelden? Dan vertelden ze elkaar verhalen. Later schreven ze die verhalen op en lazen ze aan elkaar voor.
Toen de radio werd
uitgevonden, konden er nog meer mensen naar die verhalen luisteren dan
alleen degenen die vlakbij de voorlezer zaten. Dat scheelde een hoop
verveling.
En nu hebben we televisie met vervelende verhalen, die we soapseries noemen.
|