Vaak heb ik de nood om te ventileren wat er in mijn hoofd rondspookt. Het schrijven van deze korte stukjes, geeft weer ruimte in de bovenkamer.
In mei 2011 volgde ik een cursus columns schrijven bij Creatief Schrijven maar kwam al snel tot de vaststelling dat mijn stijl cursiefjes worden genoemd.
Ik volg geen bepaalde tijdslijn maar probeer toch iedere maand een paar cursiefjes neer te schrijven. Ze komen of ze komen niet. Net zoals een droom je bezoekt of een vogel in je tuin neerstrijkt. Nooit voorspelbaar en daarom wonderlijk.
Laat maar horen hoe je erover denkt. De stijl, het onderwerp, de woordkeuze, mijn denkpatroon,... maakt niet uit wat. Iedere reactie is meer dan welkom.
Een lezertje dat ben ik sinds de tante van mijn ma, iedere keer ze op bezoek kwam een Pietje Puck boekje voor me meebracht.
Ik heb ze nog, allemaal, en ze zijn in opperbeste staat, gekoesterd als kleine kinderen.
Jarenlang heb ik een te veel aan boeken gekocht die bijna allemaal wel gelezen werden maar daarna in mijn boekenkast verdwenen om daar te verstoffen. Pure zonde.
Sinds een aantal jaren ben ik weer een frequente bibliotheek ganger geworden. Niet alleen voor de boeken, maar zeker ook voor de service die we in onze binkenstad op dat gebied krijgen. Woensdag komen de nieuwe boeken binnen en daarom is ook woensdag bibdag.
De verantwoordelijke voor de fictie boeken is een boek op zich. Laat ik hem Joris noemen omdat dit misschien wel gewoon zijn naam is.
Joris is een gast zoals ze die niet meer maken.
Je hoeft maar een boek van je verlanglijstje aan te halen en hij onthoudt wat je zocht en geeft ook aan als het boek binnen is.
De fijne gesprekken over boeken maar ook over muziek, films en steden maken het bezoek compleet. Vergeet daarbij zeker niet de aanraders die hij zomaar uit zijn fenomenale geheugen haalt. Of de boeken die nog niet uit zijn maar die al wel in de pipeline zitten.
Gisteren stond hij met zijn boekenkar klaar toen ik binnenkwam en haalde hij z'n arm in een grote omhaal naar boven.
Een duidelijk signaal. Hij had een cadeautje voor me. Ja hoor, er was weer een boek toegekomen dat op m'n lijstje stond.
Ik kan dat gevoel niet omschrijven, als je met een gloednieuw boek in je hand de bib kan verlaten. Zo'n boek dat nog helemaal naar nieuw ruikt en speciaal voor jou is klaargemaakt. Verwondering vermengt met trots en gelukzaligheid. Zoiets in die richting mag het zijn.
Lezen zal altijd een grote hobby van me blijven. Zolang de ogen het toelaten en anders worden het ongetwijfeld luisterboeken.
Gelukkig is Joris een pak jonger dan ik. Die heeft nog een tijdje te gaan tot zijn pensioen. Tot zolang ben ik uiteraard van boeken verzekerd. Oef, dat is een geruststelling.
Een zoeker, dat was ik, al vanaf hele jonge leeftijd. Ik kon me nooit vinden in het pad dat mijn leeftijdsgenoten voor zichzelf hadden uitgestippeld. Het leek zo weinig op de persoon die diep binnenin zat maar die nog niet wist wanneer hij zichzelf zou vinden. Zoekende dus. Toen iedereen zich ging settelen, ging samenwonen of trouwen, kinderen kreeg en een carrière najoeg, wist ik geen blijf met mezelf. Het was een sombere periode want alles wat er voor iedereen gebeurde was blijkbaar niet voor mij weggelegd. Ik bleef zoeken, onbewust. In het grote zwarte denken wat het leven toen voor me was, stond niemand echter stil bij die ene zoekende ziel. Allemaal te druk met hun eigen nest, letterlijk en figuurlijk. Het was eenzaam en het was donker. Vaak had ik het gevoel dat het zo zou blijven. Ik zocht iets waar ik mezelf in kon vinden.
Het licht ging niet van dag op dag schijnen. Het is in stralen gekomen. Stilaan vond ik dat wat er diep in me zat en besefte ik, dat ik me niet moest aansluiten bij de massa. Het hoefde echt niet, het kon anders. Creativiteit was mijn sleutelwoord. Als vette tegenhanger van de kantoorjob had ik die andere kant zo broodnodig. Veel geprobeerd en niet alles passend gevonden maar wel de smaak van het leven. Midden de dertig nam die kant de overhand. Deze ziel wil vooral vrij zijn en aanvaardt geen beperkingen.
Nu zie ik relaties aan scherven vallen, dromen als zeepbellen uit elkaar spatten, mensen van mekaar vervreemden en zo veel meer. Nu zijn mijn leeftijdsgenoten zoekende naar zichzelf. Een pak levensjaren op de teller maar nog geen connectie met hun innerlijke wezen. Het moet allemaal nog beginnen en de vragen en angsten stromen langs m'n mailbox binnen. Ik ben dit stadium gepasseerd in alle eenzaamheid. ZELF is nog steeds een codewoord voor mij. Luisteren kan ik en mijn weg aan hen vertellen. Dat alleen niet per se eenzaam is en dat de kansen die ik zag voorbij komen en heb gegrepen er heel anders hadden uitgezien dan wanneer ik kind en gezin zou hebben. Zovele mensen zitten vast in een denkpatroon van de enige echte geluksgarantie. Een loterij lot met sowieso twee delen. Zoals men ons dat ons hele leven heeft voorgespiegeld. "Ik kan niet alleen zijn" is de meest gehoorde quote. Als je samen met jezelf bent, ben je nooit alleen. Het gaat er maar over hoe je in het leven staat. Beperkingen leg je jezelf op, dus gooi weg die handel en ga het leven aan. In het slechtste geval heb je er maar één. Mocht er toch nog een vervolg komen na de dood, dan weet je alvast hoe je het mag aanpakken.
Samen Zijn Dag Luisterkind Werkers - September 2015
Vorig weekend was ik fotograaf voor de
Samen Zijn Dag van de Luisterkind Werkers. Als je je afvraagt wie of wat dit
zijn, dan adviseer ik je Mr. Google. Het fijne aan fotografie is voor mij de
afwisseling. Vandaag een huwelijk, morgen een evenement en overmorgen een
concert, laat maar komen. De diversiteit houd me alert en op die manier blijft
het boeiend.
Het mooie aan een evenement is dat je met vele verschillende mensen
in contact komt. Zo dus ook bij de
Luisterkindwerkers. Als extraatje werd hen een portretfoto aangeboden,
uiteraard van mijn hand. Niemand heeft ervaring met poseren en iedereen is toch
een beetje nerveus om zijn eigen snoet op een foto terug te vinden. Daarom
knoop ik altijd een klein gesprekje aan. Het is ondertussen een automatisme
geworden. Het hoort erbij en het geeft mij ook de kans om even aan te voelen
wat de andere persoon in zich heeft. Het is uiteraard aan hem/haar welke kant
hij/zij me laat zien.
Op de zonovergoten zaterdag
was het even zoeken om een mooi plaatsje als achtergrond te vinden. Het licht
zit toch weer ieder uur van de dag anders en zo kwamen er diverse locaties uit
de bus. Mooie mensen geven mooie fotos en al heel snel ging het door me heen
dat dit een hele bijzondere dag zou worden. Mensen stellen zich open, bieden
zich spontaan aan en geven hun warmte en genegenheid zomaar voor niks, noppes,
nada. Aan mij dus om die schoonheid van binnen naar buiten te halen en deze
positieve energie op de gevoelige plaat vast te leggen.
Als kers op de taart kreeg
ik er nog een lezing van Geert Kimpen bovenop. Een man vol vuur die de
theaterwereld heeft achtergelaten maar ook op zijn nieuwe weg nog dat stukje
theater in zich draagt. Het fototoestel werd even werkeloos en geboeid
luisterde ik naar zijn verhaal dat ook het mijne zou kunnen zijn. Uitstappen in
een wereld die niet als de jouwe aanvoelt. Op zoek gaan naar je eigen goud,
een zaadje planten en het zien groeien.
Ik reed naar huis met een
heel goed gevoel. Bevestiging dat dit echt wel mijn ding is en dat het me
zoveel meer brengt dan de 100ste bv te fotograferen. Echte mensen, uit het
leven gegrepen, die je heel even in het licht kan zetten, wat kan er mooier
zijn?
Vandaag gingen alle
portretten door de mailbox naar de rechtmatige eigenaars. De reacties waren
overweldigend. Op facebook zag ik al die mooie mensen verschijnen op een foto
van mijn hand. De berichtjes die ik terugkreeg waren hartverwarmend en deden me
blozen. Geen geld ter wereld kan dat gevoel van dankbaarheid vergoeden. Het
voelt heerlijk om je passie op deze manier te voelen stromen.
De uitnodiging voor deze
Samen Zijn Dag kreeg ik van de bezielster van Luisterkind.
Dankjewel Diaan voor de
uitdaging, de kans en het vertrouwen. Ik
koester dit geschenk
Hey Lars,
vandaag wordt je 31. Je zal vast en zeker een
geweldige kerel zijn.
Toen ik met je kennis maakte was
je amper twee jaar oud. Je pa en ma konden het toen al niet meer zo goed met
mekaar vinden. Ik lag op je vader's pad en zeker en vast in jouw weg.
Herinner me nog heel goed hoe hij vol vuur en warmte over jou vertelde. Jij
was zijn wereld, voor jou moest het allemaal anders worden.
Voor ik je echt mocht ontmoeten
kreeg ik een foto van je. Weet je dat ik die nog altijd op een veilige plaats
bewaar? Ik wou voor je zorgen en je alle liefde geven die je ontnomen
was. Ook al wist ik toen dat ik enkel surrogaat was, het hield me niet
tegen. Jij was het jongetje dat ik in m'n hart had gesloten. Wat was ik
jong kerel, veel jonger dan jij nu bent en je pa had jouw leeftijd. Geen
idee had ik, van wat het leven voor mij in gedachten had.
Toen je pa en ik uit mekaar
gingen, heb ik ook om jou gehuild. Jij was een deel van de toekomst die ik in
gedachten had en ook jij werd met ontnomen. Ik moet eerlijk toegeven dat ik
heel lang nodig heb gehad om over jullie twee heen te komen. Nu zoveel
jaren later, zie ik in, dat het mijn weg was. Dat het niet samen voor ons in de
sterren geschreven stond. Ik mocht een zelfstandigere kant van mezelf
ontdekken en die kans had ik bij jullie niet. Na een aantal jaren vol
verdriet heb ik die kans ook met beide handen gegrepen.
Er zijn een aantal data in het
jaar die me in gedachten steeds weer jullie kant op sturen. In gedachten,
uiteraard. Al jaren is de verbinding
verbroken maar die bepaalde ijkpunten blijven overeind. Een dag zoals
vandaag, jouw verjaardag.
Ik hoop dat het leven voor jou
nog hele fijne dingen in petto heeft. Dat je mag genieten van alles wat op je
pad komt. Hopelijk hebben pa en ma een manier gevonden om met mekaar om te
gaan zodat jij voluit kan worden wie je bent.
Toen ik
op juridische dienst begon was Nicole herstellende van borstkanker. Toen ze
enkele dagen in de week terug kwam werken, merkte ik meteen dat het iemand was
die mij enorm lag. Geen idee wat juist de klik veroorzaakte maar bij Nicole
voelde je je altijd moederlijk omringd. In mijn moeilijke jaren op de afdeling
ging ik ook regelmatig bij haar langs voor een deugddoende babbel. Zo leerde ik
haar ook een beetje beter kennen. We spraken over onze honden en over onze
reizen, net zo vaak als over de werksituatie. In 2010 nam ik na lang wikken en
wegen afscheid van de firma.
Nicole kwam ik regelmatig terug
tegen, vooral op de zaterdagse markt of in de bibliotheek. We hadden altijd een
fijne babbel. Niet het alledaagse, Hoe ist? Alles goed? Maar vaak over het
leven zelf en hoe we er tegenaan keken. Ik miste haar al een tijdje toen het
bericht van een andere oud-collega kwam dat ze was hervallen. Het kwam als een
klap want Nicole gaf echt de indruk weer volop in het leven te staan.
In het voorjaar kwam ik haar weer
tegen op de markt. Ik zette mijn fiets opzij en we hebben een hele tijd staan
praten in de kou maar het gesprek compenseerde dat met heel veel warmte. Ik ben
niet iemand die om de hete brij heen draait en we zijn dan ook recht de
realiteit ingestapt. Ze vertelde dat ze in de laatste fase zat en het leven per
drie maanden moest bekijken. De medicatie die ze nu kreeg was haar laatste
houvast, genezen zat er niet meer in, als dit stopte, dan ging het licht ook
helemaal uit. Ze genoot nog steeds van kleine dingen, zoals de kleinkinderen
van haar dichtste familie ophalen van school en voor ze zorgen tot de ouders
van hun werk terug kwamen. Ik vroeg ook naar Marc, hoe hij dit allemaal
verwerkt kreeg. Mijn vraag verraste haar, want ik was blijkbaar de eerste die
naar zijn welzijn vroeg. Het is uiteraard als partner een hele zware weg die je
moet gaan.
Gisteren kreeg ik het bericht dat
Nicole thuis was ingeslapen, vorige week en ook vorige zaterdag was begraven.
Vandaag hou ik een stille dag, voor haar. Ik laat alle momenten die we samen
deelden weer even de revue passeren. Nicole was voor mij een luisterend oor
toen ik met mijn ietsiepietsie kleine problemen een keuze probeerde te maken op
mijn werk. Zij heeft er mede verdienste aan dat ik die uitstap heb durven
zetten. Ons laatste gesprek koester ik heel diep. Zelden heb ik zo oprecht
gepraat met iemand die in het laatste levenshoofdstuk staat. Het maakte me
emotioneel maar ook bijzonder bevoorrecht. Ze liet me binnenkijken, ze liet me
toe, in het duister.
Boodschappen
doen op de nationale feestdag is hier in België geen eenvoudige uitdaging. Dus
ging het even de grens over. Nu is de weg naar Baarle Hertog geen straf op
een rustige feestdag. Muziekje op en aan 70km per uur
richting noorderburen.
Plots zie ik een black & tan
teckel over de weg wandelen. Wandelen is het juiste woord want hij/zij wandelt
van het linker rijvak naar het rechter en weer terug. Ik hou halt en dus ook de
wagens achter mij. Zij/hij kwam pal op mijn auto toegelopen.
Ik stap uit en probeer het
diertje naar de kant te leiden maar hij/zij komt enkel op mijn stem aanlopen en
springt tegen me aan. Ondertussen maan ik de auto's uit de tegenovergestelde
richting aan tot stiller rijden. Ik besef wel dat dit heel gevaarlijk is voor
mezelf maar ik kan als teckelmoeder niet anders dan me bekommeren om dit diertje.
Ik weet niet of hij/zij van de rechter of linkerkant komt maar het is duidelijk
dat dit geen verwaarloosde hond is en dat hij/zij waarschijnlijk ergens het
hazenpad gekozen heeft.
Ondertussen staat er een lange
rij auto's aan mijn kant. Voorzichtig rijden er enkele voorbij. Het diertje is niet meer van me
weg te slaan en ik pak hem/haar op om naar de kant te brengen. Wat moet ik doen, gaat er door
m'n hoofd. Het dier achterlaten is totaal geen optie.
Net wanneer ik figuurlijk de
handen in het haar sla, komt er een vrouw van links aangelopen. Duidelijk de
geëmotioneerde eigenaar van het dier. Ze bedankt mij uitvoerig. Haar diertje is
blind en is er stilletjes tussenuit gemuisd en zo op de drukke baan terecht
gekomen. We staan beiden met de tranen in
de ogen. Weer bedankt ze me van ganser harte en ik antwoord dat het voor mij
niet meer dan normaal is. Ik stap weer in m'n auto en laat de tranen de vrije
loop. Een blind diertje zomaar in mijn armen en nu weer veilig thuis. Het verwarmd mijn hart, ook al
ben ik even later nog van de kaart.
Ik zet de wagen weer in eerste
versnelling en tuf op een klein verzet richting Nederlandse grens. In gedachten mijn eigen teckel en
het wonder dat zo'n huisdier toch steeds weer is. Van mijn boodschappen ben ik de
helft vergeten. Ik was niet meer in de mood. Gedachten waren in de mooie
teckelwereld. Thuis heb ik mijn eigen black
& tan vastgenomen en een dikke knuffel gegeven en hop daar waar de tranen
weer.
In de
wintermaanden wist een lieftallige collega me te vertellen dat er voor 2015
geen Vlaanderen Muziekland meer gepland stond. Te weinig budget om een
muziekprogramma van eigen bodem te maken. Groot was dus de verbazing toen Pop
Up Live ten tonele werd gebracht en we net als vorig jaar zij aan zij
frontstage staan.
Er was
twijfel van mijn kant. Ik ben niet zo Vlaamse muziek gericht dus mijn motto
was, bekijk het allemaal een beetje bij de eerste opname en dan zien wel
verder. Lommel was heel aangenaam. Een aantal internationale artiesten werden
aan de line up toegevoegd en dat is toch een echte meerwaarde. Het weer zat
reuze mee en de collegas waren als vanouds uitermate gezellig. We zien mekaar
niet zo vaak dus er is veel te grappen en te grollen deze zomer.
Eerste
opname onder een stralende zon en ook in Aalst werd het mooie weer
bovengehaald. Het was genieten van een klassieke Udo, een oerdegelijke Scabs en
een songfestival deelnemer die helemaal nieuw was voor ons. Dan schiet je
uiteraard bijzondere plaatjes. Antwerpen heb ik overgeslagen. Een mens mag
(moet) keuzes maken in het leven. Maar in Tielen en Boortmeerbeek ben ik
uiteraard weer van de partij. Of de verre verplaatsingen naar Roeselare en
Nieuwpoort worden aangedaan, wordt vooral beslist door de line up voor die
dagen. Een lange rit mag maar moet wel de moeite waard zijn. Uiteraard sluiten
we af in Mol, weer lekker dichtbij.
Er zullen
dus heel wat kleuren en plaatjes op het fototoestel plakken. Mogen we ook
nog een paar weken goed weer bestellen? Dat geeft iedere opname toch weer dat
streepje extra. Het wordt sowieso weer een mooie zomer in goed gezelschap en al
toerend door ons Vlaanderenland.
Al jaren
zwerf ik de festivals en openlucht optredens rond om hier en daar een origineel
portret te scoren. Het gevoel dat mijn vijver zich wat uitgevist voelt, dringt
zich op. Daarom de vraag, hoe lang ga ik hier nog mee verder? Hoe lang brengt
het me nog de voldoening die het verdient?
Misschien
tijd om andere visvijvers en dito oorden op te zoeken. Vorig jaar deed ik mee
aan de 3x50 reeks en dit jaar werd er uit eigen initiatief een project op poten
gezet. Het ligt me wel om iets van a tot z uit te zingen. Het bedenken van een
idee en daarmee aan de slag gaan, het slagwerk of beter gezegd het clickwerk-
zelf en daarna de omkadering ervan. Misschien noemt me zoiets all round, ik
weet het niet maar het voelt voor mij als een perfecte match.
De rust
die het brengt om niet voor een kleurrijk en overvol podium te staan maar op
maat van het model te kunnen schieten is onbetaalbaar. Het fijne gesprekje dat
hier steeds mee gepaard gaat, is de kers op de taart. Zo maar iemand met een
passie aan het woord kunnen laten en helemaal zijn verhaal te kunnen doen als
daartoe de ruimte en de wil is. Het neemt me dieper mee op mijn fotografiepad
en het geeft me meer het gevoel iets te kunnen betekenen.
Uiteraard
blijf ik op zoek naar mensen met die bijzondere passie ook al zijn die
waarschijnlijk voor of achter een podium ook wel te vinden. Ben jij zo iemand
met een uitzonderlijke hobby of heb jij van je passie je beroep kunnen maken,
laat het me weten. Ik kom graag langs voor een portret als je dat zou zien
zitten. Het gesprekje komt meestal vanzelf op gang. Heb je een
aanzet nodig, kijk dan alvast op de pagina passionate people en geef je over
Regelmatig spendeer ik wat tijd onderweg. Reizen zoals met
dat noemt en dat gaat veelal gepaard met wachten. Luchthaven of treinstation,
het maakt niet uit, wachten blijf wachten. Soms worden deze wachttijden
opgevuld met verbazingwekkende dingen.
Onderweg van Palma naar huis vraag een oudere heer me of ik
Duits praat. Strikvraag gaat er door mijn hoofd. De alarmbel rinkelt en
kleurt fel rood. Mijn antwoord in mijn vaders taal wat-zal-ik-daar-op zeggen-?.
Uiteraard spreek ik die taal. Het bloed loopt zelfs door mijn aderen maar op
vreemde bodem ben ik nooit geneigd om mijn moeders taal te gebruiken. Het
schept verwachtingen want zon antwoord eindigt nooit met ja, er hangt altijd
een vraagstaartje aan vast.
Aan de gate, bij de Ryan-air vrienden (een maatschappij die
ik, tussen haakjes, graag frequenteer) wordt een onderscheid gemaakt tussen
voorrang (meestal van links) en geen voorrang. Toch zijn er altijd van die
slimme zielen die zichzelf tot voorrangsburgers bombarderen alhoewel ze
hiervoor niet geregistreerd zijn. Zo ook deze keer. Een Franstalig echtpaar van
niet meer zo jonge leeftijd, schuift schaapachtig in de linkse rij aan. Bang
bang. De toegang geblokkeerd zelfs voor de voorrangsbetalers. Er wordt een
onschuldig gezicht op gezet en langzaam een doorgang gezocht naar de andere
rij. Helaas pindakaas. De rangen worden gesloten en ze komen er niet tussen.
Achteraan aanschuiven alstublieft.
Na twee uur vertraging schuifelen we het vliegtuig binnen.
Ik zit aan het gangpad en aan het raam neemt een vrouw plaats met in haar
kielzog, haar man, naar ik meen. Naast mij zit mijn ma en de plaats van het
heerschap is aan de overkant van de gang. Hij schopt stennis. Dit kan niet. Hij
moet en zal naast zijn vrouw zitten. Daarbij kijkt hij ons vol verwachting aan
en hoopt op enige goodwill van onze kant. Door de crew wordt ons nog eens op
het hart gedrukt, de plaatsen in te nemen die op onze boarding pass staan. Ik
zet het meest neutrale gezicht op en pretendeer dat ook de franse taal volledig
aan mijn kunnen voorbij gaat. De steward wordt erbij gehaald en stelt hun een
volledig vrije rij in het achterste deel van het vliegtuig voor. Onder luid
gelach, sleept hij vrouwlief uit haar stoel, over onze knieën heen en
triomfeert met haar naar achter toe. Misschien zijn ze morgen uit mekaar,
alhoewel, veel recht tot spreken heeft ze waarschijnlijk niet.
Je maakt zo wel eens wat mee op heen- of terugreis maar dat
maakt het enkel boeiend en kleurt de vaak lange wachttijden toch met een
pastelkleurig glazuurlaagje.
Frank Vandenbroucke lanceerde ooit een boek met als titel
ik ben God niet maar in de wielerwereld was hij dat figuurlijk gezien
natuurlijk wel. Niet iedereen spreekt zich zo luid en duidelijk uit maar een
aantal mensen onder ons denken er wel zo over. Dat ze God zijn welteverstaan.
Het ego overstijgt de limieten van het gezonde individu en
het narcisme ligt op de loer of komt zelfs al om de hoek kijken. Men waant zich
bijzonder talentvol en denkt dat de wereld daar aan de voeten echt voor het
grijpen ligt. Als je talent hebt, hoef je dat niet van de daken te schreeuwen,
talent spreekt voor zich en komt sowieso bovendrijven. Het probleem is dat de
mensen met een doorsnee talent niet beseffen dat ze doorsnee zijn en dat de
grote talenten meestal erg timide mensen zijn die zich liever op de achtergrond
houden. Zoals gezegd, talent spreekt voor zich en heeft geen menselijke
spreekbuis nodig.
Laten we even het Vlaamse muziekcircuit als voorbeeld nemen.
Velen geroepen en weinigen uitverkoren zoals het spreekwoord zegt. Net als in
elke andere sector is een nieuweling gedoemd om netjes in het rijtje te lopen
en zo zijn plaatsje stap na stap te veroveren. Maar God, hoe doe je dat als je
een narcistisch haantje bent. (laten we even vergeten dat je God zelf bent)? Je
spartelt met veel armbewegingen in het rond en gaat voor die nummer één. Wat
zij kunnen, kan jij ook en veel beter. Vooraan staan, je plaats opeisen, je
talent tonen, . Neem het van me aan. Je talent zal niet torenhoog zijn, anders
red je het wel. Het heeft ook niet altijd met toptalent te maken. Je laten
omringen door de juiste mensen of het gat in de markt weten te vinden zijn zeker even goeie troefkaarten.
En daar staat dan iemand, heel alleen, al bijna dertig jaar
bovenaan. Een kleurrijk haantje dat zich in vele gedaanten kan vermommen en
toch steeds zichzelf blijft. Een fenomeen dat zeker geen supertalent is, maar
net dat beetje van alles heeft om een mooi geheel te vormen. Na een time out
terugkomen en merken dat niemand je plaats heeft ingenomen. Het is te gek voor
woorden. Maar zoals zo vaak een opmerkelijke waarheid. Het sportpaleis loopt
weer vol en je hebt zelf de keuze van wat, waar, hoe en wanneer. Centraal noemt
men dat. Of het ook te maken heeft dat deze persoon vrij centraal uit ons
Belgenland komt? Geen idee. Feit is dat sommige mensen in de West-Vlaamse
modder blijven ploeteren en er nooit echt uit geraken.