Al van kindsaf volg ik de koers op de voet, ik zat als kind tijdens de meeste koersen op de eerste rij te kijken. Om daarna dan met mijn kleine fietsje toertjes te rijden op de oprit en het koersverloop na te doen. Dan kwam af en toe mijn mama eens kijken of ik nog steeds aan het rondrijden was. En als het slecht weer was, dan nam ik mijn autotjes en deed daar dan een wedstrijdje mee. Tijdens de Ronde van Frankrijk hield ik zelf een klassement bij van welk autotje de gele trui, de groene trui of de bolletjes trui had.
Ik weet niet waar ik de wielermicrobe heb opgedaan en wanneer deze microbe mij echt beet had. Misschien volgde ik mijn vadersvoorbeeld en keek ik samen met hem naar de koers. In ons gezin zijn we eigenlijk altijd wieler-minded geweest, ik kan mij verschillende momenten herinneren dat we met heel het gezin naar de koers zaten te kijken.
Mijn eerste wielerherinneringen dateren rond de periode van 1996. Het moment dat Johan Bruyneel tijdens een touretappe het ravijn induikt is één van mijn oudste wielerherinneringen en toen Indurain een inzakking had tijdens één van de bergetappes.