Fredje "Raketje" Deburghgraeve zorgde er eind vorige eeuw voor dat de Roeselaarse schoolslag over de hele wereld een begrip werd. Het zal een Ambiorix moeten zijn om die schoenen te vullen, zoveel is duidelijk. Maar zie: vorige week probeerde de directie van de scholengroep Sint-Michiel met een visionaire scholenhervorming een onvervaarde poging onder het motto: "Er mag al eens gelachen worden!" Al waren ze dat laatste vergeten te communiceren. Resultaat: iedereen op de banken, een heuse mini-betoging en een minister (nota bene van dezelfde familie) die de Pontius Pilatus-act opvoert. Resultaat: wellicht een schoolslag in het figuurlijke water.
Coördinerend directeur Damienne Cottens mocht deze late aprilgrap wereldkundig maken. Deze loyale partijsoldaat en voormalige side-kick van Herman Vasteenkiste beantwoordt ongetwijfeld voor de volle 100% aan het "Profiel van een directeur van een bisschoppelijke school" en alleen daarom verdienen de cynische bedenkers van deze scholencoup de spitsroede. Al had het natuurlijk nog erger gekund. Had ze dit een dag eerder wereldkundig gemaakt, dan had het begrip "Schuwe Maandag" een heel andere invulling gekregen in de Rodenbachstede.
Eén van de scholen die in het nieuwe constellatie-concept van de Roeselaarse educatieve masterminds (van 10 campussen naar 4), gewoon dreigde te verdwijnen was de Broederschool. Een kleinschalige school, met een beperkt aantal richtingen en sedert jaar en dag fiere uitdragers van de Lasalliaanse pedagogie. En die verschilt wezenlijk van het mainstream katholieke opvoedingsproject, en dit niet alleen omdat het van oorsprong onderwijs was voor zij die in de 17de eeuw arm en behoeftig waren. Dat de ondertussen heilig verklaarde Franse geestelijke De La Salle zijn onderwijs meteen in het Frans gaf en het Latijn naar de prullenmand verwees, schetst een beetje waar deze vernieuwer voor stond. Heilige huisjes en autoriteit maakten weinig indruk op de jonge Johannes Baptist.
Wat dit anno 2017 betekent kan je nog het best uitleggen aan de hand van een SWOT-analyse. Neem nu een jongere die er enigszins afwijkende ideeën op nahoudt, voor wie non-conformisme zijn lievelingshouding is, die kritisch zijn als een vanzelfsprekendheid beschouwt. In het klassieke opvoedingsproject wordt dat als een "weakness" beschouwd. Deze wordt meteen ondergesneeuwd onder tonnen regeltjes en attitudevoorschriften. En als het ondersneeuwen niet lukt, dan zijn er nog altijd andere scholen voor dergelijke lastige pubers. Lasallianen beschouwen deze kenmerken echter niet als een "weakness", maar als een "opportunity". Men gaat er intensief mee aan de slag zodat ze uitgroeien tot een "strength". Succes gegarandeerd? Natuurlijk niet. Maar jongeren opvoeden tot mondige en kritische burgers doe je niet door ze te doen zwijgen in klas. Lastig voor leerkrachten? Zal wel, maar o zo rewarding.
Gelukkig slaat zo nu en dan nog eens iemand een slag in het water. We zouden anders gemakkelijk al wat blinkt, goud noemen. Danke Damienne om ons wakker te schudden.