Ik heb me opnieuw goed geamuseerd in "Den Inferno".
Dat is het danscafé waar ik me heel goed kan uitleven. Voor Jerry, de zaakvoerder, ben ik de ambiance-maker voor zijn zaak. Voor mij is dansen de manier om alles in kwijt te geraken. "King of the Dancefloor" is mijn bijnaam.(p.7)
Ik vind het alleen niet zo fijn om met de dames te dansen. En dan bedoel ik het slowen. Ze plakken helemaal aan mijn lijf en bewegen op de oppervlakte van de grootte van een tegel. Dat is echt niet dansen voor mij. Het zijn ook niet de dames die het meest aantrekkelijk zijn of waar ik mij tot aangetrokken voel. Maar ze komen het mij steeds vragen.
Jerry zegt me ook steeds dat hij het niet begrijpt waarom ik niet naar "DePolka" of "Den Thunderdome" ga(p.15). Daar is inderdaad wat jonger publiek maar de muziek daar is niet echt mijn ding. Als je die "boenkaboenka" muziek kunt noemen.