Ik heb het boek gelezen "de sumoworstelaar die niet dik kon worden" geschreven door Eric-Emanuel Schmitt. Waarbij ik een vijftal scenes zal bespreken uit het standpunt van het hoofdpersonage Jun. Jun is een Japanse jongen die weggelopen is van zijn moeder en nu op straat leeft en rommel verkoopt op de stoep.
Ik was zoals gewoonlijk weer in een drukke straat rommel aan het verkopen. Toen Shomintsu langs me liep en zei: 'Ik zie een zwaargewicht in jou!'Terwijl ik zo plat als een lucifer. De eerste paar dagen heb ik er niet op gereageerd. Toen hij op een dag weer aankwam gelopen en weer zei: 'Ik zie een zwaargewicht in jou!' 'Lazer op.' Hij liep verder alsof ik niet gereageerd had.
Op een dag toen hij weer voor bij wandelde bleef hij staan en zei hij weer: 'Ik zie een zwaargewicht in jou!' Ik gaf geen antwoord. Ik zat zo diep in de put dat ik Shomintsu niet eens had zien aankomen en niet gemerkt had dat hij was blijven staan, me had aangekeken en zijn ene zin had gezegd. Daarom zei hij nogmaals zijn ene zin. Ik keek hem aan. Hij merkte op dat ik hem nu wel gehoord had en ging verder: 'Je gelooft me niet als ik je verzeker dat ik een zwaargewicht in jou zie.' Ik was boos en zei tegen hem dat hij moest ophoepelen maar hij ging door. Plots gaf hij me een kaartje voor een sumo wedstrijd. Hij zei dat ik zeker eens moest gaan kijken maar ik verscheurde het.
Shomintsu kwam de week erop terug en vroeg me waarom ik niet gegaan ben. Hij gaf me een nieuw kaartje. Ik zei tegen hem dat ik er nog geld zou voor moeten krijgen om naar de wedstrijd te gaan kijken. Hij gaf mij dan ook geld. Ik wou het kaartje verscheuren maar om de een of andere reden had ik het niet verscheurt. Om Shomintsu niet meer tegen te komen ben ik naar een andere straat gegaan om daar rommel te verkopen. In deze straat waren er al twee verkopers. Deze twee spanden samen tegen mij en verjoegen me door mijn spullen weg te gooien. Ik moest aan nieuw koopwaar zien te raken. Ik had mijn nieuw koopwaar verstopt achter een vuilniscontainer waar ik ook sliep. Toen de politie voorbij reed hadden ze mij opgemerkt. Ze sprongen uit de auto en gooiden mijn dozen weg en brachten me naar het politiebureau. Waar ze me na een tijdje toch lieten gaan. Uit miserie ben ik dan toch gaan kijken naar die wedstrijd.
Toen ik al een tijdje in de sportschool was van Shomintsu om een sumoworstelaar te worden lukte het mij niet om te verzwaren. De kampioen van het sumoworstelen was ook een leerling van Shomintsu. Hij had een zus die elke keer mee was toen hij naar huis gebracht werd. Op een dag kwam ze naar mij toe gelopen en zie ze tegen mij dat ze verliefd was op mij. Ik had haar afgewezen. Ze liep terug naar haar broer met de tranen in de ogen en ging naar huis. Ik was natuurlijk bang voor een vergeldingsactie van haar broer. Na een week had hij me nog niet aangesproken en ging de angst over.
Ik verloor de ene wedstrijd na de andere en Shomintsu gaf me een zwaardere trainingsprogramma ik moest meer fysieke training doen en moest nog meer eten. Ik hield dit niet vol, ik moest steeds overgeven en ik had geen energie meer over om nog extra oefeningen te doen. Ik ging naar Shomintsu om te vertellen dat ik de school ging verlaten. Hij overtuigde mij ervan te blijven door te mediteren. Ik geloofde eerst niet dat dit hielp maar na aan dringen probeerde ik het toch. Hij leidde mij naar de zentuin waar ik ging mediteren zonder dat ik het besefte. Ik kreeg weer energie om door te gaan en na een tijdje won ik bijna elke wedstrijd. Ondertussen zag ik weer de zus van de kampioen die beeldschoon was geworden. Ik ging bij haar en vraag haar mee naar de film. Na een paar keer naar de film te gaan zei ik tegen haar dat ik geen vader kon zijn en stapte af van de bus, hou veel ik ook van haar hield maar als ik haar het belangrijkste weigerde wat zij het liefste wou dan kan ik niet langer met haar omgaan.