Doos 1: Ik was samen met mijn moeder in de keuken. Ik las luid op elk ingrediënt die ze nodig had voor haar gerecht. Het gebeurde af en toe wel eens dat er iets afbrandde maar vandaag was dit helemaal anders. De frietketel stond nog aan en er kwam enorm veel rook uit de keuken. Iedereen stond recht en vroeg zich af wat er gebeurde. Moeder pakte de brandende frietketel en liep ermee naar buiten. Ik deed dit ook. Moeder gooit de brandende kietel op de grond en deed alsof er helemaal niks was gebeurd. Haar wimpers en wenkbrauwen waren helemaal weg gebrand en ze had brandwonden. Dan is ze maar naar het ziekenhuis gegaan.