Het heet me toch
aan het denken gezet hoe men. Juist vulkaanuitbarstingen kan voorspellen.
Er is bestaat een
studie enkel over vulkanen, namelijk de vulkanologie, waar de vulkanologen zich
bezig houden met het voorspellen. Ze maken gebruik van een heel aantal
technieken.
Zo zijn er van
die technieken zoals:
Seismische Metingen: hier maken ze aan de hand van de
aardbeving, die in dat gebied hebben zich voort hebben gedaan, gebruik van.
Vaak gaat vulkanisme samen met aardbevingen.
Vervormingsmetingen: door veranderingen in hellingsgraad
of aan de top van de vulkaan kan men weten dat er ook inwendige veranderingen
plaats vinden.
Satelliet
interferometrie: hier maakt men gebruik van radarbeelden, dit zijn beelden van
de buitenkant van die vulkaan die systematische genomen worden vanuit de zelfde
standpunten. Hier kan men veranderingen vanuit de buitenkant herkennen.
Vulkanische tremoren: tremoren staan in verbinding met
vulkanen. Omdat men op voorhand grondtrillingen ontvangen kan men voorspellen
wanner een vulkaan actief is.
Zo zijn er nog tal van andere technieken, maar men moet wel rekening houden
dat elke vulkaan uniek is, en dus elke vulkaanniet of wel kan voorspellen. Dus de ene techniek kan bij de ene vulkaan
helpen, maar niet bij de andere vulkaan.
De vulkaan op de Indonesische
vakantie-eiland staat op kritische fase , waardoor de overheid alarm heeft geslagen
en bevolking heeft verwittigd. Vele zijn vertrokken, maar er zijn ook een heel
aantal gebleven.
Ik kan wel begrijpen
waarom een deel van de bevolking niet is vertrokken vanwege hun bezittingen.
Waarschijnlijk omdat ze dachten van als er geen zekerheid is, dan verlies ik mijn
bezitten/ rijkdom door geen reden.
Ik zou dat risico
om te blijven nooit wagen. Ik zou meteen moeten vertrekken, want bezettingen
kan je meerdere malen krijgen en je leven heb je maar één keer.
Als de overheid
een alarm slaagt, dan mag, moet je zelfs zeker zijn dat dit ernstig is en dat
men actie moet ondernemen.
Wat ik dan weer
super vind is dat ken op voorhand kan meten/ weten wanneer ongeveer een vulkaanuitbarsting
kan gebeuren, zodat wij de mens ons daarop kunnen voorbereiden. Natuurlijk is
dat niet altijd het geval.
Hierboven een doorsnede van een vulkaan:
1. Lava 2. Kraterpijp 3. Krater 4. As en stenen 5. Geiser 6. Warmwaterbron 7.
Verhit grondwater 8. Magmakamer
Lava is eigenlijk precies hetzelfde als magma, alleen noem je het lava als het
al uit de vulkaan gekomen is. Het komt als stromen, zuilen, als deeltjes van
kegels in vulkanen en als kussenlava op de zeebodem.
De kraterpijp is een pijp waar het kokende magma en de andere vulkaanstoffen
worden uitgespuwd.
De krater is een opening bovenaan de kraterpijp waar het kolkende magma
uit komt. As is een stof die ontstaat bij verbranding van organische
materialen.
Die materialen bevinden zich in de aardmantel.
Een geiser is een opening in het aardoppervlak waar warm water uitspuit.
Dat water is opgewarmd door de binnenste massa van de aarde.
In de warmwaterbron wordt water door die massa opgewarmd en
Verhit grondwater is het hete grondwater dat ligt opgeslagen in die
warmwaterbron.
In de magmakamer ligt het magma opgeslagen.
Als er een teveel aan magma is kan de vulkaan uitbarsten.
Een hotspot is een gebied
waar de aardkorst erg dun is. Hotspots liggen vaak ver verwijdert van de randen
van tektonische platen.
Men gaat er vanuit dat de
aardkorst dun is geworden, doordat onder die hotspots zich een convectiestroom
bevindt van extra warm materiaal (een mantelpluim), wat de aardkorst van
onderaf doet smelten. Doordat de aardkorst op deze plaatsen erg dun is, kan de
magma zich gemakkelijk een weg banen door de aardkorst en zich verzamelen in de
magmakamer. Uiteindelijk wordt de druk in de magmakamer zo groot dat er een
uitbarsting plaats vindt.
Omdat tektonische platen
bewegen, terwijl de convectiestroming op dezelfde plaats blijft, zal de vulkaan
op een gegeven moment buiten het bereik van de warme convectiestroom komen.
Hierdoor gaan alle vulkanen veroorzaakt door hotspots, uiteindelijk dood.
Tektonische platen die over hotspots bewegen, worden gekenmerkt door rechte
ketens van vulkanen, die ouder zijn naarmate de verder van de hotspot liggen.
De Hawaï-eilanden zijn zo waarschijnlijk gevormd.
Bij divergentie is er
sprake van twee platen die van elkaar af bewegen. De meeste divergentiezones
liggen onderzees. Daar waar de platen uit elkaar drijven, komt er gesmolten
gesteente (vloeibaar magma) omhoog als lava. Als dit over de zeebodem uitvloeit,
stolt het bij contact met het oceaanwater en ontstaat oceanische korst. Dit
gebeurt bijvoorbeeld in het midden van de Atlantische Oceaan.
De plaats waar nieuwe
oceanische korst ontstaat, noemen we een oceanische rug. Oceaanruggen zijn
gebieden met veel vulkanische activiteit. Meestal verloopt het vulkanisme hier
echter wel rustig. Omdat de platen uit elkaar gaan, wordt er ruimte vrijgemaakt
voor het opstijgende magma. Wanneer Oceaanruggen tot boven zeeniveau uitsteken,
ontstaan vulkanische eilanden. IJsland is een voorbeeld van zo'n vulkanisch
eiland.
Bij divergerende platen
komen vaak spleetvulkanen voor.
Op heel veel plaatsen op de wereld komen vulkanen voor.
Op sommige plaatsen slapen de vulkanen, maar op andere plekken op deze aardbol
vinden ieder jaar uitbarstingen plaats.
De Etna is één van de meest bekende en een vaak tot uitbarsting komende
vulkaan, hij ligt op het eiland Sicilië, vlakbij de kust van Italië.
Sommige mensen zijn niet bang voor uitbarstingen,
die mensen durven het aan om in de buurt van een vulkaan te wonen.
Natuurlijk is dat met slapende of dode vulkanen meestal geen probleem,
maar als je bij een vaak ontploffende vulkaan woont, zal het niet echt prettig
zijn over de gevolgen van een ontploffing te denken.
Bij convergentie bewegen
twee platen naar elkaar toe. Wanneer beide platen een verschillende dichtheid
hebben, glijdt de ene plaat onder de andere. Dit wordt subductie genoemd. De plaat die naar
beneden wordt geduwd in de laag gesmolten gesteente eronder, smelt waardoor er
magma ontstaat. Dit magma stijgt op en moet eerst door de aardkorst heen breken
voor het naar buiten kan stromen. Daar is veel kracht voor nodig. Hevige
uitbarstingen zijn meestal het gevolg.
We onderscheiden twee vormen van subductie:
Een oceanische plaat schuift onder een
continentale plaat. In dit geval ontstaat actief vulkanisme.
Een oceanische plaat schuift onder een andere
oceanische plaat. In dit geval ontstaat ook actief vulkanisme, wat resulteert
in een eilandboog.
Voorbeelden van vulkanen
die zijn ontstaan bij convergente plaatgrenzen zijn Mount Etna en de vulkanen
van de Ring van Vuur (gebied rondom de Grote Oceaan), waar Mount St. Helens toe
behoort. Bij convergente plaatgrenzen ontstaan vaak stratovulkanen.