(klik op de afbeelding voor een vergroting)
Harry Potter en de relieken van de dood is het zevende en laatste boek uit de Harry Potter- boekenreeks, geschreven door J.K. Rowling.
Het verhaal begint met Heer Voldemort en de Dooddoeners die samen plannen smeden om Harry te vermoorden. De Dooddoeners komen bijeen in het huis van de familie Malfidus, waar Severus Sneep Voldemort exact vertelt wanneer Harry het huis van zijn oom en tante aan de Ligusterlaan zal verlaten en hoe dat zal gebeuren.
Ongeveer tegelijkertijd ruziet Harry met zijn oom. Hij heeft zijn oom gewaarschuwd dat, zodra hij zeventien en dus meerderjarig wordt, de magische bescherming die hij en zijn familie genoten, zal verdwijnen. Vanaf dat moment loopt dus ook zijn familie gevaar. De Duffelingen stemmen er uiteindelijk mee in dat ze hun huis zullen moeten verlaten, en gaan, niet zonder tegenstribbelen, mee met de heks Hecuba Jacobs en de tovenaar Dedalus Diggel die hen komen ophalen. Vlak voor hun vertrek bedankt Harry's neef Dirk Harry nog (tot diens stomme verbazing) voor het redden van zijn leven, twee jaar eerder.
Wanneer de Duffelingen verdwenen zijn, wacht Harry tot hij wordt opgehaald door de Orde van de Feniks. Behalve de leden van de Orde zijn ook Bill Wemel, zijn aanstaande vrouw Fleur Delacour, Fred, George, Ron, en Hermelien van de partij. Zes van de aanwezigen drinken Wisseldrank en veranderen allemaal in Harry, zodat er zeven Harry Potters zijn. Elk van de "Harry's" gaat op reis met een andere tovenaar, en ze gaan uit veiligheidsoverwegingen eerst allemaal naar een andere locatie, om Voldemort op een dwaalspoor te zetten. De Orde vermoedt dat Voldemort weet van de plannen om Harry weg te halen van de Ligusterlaan dus alle veiligheidsmaatregelen zijn uit de kast gehaald. Alle zeven locaties zijn streng beveiligd, en het plan is dat zodra iedereen op zijn geplande bestemming is aangekomen, men door middel van een Viavia naar het Nest zal reizen, het huis van de Wemels.
Al snel blijkt dat Voldemort inderdaad op de hoogte was van de plannen, en Harry en de anderen worden terwijl ze naar de verschillende schuilplaatsen vliegen aangevallen door Voldemort en de Dooddoeners. Harry, die samen met Hagrid op de oude motorfiets van Sirius Zwarts reist, verliest zijn uil Hedwig in het gevecht wanneer ze geraakt wordt door een vloek. Tijdens de reis wordt Alastor Dolleman gedood en stort ter aarde en verliest George Wemel een oor. Behalve Dolleman en Levenius Lorrebos, die vlak nadat ze opgestegen waren en werden aangevallen verdwijnselde, bereikt uiteindelijk iedereen veilig het Nest. George's oor kan niet meer magisch aangegroeid worden omdat het door Duistere Magie is afgerukt. Hij grapt dat nu eindelijk iedereen een mogelijkheid heeft om hem en zijn tweelingbroer uit elkaar te houden.
In het Nest zijn de voorbereidingen voor het huwelijk van Bill en Fleur in volle gang. Tijdens de voorbereidingen wil Harry graag met Ron en Hermelien praten over hun plannen voor het komend jaar. Harry had al besloten niet meer naar school te gaan maar in plaats daarvan te zoeken naar de nog resterende Gruzielementen van Voldemort en wil weten wat Ron en Hermelien daarvan vinden. Wanneer het hen eindelijk lukt ongestoord te praten (Molly Wemel verhindert dit steeds omdat ze vermoedt dat ze er vandoor willen gaan) blijkt dat Ron en Hermelien inderdaad hun belofte gestand willen doen om met Harry mee te gaan om hem te helpen. Ze treffen onopgemerkt de nodige voorbereidingen (Hermelien weet al hun benodigdheden in een magisch verkleinende handtas te stoppen) en zijn klaar voor vertrek, dat gepland staat voor de dag na de bruiloft. Voordat de festiviteiten beginnen krijgen Harry, Ron en Hermelien echter bezoek van Rufus Schobbejak, de Minister van Toverkunst, die hen komt vertellen dat Perkamentus hen enkele zaken heeft nagelaten. Ron krijgt de Uitsteker, Hermelien een geheimzinnig boek geheel geschreven in Oude Runen, en Harry de eerste Gouden Snaai die hij ooit tijdens zijn eerste zwerkbalwedstrijd heeft gevangen. Harry erft ook het originele zwaard van Goderic Griffoendor, maar Schobbejak is niet bereid om het zwaard aan Harry te overhandigen omdat hij vindt dat dit hem niet rechtens toekomt.
Op de bruiloft is Harry met behulp van Wisseldrank veranderd in het duplicaat van een roodharige dreuzeljongen uit het dorp om hem te beschermen tegen mogelijke undercover Dooddoeners. Ook blijkt Viktor Kruml aanwezig te zijn. Harry raakt in gesprek met Kruml die hem attent maakt op een medaillon dat de vader van Loena draagt en wat een symbool zou zijn van de boze tovenaar Grindelwald. Kruml vertelt Harry dat niemand die zo'n symbool draagt te vertrouwen is. Kruml is teleurgesteld als hij ziet dat Hermelien en Ron innig dansen en vraagt vervolgens Harry of Ginny nog vrij is. Harry moet hem teleurstellen en Kruml verzucht dat het geen pretje is om een bekende Zwerkbalspeler te zijn als alle leuke meisjes al bezet blijken.
Tijdens het feest na afloop van de trouwerij worden de bezoekers ineens gewaarschuwd (door de Patronus van Romeo Wolkenveldt) dat Rufus Schobbejak is vermoord en dat Voldemort de macht heeft overgenomen. De Dooddoeners arriveren meteen daarna op het feest. Harry, Ron en Hermelien weten te ontvluchten midden in de chaos die er ontstaat bij het uitbreken van het gevecht.
Naar een idee van Hermelien duiken ze eerst onder in Londen. Echter vrijwel direct zitten hen weer drie Dooddoeners op de hielen, waarmee ze in gevecht raken in een koffietentje. Nadat de Dooddoeners bewusteloos zijn geraakt door verlamspreuken weet Hermelien hun geheugen te modificeren waardoor ze zich niet meer herinneren de drie te zijn tegengekomen.
Ze besluiten zich vervolgens schuil te houden in Sirius' huis aan het Grimboudplein 12 in Londen. Het huis treffen ze in wanorde aan en later blijkt dat alle kasten doorzocht zijn. Knijster, de huiself, is er nog wel, en is nog even verbitterd als voorheen. Wanneer Harry door het huis dwaalt, valt hem een naambordje op op de slaapkamerdeur van Sirius' broer Regulus. Regulus' initialen zijn namelijk R.A.Z., dezelfde initialen als die op het briefje in het nep-Gruzielement staan dat hij enkele maanden daarvoor met Perkamentus had gevonden.
Hij komt op het idee om Knijster om hulp te vragen, omdat deze twee jaar eerder extreem veel interesse leek te hebben in de glimmende artefacten uit huize Zwarts, en het dus wel eens mogelijk zou kunnen zijn dat het echte Gruzielement in Knijsters bezit is. Knijster geeft toe het medaillon aanvankelijk wel uit de afvalzak te hebben gepakt, maar vertelt dat het daarna is gestolen door Levenius Lorrebos. De verstandhouding tussen Harry en de elf verbetert langzaam nadat Hermelien hem geadviseerd heeft om vriendelijk tegen hem te zijn. Wanneer Harry op het idee komt om Knijster het nep-Gruzielement (het oude medaillon) te geven, draait Knijster uiteindelijk helemaal bij, en beschouwt hij Harry als zijn echte Meester. Harry laat Knijster Levenius opsporen en ophalen om het medaillon te achterhalen, maar die heeft het moeten afstaan aan Dorothea Omber. Knijster blijkt een grote rol te hebben gespeeld in de plaatsing en de verwijdering van het originele Gruzielement uit de betoverde grot. Hij is namelijk met Voldemort naar de grot gegaan om het medaillon te plaatsen, en met zijn meester Regulus mee gegaan om het te verwisselen voor een nep-medaillon.
Harry, Ron en Hermelien gaan naar het Ministerie van Toverkunst en dringen er binnen, vermomd als andere heksen en tovenaars die daar werken. Al snel blijkt dat het hele Ministerie onder leiding van Dorothea Omber werkt aan de onderdrukking en marteling van Dreuzeltelgen (heksen en tovenaars geboren uit Dreuzelouders). Volgens de nieuwe vertegenwoordigers hebben Dreuzeltelgen hun toverkracht gestolen, omdat ze het niet zelf geërfd kunnen hebben. Ze dienen daarom vervolgd te worden en moeten zich melden ter registratie. Omber blijkt het echte medaillon om haar nek te dragen. Na een gevecht weten de drie het medaillon te bemachtigen en het Ministerie te ontvluchten. Omdat Jeegers Hermelien vasthield toen ze terugverdwijnselden naar Grimboudplein 12, liet Hermelien (die ook geheimhouder is sinds de dood van Perkamentus) Jeegers onbedoeld Grimboudplein 12 zien. Daardoor weten de Dooddoeners van Grimboudplein 12, en kunnen Harry, Ron en Hermelien dat niet meer als schuilplaats gebruiken. Om die reden moeten ze telkens op andere plaatsen verblijven. Ze gaan kamperen (Hermelien heeft zelfs een tent meegenomen in haar magisch verkleinende handtas) en verhullen steeds hun aanwezigheid met diverse ingewikkelde spreuken en bezweringen om te voorkomen dat ze opgespoord worden. Omdat ze nog geen methode kennen om Gruzielementen te vernietigen, dragen ze het medaillion om beurten om hun hals. Het dragen van het medaillon lijkt duidelijk gevolgen te hebben voor het humeur van de drager. Het beïnvloedt de gedachten en het gedrag van de drager, en al snel krijgen de drie ruzie en rijst er onderling wantrouwen. Na een enorme ruzie verdwijnt Ron en blijven Harry en Hermelien samen over.
Zoals Harry voor de zomervakantie al van plan was, gaat de reis naar zijn geboorteplaats Goderics Eind, en naar zijn geboortehuis in de Halvemaanstraat. Op het kerkhof van Goderics Eind vinden ze het graf van Harry's ouders. Bij de restanten van het huis van de Potters treffen ze een heks aan die hen meeneemt naar haar huis, maar het blijkt dat ze in de val zijn gelokt door Voldemort. Ze weten te ontsnappen maar Harry's toverstok breekt tijdens het gevecht. Harry's toverstok is er zo slecht aan toe, dat hij niet meer gerepareerd kan worden.
Wanneer Harry op een avond door een hem onbekende Patronus van in de vorm van een hinde bij de tent wordt weggelokt, vindt hij onder het ijs van een vennetje het zwaard van Goderic Griffoendor. Hij besluit te duiken, maar het medaillon dat hij nog om zijn hals heeft probeert hem te wurgen. Hij wordt gered door Ron, die weer is teruggekeerd en hem net op tijd vindt. Ron vernietigt het medaillon met het zwaard van Griffoendor. Ron vertelt Harry en Hermelien ook dat hij erachter is gekomen hoe het kwam dat de Dooddoeners hen in het kroegje in Londen zo snel op het spoor kwamen: er rust namelijk een magisch Taboe op de naam "Voldemort". Zodra iemand de naam uitspreekt, weten de Dooddoeners dat, en is ook de locatie bekend van degene die de naam uitsprak.
|