Terwijl ik op de veranda een sigaret rook laat ik mijn blik, en daarmee mijn gedachten, over mijn tuin dwalen. Dit wordt mijn derde zomer hier en daarmee ook de derde keer dat ik de meest fantastische dingen bedenk die ik allemaal in deze tuin wil verwezenlijken. Een grote lounge-hoek moet er komen. Ik zie al helemaal voor me hoe ik daar aankomende zomer in stapels kussen heerlijk een boek lig te lezen, een wijntje drink, of gewoon een dutje in de zon doe. Toch zou ik nu wel beter moeten weten.
Vorig jaar was ik er nog heilig van overtuigd dat ik een moestuin wilde hebben, nou ja, niet persé een complete moestuin, maar gewoon voor de aardigheid wat kruidenplanten. Wat begon met een paar potjes met basilicum, bieslook, munt en aardbeien liep binnen de kortste keren ernstig uit de hand. Voor ik het goed en wel besefte stonden de vensterbank in de keuken en het werkblad in het waskot volledig volgestouwd met kleine potjes vol tomaten- komkommer- sla- en talloze andere plantjes. De meesten hiervan heb ik ook nog netjes in de tuin geplant, de eerste week zag het er ontzettend gezellig uit. Maar ik zou ik niet zijn als mijn aandacht voor al wat groeit en bloeit niet na een week al was overgewaaid. De aandacht voor het tuinieren verslapte, overal begon het onkruid de kop op te steken en de tomaten planten begonnen Sjakie en de bonenstaak-achtige proporties aan te nemen. Natuurlijk hebben wij nooit ook maar iets uit onze eigen tuin gegeten. Wij hebben het niet zo op dat onbespoten gezonde voer. Het idee dat er een slak op gezeten heeft beneemt me de eetlust. Nee, doe mij maar groenten van de groentenboer, gewoon ouderwets met chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest behandeld. Dat geeft me een veel veiliger gevoel, ik wil zeker weten dat er geen slak of rups in de buurt geweest is van mijn eten. Aan het eind van de zomer stond mijn eens zo enthousiast begonnen hobby er dus troosteloos bij. Komkommers en tomaten die bijna smeekten om geplukt te worden, meters hoog doorgeschoten sla, en een berg slakken met daaronder vermoedelijk iets dat ooit aardbeienplanten waren.
Tijd om ons met zoiets aards als plantjes bezig te houden was er ook niet echt meer. Ondertussen waren we de trotse eigenaars van een enorm groot zwembad geworden. Daar komt meer bij kijken dan je op het eerste gezicht, en ten tijden van de aankoop, zou denken. Dagelijks moeten zuurgraad en bacteriegroei gecontroleerd worden. Juist! Echt iets voor mij. Ook dit ging een week leuk. Daarna werd het natuurlijk levensgevaarlijk om nog in de buurt van dat bad te komen, iedere poging tot zwemmen zou onherroepelijk leiden tot een enorme glijpartij op de inmiddels groen uitgeslagen bodem en kopje onder ben je natuurlijk wel een heel makkelijk slachtoffer voor alle rondwarende bacteriën daar. In een laatste wanhoopsactie hebben we nog een poging gedaan het zwembad nieuw leven in te blazen, of, beter gezegd: de overdaad aan nieuw leven er uit te blazen. Deze actie was wonder boven wonder succesvol. Zelfs zo succesvol dat we besloten het bad tegen het einde van de zomer te laten leeglopen, het schoon te maken en op te bergen voor de volgende zomer. Helaas zijn we niet verder gekomen dan het bijna laten leeglopen. Om het grootste gedeelte van het bad leeg te pompen was een koud kunstje, gewoon met behulp van de meegeleverde pomp. De opening om de pomp op aan te sluiten zit echter op zon 30 cm hoogte. Ik weet het, 30 cm klinkt niet als een onoverkomelijk probleem, ware het niet dat het bad een doorsnee van ongeveer 5 meter heeft, probeer dat maar eens om te kiepen! We besloten om maar eens rustig na te denken over een oplossing. Hier zijn we dus nog steeds mee bezig, in de tuin ligt nu al een half jaar een grote blauwe hoop waarin zich waarschijnlijk compleet nieuwe diersoorten ontwikkeld hebben.
Toch weerhoudt dit alles mij er niet van rustig verder te dromen over hoe de tuin er deze zomer uit moet gaan zien. Een enorme loungebank met heel veel kussens, en een vuurkorf moet er ook komen natuurlijk, erg gezellig op zwoele zomeravonden. Ook moeten er allerlei potten met bloeiende planten komen die ik trouw iedere avond water zal gaan geven. Natuurlijk weet ik zelf ook wel hoe dit alles zal eindigen. De eerste de beste avond dat we gezellig gaan zitten loungen met een flesje wijn erbij zullen we hoogstwaarschijnlijk in lichtelijk verheugde toestand bed-waarts gaan en geen hond die er dan nog aan denkt de kussen binnen te halen. De weergoden, die ons op vakanties en dagjes weg ook altijd zo aangenaam weten te verrassen met een plensbui, zullen ook deze gelegenheid aangrijpen om ons de volgende morgen pijnlijk met onze neus op de feiten, ofwel de natte kussens, te drukken. Nou ja, zal ik me dan schouderophalend bedenken, Hebben die planten in elk geval toch nog 1 keer water gekregen.
Zodra ik in de auto stap word ik op slag een ander mens. Normaliter ben ik al niet de gezelligste - Mijn stralend ochtend humeur, sarcastische grappen en bijtend cynisme staan 24 uur per dag en doorgaans geheel ongevraagd in de stand-by positie, klaar om mijn geliefden in één zin tot in het beenmerg te kwetsen. Veel en veel erger nog wordt het met me zodra ik in een auto zit. Als dit zitten beperkt blijft tot de bijrijderstoel gaat het nog enigszins, ik hoef me dan tenslotte alleen maar druk te maken om alles wat er om me heen te zien valt, of beter gezegd; wat iedereen om me heen allemaal fout doet. Als ik niet in deze copiloot functie zit en zelf letterlijk en figuurlijk de macht over het stuur in handen krijg is het pas echt oppassen geblazen.
Zodra ik met de autosleutel in de hand de deur uitstap heb ik direct haast en met het starten van de auto gaat ook meteen de klok lopen. De eerste hindernis, het openen en achter me weer sluiten van de poort, neemt zon 30 seconden in beslag die natuurlijk zo snel mogelijk weer ingehaald dienen te worden. Mijn haast heeft helaas niets te maken met de tijd die ik heb om op plaats van bestemming te komen of met het feit dat ik te laat van huis ben gegaan, dit ligt puur aan mijn dringende en vooral dwingende behoefte om voorop te rijden.
Om de snelweg naar Antwerpen te bereiken moet ik eerst zon 8 kilometer afleggen over binnendoor weggetjes waar de maximum snelheid 70 km p/u bedraagt. Deze 8 km geven me mooi de tijd om mijn gevoel voor haast en mijn irritatie voor medeweggebruikers die het lef hebben zich aan de maximum snelheid te houden tot inmiddels gekende hoogte op te stuwen. Zodra ik na deze 8 kilometer eindelijk de oprit naar de snelweg bereik begint de race pas echt. De kunst is om in dat korte stukje van stoplicht, scherpe bocht en invoegstrook toch nog met 160 km p/u en in de 6de versnelling te kunnen invoegen. Een Schumi staaltje dat me, droevig genoeg, steeds beter af gaat.
Eenmaal op de snelweg is het zaak zo snel mogelijk, en het liefst zonder te hoeven wachten op een andere rijstrook, naar de meest linkerkant van de weg te geraken, voor die strook betalen we nou eenmaal ook wegenbelasting en pret zullen we hebben voor dat geld. De rit is nu definitief begonnen en de irritatie kan nog wel een standje verder opgevoerd worden. Gelukkig hoef ik nooit lang te wachten op mijn eerste slachtoffer, meestal stuit ik binnen enkele kilometers al op een 20 jaar oude Mercedes of BMW met een bestuurder van wie de leeftijd een veelvoud is van die van de auto. In de regel heeft dit soort bestuurders geen idee waar dat glimmende, rechthoekige accessoire dat aan de vooruit gekleefd zit voor dient. Nou ben ik wel een notoire hardrijder en gelijkhebber, een bumperklever ben ik niet. Stilletjes probeer ik mezelf te verbijten totdat de geestelijke gnoom mij eindelijk in het vizier zal krijgen en een baantje opschuift. Helaas overkomt mij dan vaak het volgende; terwijl ik kalm probeer te blijven, tot 10 tel, diep ademhaal etc., zie ik in mijn eigen spiegel ineens hoe er een meneer (die blijkbaar dus nog meer gestresst is dan ik) op zon 3 cm achter me zit. Deze meneer en ook zijn auto verschillen natuurlijk iedere keer van gedaante, maar zijn gedrag is altijd het zelfde, hij zal (banden warm houden???) van links naar rechts in de baan en op mijn staart blijven slalommen. Dan gebeurt het, dat is precies wat je moet doen om me het kookpunt te laten bereiken, ik krijg rode vlekken in mijn nek en zwarte voor mijn ogen en geef een heftige ruk aan de handrem. 'Zo! vreet dat maar, dat zal je leren'. Natuurlijk is dat een zeer linke actie mijnerzijds, maar gewoon op de rem trappen is te gemakkelijk voor ze, zonder remlichten geeft het gezicht van de bewuste meneer mij toch wat meer vermaak. Vooral als ie na dat incident eindelijk, en meestal door rechts in te halen waarbij ik eerst natuurlijk een keertje of 3-4 het gat naar mijn voorganger zal dichtrijden en hem zo het voor mij invoegen belet, naast of voor mij opdoemt. De meneer is boos, heel boos en nog bozer wordt hij zodra hij doorkrijgt dat hij zojuist door een mevrouw van krap anderhalve meter links en rechts om de oren geslagen is. Hij zal nu proberen oogcontact met mij te zoeken om mij zijn ongenoegen te laten zien. Gelukkig ben ik slimmer dan dat en zal oogcontact vermijden, wel zal ik, zodra hij mij passeert, even op mijn toeter drukken en hem, zonder op of omkijken, de welbekende vinger geven.
Gelukkig beland ik niet lang hierna in de eerste file. Even tijd om te ontspannen, niet vergeten om meteen even op het knopje met het slotje te drukken, eerder genoemd type meneer heeft vaak de gekke gewoonte om dit soort gelegenheden aan te grijpen om even van gedachten met me te wisselen over eerder genoemd incident. De file is de ultieme gelegenheid om alle autos en hun bestuurders aan nader onderzoek te onderwerpen. Meestal heb ik nog steeds gelijk, bijna alle autos en hun al dan niet neuspeuterende, krantlezende, mascara rollende of ontbijtende bestuurders voldoen gelukkig nog precies aan de stereotype vooroordelen die ik er van had.
Ergens ver na Utrecht of soms pas ver na Haarlem lossen de files zich op en kan ik weer met zeer zware rechtervoet mijn race uitrijden. Kwestie is nu om zo veel mogelijk van de verspilde tijd in de file in te halen, deze tijd in de file was lang van tevoren ingecalculeerd maar dat doet er al lang niet meer toe. Het laatste stukje naar mijn eindbestemming is mijn geliefde N9, een veredeld trekkerspoor waar je, als je er maar lang genoeg ge-woon-werkverkeert hebt, vanzelf wel die vrijwillige euthanasie verklaring ondertekent. Reden genoeg dus hier zo snel mogelijk korte metten mee te maken, als je je auto daar flink de sporen geeft kun je het in zon 18-20 minuten redden van Alkmaar naar Den Helder (jaren lang met 1 oog op de klok en 1 op de weg op kunnen oefenen).
Nog een paar bochtjes en ik kan bij mijn ouders voor de deur parkeren. 'Wat ben je laat, was het zo druk onderweg?' vraagt mijn vader. 'Nou pap, je wil het niet weten.. Gekken rijden er op de weg, gekken zeg ik je!'.
De afgelopen 20 jaar heb ik zo ongelooflijk veel kennis vergaard. Ik denk dat ik met een gerust hart kan stellen dat ik voor de meeste problemen, ongemakken en foutmeldingen de oplossing in huis heb. Kennis is macht, dus theoretisch zou ik een goed dictator zijn of op zijn minst een goede kleuterleidster. In de praktijk ligt het iets anders, heel anders eigenlijk.
Het informatie beheer centrum dat ik de afgelopen 2 decennia heb opgebouwd bevindt zich namelijk in een groot aantal witte archief dozen van IKEA. Zon 20 jaar lang heb ik iedere gebruiksaanwijzing, handleiding en bijsluiter, zonder deze eerst te hebben gelezen, netjes opgeborgen in deze witte dozen waarvan, maar dit terzijde, er sommigen inmiddels ernstig vergeeld zijn.
De reden dat ik bijsluiters van medicijnen nooit lees is simpel, ik hou niet van medicijnen, ben bang voor alle chemische rotzooi die ik dan vrijwillig bij mezelf naar binnen moet gieten en bij het lezen van eventuele bijwerkingen voel ik de rode bultjes, duizeligheid enzovoorts al opkomen. Zelfs als ik gewoon binnen zit voel ik al hoe het chemische goedje mijn rijvaardigheid aan het beïnvloeden is. Het goede nieuws is dat ik door deze medicijnfobie slechts in uiterste noodzaak naar de dokter stap, de beste manier dus om de aanwas van nieuwe bijsluiters te remmen. Jammer dat ik deze angst niet heb bij cafeïne en nicotine.
De rest van de handleidingen wordt ongelezen opgeborgen om veel meer uiteenlopende oorzaken; tijdnood, desinteresse, luiheid etc, en de zeldzame keren dat ik besloot mijn leven te beteren en eerst de handleiding te lezen bleken deze zo beroerd vertaald te zijn dat ik na 3 zinnen al de slappe lach kreeg en er alsnog de brui aan gaf.
Het feit dat in dit huis de familie Koos en Koba Koopziek wonen helpt niet mee aan het bedwingen van de immer groeiende stapels naslagwerken en bedienungsanleitungen. En wisten we van de helft van onze aankopen maar de helft van wat ze kunnen, dan wisten we waarschijnlijk al tien keer meer dan we ooit voor mogelijk gehouden hadden.
'Waarom bewaar je dan nog steeds al die garantiebewijzen en instruction manuals?' hoor ik je nu denken en gelijk heb je, ik vraag me precies hetzelfde af. Dacht ik nou echt dat ik die erbij ga zoeken als de senseo het weer begeeft? Of dat ik na 3 jaar toch opeens ga besluiten dat ik wel wil weten wat mijn mobieltje allemaal nog meer kan dan alleen sms-en en bellen? Zou ik op hoge poten met mijn kassabon en garantiebewijs naar de blokker stappen omdat die voorhoofdthermometer de meest achterlijke uitvinding ooit is en mijn geld terug eisen? Nee, die kans lijkt me minimaal, tenzij het een bijwerking is van een medicijn waarvan ik de bijsluiter niet had gelezen.
Dit is het!! Deze zin heb ik nu al zo ontelbaar vaak gezegd of gedacht na het aanschaffen van weer zo'n fantastische wonder-oplossing, meestal iets in een tube of flesje, soms ook in andere vormen zoals boek, cd, dvd, huishoudelijk artikel of zelfs compleet nieuwe hobby, dat je zou denken dat ik inmiddels beter zou moeten weten. Niets is minder waar, ik mag mezelf er nog steeds graag van overtuigen dat DIT het ontbrekende stukje van de puzzel die mijn leven is moet zijn.
Zo heb ik vol goede moed allerlei cursussen, knutsel spullen, dieet boeken, fitness aparatuur, keuken aparaten, en vele vele tubes, potjes en flesjes die de meest wonderlijke resultaten beloven (vooral de middeltjes waar je een hele 'lijn' van hebt hebben een vreselijke aantrekkingskracht)aangeschaft.
Iedere keer nadat ik zo'n aanschaf gedaan heb ben ik daar weer zooooo laaiend enthousiast over dat ik mijn hele omgeving hier tot bloedens toe mee verveel, ze soms meesleep in mijn idiote bevliegingen (Sonja Bakker, OMG) en mijn verjaardags cadeaus ook meestal een aanvulling of uitbreiding op mijn laatste liefhebberij of hobby zijn.
Zo vlak voor onze verhuizing passeren al deze inmiddels vervlogen bevliegingen mijn revue en slaat de twijfel toe. Meenemen of nou eindelijk maar eens een punt achter zetten en wegsodemieteren? Dat laatste is de meest economische oplossing, als ik dat hier in Den Helder naar het grof vuil of kringloopwinkel breng scheelt dat weer 250 kilometer meezeulen om vervolgens in het nieuwe huis in de kelders te belanden.
Toch is dit makkelijker gezegd dan gedaan. Alleen al het uitzoeken van de badkamer kasten geeft een hoop ruzie met mezelf. 'kijk, deze anti cellulitis creme is nog nooit gebruikt en was hartstikke duur', 'ja, maar als je het nog nooit gebruikt hebt en het staat daar al een jaar, wat wil je er dan mee? nog 2 jaar in de kast laten staan?','sja, kweenie, misschien ga ik het dan wel echt gebruiken, daar heb ik nu ook nauwelijks tijd voor','ja, maar is het dan niet handiger om gewoon een vuilnisbak onder de kast te zetten en met een armzwaai alles van de planken daar in te zwiepen, en wat moet je sowieso met zoveel verschillende flessen bodylotion, met 1 fles ben je zeker een maand of 2 onder de pannen'.
Deze keer besluit ik wijs te zijn en alles wat ik het afgelopen half jaar niet gebruikt heb gewoon weg te doen. Daaag tubes en cremetjes, dag wonder dieet, dag elektrisch mes, dag crosstrainer, dag alle stoffig geworden rommel.
Halverwege deze schoon schip actie moet ik even weg om boodschappen te doen. De wattenschijfjes zijn op dus snel naar de drogist. En je raad nooit wat wat ik nou weer vond daar.. Serieus, moet je ook eens proberen, werkt echt fantastisch!
Grote bewondering heb ik voor hen die iedere maand trouw een gedeelte van hun salaris op een spaarrekening zetten en dat daar ook gewoon jaren kunnen laten staan. Proficiat, dat is mij nog nooit gelukt. Sparen is hier in huize Koopziek maar een eng woord. Geld uitgeven vinden we nou eenmaal leuker dan op een papiertje kunnen zien wat de kinderen allemaal over de balk kunnen gooien als wij dood en begraven zijn. Natuurlijk is dit niet verstandig, maar het is wel een stuk leuker.
Gelukkig ben ik wel consequent in mijn hekel aan sparen. Ik heb namelijk ook een vreselijke schurft aan alle spaar- en loyaliteitsprogrammas die je bij iedere winkel worden aangesmeerd, in de maag gesplitst en opgedrongen. Vooral de klantenpassen vind ik een walgelijk instituut met een hoog Big Brother-gehalte. 'Zo, eens even zien wat mevrouw K. Koopziek deze week allemaal bij ons gekocht heeft zodat we er meteen op in kunnen spelen en haar mailbox en brievenbus kunnen vol spammen'. En van alle grootgrutters met klantenpassen spant de Albert Heijn toch wel de kroon met zijn loyaliteitsprogramma, wie geen klantenpas heeft wordt als afvallig beschouwd en krijgt dus ook de op grote borden aangekondigde aanbiedingen niet voor de 'bonus prijs. En dan durven ze zich ook nog af te vragen waarom ze steeds meer klanten verliezen. Wondere wereld.
Ook de Shell weet hoe ze haar klanten moet binden, ''spaart u airmiles?', 'nee, dank u', 'zegels?, 'nee hoor, dank u', 'oh, u tankt V power, als u 3 kassabonnen spaart kunt u zon leuke pet krijgen. Hier, ik zal de spaarkaart meegeven', 'Oh, wat aardig, dat had u niet hoeven doen hoor, dank u'. Godzijdank had ik net V power getankt, dus hup, het gas erop zodat ik de verloren tijd aan de kassa weer terug kan winnen.
Ondanks mijn verwoedde pogingen verschoond te blijven van alle spaar acties glipt er zo nu en dan toch wel eens eentje tussendoor. Bijvoorbeeld een actie van de eerder genoemde Shell, die hadden een efteling spaar actie. Tja, dat is nou weer net iets waar de familie Koopziek graag naartoe gaat. Toch had ik op dat moment wijzer moeten zijn, op voorhand had ik al kunnen weten dat ik, hoewel ik zon 1000 km per week rijd en meestal bij Shell tank, nooit binnen de actieperiode voor vader, moeder en hun vier kleine Koopziekjes de kortingskaarten bij elkaar had weten te tanken. Nu is het wel zo eerlijk hierbij te vermelden dat dit niet de schuld van de Shell is, die ligt namelijk helemaal bij mij, de eerste zegels worden nog netjes op een kaart geplakt, maar de 2de tankbeurt belanden die in het dashboard kastje, en de 3de en volgende keren vergeet de pompbediende ze te geven of ik om er naar te vragen. Alle andere zegel en stempel acties zijn van het zelfde laken een pak. Het is gewoon helemaal niks voor mij.
Misschien moet je zoiets ook wel langzaam opbouwen. Ik zal eens beginnen te proberen de statiegeldbonnetjes van de flessenautomaat te gaan sparen en, belangrijker nog, ze nou eindelijk eens te gaan inleveren. Wie weet kan ik het geld zelfs wel op een spaarrekening zetten, of er toegangskaarten voor de efteling van kopen.
Ik heb een heel erg goed geheugen, soms fotografisch en zo scherp dat ik er zelf van schrik. Jammer genoeg is het alleen heel erg selectief in wat het wél en niet opslaat. Het lijkt wel of in mijn brein alleen volstrek nutteloze informatie toestemming om te landen krijgt. Ik kan in één adem alle kentekens en telefoonnummers die we ooit bezaten opnoemen, als ik een liedje 3 keer gehoord heb ken ik de text uit mijn hoofd en ook kan ik je precies vertellen wie wat wanneer tegen wie zei en wat die daar vervolgens als antwoord op kreeg. Ook het onthouden van alle pincodes and passwoorden en vreemde toetsen combinaties gaat zo ver dat ik er nooit meer van af zal komen. Je zou denken dat ik dus gewoon goed ben in het onthouden van cijfers, maar nee, zo simpel ligt het niet. Pas na een jaar ben ik nu eindelijk in staat mijn Belgische telefoon en GSM nummer uit mijn hoofd op te zeggen. Droevig genoeg is het me ook nooit gelukt de tafels te onthouden, sommen als 9 x 8 moet ik in mijn hoofd dus eerst omvormen naar 80 8, oh ja, 72. Nou was rekenen sowieso nooit mijn sterkste kant, maar kom op zeg, de tafels! Godzijdank zijn er meer wegen die naar Rome leiden en hoewel het vermenigvuldigen in de wiskundige zin van het woord niet mijn sterkste (om het zachtjes uit te drukken) punt is, in de biologisch zin heb ik daar véél minder moeite mee getuige mijn vier bloedjes van kinderen.
Het onthouden van gesprekken is echt volstrekt nutteloos. De zeldzame keren dat ik die van mijn harde schijf af moest plukken was dit om ze te laten meewegen in een hooglopende welles nietes discussie, die win ik sowieso toch altijd, al dan niet omdat de ander er dan maar van af is, anders stop ik nooit meer met mijn eindeloze kruistocht naar mijn gelijk.
Mijn geweldige geheugen laat het echter bij andere dingen faliekant afweten. Onthouden om de wasmachine aan te zetten is geen probleem, maar onthouden dat die na 2 uur ook in de droger moet is weer heel iets anders, vaak eindigt dit de volgende dag in het opnieuw aanzetten van diezelfde was. Met een beetje mazzel huppelt 1 van mijn kinderen, of ikzelf in een vlaag van verstandsverheldering, nog net op tijd het waskot in om de was alsnog door te plempen naar de droger. Brieven op de post doen, instanties bellen, en het vuil aan de weg zetten vallen ook in die categorie. Hier valt gelukkig best mee te leven en ik hou mezelf voor dat mensen die me kennen er ook geen probleem van maken onder het motto ach, je weet hoe ze is.
Waar ik echter minder trots op ben is mijn falende geheugen waar het mijn offspring betreft. Mijn jongste kind zit sinds ie twee en half jaar oud is op school. Vorige maand vierden wij zijn vierde verjaardag maar na zon anderhalf jaar op school weet ik nog steeds niet wanneer die nu precies uit is, zo moeilijk moet het toch niet te onthouden zijn, alle dagen om vijf over half vier behalve op woensdag, dan is het om kwart over twaalf. Toch moet ik dat nog dagelijks even checken op de site van de school. En juist ja, ondergetekende is die moeder die voor de zoveelste keer met haar kind aan de hand een verlaten schoolplein op stapt, weer niet kunnen onthouden dat vandaag één of andere feest- of pedagogische studiedag was.
Wat ik wel onthouden heb is dat in het groeiboekje van het consultatiebureau staat dat je kinderen nooit met hun oudere broers of zussen moet vergelijken omdat ieder kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelt. Enerzijds een pak van mijn hart, anderzijds schaam ik me dood, ik kan met de beste wil van de wereld geen vergelijkingen maken. De mijlpalen van mijn kinderen blijken één groot zwart gat te zijn. Ik kan me nog herinneren wanneer ze allemaal zindelijk waren en wanneer ze gingen lopen (ook zoiets onzinnigs waar een ieder zo spastisch over doet, welk kind kan het snelst lopen, flikker op zeg, we moeten ons hele leven er na nog lopen tot de dag dat we eindelijk een rolator of booster mogen.). Gooi me maar tegen de muur maar ik zou je echt niet kunnen vertellen wanneer mijn kinderen doorsliepen, tanden kregen, gingen praten, rollen, zitten, kruipen.. Misschien heb ik dat ergens opgeschreven in de talloze babyboeken die ik (ok ik beken, ik ben een slechte moeder) slechts hooguit voor de helft heb ingevuld. Op zich vind ik het niet echt een gemis, uiteindelijk kunnen ze nu alle vier kruipen, rollen en in hun handjes klappen maar soms, als mijn jongste wéér midden in de nacht besluit bij me in bed te komen liggen, niet wil eten, wakker wordt met een 3 kilo zware volgeplaste luier en dat soort fratsen vraag ik me zelf wel eens hoe dat bij die andere 3 dan ging, hoe oud die ook alweer weer waren voor ze over het één of het ander heen gegroeid waren.
Ook kan ik me niet zo goed meer herinneren hoe oud mijn oudste kind was toen ik vergat hem mee te nemen van de luchthaven van Barcelona en ik er pas, ver voorbij de douane natuurlijk, door de reisleidster op geattendeerd werd dat ik met 1 persoon te weinig was komen opdagen..
Dat de meeste dingen van een afstand of in het voorbijgaan mooier en aantrekkelijker lijken dan ze in werkelijkheid zijn is natuurlijk geen nieuws. Omdat ik nou eenmaal tot de categorie ezel-waarbij-na-100-keer-stoten-nog-geen-lampje-gaat-branden hoor kon ik dus, niet gehinderd door enige twijfel, beginnen aan een nieuw avontuur; Openbaar Vervoer. Ik weet het, in Nederland is dat allemaal bar en boos geregeld, maar hier in Belgique kan dat nooit het geval zijn natuurlijk, alles is hier immers veel en veel beter, mooier, slimmer en nog goedkoper ook.
Ik zag het al helemaal voor me, boekje mee, of stoerder nog, iPod, en dan maar lekker relaxed in de trein gaan zitten forensen. Ja mensen, kijk mij nou eens even hoe ik hier, soepeltjes alsof ik niet anders gewend ben, milieubewust zit te zijn.
Natuurlijk ging en gaat het in het echt ietsje anders. Ik ben veel te zenuwachtig om relaxed te gaan zitten zijn. Laat staan om te lezen, ik sjouw al een dikke week met een boek in mijn handtas maar nog geen letter in gelezen, althans, niet in bus of trein. Ik ben veel te bang dat ik mijn halte mis, zelfs als ik weet dat die pas over een minuut of 20 zal komen. Ik hoef maar een minuutje of 10 in de trein te zitten, uit voorzorg ga ik dus na 5 minuten alvast bij de deur staan om mijn halte maar niet te missen. Het omroepsysteem in de Belgische treinen blijkt namelijk precies hetzelfde te zijn als dat in de Nederlandse varianten zoals ik me het herinner van de laatste keer dat ik met de trein ging (jaartje of 10-20 terug), namelijk als volgt: Attentie alstublieft, wij naderen station @#$#@$kraak$#@#$piep$#$@#$knars reizigers in de richting (&*($#@#... Overstappen, de treinstellen met nummer #$@#$@#^$#@$@! Zullen achterblijven op station.. $@#$#@ kraak piep knars#$@#
Mijn ritje in de bus duurt iets langer, een minuut of 20, maar ook hier is van relaxed zitten en rondkijken geen sprake, ik zit als een arendsoogje te loeren of ik al wat bekends zie, met mijn vinger zenuwachtig op de stopknop zie ik er uit als de eerste de beste randdebiel die wat denkt te kunnen winnen bij De Zwakste Schakel. De hemel te rijk als ik dan eindelijk, en met klotsende oksels en kabbelend kontwater, ook echt op het knopje mag drukken en kan uitstappen. Zo, was dat even een lekker relaxed ritje? Ja, je komt zoveel meer ontspannen aan als je niet zelf hoeft te rijden.