Inhoud blog
  • geboorte
  • Bijbelstudie Oude Testament Les 5
  • Bijbelstudie Oude Testament Les 4
  • Bijbelstudie Oude Testament Les 3
  • Bijbelstudie Oude Testament les 2
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Categorieën
  • Bijbelstudie Oude Testament (6)
  • Bijbelstudie
    bijbelstudie
    12-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geboorte
    Beste mensen,
    deze week zal ik geen bijbelstudie op mijn blog zetten omdat ik voor de eerste keer nonkel ben geworden, dus voor de mensen die deze studie volgen niet getreurd volgende week zal ik de bijbelstudie erop zetten,
    met veel liefde in mijn hart zegen ik jullie nog van harte in jullie leven,
    De leader

    12-08-2009 om 15:58 geschreven door leader  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijbelstudie Oude Testament Les 5

    Jakob en Jozef

    Lees Genesis 26-50

     

    Jakob

    Ook in de geschiedenissen van Jakob gaat het om de belofte van God en de daaraan verbonden zegen. God had aan Rebekka laten weten dat Jakob de grootste zegen, het eerstgeboorterecht, zou krijgen. Dit hield in:

    -         De opvolging als hoofd van de familie

    -         Een dubbel deel van de erfenis

    -         De geboorte van de Messias uit zijn nageslacht

    Jakob heeft al eens op een listige manier zijn oudste broer Ezau het recht op de belofte van de eerstgeboorterecht ontfutseld in ruil voor een bord gekookte linzenmoes (Genesis 27). Op een geheven moment dreigt Ezau toch de eerstgeboortezegen te krijgen. Daarop maakt moeder Rebekka een listige plan met Jakob. Hij moet immers deze grootste zegen krijgen. Vader Izak is blind. Met een bedrieglijke verkleedpartij, waarbij hij zich voordoet als Ezau, krijgt Jakob van zijn vader Izak toch de zegen die bij het eerstgeboorterecht behoort. Zo gaan Gods oude beloften over het nageslacht van Jakob. Toch mag duidelijk worden: hoe krom Jakob ook handelt, voor hem is de belofte (de zegen) meer waard dan bezit in het hier en nu. Voor Ezau ligt het andersom: hij kiest voor linzenmoes. Voor een beetje aards genot geeft hij de goddelijke zegen prijs.

    Veel plezier heeft Jakob er voorlopig niet van: hij moet vluchten. Bij Bethel ziet Jakob in een droom de hemel geopend en langs een ladder engelen opklimmen en afdalen. Hier hernieuwt God zijn belofte: … dit land waarop gij slaapt, zal ik u geven en uw zaad. (…) En zie, Ik ben met u, en Ik zal u behoeden overal waar gij heentrekken zult, en ik zal u wederbrengen in dit land (Genesis 28:13-15). Jakob vlucht naar zijn oom Laban in Haran, waar hij trouwt met zijn dochters (Jakobs nichten) Lea en Rachel. Er worden 12 zonen geboren en een dochter. Na ruim 20 jaar vertrekt hij als een rijk gezegende herdersvorst op Gods bevel weer naar Kanaän.

    In Pniël, vlak voor zijn komst in Kanaän, worsteld Jakob om de zegen van God. Hij mag standhouden: Uw naam zal voortaan niet Jakob heten, maar Israël, want gij hebt vorstelijk gedragen met God en met de mensen, en hebt overmocht (Genesis 32:28). Hier lezen we over het ontstaan van de naam Israël. Jakob wordt voortaan afwisselend Jakob of Israël genoemd. Later zal deze naam overgaan op al zijn nakomelingen. Jakobs 12 zonen zullen hun namen verbinden aan de 12 stammen van het door God beloofde volk. Zij zullen als het volk van Israël het land van Gods belofte, Kanaän, bewonen en bewerken.

    Na Pniël ontmoet hij zijn broer ezau. Ze maken hun verhouding weer goed en gaan daarna ieder hun weg. Ezau zal voortaan wonen in het land Seïr, ten Zuidoosten van Kanaän. Zijn nakomelingen komen we in het Oude Testament tegen als de Edomieten. Als Jakob onderweg is naar Kanaän, waar zijn vader nog woont, sterft Rachel bij Bethlehem. Kort na zijn terugkeer sterft ook zijn vader Izak.

     

    Jozef

    De geschiedenis van Jakobs verdere leven wordt bepaald door de gebeurtenissen rond zijn zoon Jozef. Jozef is de zoon van Rachel, van wie Jakob het meest houdt en die hij het eerst moet missen. Hij trekt Jozef voor, waardoor de andere zonen hun broer niet uit kunnen staan. Daarbij komt dat Jozef verteld wat hij heeft gedroomd. In deze dromen buigen zijn vader, zijn moeder en zijn broers voor hem. Dit zet nog meer kwaad bloed. Als Jozef op een dag zijn broers, die ver van huis zijn met hun kudden, opzoekt in opdracht van vader Jakob, zie ze hun kans schoon. Zij grijpen Jozef, gooien hem in een droge put en verkopen hem aan de Midianitische kooplieden.

    Dezen verkopen hem op de slavenmarkt in Egypte. De broers laten hun vader boodschappen dat Jozef waarschijnlijk door een roofdier is omgebracht. Ten bewijs sturen ze zijn mooie mantel mee, die ze in bloed van een geslachte geit hebben gedoopt. Jarenlang heeft Jakob over Jozef rouw gedreven.

     

    Egypte

    In Egypte komt Jozef als slaaf in huis bij Potifar, de overste van de lijfwacht van de farao. Hij verwerft het vertrouwen van zijn heer en wordt het hoofd van de hofhouding. Potifars vrouw vraagt hem herhaaldelijk om overspel met haar te bedrijven. Jozef weigert en zegt: … hoe zou ik dan dit een zo groot kwaad doen, en zondigen tegen God! (Genesis 39:9). Dan draait deze vrouw de rollen om en beschuldigt Jozef van het kwaad waartoe zij hem had proberen aan te zetten. Onschuldig komt hij in de gevangenis. Ook hier is de HEERE met hem. Hij wordt de rechterhand van de cipier. In de gevangenis komt Jozef in aanraking met twee vooraanstaande bedienden van de farao, de schenker en de bakker. Beiden hebben gedroomd. Jozef verteld hun de betekenis. De schenker wordt hersteld in zijn vorige baan, en de bakker vindt de dood. Jozef verzoekt de schenker een goed woordje voor hem te doen. Deze vergeet hem lange tijd, totdat de farao twee dromen droomt. Jozef wordt geroepen en mag de dromen uitleggen. Er zullen zeven jaren van overvloed komen, gevolgd door zeven jaren van droogte en dus honger.

    Jozef wordt aangesteld om een reddingsplan voor de jaren van honger uit te voeren; hij wordt onderkoning en krijgt na de farao de meeste macht in Egypte. In de zeven jaren van overvloed koopt Jozef alle graanvoorraden op. Als de zeven jaren van honger aanbreken, komen niet alleen de Egyptenaren naar Jozef om brood, maar ook de mensen uit landen eromheen, zoals Kanaän. Zo bestuurd God het leven en brengt de broers, die koren komen halen in Egypte, weer in contact met Jozef. Eerst herkennen ze hem niet. Nadat hij ze verschillende keren op de proef heeft gesteld, maakt hij zich aan zijn broeders bekend. Uiteindelijk mogen vader Jakob en al zijn nakomelingen in Egypte, in de landstreek Gosen, komen wonen. Jozef onderhoudt hen daar. Vader Jakob sterft in Egypte, Vsterft als hij 110 jaar oud is.

    De nakomelingen van Jakob groeien in Egypte uit tot een talrijk volk. Voordat God henverlost uit Egypte en hen terugbrengt in Kanaän, moeten ze eerst nog vele jaren van onderdrukking doormaken. Ze worden slaven van een farao die Jozef niet meer heeft herkend.

    Maar God houdt Zich aan Zijn woord. Hij heeft hun Kanaän beloofd. Daar zal het volk wonen en daar zal de Verlosser geboren worden. Jozef is een type, een voorbeeld, van de komende Messias. Zijn leven is een weg van lijden tot de heerlijkheid. Zo zal ook Jezus eenmaal komen om te lijden en te sterven. Daarna zal hij opstaan uit de dood en ingaan in Zijn heerlijkheid. Zo zal Hij ook allen die in Hem mogen geloven verlossen van de zonde en de dood en hen eenmaal in Zijn heerlijkheid brengen.

     

    Vragen

    01.Lees Genesis 27. Wat verkoopt Ezau aan Jakob?

    02.Lees Genesis 28. Wat ziet Jakob op zijn vlucht te Bethel en wat belooft de HEERE?

    03.Wat gebeurt er in Pniël? Hoe luidt vanaf nu Jakobs naam?

    04.Noem de 12 zonen van Jakob. Lees Genesis 49. De latere twaalf stammen van het door God beloofde volk.

    05.Wat zet kwaad bloed bij Jozef’s broers en wat doen ze? Lees Genesis 37:1-11.

    06.In welk land komt Jozef en bij wie werkt hij? Lees Genesis 39:1.

    07.Welke uitspraak doet Jozef als hij in verzoeking komt? Genesis 39:9b

    08.Wat betekent de droom van Farao? Lees Genesis 41:29-31.

    09.Lees Genesis 50:20. Hoe ziet Jozef aan het einde van zijn leven terug op het kwaad dat zijn broers hem hebben aangedaan?

    10.Hoe is Jozef een type (= voorbeeld/afbeelding) van de komende Messias?

     

    06-08-2009 om 15:21 geschreven door leader  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Bijbelstudie Oude Testament
    30-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijbelstudie Oude Testament Les 4

    Abram en Izak

     

    Lees Genesis 12-26

     

    God begint opnieuw

    In een door de zonde bedorven wereld begint God opnieuw. Uit alle mensen die op aarde leven kiest God één man: Abram, of, zoals hij later heet, Abraham. Hij wordt de stamvader van een volk met een speciale roeping: Israël. Maar met dit kleine begin heeft God de hele wereld op het oog. God roept hem en belooft dat:

    -          Uit zijn nakomelingen de Verlosser zal geboren worden.

    -          Aan hem en zijn nakomelingen het land Kanaän gegeven zal worden.

    -          Zij tot een groot volk zullen worden.


    Abraham hoort de stem van God, Die tot hem zegt: Ga gij uit uw land (…) naar het land dat Ik u wijzen zal. En ik zal u tot een groot volk maken (…) en in u zullen alle geslachten van het aardrijk gezegend worden (Genesis 12:1-3). Telkens weer zal God deze belofte herhalen. Zij looft als een rode draad door heel het Oude Testament. Via Abraham en zijn nakomelingen, het volk Israël, werkt God zijn reddingsplan uit. Abraham geeft gehoor aan de roepstem van God: Hij gehoorzaamt en hij gaat! Daarmee breekt hij met vele banden die hem binden: familie, cultuur en geboortegrond. Uit Ur der Chaldeeën in Mesopotamië (het huidige Irak) trekt Abraham naar Haran, waar hij een korte tijd verblijft. Maar dan gaat de reis verder, op weg naar het land van de belofte. God zal het hem wel wijzen. Dat is voor Abraham voldoende. Hij gaat in geloof (Genesis 12:1-9). Samen met zijn vrouw Sara, zijn neef Lot en met alles wat in Haran in abrahams bezit is gekomen, bereiken ze het land der belofte.

    Als vreemdelingen in een door hen onbekend land. Na vele omzwervingen – via Egypte (Genesis 12:10-20) – slaat Abam zijn tenten onder de eikenbossen (terebinten = terpentijnbomen) van Mamre bij Hebron, ten zuiden van Kanaän. Daar bouwt Abraham een altaar voor God. Zijn neef lot vertrekt en gaat wonen in de vruchtbare vlakte bij Sodom (Genesis 13). Later worden de steden in deze vlakte getroffen door Gods oordeel over de zonde die in deze steden werd bedreven (= sodomie). Lot wordt gered. Op deze plaats is nu de Dode Zee.

     

    Het verbond

    Geen kinderen te hebben betekent voor de gelovige Abraham een beproeving: geen kinderen, dan ook geen erfgenaam. Niemand die voor hem op zijn oude a kan zorgen. Niemand die de ‘naam’ voortzet. Hoe moet het nu met de belofte van God, dat het land Kanaän het eigendom zal zijn van Arahams nakomelingen? En hoe zal de beloofde Verlosser ooit kunnen komen? Om Abrahams geloof te versterken geeft God hem een teken en zegt: Zie nu op naar de hemel en tel de sterren (…): Zo zal uw zaad (nageslacht) zijn. (Genesis 15:5). Daarna sluit God met abraham een verbond. Het verbond is éénzijdig – op Gods initiatief – gesloten. God heeft Zich met Abraham verbonden! De besnijdenis zal, als zichtbaar teken van het verbond met God, Abraham ( en allen die met hem verbonden zijn) herinneren aan Gods belofte: de Verlosser zal komen en het land Kanaän zal toebehoren aan de nakomelingen van Abraham. Pas na 400 jaar vreemdelingenschap in Egypte gaat deze laatste belofte in vervulling. De vervulling van de komst van de Verlosser zal nog vele eeuwen langer duren, maar God is getrouw.

     

    Beproeving

    Telkens ontdek je dat het in Abrahams leven gaat om de vervulling van Gods belofte. Abraham mag dan nu wel wonen in het land der belofte, maar de zoon der belofte – waaruit een heel volk zal voortkomen – laat op zich wachten. En al vernieuwt God telkens weer die belofte, in overleg met Abraham besluit Sara tenslotte zelf maar voor de vervulling van Gods belofte te zorgen.

    Sara’s plan zit – naar oosterse begrippen – goed in elkaar: wanneer haar speciale slavin Hagar, de Egyptische, een zoon van Abraham krijgt, zal die jongen doorgaan voor de zoon van Sara. Zo wordt Ismaël geboren, de stamvader van de Arabieren. Maar hij is niet de door God beloofde zoon (Genesis 16). Die beloofde zoon is Izak. In hem wordt eindelijk de belofte van een zoon vervuld. Het is een wonderlijke geboorte: Sara, die als jonge vrouw geen kind kon krijgen en nu al 90 jaar is, wordt toch moeder. Abraham is dan al 100 jaar. God heeft Zijn woord gehouden! De ‘naam’ van Abraham zal voortleven in zijn zoon. Uit Izak, de zoon der belofte zal God een volk geboren laten worden tot zegen van mensen uit alle volkeren der aarde.

    Dan lezen we Genesis 22, een van de moeilijkste en tegelijk ontroerendste geschiedenissen uit de hele Bijbel. Abraham krijgt van God de opdracht zijn zoon te offeren op de gebergte van Moria. Uitgerekend de zoon die met zoveel moeite ter wereld is gekomen! Abrahams geloof wordt nu wel zwaar op de proef gesteld. Maar hij gaat… overleggend dat God machtig was, hem ook uit de doden te verwekken; waaruit hij hem ook bij gelijkenis weergekregen heeft… (Hebreeën 11:18, 19) en bindt zijn zoon op het altaar op de berg Moria (volgens 2 Kronieken 3:1 is later op deze plaats de tempel gebouwd). Op het moment dat Abraham zal offeren, spreekt God: Abraham, Abraham! En hij zei: Zie, hier ben ik! Toen zei Hij: Strek uw hand niet uit aan de jongen, en doe hem niets; want nu weet ik, dat gij God vrezende (liefhebbende) zijt, en uw zoon, uw enige, van Mij niet hebt onthouden. Toen achter  was een ram in de verwarde struiken vast met zijn hoornen; en Abraham ging en nam die ram, en offerde hem ten brandoffer in zijns zoons plaats (Genesis 22:11, 12, 13). God voorziet Zichzelf van een lam ten brandoffer.

    Het geloof van Abraham heeft de proef doorstaan. Hij heeft ook toen op God vertrouwd, ook al kon hij niet alles doorzien. Opnieuw belooft God Abraham en zijn nakomelingen te zegenen. Zo bleek Abraham in het geloof aan de belofte vast te houden, zelfs toen hij de vervulling dreigde te verliezen. Hierin is Abraham de vader van alle gelovigen.

     

    Gods belofte vervuld in Izak

    Izak trouwt met Rebekka. Twintig jaar blijven ze kinderloos. Ook hier beproeft de HEERE Zijn eigen werk. We lezen van Izak: En Izak bad de HEERE zeer in de tegenwoordigheid van zijn huisvrouw; want zij was onvruchtbaar; en de HEERE liet zich van hem verbidden, zodat Rebekka, zijn huisvrouw, zwanger werd (Genesis 25:21). Ze krijgen twee zonen, een tweeling: Ezau en Jakob. De naam van de laatste betekent: die de ander op de hielen zit. De zegen van God en Zijn belofte gaat over van vader Abraham op zijn zoon Izak. Op zijn beurt mag Izak deze zegen weer doorgeven aan zijn zoon. Niet aan de oudste, maar aan de jongste, aan Jakob.

    We lezen in Genesis 12 hoe het allemaal begong met abraham. Het begon bij God: De Heere had tot Abraham gezegd… God laat de mensheid na de zondeval niet los. Na alles wat er gebeurd is voor Noach en na de zondvloed en de torenbouw van Babel. In deze geschiedenis van Abraham maakt God voor de derde keer een nieuw begin. Hij wil uit alle volken mensen tot Zich brengen en de verhouding, die door de zonde kapot is gemaakt weer herstellen. Hij wil verlossen van de zonde en de boze door middel van de Verlosser, de Heere Jezus Christus. God zal Zijn Zoon naar de aarde zenden. Deze zal Zijn leven geven als een betaling voor de zondeschuld, waardoor er weer vrede met God kan komen. God wil redding schenken. Zo is het nog. God vraagt naar mensen, voordat ze naar Hem vragen. Was er geloof in Abraham, toen die roepstem kwam? Nee, maar dat is nu juist het geheim van de roepende God. Uit genade schenkt God ook geloof en gehoorzaamheid. Dit schenkt God door Zijn Heilige Geest, zodat de band met God weer hersteld wordt. Hij komt binnen in het innerlijke, in het mensenhart en keert alles om. Er komt bekering! Een leven gericht op God en niet meer ‘ik’ in het middelpunt. God wil dit ook nu schenken. Hij roept ook jou. In de Bijbel zegt Hij: Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde! Want Ik ben God, en niemand meer (Jesaja 45:22).

     

    Vragen:

    01.    Welke opdracht en welke belofte ontvangt Abram van God?

    02.    Waarvan is de gehoorzaamheid van Abram een bewijs? Lees Hebreeën 11:8.

    03.    Wat is het teken van Gods verbond met Abram? Lees Genesis 17:10.

    04.    Lees Genesis 11, 12, 13. Hier gaat het over de reis van Abram naar het beloofde land. Wat maakte hij mee? Lees Genesis 11:31,32/ 12:4, 5, 6, 8, 9, 10 / 13:1, 12, 18.

    05.    Waar slaat Abraham zijn tenten op in Kanaän?

    06.    Abraham bezit later maar een klein stuk land in Kanaän. Welk? Lees Genesis 23. Dit is bij Hebron. Waarom is deze stad nu nog van grote betekenis voor zowel de Israëliërs als de Palestijnen?

    07.    Waar gaat het steeds om in Abrahams leven.

    08.    Is Ismaël de beloofde zoon? Van welk volk is hij de stamvader?

    09.    Wie is de beloofde zoon? Wat betekent zijn naam?

    10.    Lees Genesis 22. Welke opdracht krijgt Abraham? Hoe loopt het af?

     

    30-07-2009 om 17:23 geschreven door leader  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Bijbelstudie Oude Testament
    26-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijbelstudie Oude Testament Les 3
    Geachte cursisten,
    door een fout op mijn computer kon ik jammer genoeg geen bijbelstudie opzetten, maar nu is het opgelost en daarmee stuur ik nu de derde les door over het Oude Testament. Waar ik heel het Oude Testament ga doorbladeren met jullie,
    Groetjes De Leader


    De zonde en haar gevolgen

    Lees Genesis 4 t/m 11

    Zonde, straf en redding

    In Genesis 4 ontdekken we twee lijnen onder de nakomelingen van Adam: de Abel-lijn en de Kaïn-lijn. Twee broers Kaïn en Abel, brengen God een offer. God neemt het offer van Abel aan, maar voor het offer van Kaïn heeft God geen oog (Genesis 4:1-17). Dat dit een willekeur is geweest van God, laat Hebreeën 11:4 ons zien. Het ware offer is een zaak van geloof: dan gebeurt het uit liefde tot God. En dan lezen we: Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kaïn. Abel offerde dus in en vanuit zijn geloof, maar Kaïn niet. Kaïn merkt dat God zijn offer daarom afwijst. Hij wordt woedend, neemt zijn broer Abel mee het veld in en slaat hem dood. Het bloed van een mens kleurt de aarde rood. En hoe vaak is dat nadien niet gebeurd?

    Helemaal in de lijn van Kaïn staat ook Lamech, die met brallende stem tegen zijn vrouwen schreeuwt: Ik sloeg een man dood om mijn wonde en een jongeling om mijn buil; want Kaïn zal zevenvoudig gewroken worden, maar Lamech zeventig maal zevenmaal! (Genesis 4:18-24). Haat, moord en doodslag zijn als een kankergezwel de goede schepping binnengedrongen. Het loon van de zonde is de dood (Romeinen 6:23). Je hoort het doorklinken als een refrein in Genesis 5: En hij stierg… en hij stierf…

    Er is echter ook een andere lijn. Dat is de lijn van Abel, Seth en Enos: Toen begon men de naam des HEEREN aan te roepen (Genesis 4:26). Daarin lezen we van Henoch en Noach: zij wandelden met God! Zij leefden uit genade naar Zijn wil. Beide geslachtslijnen lopen door naar de tijd van de zondvloed (= grote vloed). Die zondvloed kwam niet zonder oorzaak. Dat lezen we duidelijk in Genesis 6:5-7. De aarde was vervuld met wrevel. De opstand van de mens tegen God was zo groot geworden, dat – zoals hier menselijkerwijs van God wordt gesproken – Hij er spijt van kreeg dat Hij de mens had geschapen. Alleen Noach vond genade in de ogen van de HEERE. Met zijn vrouw en drie zonen met hun vrouwen worden ze gered in de ark.

    Alle andere mensen die op aarde leefden, vonden de dood. Na de zondvloed begint de HEERE als het ware opnieuw: de aarde zal weer vol worden. God belooft aan Noach in een verbond dat Hij nooit meer zal straffen met een totale zondvloed. Dit verbond noemen we een natuurverbond. Als teken van dit verbond geeft God het teken van de regenboog: Voortaan al de dagen der aarde zullen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht, niet ophouden (Genesis 8:22).

     

    Van Babel tot Abraham

    Na de zondvloed blijkt dat de mens van nature, vanuit zichzelf, niet op God gericht is. Ook nu openbaart zich weer de hoogmoed en eigengerichtheid. De mensen gaan wonen in de vruchtbare vlakte die in de Bijbel Sinear wordt genoemd (het huidige Irak). Hier ontdekt men dat je met klei en leem kunt bouwen. De mensen bouwen een stad, maar ook een toren. Het doel van deze toren is: En zij zeiden: Kom aan, laat ons voor ons een stad bouwen, en een toren, welks opperste in de hemel zij, en laat ons een naam voor ons maken, opdat wij niet verstrooid worden! (Genesis 11:4).

    God had gezegd dat de mensen zich moeten verspreiden op de aarde om deze te bebouwen (Genesis 9:1). Maar de mensen maken hun plannen, lijnrecht tegen Gods opdracht in. Dat is de mens ten voeten uit. Daarop komt God de mens tegen en verwart de spraak. Ze kunnen niet meer met elkaar communiceren, zodat de torenbouw stil komt te liggen: Daarom noemde men haar naam Babel; want aldaar verwarde de HEERE de spraak der ganse aarde, en van daar verstrooide hen de HEERE over de ganse aarde (Genesis 11:9).

    Aan het slot van dit gedeelte lezen we een geslachtsregister van Sem, de zoon van Noach, tot Abram, de stamvader van het volk Israël. Via hem zal God de belofte van de komende Verlosser in vervulling doen gaan.

     

    Vragen

    01.    Lees Genesis 3:15. Twee lijnen, het ‘vrouwenzaad’ en het ‘slangenzaad’. Hoe wordt dit duidelijk in het gezin van Adam en Eva?

    02.    Lees Hebreeën 11:4. Hoe bracht Abel zijn offer?

    03.    Lees Johannes 3:16. Wat heeft ieder mens nodig om van het verderf gered te worden?

    04.    Wat straft God door middel van de zondvloed?

    05.    Waarom werd Noach behouden in de ark?

    06.    Na de zondvloed maakt God een nieuw begin. Welk teken herinnert ons daar nog aan?

    07.    Wat zegt de torenbouw van Babel over het denken van de mensen na de zondvloed?

    08.    Wat doet de Heere om de bouw stil te leggen? Lees Genesis 11:9

    09.    Lees Openbaring 17:5. Waarvan is Babel in onze tijd nog het symbool?

    10.    Vinden we in de mensheid nog de twee lijnen van het vrouwenzaad’ en het ‘slangenzaad’? Lees Johannes 1:12.

     

    26-07-2009 om 00:00 geschreven door leader  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Bijbelstudie Oude Testament
    11-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijbelstudie Oude Testament les 2

    Van Zonde en genade

    Lees Genesis 3

    Het doel gemist

    Wij komen in de wereld en in ons leven veel nare en verdrietige dingen tegen. Het ergste is wel de dood. Hebben wij daarvoor een verklaring? Dat er zoveel ellende is, ligt niet aan God, de Schepper, maar aan de mens. (zie les 1). De wereld is niet meer zoals God haar bedoeld heeft. Door alles loopt zowaar een breuk: de zonde. Zonde betekent het ware levensdoel missen. Hoe is dit zo gekomen? We lezen dat God met Adam (en in hem met al zijn nakomelingen) een afspraak maakt (Genesis 2:16, 17). Als Adam in liefde gehoorzaam is aan zijn Schepper, zal hij voor zichzelf en al zijn nakomelingen het eeuwig leven kunnen verdienen. Die gehoorzaamheid moet blijken uit de volgende afspraak die God maakt: Van alle bomen in het paradijs mag hij eten, behalve van de boom van de kennis van goed en kwaad. Als hij dit gebod overtreedt, zal hij de dood sterven. Het gaat goed fout, want de duivel komt en spreekt d.m.v. de slang. Eerst benaderd hij Eva en vraagt heel insinuerend: is het ook, dat God gezegd heeft: Gij zult niet eten van alle boom van deze hof? Dit is de eerste leugen van de duivel. Eva zegt: “Nee, we mogen alleen niet eten van de boom in het midden van de hof. Want als we daarvan eten, zullen we sterven.” Dan komt de tweede leugen: “Als je van de verboden vrucht eet, zal je niet sterven, maar je zult als God zijn en zelf uitmaken wat goed of kwaad is!” En dan is de mens verloren. Eva eet, geeft ook haar man van de verboden vrucht en ook hij eet, ondanks Gods verbond, van de verboden vrucht (nergens staat dat dit een appel is!). De mens zondigt. Is ongehoorzaam aan Gods verbond. Mist het doel om in liefde tot Zijn eer met Hem te leven. Hij heeft de duivel geloofd boven God. Zo komt hij in opstand tegen God. Hij laat daarmee merken dat hij zelf wil uitmaken at goed en kwaad is. En daarmee verbreekt hij de relatie met God. Daarmee verliest hij het eeuwige zalige leven. En daardoor is alle leven op aarde bedorven. Daardoor is alle ellende als oorlog, ruzie, ziekte, pijn, zorg, moeite, verdriet, ja de dood in de wereld gekomen.

     

    De straf op de zonde

    De eerste mens, Adam, en zijn vrouw verbergen zich voor God: ze zijn bang. Maar ook de onderlinge relatie is verstoord. Man en vrouw verbergen zich voor elkaar: zij maken zich schorten. Ze durven niet meer open en bloot voor elkaar te zijn. Want de reine naaktheid van voor de zonde, die geen onreine gedachte opwekte, is aangetast door de zonde: ze verleidt tot egoïstische wellust. Zo doen allerlei ellendige dingen hun intrede in Gods schepping. Daarmee is ook de dood, als straf op de zonde, in de schepping gekomen. Want God had gezegd: ten dage als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven. Want de heilige God kan de zonde niet aanvaarden en kon dus niet dulden dat de zondige mens zou blijven leven. Door tegen God te zondigen heeft de mens, willens en wetens, de straf over zich uitgeroepen:

    -          De lichamelijke dood (= eenmaal zal ieder mens op aarde sterven)

    -          De geestelijke dood (= een ik-gericht leven en niet een leven tot eer van God. God niet kennen en erkennen)

    -          De eeuwige dood (= eens, na dit leven voor altijd gescheiden leven van God en Zijn toorn over de zonde te moeten dragen. Dit wordt in de Bijbel de hel genoemd. Dat alles omdat de mens niet naar God wilde luisteren, niet naar Hem alleen wilde horen = ongehoorzaam was) omdat hij eigen heer en meester wilde zijn!

    Adam vertegenwoordigde in het verbond met God al zijn nakomelingen. Zo is het leven van de mens ontspoord en heeft hij het leven in heerlijkheid met God, zijn Schepper, verspeeld. Op het leven van ieder mens rust de vloek over de zonde. Niet één mens is niet meer in staat te leven tot eer van God. Het ‘ik-gericht’ zijn zit ons in de genen. Allen komen we met een zondige natuur op de wereld. Die erven we van Adam. Vanuit de mens is er geen weg terug naar God. Onze redding kan alleen van God komen. Daartoe hebben we allen wedergeboorte, bekering en geloof nodig. Dan alleen komt er herstel. Gelukkig kan dat, bij God vandaan.

     

    De moederbelofte

    God zorgt voor een nieuw begin en bindt de strijd aan met de duivel. Ik zal vijandschap zetten tussen u (= de slang) en de vrouw, tussen uw zaad (nakomelingen) en haar zaad; dit zal u de kop (= totaal) vermorzelen en gij zult het verzenen (= hiel) vermorzelen (genesis 3:15). Dat wil zeggen: De slang zal eens eraan gaan, de duivel zal verpletterend verslagen worden. Dat zal niet gemakkelijk gaan, want de slang zal voor lijden zorgen. De komst en de voortgang van Gods beloofde redding zal met lijden, veroorzaakt door de satan, gepaard gaan. Maar de overwinning is zeker. Uit het zaad (nakomelingen) van de vrouw zal iemand voortkomen Die de duivel zal overwinnen. Wij mogen weten dat dit ook inderdaad is gebeurd: Jezus Christus heeft die strijd aangebonden. Met Gods belofte van de komst van de verlosser ontving de duivel de eerste slag al en moest hij het onderspit delven. Bij Jezus geboorte in Bethlehem kreeg de duivel de volgende slag: hoewel de duivel zovele malen had geprobeerd dit onmogelijk te maken, werd Jezus geboren, Die door te sterven de zonde, de dood en de duivel zou overwinnen. Op Golgotha kreeg de duivel de beslissende slag: Jezus gaf Zijn leven als een betaling voor de schuld van alle ware gelovigen. Hij verloste ze uit de klauwen van de duivel. Door het offer van Christus alleen is er verzoening, herstel tussen God en Zijn schepsel mogelijk. En eenmaal zal de duivel de laatste slag krijgen. Nu nog richt hij veel kwaad aan in de wereld, denk aan ruzies, criminaliteit, onderdrukkingen, oorlogen enz. Alle eeuwen door probeert de duivel te verhinderen dat mensen tot geloof in Jezus Christus komen. Ook is hier op aarde voor de gelovigen nog lijden aan het leven met Christus verbonden. En worden ze nog aangevochten door de duivel, die hun de hoop op God probeert te ontnemen. Maar eens zullen de duivel en de zonde definitief overwonnen zijn: in de hemelse heerlijkheid kunnen ze de gelovigen niet meer benauwen. Dan zal de duivel voorgoed opgesloten worden in de hel. Dan wordt het woord van de Heere Jezus vervuld: Ziet, ik maak alle dingen nieuw (Openbaring 21:5).

    Genesis 3:15 wordt daarom de moederbelofte genoemd: het is de ‘moeder’ van alle beloften, de zaligheid, wordt beloofd. Deze belofte is de rode draad voor deze cursus van het Oude Testament. Direct na de zondeval belooft God de komst van de Verlosser (Messias). Door de zonde was de band met de Heere verbroken. God moet de zonde rechtvaardig straffen. Vanuit de mens is er geen weg terug. Maar God zorgt zelf! Hij opent en wijst de weg waarlangs de verhouding met Hem weer hersteld kan worden. Zijn eigen Zoon zal komen en de straf op de zonde dragen en de Wet volmaakt houden. De Heere Jezus is de Middelaar tussen God en de zondige, schuldige mens. Johannes 3:16 :Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwig leven hebbe.

    Het is voor ieder mens een persoonlijke zaak om de verzoening met God te ontvangen. Daarvoor is het nodig wederom geboren te worden. God wil dit schenken en Hij gebruikt daarvoor de verkondiging van Zijn woord. Door Zijn Heilige Geest werkt God geloof in Zijn Woord en bekering in de harten van de mensen.

     

    Vragen

    01.    Wat betekent het woord zonde?

    02.    Van welke boom mag de mens niet eten? (Genesis 2:17)

    03.    Hoe komt de mens tot de zonde? Lees Genesis 3:1-6

    04.    Wat is de straf op de zonde?

    05.    Welke dood draagt ieder mens in zich?

    06.    Met welke dood wordt de eeuwige straf aangeduid?

    07.    Lees Genesis 3:15. Het zaad (= een nakomeling) van Eva zal de duivel de kop vermorzelen. Wie wordt hiermee bedoeld?

    08.    Genesis 3:15 wordt wel de moederbelofte genoemd. Waarom denk je?

    09.    Waarvandaan kan alleen de redding van de mens komen? Lees Johannes 3:15 en Romeinen 3:23-24

    10.    Lees Romeinen 10:17. Hoe komen wij aan het geloof in Jezus christus?

    11-07-2009 om 00:00 geschreven door leader  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Bijbelstudie Oude Testament
    05-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijbelstudie Oude Testament les 1
    De Schepping

    Lees Genesis 1 en Genesis 2

    In den beginne schiep God...
    Het eerste bijbelboek is Genesis. Het woord 'genesis' betekent 'wording' of 'oorsprong'. Genesis begint dan ook met het Hebreeuwe woord beresjit = in het begin. De oorsprong van de hemel en de aarde en de oorsprong van het volk Israël worden in dit boek beschreven, maar ook de oorsprong van de zonde en daarmee van alle ellende in de wereld.
    Er wordt echter ook over de oorsprong van Gods belofte gesproken. God Zelf zal zorgen dat de Verlosser naar de wereld komt. Jezus Christus zal zorgen dat de zonden vergeven kunnen worden, dat er weer vrede en harmonie, eeuwig zalig leven met God mogelijk zal zijn. In den beginne schiep God de hemel en de aarde. Dat is meteen een duidelijk antwoord op de vraag waar alles vandaan komt.
    God zegt dus dat Hij de Schepper is en dat alles van Hem komt. God schept uit het niets de hemel en de aarde. Op deze aarde is alles nog woest en leeg. Maar dan gaat God spreken. Alleen door te spreken zorgt Hij ervoor dat in zes dagen alles ontstaat:
    1e dag: het licht
    2e dag: het uitspansel (= de dampkring)
    3e dag: de scheiding tussen water en land en schepping van de plantenwereld
    4e dag: de lichtdragers: zon, maan en sterren
    5e dag: de vogels en de vissen
    6e dag: de landdieren en de mens.
    De 7e dag stelt God in als de rustdag

    God schiep de hemel en de aarde: alles ontstaat doordat God spreekt. Hij heeft geen 'grondstof' nodig. Hieruit blijkt Zijn almacht. Zijn wens, Zijn wil, Zijn Woord liggen eraan ten grondslag.
    Je kunt dus nooit zeggen dat de aarde, met alles wat leeft, waardeloos is, onbelangrijk is. God heeft alles gemaakt. En God zag dat het goed was. Het staat er als een refrein. Na de schepping van de mens lezen we zelfs: En God zag al wat Hij gemaakt had en zie, het was zee goed (Genesis 1:31). Dat er in onze wereld zoveel niet goed is, ligt dus niet aan God.

    Rustdag
    God stelt de rustdag in. God schiep alles in zes dagen en rustte op de zevende dag. Gods 'werkweek' staat voor de mens model: zes dagen werken en een dag rusten!

    Geschapen naar Gods beeld
    God schiep alle dieren naar hun aard. Vanaf het begin zijn er verschillende diersoorten geweest. Er is dus geen evolutie van de ene soort naar de andere. In tegenstelling tot de dieren werd de mens naar het beeld van God geschapen (Genesis 1:26-28). De mens leeft niet op aarde om zomaar 'zichzelf' te zijn, maar om op aarde het beeld van God te vertonen.
    Zoals God is, heilig, rechtvaardig, vol liefde en volkomen goed, zoe moet de mens ook zijn. De mens is op aarde Gods vertegenwoordiger, representant, ambassadeur. Dat bepaalt ook de houding van de mens tegenover de schepper, maar ook tegenover zijn naaste en het geheel van Gods schepping. De mens is 'rentmeester'. Zoals ook blijkt uit de opdracht die God de mens -man en vrouw- geeft: om de aarde te bouwen en te bewaren (Genesis 2:15). Hiervoor ontvangt Adam van God zijn vrouw, Eva of Manninne geheten, als een hulp die bij hem past (Genesis 2:20). Man en vrouw horen bij elkaar, ieder met een eigen taak. Om de schepping te beheren en niet om die te beheersen.

    Het leven van God
    ...alzo werd de mens tot een levende ziel (Genesis 2:7). De mens wordt geschapen met lichaam en ziel. Daarmee ligt het leven in Gods hand. Dit betekent dat de mens niet zelf kan beschikken over leven of dood. Dit gegeven bepaald ons denken over bijvoorbeel abortus, euthanasie en Zelfmoord.

    Schepping of evolutie
    ja, maar... hoe zit het dan met de evolutietheorie? Die leert het toch anders? Heel primitief leven zou vanuit de oerknal (big bang) als vanzelf zijn ontstaan. Vanuit de meest eenvoudige vorm van leven heeft het hogere zich vanuit het lagere ontwikkeld, zonder ingrijpen van buitenaf. Nu is deze theorie ook in de wetenschap al niet zo simpel als het in menig aardrijkskunde- of biologieboek misschien lijkt. Maar één ding moet duidelijk gesteld worden: wij geloven op grond van Gods eigen Woord dat God alles geschapen heeft. Tegenover dit geloof lijkt de evolutietheorie te staan als wetenschap. Maar... de evolutietheorie is nog nooit wetenschappelijk bewezen!
    Zeker haar begin niet. Voor de beginstelling is dus ook 'geloof' nodig. Daarbij komt dat er zoveel 'missing links' zijn. Deze theorie berust ook op 'geloof': op het geloof (of liever het ongeloof!) dat er van een goddelijke Schepper geen sprake kan zijn. Voor heel de evolutietheorie, die uitgaat van miljarden jaren van ontwikkeling, is namelijk één vooronderstelling nodig: er is geen God Die in de gebeurtenissen ingegrepen heeft. Mensen die met Darwin aan het beging van deze theorie stonden, hebben dit ook toegegeven. Het was juist hun opzet om iets te stellen tegenover het Bijbelse geloof in God als Schepper van hemel en aarde. Want met goddelijke ingrijpen kun je immers niet werken in de wetenschap, zo was hun opvatting. Maar dit is eigenlijk een zeer onwetenschappelijke stelling! Want ze houdt in dat wat wij met ons verstand niet kunnen begrijpen, ook onmogelijk zou zijn. Hiermee doet de wetenschap een uitspraak die ze niet mag maken. Daarmee overschrijdt ze haar grensen. En juist op dit beslissende punt kan iemand die in de Bijbel gelooft niet meegaan. Heel duidelijk lezen we hierover in Hebreeen 11:1-3: Het geloof is nu een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet. (...) Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord van God is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit de dingen, die gezien worden.
    Zou het niet de uiteindelijke reden van het onderwerpen van de evolutietheorie zijn, dat men niet wil weten van een Schepper, omdat men niet wil erkennen dat ieder mens eenmaal tegenover zijn Schepper rekenschap moet afleggen van alles wat we gedaan hebben?
    De apostel Paulus zegt in Handelingen 17:31 tegen de geleerde Atheners: dat Hij (=God) een dag gesteld heeft op welke Hij de aardbodem (=alle mensen die erop gewoond hebben) rechtvaardig zal oordelen door een Man (=Jezus Christus, Gods Zoon) Die Hij daartoe geordineerd heeft (=aangesteld).

    Vragen:
    001. Wat betekent het woord Genesis?
    002. De dieren zijn 'geschapen naar hun aard', de mens 'naar Gods beeld'. Wat willen beide uitdrukkingen zeggen?
    003. Welke opdracht geeft God aan de mens ten aanzien van Zijn schepping? (Genesis 2:15)
    004. Waarom is de evolutietheorie op grond van de Bijbel af te wijzen?
    005. Wat is de kern van het Bijbelse scheppingsverhaal?
    006. God gaf de mens heerschappij over de schepping. De opdracht was: de aarde te bebouwen en te bewaren. Wat kun je zeggen over het uitvoeren van deze opdracht als je kijkt naar: het uitsterven van planten- en diersoorten/ de bio-industrie/ kernafval/ ons omgaan met het milieu/ ons omgaan met de medemens?
    007. Lees Johannes 1:1-5 In het beging van het Evangelie naar de beschrijving van Johannes valt op dat er over het Woord gesproken wordt. Wat wordt van dit Woord in de eerste verzen gezegd? Wie wordt hiermee bedoeld?
    008. Lees Genesis 1:16.
      a. Wat is 'het grote licht tot heerschappij des daags'?
      b. Wat is 'het kleine licht tot heerschappij des nachts'?
    009. Lees Genesis 2:1-3.
     Waarom houden christenen de rustdag?
    010. Lees Genesis 2:18-24.
     Wat zegt dit over het huwelijk t.o.v. andere samenlevingsvormen?

    Vragen kunne opgelost worden en verstuurd worden naar het e-mail adres: volvo46011@hotmail.com

    05-07-2009 om 00:00 geschreven door leader  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Bijbelstudie Oude Testament
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijbelstudie inleiding

    Beste bloggers,
    De eerste paar weken zullen wij een paar bijbelstudies volgen over het oude testament,
    iedere week zal ik er een bijbelstudie over geven en ik hoop dat het jullie welgevallig gaat,
    ik zal onder elke les een paar vragen zetten en als jullie willen kunnen jullie het oplossen, moeilijk is het niet,
    groetjes de leader

    05-07-2009 om 00:00 geschreven door leader  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Bijbelstudie Oude Testament

    Archief per week
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs