Foto
Welkom op dit bijbel lees blog. Dat de Here u mag zegenen, veel leesplezier in Zijn woord.

Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto
Zoeken in blog


Foto
Foto
Inhoud blog
  • Alles wat Hij doet getuigt van trouw
  • U hebt vergeven
  • Ik leg mijn geest in uw hand
  • U hebt mij genezen
  • De stem van de heer
  • Sleur mij niet met de bozen mee
  • Mijn licht, mijn heil – voor wie zou ik vrezen?
  • Wees rechter over mij
  • Mijn verlangen gaat uit naar U
  • Wie mag de berg van de heer bestijgen?
  • De heer is mijn herder
  • Waarom hebt U mij in de steek gelaten?
  • Om uw macht is de koning verheugd
  • De heer vervult wat u verlangt
  • De hemel ontvouwt de glorie van God
  • U bent mijn lamp en mijn luchter
  • Ik vraag om vrijspraak
  • U bent mijn levensbeker
  • Wie mag gast zijn in uw tent?
  • Een goed mens vind je niet meer
  • Hoe lang nog, heer?
  • Heer, bescherm ons
  • Mijn schuilplaats is bij de heer
  • Waarom zo verborgen in bittere tijden?
  • U kiest mijn zijde
  • Hoe machtig is uw naam
  • Spreek mij vrij, ik ben onschuldig
  • Bevrijd mij omwille van uw liefde
  • Ik leg mijn zaak aan u voor
  • U alleen laat mij leven
  • Talrijk zijn mijn vijanden
  • Ikzelf heb mijn koning gezalfd
  • Gelukkig de mens die vreugde beleeft aan de wet.
  • Onder constructie
    De Bijbel online lezen.
    Psalmen
    Het boek Psalmen ontleent zijn naam aan het Griekse woord psalmos, een vertaling van het vaak voorkomende Hebreeuwse psalmopschrift mizmor: een lied dat onder begeleiding van snaarinstrumenten moest worden gezongen. In de Hebreeuwse bijbel heet het boek Tehiliem, Lofliederen. In die titel wordt uitgedrukt dat het psalmboek in zijn totaliteit, inclusief de klaagzangen en gebeden die erin voorkomen, een veelstemmig loflied is op de God van Israël. Het boek behoort tot de Ketoevim, de Geschriften. Veel psalmen danken hun ontstaan aan de eredienst in cultische centra, zoals de tempel van Jeruzalem, of komen voort uit persoonlijke ervaringen en omstandigheden. Ze zijn voor een deel geschreven en gebundeld voor gebruik in de liturgie. Maar er zijn ook psalmen waarin een verwijzing naar de eredienst ontbreekt. Het boek Psalmen met zijn grote diversiteit aan liederen (klaagzangen, gebeden, hymnen en dankpsalmen) is kennelijk bedoeld voor algemeen gebruik door de hele geloofsgemeenschap. Voor de meeste psalmen geldt dat het moeilijk vast te stellen is wanneer ze zijn ontstaan. Het boek heeft zijn huidige vorm vermoedelijk pas gekregen tussen 200 en 150 v.Chr. De oudste psalmen zijn waarschijnlijk tussen 1000 en 586 v.Chr. geschreven voor gebruik in de tempel van Salomo, maar een groot aantal dateert uit de tijd van de tweede tempel (na 515 v.Chr.). Een enkele keer is een globale datering uit de inhoud van een lied af te leiden, zoals bij de psalmen die terugblikken op historische gebeurtenissen als de Babylonische ballingschap, die duurde van 586 tot 539 v.Chr.
    31-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onder constructie
    Dit blog is volop in opbouw. 

    20-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelukkig de mens die vreugde beleeft aan de wet.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen






    Psalmen 1


    G
    elukkig de mens
    die niet meegaat met wie kwaad doen,
    die de weg van zondaars niet betreedt,
    bij spotters niet aan tafel zit,
    maar vreugde vindt in de wet van de HEER
    en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht.

    Hij zal zijn als een boom,
    geplant aan stromend water.
    Op tijd draagt hij vrucht,
    zijn bladeren verdorren niet.
    Alles wat hij doet komt tot bloei.

    Zo niet de wettelozen!
    Zij zijn als kaf
    dat verwaait in de wind.

    Wettelozen houden niet stand waar recht heerst,
    zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen.
    De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen,
    de weg van de wettelozen loopt dood.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ikzelf heb mijn koning gezalfd
    Psalmen 2

    W
    aartoe leidt het woeden van de volken,
    het rumoer van de naties? Tot niets.
    De koningen van de aarde komen in verzet,
    de wereldmachten spannen samen
    tegen de HEER en zijn gezalfde:
    ‘Wij moeten hun juk afwerpen,
    ons van hun boeien bevrijden.’

    Die in de hemel troont lacht,
    de Heer spot met hen.
    Dan spreekt hij tot hen in woede,
    en zijn toorn verbijstert hen:
    ‘Ikzelf heb mijn koning gezalfd,
    op de Sion, mijn heilige berg.’

    Het besluit van de HEER wil ik bekendmaken.
    Hij sprak tot mij:
    ‘Jij bent mijn zoon,
    ik heb je vandaag verwekt.
    Vraag het mij
    en ik geef je de volken in bezit,
    de einden der aarde in eigendom.
    Jij kunt ze breken met een ijzeren staf,
    ze stukslaan als een aarden pot.’

    10 Daarom, koningen, wees verstandig,
    wees gewaarschuwd, leiders van de aarde.
    11 Onderwerp u, toon de HEER uw ontzag,
    breng hem bevend uw hulde.
    12 Bewijs eer aan zijn zoon met een kus,
    anders ontvlamt zijn woede, en uw weg loopt dood,
    want bij het geringste ontsteekt hij in toorn.
    Gelukkig wie schuilen bij hem.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Talrijk zijn mijn vijanden
    Psalmen 3

    E
    en psalm van David, op de vlucht voor zijn zoon Absalom.

    HEER, hoe talrijk zijn mijn belagers,
    velen vallen mij aan,
    velen zeggen van mij:
    ‘God zal hem niet redden.’ sela

    U, HEER, bent een schild om mij heen,
    u bent mijn eer, u houdt mij staande.
    Roep ik tot de HEER om hulp,
    hij antwoordt mij vanaf zijn heilige berg. sela

    Ik ga liggen, val in slaap
    en word wakker – de HEER beschermt mij.
    Ik vrees de tienduizenden niet
    die mij aan alle kanten omringen.

    Sta op, HEER, en red mij, God,
    sla mijn vijanden in het gezicht,
    breek de tanden van de wettelozen.
    Bij u, HEER, is redding,
    uw zegen rust op uw volk. sela

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.U alleen laat mij leven
    Psalmen 4

    V
    oor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm van David.

    Antwoord mij als ik roep,
    God die mij recht doet.
    Geef mij ruimte als ik belaagd word,
    wees genadig, hoor mijn gebed.

    Machtigen, hoe lang nog maakt u mij te schande,
    is de schijn u lief, de leugen uw leidraad? sela
    De HEER schenkt zijn gunst aan wie hem trouw is,
    de HEER luistert als ik tot hem roep.

    Beef voor hem en zondig niet,
    bezin u in de nacht en zwijg. sela
    Breng de juiste offers,
    heb vertrouwen in de HEER.

    Velen zeggen: ‘Wie maakt ons gelukkig?’ –
    HEER, laat het licht van uw gelaat over ons schijnen.
    In u vindt mijn hart meer vreugde
    dan zij in hun koren en wijn.

    In vrede leg ik mij neer
    en meteen slaap ik in,
    want u, HEER, laat mij wonen
    in een vertrouwd en veilig huis.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik leg mijn zaak aan u voor
    Psalmen 5

    V
    oor de koorleider. Bij het spel op de schalmei. Een psalm van David.

    Hoor mijn woorden, HEER,
    sla acht op mijn klagen.
    Luister naar mijn hulpgeroep,
    mijn koning en mijn God,
    tot u richt ik mijn bede.

    In de morgen, HEER, hoort u mijn stem,
    in de morgen wend ik mij tot u en wacht.

    U bent een God die zich niet verheugt in het kwaad,
    bij u is de misdaad niet welkom.
    Gewetenlozen houden geen stand
    onder de blik van uw ogen.

    U haat allen die onrecht doen,
    leugenaars richt u te gronde.
    U verafschuwt, HEER,
    wie bedriegt en bloed vergiet.

    Maar ik mag door uw grote liefde uw huis binnengaan,
    van ontzag vervuld mij buigen naar uw heilige tempel.
    Leid mij langs mijn belagers, HEER, door uw gerechtigheid,
    maak effen de weg die u mij wijst.

    10 Onwaarheid komt uit hun mond,
    onheil huist in hun hart,
    een open graf is hun keel,
    gespleten is hun tong.

    11 Laat hen boeten, God,
    laat hen in hun eigen valkuil lopen.
    Verstoot hen om hun grote wandaden,
    want ze zijn opstandig tegen u.

    12 Er is vreugde bij allen die schuilen bij u,
    eeuwige jubel omdat u hen beschermt,
    wie uw naam beminnen juichen u toe!
    13 U zegent de rechtvaardigen, HEER,
    als een schild beschut hen uw genade.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bevrijd mij omwille van uw liefde
    Psalmen 6

    V
    oor de koorleider. Bij snarenspel, op de wijs van De achtste. Een psalm van David.

    HEER, straf mij niet in uw woede,
    tuchtig mij niet in uw toorn.
    Heb erbarmen, HEER, want ik kwijn weg.
    Genees mij, HEER, ik ben doodsbang,
    ik vrees voor mijn leven.
    Hoe lang, HEER, moet ik nog wachten?

    Keer terug, HEER, spaar toch mijn leven,
    toon mij uw trouw en red mij.
    Want doden noemen uw naam niet meer!
    Wie in het dodenrijk kan u nog loven?

    Moe ben ik van zuchten,
    elke nacht is mijn kussen nat,
    mijn bed doorweekt van tranen.
    Mijn ogen zijn gezwollen van verdriet,
    roodomrand van alles wat mij benauwt.

    Weg van mij, allen die kwaad doen!
    De HEER hoort hoe luid ik ween,
    10 de HEER hoort mijn roep om erbarmen,
    de HEER neemt mijn smeekbede aan.
    11 Beschaamd en doodsbang keren mijn vijanden om,
    in een oogwenk met schande bedekt.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spreek mij vrij, ik ben onschuldig
    Psalmen 7

    E
    en klaaglied van David, dat hij voor de HEER gezongen heeft over de Benjaminiet Kus.

    HEER, mijn God, bij u schuil ik,
    bevrijd mij van mijn vervolgers, red mij,
    ze zullen mij nog verscheuren als leeuwen,
    mij meesleuren zonder dat iemand mij redt.

    HEER, mijn God, als ik iets heb misdaan,
    als er onrecht kleeft aan mijn handen,
    als ik goed met kwaad heb vergolden,
    of mijn belager zonder reden heb beroofd –
    laat dan de vijand mij achtervolgen, mij inhalen,
    vertreden en vertrappen in het stof,
    mij beroven van mijn eer en mijn leven. sela

    Sta op, HEER, laat uw toorn ontbranden,
    keer u tegen de razernij van mijn belagers,
    kom mij te hulp, gebieder van het recht.
    Laat u omringen door de raad van de volken
    en bestijg hoog boven hen uw troon,
    HEER, rechter van de wereld.

    Doe mij recht, HEER, ik ben onschuldig,
    mij treft geen blaam.
    10 Roep de goddelozen een halt toe
    en wees de rechtvaardige tot steun.
    U die hart en nieren doorgrondt
    bent een rechtvaardige God.

    11 God is het schild dat mij beschermt,
    hij bevrijdt de oprechten van hart.
    12 God is een rechtvaardige rechter,
    hij bestraft het kwaad, elke dag.

    13 Maar de vijand scherpt opnieuw zijn zwaard,
    hij spant zijn boog en legt aan,
    14 hij richt zijn wapens om te doden,
    zijn pijlen zijn schichten van vuur.

    15 Hij draagt verderf onder het hart,
    zwanger van onheil baart hij bedrog.
    16 Hij delft een put en diept hem uit,
    maar valt in de kuil die hij zelf heeft gegraven.
    17 Het onheil keert zich tegen hem,
    het geweld komt neer op zijn eigen hoofd.

    18 Ik zal de HEER om zijn rechtvaardigheid loven,
    de naam van de HEER, de Allerhoogste, bezingen.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe machtig is uw naam
    Psalmen 8

    V
    oor de koorleider. Op de wijs van De Gatitische. Een psalm van David.

    HEER, onze Heer,
    hoe machtig is uw naam
    op heel de aarde.

    U die aan de hemel uw luister toont –
    met de stemmen van kinderen en zuigelingen
    bouwt u een macht op tegen uw vijanden
    om hun wraak en verzet te breken.

    Zie ik de hemel, het werk van uw vingers,
    de maan en de sterren door u daar bevestigd,
    wat is dan de sterveling dat u aan hem denkt,
    het mensenkind dat u naar hem omziet?

    U hebt hem bijna een god gemaakt,
    hem gekroond met glans en glorie,
    hem toevertrouwd het werk van uw handen
    en alles aan zijn voeten gelegd:

    schapen, geiten, al het vee,
    en ook de dieren van het veld,
    de vogels aan de hemel, de vissen in de zee
    en alles wat trekt over de wegen der zeeën.

    10 HEER, onze Heer,
    hoe machtig is uw naam
    op heel de aarde.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.U kiest mijn zijde
    Psalmen 9

    V
    oor de koorleider. Op de wijs van De dood van de zoon. Een psalm van David.

    Ik wil u loven, HEER, met heel mijn hart,
    vertellen van uw wonderdaden.
    Ik wil vrolijk zijn, u toejuichen,
    uw naam bezingen, Allerhoogste,

    nu mijn vijanden terugdeinzen,
    ten val komen en onder uw blik vergaan.
    Want u hebt mijn rechten verdedigd,
    u nam plaats op uw zetel, rechtvaardige rechter.

    U hebt volken bedreigd, goddelozen omgebracht,
    hun namen uitgewist voor eeuwig.
    De vijanden zijn verslagen, uit de herinnering verdwenen.
    U vaagde hun steden weg: ruïnes voor altijd.

    Zo vergaat het hun! Maar de HEER zetelt voor eeuwig,
    zijn rechterstoel staat onwrikbaar vast.
    Hij bestuurt de wereld naar recht en wet,
    alle volken berecht hij eerlijk.

    10 Moge de HEER een burcht zijn voor de verdrukte,
    een burcht in tijden van nood.
    11 Wie uw naam kent, kan op u vertrouwen,
    u verlaat niet wie u zoeken, HEER.

    12 Zing voor de HEER die zetelt op de Sion,
    maak aan de volken zijn daden bekend.
    13 Hij wreekt vergoten bloed, gedenkt de doden,
    de noodkreet van de nederigen vergeet hij niet.

    14 Heb erbarmen, HEER, zie hoe mijn haters mij kwellen,
    draag mij weg van de poorten van de dood.
    15 Dan kan ik vertellen van uw roemrijke daden,
    juichen in de poorten van Sion: ‘U hebt mij gered!’

    16 De volken verdwijnen in de kuil die zij groeven,
    hun voet raakt verstrikt in het net dat zij heimelijk spanden.
    17 De HEER maakt zich bekend en doet recht,
    door zijn hand komt de goddeloze ten val. higgajon,

    18 Laten de goddelozen weggaan naar het dodenrijk,
    alle volken die God zijn vergeten.
    19 Maar God vergeet de armen niet,
    voor de zwakken is niet alle hoop verloren.

    20 Sta op, HEER, laat de macht niet aan mensen.
    Mogen de volken berecht worden in uw aanwezigheid.
    21 Jaag ze angst aan, HEER,
    zij moeten weten dat ze mensen zijn. sela

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom zo verborgen in bittere tijden?
    Psalmen 10

    W
    aarom, HEER, bent u zo ver
    en verbergt u zich in tijden van nood?
    In hun hoogmoed vervolgen zondaars de zwakken –
    maak hen gevangenen van hun eigen plannen!

    De mens zonder God prijst wat hij najaagt,
    en als hij rijk is, vervloekt en veracht hij de HEER.
    Hij denkt in zijn waan: Niemand vraagt mij rekenschap.
    Er is geen God, maakt hij zich wijs.

    Het gaat hem goed, wat hij ook onderneemt,
    maar uw verheven oordelen raken hem niet.
    Zijn tegenstanders beticht hij van leugens.
    Hij denkt bij zichzelf: Ik kom niet ten val,
    nooit kan het kwaad mij deren.

    Zijn mond vloekt en liegt, dreigt met geweld,
    zijn tong brengt misdaad en onrecht voort.
    Op stille plaatsen ligt hij in hinderlaag,
    op verborgen plekken doodt hij onschuldigen,
    zijn ogen spieden naar weerloze mensen.

    Hij loert, verborgen als een leeuw in het struikgewas,
    hij loert naar een prooi en tracht hem te vangen,
    hij vangt zijn prooi in een net en sleurt hem mee –
    10 die buigt, krimpt ineen,
    en valt in zijn klauwen, weerloos.
    11 Hij denkt bij zichzelf: God vergeet het,
    wendt zijn blik af, ziet het niet.

    12 Sta op, HEER, hef uw hand, God,
    vergeet de armen niet.
    13 Hoe kan de zondaar u verachten
    en denken: God vraagt geen rekenschap.

    14 Toch ziet u de pijn en het verdriet,
    u merkt het op en weegt het in uw hand.
    Op u vertrouwen weerloze mensen,
    de wezen, u komt hun te hulp.

    15 Breek de macht van de goddelozen,
    eis rekenschap en ban het kwade uit.
    16 De HEER is koning voor eeuwig en altijd:
    vijandige volken verdwijnen uit zijn land.

    17 U, HEER, verhoort de wens van de nederigen,
    u bemoedigt hen en luistert met aandacht,
    18 u doet recht aan wezen en verdrukten.
    Geen mens kan hen nog uit het land verjagen.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn schuilplaats is bij de heer
    Psalmen 11

    V
    oor de koorleider. Van David.

    Schuilen doe ik bij de HEER.
    Hoe kunnen jullie dan zeggen:
    ‘Vogel, vlieg weg naar de bergen!
    Zondaars spannen de boog
    en leggen hun pijlen al op de pees
    om de oprechte in het duister te treffen.
    Wat kan een rechtvaardige anders doen,
    als de grond onder alles wegzinkt?’

    De HEER in zijn heilig paleis,
    de HEER op zijn troon in de hemel,
    met aandacht beziet hij
    en fronsend keurt hij
    de mensen op aarde.

    De HEER keurt rechtvaardigen en zondaars.
    Wie het geweld liefhebben, haat hij.
    Vuur en zwavel stort hij over hen uit,
    storm drinken zij uit de beker die hij aanreikt.
    Rechtvaardig is de HEER, hij heeft rechtvaardigheid lief.
    De oprechte zal zijn gelaat aanschouwen.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heer, bescherm ons
    Psalmen 12

    V
    oor de koorleider. Op de wijs van De achtste. Een psalm van David.

    Grijp in, HEER! Niemand is nog trouw,
    geen mens spreekt nog waarheid.
    Ze beliegen elkaar allemaal,
    vals en verraderlijk is hun woord.

    HEER, snijd hun valse tongen af,
    snoer de monden vol grootspraak
    die zeggen: ‘Met onze tong zijn we sterk,
    onze mond helpt ons, wie kan ons aan?’

    Zwakken en armen zuchten onder het geweld –
    ‘Om hen sta ik op,’ zegt de HEER,
    ‘ik breng de redding die zij verlangen.’
    De woorden van de HEER zijn zuiver
    als zilver, gesmolten in de smeltkuil,
    gelouterd tot zevenmaal toe.

    Behoed hen, HEER,
    bescherm hen steeds tegen dat volk.
    Overal sluipen verraders rond
    en onder de mensen verbreidt zich het kwaad.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe lang nog, heer?
    Psalmen 13

    V
    oor de koorleider. Een psalm van David.

    Hoe lang nog, HEER, zult u mij vergeten,
    hoe lang nog verbergt u voor mij uw gelaat?
    Hoe lang nog wordt mijn ziel gekweld door zorgen
    en mijn hart door verdriet overstelpt, dag aan dag?
    Hoe lang nog houdt mijn vijand de overhand?

    Zie mij, antwoord mij, HEER, mijn God!
    Verlicht mijn ogen, dat ik niet in doodsslaap wegzink.
    Laat mijn vijand niet roepen: ‘Ik heb hem verslagen,’
    mijn belagers niet juichen omdat ik bezwijk.

    Ik vertrouw op uw liefde:
    mijn hart zal juichen omdat u redding brengt,
    ik zal zingen voor de HEER, hij heeft mij geholpen.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een goed mens vind je niet meer
    Psalmen 14

    V
    oor de koorleider. Van David.

    Dwazen denken: Er is geen God.
    Verdorven zijn ze, en gruwelijk hun daden,
    geen van hen deugt.
    De HEER kijkt vanuit de hemel naar de mensen
    om te zien of er één verstandig is,
    één die God zoekt.

    Allen zijn afgedwaald, allen ontaard,
    geen van hen deugt, niet één.
    Hebben ze dan geen inzicht, die kwaadstichters?
    Ze verslinden mijn volk of het brood is
    en roepen de HEER niet aan.

    Nog even, en hen overvalt een hevige angst,
    want God is met de rechtvaardigen.
    Lach maar om het vertrouwen van de zwakke –
    hij vindt zijn toevlucht bij de HEER.

    Ach, laat uit Sion redding komen voor Israël.
    Als de HEER het lot van zijn volk ten goede keert,
    zal Jakob juichen, Israël zich verheugen.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie mag gast zijn in uw tent?
    Psalmen 15

    E
    en psalm van David.

    HEER, wie mag gast zijn in uw tent,
    wie mag wonen op uw heilige berg?

    Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is,
    wie oprecht de waarheid spreekt.
    Hij doet aan lasterpraat niet mee,
    hij benadeelt een ander niet
    en drijft niet de spot met zijn naaste.

    Hij veracht wie geen achting waard is,
    maar eert wie ontzag heeft voor de HEER.
    Zijn eed breekt hij niet, al brengt het hem nadeel,
    voor een lening vraagt hij geen rente,
    hij verraadt geen onschuldigen voor geld.

    Wie zo doet, komt nooit ten val.

    28-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.U bent mijn levensbeker
    Psalmen 16

    E
    en stil gebed van David.

    Behoed mij, God, ik schuil bij u.
    Ik zeg tot de HEER: ‘U bent mijn Heer,
    mijn geluk, niemand gaat u te boven.’
    Maar tot de goden in dit land,
    de machten die ik vereerd heb, zeg ik:
    ‘Wie u volgt, wacht veel verdriet.’
    Ik pleng voor hen geen bloed meer,
    niet langer ligt hun naam op mijn lippen.

    HEER, mijn enig bezit, mijn levensbeker,
    u houdt mijn lot in handen.
    Een lieflijk land is voor mij uitgemeten,
    ik ben verrukt van wat mij is toebedeeld.

    Ik prijs de HEER die mij inzicht geeft,
    zelfs in de nacht spreekt mijn geweten.
    Steeds houd ik de HEER voor ogen,
    met hem aan mijn zijde wankel ik niet.

    Daarom verheugt zich mijn hart en juicht mijn ziel,
    mijn lichaam voelt zich veilig en beschut.
    10 U levert mij niet over aan het dodenrijk
    en laat uw trouwe dienaar het graf niet zien.
    11 U wijst mij de weg naar het leven:
    overvloedige vreugde in uw nabijheid,
    voor altijd een lieflijke plek aan uw zijde.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik vraag om vrijspraak
    Psalmen 17

    E
    en gebed van David.

    Luister, HEER, ik vraag om recht,
    luister naar mijn smeken,
    hoor mijn gebed –
    geen leugen komt over mijn lippen.
    Laat van u het oordeel komen,
    laat uw oog zien wat juist is.

    Bezoekt u mij in de nacht
    en beproeft en peilt u mijn hart,
    u zult niets in mijn nadeel vinden,
    geen kwaad kwam uit mijn mond.

    Hoe de mensen ook leven,
    ik houd mij aan het woord van uw lippen.
    De weg van roof en geweld
    heb ik altijd gemeden,
    mijn voeten volgden uw spoor,
    mijn stappen wankelden niet.

    Ik roep tot u om hulp,
    want u geeft mij antwoord.
    Wil mij horen, God,
    luister naar mijn spreken,
    toon mij de wonderen van uw trouw.
    Wie bij u schuilen redt u
    van hun tegenstanders, met uw machtige hand.

    Behoed mij als de appel van uw oog,
    verberg mij in de schaduw van uw vleugels
    voor de goddelozen die mij geweld aandoen,
    voor de vijanden die mij naar het leven staan.

    10 Hun hart is gevoelloos en gesloten,
    hun mond spreekt hoogmoedige taal.
    11 Ze sluiten mij in waar ik mijn voeten ook zet,
    ze houden mij in het oog en hopen op mijn val.
    12 Mijn vijand is een leeuw, belust op prooi,
    een roofdier dat zich schuilhoudt.

    13 Sta op, HEER,
    ga op hem af en druk hem tegen de grond.
    Laat uw zwaard mij bevrijden van de goddelozen,
    14 uw hand, HEER, mij verlossen van die mannen
    des doods, die leven voor kortstondig gewin.

    Ze mogen hun buik vullen met de straf die hun toekomt,
    ze mogen hun kinderen ermee verzadigen,
    hun kleinkinderen geven wat ervan overschiet.
    15 Laat mij, recht gedaan, uw gelaat aanschouwen,
    bij het ontwaken mij verzadigen aan uw beeld.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.U bent mijn lamp en mijn luchter
    Psalmen 18

    V
    oor de koorleider. Van David, de dienaar van de HEER. Hij sprak de woorden van dit lied tot de HEER toen de HEER hem aan de greep van zijn vijanden had ontrukt, ook aan die van Saul. Hij zei:

    Ik heb u lief, HEER, mijn sterkte,
    HEER, mijn rots, mijn vesting, mijn bevrijder,
    God, mijn steenrots, bij u kan ik schuilen,
    mijn schild, kracht die mij redt, mijn burcht.
    Ik roep: ‘Geloofd zij de HEER
    want ik ben van mijn vijanden verlost.

    Mij omsloten de banden van de dood,
    de kolkende afgrond joeg mij angst aan,
    de banden van het dodenrijk omklemden mij,
    op mijn weg lagen de valstrikken van de dood.

    In mijn nood riep ik tot de HEER,
    ik schreeuwde naar mijn God om hulp.
    In zijn paleis hoorde hij mijn stem,
    mijn roepen bereikte zijn oren.

    Toen schudde en schokte de aarde,
    de bergen trilden op hun grondvesten,
    beefden omdat hij vlamde van woede,
    rook steeg op uit zijn neus,
    verterend vuur kwam uit zijn mond,
    hij spuwde hete as.

    10 Hij schoof de hemel open en daalde af,
    duisternis onder zijn voeten,
    11 hij besteeg de cherub en vloog,
    zwevend op de vleugels van de wind.

    12 Hij maakte van het donker zijn schuilplaats,
    trok een tent om zich heen
    van duister water, dichte wolken.
    13 Een vuurgloed ging voor hem uit,
    wolken joegen voort, hagel en gloeiende as.

    14 De donder van de HEER klonk aan de hemel,
    de Allerhoogste verhief zijn stem:
    hagel en gloeiende as.
    15 Hij schoot zijn pijlen en sloeg de vijanden uiteen,
    wierp zijn bliksemschichten en verdreef hen.

    16 De beddingen van het water werden zichtbaar,
    de grondvesten van de wereld kwamen bloot
    door uw dreigende blik, HEER,
    door de briesende adem uit uw neus.

    17 Hij bood hulp van omhoog, greep mij vast
    en trok mij op uit de woeste wateren,
    18 ontrukte mij aan mijn machtige vijand,
    aan mijn haters, die sterker waren dan ik.

    19 Op de dag van mijn ondergang vielen zij aan,
    maar de HEER was mij tot steun.
    20 Hij leidde mij weg uit de nood en gaf mij ruimte,
    bevrijdde mij, omdat hij mij liefhad.

    21 De HEER heeft mijn onschuld vergolden,
    mij beloond voor mijn reine handen:
    22 ik volgde de wegen die de HEER had gewezen
    en werd mijn God niet ontrouw,
    23 zijn voorschriften hield ik voor ogen,
    zijn wetten wees ik nooit af.

    24 Ik was hem volkomen toegewijd
    en hoedde mij steeds voor het kwaad,
    25 daarom heeft de HEER mijn onschuld beloond,
    hij zag mijn reine handen.

    26 U bent trouw voor de trouwe,
    volmaakt voor de volmaakte,
    27 zuiver voor de zuivere,
    maar voor de sluwe ongrijpbaar.

    28 U bent de redder van het vertrapte volk,
    wie zich hoog wanen, brengt u ten val.
    29 U bent het die mijn lamp doet schijnen,
    u, HEER, mijn God, verlicht mijn duisternis,
    30 met u storm ik af op een legerbende,
    met mijn God beklim ik de hoogste muur.

    31 Gods weg is volmaakt,
    het woord van de HEER is zuiver,
    een schild is hij
    voor allen die bij hem schuilen.

    32 Wie anders is God dan de HEER,
    wie anders een rots dan onze God?
    33 De God die mij met kracht omgordt,
    leidt mij op een volmaakte weg,

    34 hij geeft mij voeten snel als hinden,
    doet mij op toppen van bergen staan,
    35 oefent mijn handen voor de strijd –
    mijn armen spannen de bronzen boog.

    36 U was het schild dat mij redde,
    uw rechterhand ondersteunde mij,
    uw woord maakte mij sterk,
    37 u baande de weg voor mijn voeten,
    ik wankelde niet.

    38 Ik achtervolgde mijn vijanden, haalde hen in
    en keerde niet terug voor ik hen had vernietigd,
    39 ik verpletterde hen, ze stonden niet meer op,
    dood lagen ze onder mijn voeten.

    40 U hebt mij omgord met kracht voor de strijd,
    mijn tegenstanders voor mij doen buigen,
    41 u liet mij de rug van mijn vijanden zien,
    mijn haters, ik roeide ze uit.

    42 Ze riepen om hulp, maar er was geen redder,
    ze riepen de HEER, maar hij antwoordde niet.
    43 Ik verpulverde hen tot stof in de wind,
    veegde hen weg als vuil van de straat.

    44 U bevrijdde mij van een opstandig volk,
    stelde mij aan tot hoofd van de naties.
    Een volk dat ik niet kende, onderwierp zich,
    45 gehoorzaamde mij zodra het van mij hoorde.
    Vreemdelingen toonden zich onderdanig,
    46 vreemde volken verloren hun kracht,
    bevend kwamen zij uit hun burchten.

    47 De HEER leeft, geprezen zij mijn rots,
    hoogverheven is God, mijn redder.
    48 De God die mij wraak liet nemen,
    dwong volken op de knieën,
    49 bevrijdde mij van mijn vijanden,
    verhief mij boven mijn tegenstanders,
    ontrukte mij aan mannen van geweld.

    50 Daarom wil ik u prijzen te midden van de volken, HEER,
    een loflied zingen tot eer van uw naam.
    51 Hij schenkt zijn koning grote overwinningen,
    betoont zich trouw aan zijn gezalfde,
    aan David en zijn nageslacht, voor altijd.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De hemel ontvouwt de glorie van God
    Psalmen 19

    1 V
    oor de koorleider. Een psalm van David.

    De hemel verhaalt van Gods majesteit,
    het uitspansel roemt het werk van zijn handen,
    de dag zegt het voort aan de dag die komt,
    de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.

    Toch wordt er niets gezegd, geen woord
    gehoord, het is een spraak zonder klank.
    Over heel de aarde gaat hun stem,
    tot aan het einde van de wereld hun taal.

    Daar heeft hij een tent opgeslagen voor de zon:
    een jonge bruidegom die het bruidsbed verlaat,
    een held die vrolijk voortrent op zijn weg.
    Aan het ene einde van de hemel komt hij op,
    aan het andere einde voltooit hij zijn loop,
    niets blijft voor zijn gloed verborgen.

    De wet van de HEER is volmaakt:
    levenskracht voor de mens.
    De richtlijn van de HEER is betrouwbaar:
    wijsheid voor de eenvoudige.

    De bevelen van de HEER zijn eenduidig:
    vreugde voor het hart.
    Het gebod van de HEER is helder:
    licht voor de ogen.

    10 Het ontzag voor de HEER is zuiver,
    houdt stand, voor altijd.
    De voorschriften van de HEER zijn waarachtig,
    rechtvaardig, geheel en al.

    11 Ze zijn begeerlijker dan goud,
    dan fijn goud in overvloed,
    en zoeter dan honing,
    dan honing vers uit de raat.

    12 Uw dienaar laat zich erdoor verlichten,
    wie ze opvolgt wordt rijk beloond.
    13 Maar wie kan al zijn fouten kennen?
    Spreek mij vrij van verborgen zonden.

    14 Bescherm mij, uw dienaar, en laat hoogmoed
    niet over mij heersen, dan zal ik volmaakt zijn
    en bevrijd van grote zonde.
    15 Laten de woorden van mijn mond u behagen,
    de overpeinzingen van mijn hart u bekoren,
    HEER, mijn rots, mijn bevrijder.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De heer vervult wat u verlangt
    Psalmen 20

    V
    oor de koorleider. Een psalm van David.

    Moge de HEER u antwoorden in dagen van nood
    en de naam van Jakobs God u beschermen,
    moge hij hulp zenden uit zijn heiligdom,
    uit Sion u bijstaan.

    Moge hij al uw gaven gedenken,
    uw brandoffers welwillend aanvaarden, sela
    moge hij geven wat uw hart verlangt,
    en al uw plannen doen slagen.

    Laat ons juichen om uw overwinning,
    het vaandel heffen, in de naam van onze God.
    Moge de HEER al uw wensen vervullen.

    Dit weet ik zeker:
    de HEER schenkt de overwinning aan zijn gezalfde,
    hij antwoordt hem uit zijn heilige hemel
    met de overwinning door zijn machtige hand.

    Anderen vertrouwen op paarden en wagens,
    wij op de naam van de HEER, onze God.
    Anderen buigen en vallen ter aarde,
    wij richten ons op en houden stand.

    10 HEER, schenk de koning de overwinning,
    antwoord ons wanneer wij u aanroepen.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Om uw macht is de koning verheugd
    Psalmen 21

    V
    oor de koorleider. Een psalm van David.

    HEER, uw kracht verblijdt de koning,
    luid juicht hij om uw overwinning.
    U gaf hem wat zijn hart verlangde,
    het verzoek van zijn lippen wees u niet af. sela

    U nadert hem met rijke zegen
    en plaatst op zijn hoofd een gouden kroon.
    Leven heeft hij gevraagd, u hebt het hem gegeven,
    lengte van dagen, voor eeuwig en altijd.

    Groot is zijn roem door uw overwinning,
    u tooit hem met glans en met glorie,
    u schenkt hem voor altijd uw zegen,
    u verblijdt hem met het licht van uw gelaat.

    Ja, de koning vertrouwt op de HEER,
    door de trouw van de Allerhoogste wankelt hij niet.

    Uw hand zal uw vijanden slaan,
    uw machtige hand uw haters treffen,
    10 u doet hen branden als vuur in een oven
    wanneer u verschijnt.

    De HEER zal hen in zijn woede verslinden,
    vuur zal hen verteren.
    11 Hun kinderen zult u op aarde verdelgen,
    hun nageslacht uitroeien onder de mensen.

    12 Al spannen zij tegen u samen,
    al zinnen zij op kwaad, ze bereiken niets,
    13 want u zult hen op de vlucht jagen,
    u schiet uw pijlen recht op hen af.

    14 Verhef u, HEER, in uw kracht,
    wij zullen uw macht in liederen bezingen.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarom hebt U mij in de steek gelaten?
    Psalmen 22

    V
    oor de koorleider. Op de wijs van De hinde van de dageraad. Een psalm van David.

    Mijn God, mijn God,
    waarom hebt u mij verlaten?
    U blijft ver weg en redt mij niet,
    ook al schreeuw ik het uit.
    ‘Mijn God!’ roep ik
    overdag, en u antwoordt niet,
    ’s nachts, en ik vind geen rust.

    U bent de Heilige,
    die op Israëls lofzangen troont.
    Op u hebben onze voorouders vertrouwd;
    zij hebben vertrouwd en u verloste hen,
    tot u geroepen en zij ontkwamen,
    op u vertrouwd en zij werden niet beschaamd.

    Maar ik ben een worm en geen mens,
    door iedereen versmaad, bij het volk veracht.
    Allen die mij zien, bespotten mij,
    ze schudden meewarig het hoofd:
    ‘Wend je tot de HEER! Laat hij je verlossen,
    laat hij je bevrijden, hij houdt toch van je?’

    10 U hebt mij uit de buik van mijn moeder gehaald,
    mij aan haar borsten toevertrouwd,
    11 bij mijn geboorte vingen uw handen mij op,
    van de moederschoot af bent u mijn God.

    12 Blijf dan niet ver van mij,
    want de nood is nabij
    en er is niemand die helpt.
    13 Een troep stieren staat om mij heen,
    buffels van Basan omsingelen mij,
    14 roofzuchtige, brullende leeuwen
    sperren hun muil naar mij open.

    15 Als water ben ik uitgegoten,
    mijn gebeente valt uiteen,
    mijn hart is als was,
    het smelt in mijn lijf.
    16 Mijn kracht is droog als een potscherf,
    mijn tong kleeft aan mijn gehemelte,
    u legt mij neer in het stof van de dood.

    17 Honden staan om mij heen,
    een woeste bende sluit mij in,
    zij hebben mijn handen en voeten doorboord.
    18 Ik kan al mijn beenderen tellen.
    Zij kijken vol leedvermaak toe,
    19 verdelen mijn kleren onder elkaar
    en werpen het lot om mijn mantel.

    20 HEER, houd u niet ver van mij,
    mijn sterkte, snel mij te hulp.
    21 Bevrijd mijn ziel van het zwaard,
    mijn leven uit de greep van die honden.
    22 Red mij uit de muil van de leeuw,
    bescherm mij tegen de horens van de wilde stier.
    U geeft mij antwoord.

    23 Ik zal uw naam bekendmaken,
    u loven in de kring van mijn volk.
    24 Loof hem, allen die de HEER vrezen,
    breng hem eer, kinderen van Jakob,
    wees beducht voor hem, volk van Israël.

    25 Hij veracht de zwakke niet,
    verafschuwt niet wie wordt vernederd,
    hij wendt zijn blik niet van hem af,
    maar hoort zijn hulpgeroep.

    26 Van u komt mijn lofzang in de kring van het volk,
    mijn geloften los ik in bij wie u vrezen.
    27 De vernederden zullen eten en worden verzadigd.
    Zij die hem zoeken, brengen lof aan de HEER.
    Voor altijd mogen jullie leven!

    28 Overal, tot aan de einden der aarde,
    zal men de HEER gedenken en zich tot hem wenden.
    Voor u zullen zich buigen
    alle stammen en volken.
    29 Want het koningschap is aan de HEER,
    hij heerst over de volken.

    30 Wie op aarde in overvloed leven,
    zullen aanzitten en zich voor hem buigen.
    Ook zullen voor hem knielen
    wie in het graf zijn neergedaald,
    wie hun leven niet konden behouden.

    31 Een nieuw geslacht zal hem dienen
    en aan de kinderen vertellen van de Heer;
    32 aan het volk dat nog geboren moet worden
    zal het van zijn gerechtigheid verhalen:
    hij is een God van daden.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De heer is mijn herder
    Psalmen 23

    E
    en psalm van David.

    De HEER is mijn herder,
    het ontbreekt mij aan niets.

    Hij laat mij rusten in groene weiden
    en voert mij naar vredig water,
    hij geeft mij nieuwe kracht
    en leidt mij langs veilige paden
    tot eer van zijn naam.

    Al gaat mijn weg
    door een donker dal,
    ik vrees geen gevaar,
    want u bent bij mij,
    uw stok en uw staf,
    zij geven mij moed.

    U nodigt mij aan tafel
    voor het oog van de vijand,
    u zalft mijn hoofd met olie,
    mijn beker vloeit over.

    Geluk en genade volgen mij
    alle dagen van mijn leven,
    ik keer terug in het huis van de HEER
    tot in lengte van dagen.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie mag de berg van de heer bestijgen?
    Psalmen 24

    V
    an David, een psalm.

    Van de HEER is de aarde en alles wat daar leeft,
    de wereld en wie haar bewonen,
    hij heeft haar op de zeeën gegrondvest,
    op de stromen heeft hij haar verankerd.

    Wie mag de berg van de HEER bestijgen,
    wie mag staan op zijn heilige plaats?
    Wie reine handen heeft en een zuiver hart,
    zich niet inlaat met leugens
    en niet bedrieglijk zweert.

    Zegen zal hij ontvangen van de HEER
    en recht verkrijgen van God, zijn redder.
    Dat valt hun ten deel die u zoeken,
    die zich tot u wenden – het volk van Jakob. sela

    Hef, o poorten, uw hoofden omhoog,
    verhef u, aloude ingangen:
    de koning vol majesteit wil binnengaan.
    Wie is die koning vol majesteit?
    De HEER, machtig en heldhaftig,
    de HEER, heldhaftig in de strijd.

    Hef, o poorten, uw hoofden omhoog,
    verhef ze, aloude ingangen:
    de koning vol majesteit wil binnengaan.
    10 Wie is hij, die koning vol majesteit?
    De HEER van de hemelse machten,
    hij is de koning vol majesteit. sela

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn verlangen gaat uit naar U
    Psalmen 25

    V
    an David.

    Naar u, HEER, gaat mijn verlangen uit,
    mijn God, op u vertrouw ik, maak mij niet te schande,
    laat mijn vijanden niet triomferen.
    Zij die op u hopen worden niet beschaamd,
    beschaamd worden zij die u achteloos verraden.

    Maak mij, HEER, met uw wegen vertrouwd,
    leer mij uw paden te gaan.
    Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij,
    want u bent de God die mij redt,
    op u blijf ik hopen, elke dag weer.

    Denk aan uw barmhartigheid, HEER,
    aan uw liefde door de eeuwen heen.
    Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd,
    maar denk met liefde aan mij
    en laat uw goedheid spreken, HEER.

    Goed en rechtvaardig is de HEER:
    hij wijst zondaars de weg,
    wie nederig zijn leidt hij in het rechte spoor,
    hij leert hun zijn paden te gaan.
    10 Liefde en trouw zijn de weg van de HEER
    voor wie de wetten van zijn verbond onderhouden.

    11 Vergeef mij, HEER, mijn grote schuld,
    omwille van uw naam.

    12 Aan wie in ontzag voor hem leven,
    leert de HEER de rechte weg te kiezen.
    13 Hun leven verloopt in voorspoed
    en hun kinderen zullen het land bezitten.
    14 De HEER is een vriend van wie hem vrezen,
    hij maakt hen vertrouwd met zijn verbond.

    15 Ik houd mijn oog gericht op de HEER,
    hij bevrijdt mijn voeten uit het net.
    16 Keer u tot mij en wees mij genadig,
    ik ben alleen en ellendig.
    17 Mijn hart is vol van angst,
    bevrijd mij uit mijn benauwenis.

    18 Zie mij in mijn nood, in mijn ellende,
    vergeef mij al mijn zonden.
    19 Zie met hoe velen mijn vijanden zijn,
    hoe ze mij dodelijk haten.

    20 Behoed mij en bevrijd mij,
    maak mij niet te schande, want ik schuil bij u.
    21 Onschuld en oprechtheid mogen mij bewaren,
    op u is mijn hoop gevestigd.

    22 God, verlos Israël,
    verlos het van al zijn angsten.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wees rechter over mij
    Psalmen 26

    V
    an David.

    Doe mij recht, HEER,
    want zonder dwalen ben ik mijn weg gegaan,
    op u, HEER, heb ik vertrouwd,
    ik wankelde niet.
    Doorgrond mij, HEER, en ken mij,
    peil mijn hart en mijn nieren,
    want uw liefde staat mij voor ogen
    en ik bewandel de weg van uw waarheid.

    Met bedriegers zit ik niet aan,
    met huichelaars ga ik niet om,
    ik haat de kring van slechte mensen,
    met wettelozen wil ik niet aan tafel.

    Ik zal mijn handen in onschuld wassen,
    een rondgang maken om uw altaar, HEER,
    om een loflied aan te heffen
    en van uw wonderen te verhalen.

    HEER, het huis waar u woont heb ik lief,
    de plaats waar uw glorie verblijft.
    Verwerp mij niet met de zondaars,
    met mensen die bloed vergieten.
    10 Aan hun vingers kleeft onrecht,
    hun handen zijn met smeergeld gevuld.

    11 Maar ik ga mijn weg zonder dwalen.
    Verlos mij en wees mij genadig.
    12 Mijn voeten staan op effen grond,
    waar uw volk bijeen is, wil ik u prijzen, HEER.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn licht, mijn heil – voor wie zou ik vrezen?
    Psalmen 27

    V
    an David.

    De HEER is mijn licht, mijn behoud,
    wie zou ik vrezen?
    Bij de HEER is mijn leven veilig,
    voor wie zou ik bang zijn?

    Kwaadwilligen kwamen op mij af
    om mij levend te verslinden,
    mijn vijanden belaagden mij,
    maar zij struikelden, zij vielen.

    Al trok een leger tegen mij op,
    mijn hart zou onbevreesd zijn,
    al woedde er een oorlog tegen mij,
    nog zou ik mij veilig weten.

    Ik vraag aan de HEER één ding,
    het enige wat ik verlang:
    wonen in het huis van de HEER
    alle dagen van mijn leven,
    om de liefde van de HEER te aanschouwen,
    hem te ontmoeten in zijn tempel.

    Hij laat mij schuilen onder zijn dak
    op de dag van het kwaad,
    hij verbergt mij veilig in zijn tent,
    hij tilt mij hoog op een rots.

    Daarom heft zich mijn hoofd
    fier boven de vijanden rondom mij,
    ik wil offers brengen in zijn tent,
    hem juichend offers brengen,
    ik wil zingen en spelen voor de HEER.

    Hoor mij, HEER, als ik tot u roep,
    wees genadig en antwoord mij.
    Mijn hart zegt u na:
    ‘Zoek mijn nabijheid!’
    Uw nabijheid, HEER, wil ik zoeken,
    verberg uw gelaat niet voor mij,
    wijs uw dienaar niet af in uw toorn.

    U bent mij altijd tot hulp geweest,
    verstoot mij niet, verlaat mij niet,
    God, mijn behoud.
    10 Al verlaten mij vader en moeder,
    de HEER neemt mij liefdevol aan.

    11 Wijs mij uw weg, HEER,
    leid mij op een effen pad,
    bescherm mij tegen mijn vijanden,
    12 lever mij niet uit aan mijn belagers.
    Valse getuigen staan tegen mij op
    en dreigen met geweld.

    13 Mag ik niet verwachten
    de goedheid van de HEER te zien
    in het land van de levenden?
    14 Wacht op de HEER,
    wees dapper en vastberaden,
    ja, wacht op de HEER.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sleur mij niet met de bozen mee
    Psalmen 28

    V
    an David.

    U, HEER, roep ik aan,
    mijn rots, houd u niet doof.
    Als u blijft zwijgen, word ik
    een dode met de doden in het graf.

    Hoor mijn smeekbede
    als ik u om hulp roep,
    als ik mijn handen ophef
    naar het hart van uw heiligdom.

    Ruk mij niet weg met de kwaadwilligen,
    met hen die onrecht doen,
    die hun vrienden vrede wensen,
    maar in hun hart zinnen op kwaad.

    Geef hun wat ze verdienen,
    vergeld hun naar hun daden,
    naar het werk van hun handen,
    laat hen voor hun misdrijven boeten.
    Voor uw daden, HEER, hebben ze geen oog,
    noch voor het werk van uw handen.
    Breek hen af, bouw hen niet meer op.

    De HEER zij geprezen,
    hij heeft mijn smeekbede gehoord.
    De HEER is mijn kracht en mijn schild,
    op hem vertrouwde mijn hart,
    ik werd geholpen en mijn hart jubelde,
    hem wil ik loven in mijn lied.

    De HEER is de kracht van zijn volk,
    een burcht van redding voor zijn gezalfde.
    Red het volk dat u toebehoort, zegen het,
    wees zijn herder en draag het voor eeuwig.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De stem van de heer
    Psalmen 29

    E
    en psalm van David.

    Erken de HEER, o goden,
    erken de HEER, zijn macht en majesteit,
    erken de HEER, de majesteit van zijn naam,
    buig u voor de HEER in zijn heilige glorie.

    De stem van de HEER boven de wateren,
    de God vol majesteit doet de donder rollen,
    de HEER boven de wijde wateren,
    de stem van de HEER vol kracht,
    de stem van de HEER vol glorie.

    De stem van de HEER splijt ceders,
    de HEER splijt de ceders van de Libanon.
    Opspringen doet hij de Libanon als een kalf
    en de Sirjon als het jong van een wilde stier.

    De stem van de HEER ontbrandt in vurige vlammen,
    de stem van de HEER brengt de woestijn tot beven,
    beven doet de HEER de woestijn van Kades.
    De stem van de HEER doet de hinden kalven
    en de geiten hun jongen werpen.
    Majesteit! roept heel zijn paleis.

    10 De HEER heeft zijn troon boven de vloed,
    ten troon zit de HEER als koning voor eeuwig.
    11 De HEER zal macht aan zijn volk verlenen,
    de HEER zal zijn volk zegenen met vrede.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.U hebt mij genezen
    Psalmen 30

    E
    en psalm. Een lied bij de inwijding van de tempel. Van David.

    Hoog wil ik u prijzen, HEER, want u hebt mij gered
    en mijn vijand geen reden gegeven tot vreugde.
    HEER, mijn God, ik riep tot u
    om hulp en u hebt mij genezen.
    HEER, u trok mij uit het dodenrijk omhoog,
    ik daalde af in het graf, maar u hield mij in leven.

    Zing voor de HEER, allen die hem trouw zijn,
    loof zijn heilige naam.
    Zijn woede duurt een oogwenk,
    zijn liefde een leven lang,
    met tranen slapen we ’s avonds in,
    ’s morgens staan we juichend op.

    In mijn overmoed dacht ik:
    Nooit zal ik wankelen.
    HEER, u had mij lief en ik stond als een machtige berg,
    u verborg uw gelaat en ik bezweek van angst.

    U, HEER, roep ik aan,
    u, Heer, smeek ik om genade.
    10 Wat baat het u als ik sterf,
    als ik afdaal in het graf?
    Kan het stof u soms loven
    en getuigen van uw trouw?

    11 Luister, HEER, en toon uw genade,
    HEER, kom mij te hulp.
    12 U hebt mijn klacht veranderd in een dans,
    mijn rouwkleed weggenomen, mij in vreugde gehuld.
    13 Mijn ziel zal voor u zingen en niet zwijgen.
    HEER, mijn God, u wil ik eeuwig loven.

    12-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik leg mijn geest in uw hand
    Psalmen 31

    V
    oor de koorleider. Een psalm van David.

    Bij u, HEER, schuil ik,
    maak mij nooit te schande.
    Bevrijd mij en doe mij recht,
    hoor mij,
    haast u mij te helpen,
    wees voor mij een rots, een toevlucht,
    een vesting die mij redding biedt.

    U bent mijn rots, mijn vesting,
    u zult mijn gids zijn, mij leiden, tot eer van uw naam,
    mij losmaken uit het net dat voor mij is gespannen,
    u bent mijn toevlucht.

    In uw hand leg ik mijn leven,
    HEER, trouwe God, u verlost mij.
    Wie armzalige goden vereren – ik haat ze,
    ík vertrouw op de HEER.

    Ik zal mij verblijden, juichen over uw trouw,
    want u ziet mijn ellende,
    u kent de nood van mijn ziel,
    u laat niet toe dat de vijand mij insluit,
    u geeft mijn voeten de ruimte.

    10 Heb erbarmen, HEER,
    want ik verkeer in nood,
    mijn ogen zijn gezwollen van verdriet,
    mijn ziel en mijn lichaam verkwijnen,

    11 mijn leven verloopt in ellende,
    zuchtend slijt ik mijn dagen,
    door eigen schuld slinken mijn krachten,
    tot op mijn botten teer ik weg.

    12 Bij allen die mij belagen
    wek ik de lachlust,
    bij mijn buren nog het meest.
    Wie mij kennen zijn verbijsterd,
    wie mij zien aankomen op straat
    wenden zich af en ontvluchten mij.

    13 Vergeten ben ik als een dode, weg uit het hart,
    afgedankt als gebroken aardewerk.
    14 Ik hoor de mensen over mij fluisteren,
    van alle kanten dreigt gevaar.
    Ze steken de hoofden bijeen
    en smeden plannen om mij te doden.

    15 Maar ik vertrouw op u, HEER,
    ik zeg: U bent mijn God,
    16 in uw hand liggen mijn lot en mijn leven, bevrijd mij
    uit de greep van mijn vijanden en vervolgers.
    17 Laat het licht van uw gelaat over mij schijnen,
    toon uw trouw en red uw dienaar.

    18 HEER, u roep ik aan, maak mij niet te schande,
    laat de goddelozen te schande staan
    en verstommen in het dodenrijk.
    19 Zwijgen moeten de leugenaars,
    die hoogmoedig en vol verachting
    rechtvaardige mensen beschuldigen.

    20 Hoe groot is het geluk
    dat u hebt weggelegd voor wie u vrezen,
    dat u bereid hebt voor wie schuilen bij u,
    heel de wereld zal het zien.

    21 U verbergt hen in de beschutting van uw gelaat
    voor de lagen en listen van mensen,
    uw tent biedt hun een schuilplaats
    voor de laster van kwade tongen.

    22 Geprezen zij de HEER om zijn trouw,
    hij heeft een wonder voor mij verricht,
    hij ontzette mij als een belegerde stad.
    23 In mijn angst had ik gezegd:
    ‘Ik ben verbannen uit uw ogen,’
    maar u hebt mijn smeekbede gehoord
    toen ik u om hulp riep.

    24 Getrouwen van de HEER, heb hem lief.
    De HEER behoedt de standvastigen,
    voorgoed rekent hij af met de hoogmoedigen.
    25 Allen die uw hoop vestigt op de HEER:
    wees sterk en houd moed.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.U hebt vergeven
    Psalmen 32

    V
    an David, een kunstig lied.

    Gelukkig de mens van wie de ontrouw wordt vergeven,
    van wie de zonden worden bedekt.
    Gelukkig als de HEER zijn schuld niet telt,
    als in zijn geest geen spoor van bedrog is.

    Zolang ik zweeg, teerden mijn botten weg,
    kreunend leed ik, de hele dag.
    Zwaar drukte uw hand op mij, dag en nacht,
    mijn kracht smolt weg als in de zomerhitte. sela

    Toen beleed ik u mijn zonde,
    ik dekte mijn schuld niet toe,
    ik zei: ‘Ik beken de HEER mijn ontrouw’ –
    en u vergaf mij mijn zonde, mijn schuld. sela

    Laten uw getrouwen dus tot u bidden
    als zij in zichzelf een zonde vinden.
    Stormt dan een vloed van water aan,
    die zal hen niet bereiken.

    Bij u ben ik veilig, u behoedt mij in de nood
    en omringt mij met gejuich van bevrijding. sela

    ‘Ik geef inzicht en wijs de weg die je moet gaan.
    Ik geef raad, op jou rust mijn oog.
    Wees niet redeloos als paarden of ezels
    die met bit en toom worden bedwongen,
    dan zal geen kwaad je treffen.’

    10 Een slecht mens heeft veel leed te verduren,
    maar wie op de HEER vertrouwt wordt met liefde omringd.
    11 Verheug u in de HEER, rechtvaardigen, en juich,
    zing het uit, allen die oprecht zijn van hart.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alles wat Hij doet getuigt van trouw
    Psalmen 33

    J
    uich, rechtvaardigen, voor de HEER,
    de oprechten moeten hem loven.

    Huldig de HEER bij de klank van de lier,
    speel voor hem op de tiensnarige harp.
    Zing voor hem een nieuw lied,
    speel en zing met overgave.

    Oprecht is het woord van de HEER,
    alles wat hij doet is betrouwbaar.
    Hij heeft recht en gerechtigheid lief,
    van de trouw van de HEER is de aarde vervuld.

    Door het woord van de HEER is de hemel gemaakt,
    door de adem van zijn mond het leger der sterren.
    Hij verzamelt het zeewater en sluit het in,
    hij bergt de oceanen in schatkamers weg.

    Laat heel de aarde vrezen voor de HEER,
    en wie de wereld bewonen hem duchten,
    want hij sprak en het was er,
    hij gebood en daar stond het.

    10 De HEER doet de plannen van volken teniet,
    hij verijdelt wat naties beramen,
    11 maar het plan van de HEER houdt eeuwig stand,
    wat hij beraamt, blijft van geslacht tot geslacht.

    12 Gelukkig het volk dat de HEER als zijn God heeft,
    de natie die hij verkoos als de zijne.
    13 Uit de hemel ziet de HEER omlaag
    en slaat hij de sterveling gade.

    14 Vanaf zijn troon houdt hij het oog
    op allen die de aarde bewonen.
    15 Hij die de harten van allen vormt,
    hij doorziet al hun daden.

    16 Koningen winnen niet door een machtig leger,
    brute kracht redt krijgsheren niet.
    17 Van geen nut zijn paarden voor de overwinning,
    hoe sterk ook, ze bieden geen uitkomst.

    18 Het oog van de HEER rust op wie hem vrezen
    en hopen op zijn trouw:
    19 hij zal hen redden in doodsgevaar,
    bij hongersnood zal hij hun leven sparen.

    20 Wij verwachten vol verlangen de HEER,
    hij is onze hulp en ons schild.
    21 Ja, om hem is ons hart verblijd,
    op zijn heilige naam vertrouwen wij.

    22 Schenk ons uw trouw, HEER,
    op u is al onze hoop gevestigd.



    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs