|
1, 2, 3 april 2007.
Om 23h22 kruisen we op 23° Zuid en 25,3° Noord de Nord tropical Line. We zijn nu in tropisch gebied en brengen de nacht door op the bridge samen met de 2de officier. Een man van jaren die de moderne technologie ogenschijnlijk verafschuwt. Uren vertelt hij over vroeger. Over de tijden waar alles nog zonder voorgeprogrammeerde snufjes verliep. Mocht alle technologie morgen verdwijnen dan is hij dankzij zijn jaren lange praktische ervaring goed voorbereid. Werner begint stilaan in te slapen. Het wordt dus tijd om terug naar de kajuiten te gaan.
We zijn ter hoogte van Cap Verd, Senegal. Nicolai is één van de zeelui waar we het meeste contact mee hebben. Prettig gestoord stelt hij voor om vanavond bij volle maan op het achtersteven van het schip een BBQtje te organiseren. De kapitein geeft zijn goedkeuren en zo gezegd, zo gedaan. Daar zaten we dan bij zonsondergang, wachtend op de volle maan, te smullen van een lekker brokje blauwe merlijn. Onze hoop om hier de gehele crew te kunnen vatten wordt opnieuw danig op de proef gesteld. Bij onze telling geraken we niet verder dan 14. Een echt mysterie.
Op 3 april om 14h00 krijgen we de instructie om de ramen te sluiten. De aircos op het schip worden in werking gesteld. Nu we in tropisch gebied zijn begint de tempratuur ongekende hoogtes aan te nemen. De zweetdruppels rollen me over het gelaat. Puffen en blazen telkens we het dek aflopen om wat beelden te maken.
4, 5, 6 april 2007.
We zijn ter hoogte van Liberia en krijgen voor het eerst talrijk de befaamde vliegende vissen te zien. Wanneer ik geconcentreerd de camera tracht in te stellen, hoor ik plots het gekrijs van Werner. Dolfijnen, Dolfijnen! Vliegensvlug haast ik me naar de boeg van het schip. Een voltallige familie dolfijnen speelt er gretig in het kolkende water. Wanneer de camera terug in positie staat om het wonderlijke tafereel te registreren, zijn de sluwe visjes reeds verdwenen.
Vandaag, 5 april, stonden we de god ganse dag op wacht aan het voorsteven van het schip. Met de camera in de aanslag waren we klaar om een hoogstaand beeldje te schieten met spelende dolfijnen. Maar laat er mij niet te veel meer aan terug denken want roodgebrand door de tropische zon druipen we omstreeks 17h00 af voor het avondmaal. De hele dag geen vlieg, laat staan een dolfijn, te bespeuren.
18h30, daar we de hele dag niets zinnig op beeld konden krijgen, is de sfeer niet al te optimaal. We besluiten dan maar om vanaf het achtersteven de rode gloed van de zonsondergang te filmen. Terwijl ik door het vizier van de camera kijk en scherp stel, verkrampt mijn gezicht. Uit de gouden gloed op het water komen plotseling een vijftal dolfijnen tevoorschijn. Zelfs een aantal keer sprongen ze om beurt tot 2 meter hoog. Zoals het spreekwoord, aan de grond genageld zegt, zo stonden we daar beiden te staren naar iets dat veel weg had van een wonder.
6 april, we zijn ter hoogte van Ghana. De kapitein meldt ons dat we wellicht morgenavond de kust van Sao Tomé zullen bereiken. Ik kan haast niet wachten om terug voet aan wal te zetten.
(
)
|