|
Bij wijze van dank aan alle mensen die ons gesteund hebben voor, tijdens en na de reis, laten we jullie een reisverslag na met enkele krasse fotos van deze onvergetelijke tocht. Werner en Bart danken jullie allen voor de steun en het vertrouwen in het project en hopen jullie te mogen verwelkomen op de première van de film later dit jaar.
Zaterdag 24 maart 2007, Kaai 338 te Antwerpen.
Met een aantal weken vertraging zijn we dan toch zo ver. Onze aller beste Jean Marc Thiebaut bracht ons gisteren aan boord van de Safmarine Onne. Na de kennismaking met de Kapitein en de officieren kregen we onze stek aangewezen voor de volgende weken. Het schip telt 17 bemanningsleden. De kajuiten brengen ons een stap terug in de tijd, overgoten met een sfeertje, dat stamt uit einde de jaren tachtig. De crew spreekt overwegend Russisch waardoor onze conversaties in het gebrekkig Engels verlopen. Des te meer krijg ik het gevoel dat het project zal slagen. Stress voor mij en Werner alom want er moet nog heel wat geregeld worden.
Na de middag verlaat het schip de kaai en varen we richting het sluis ter hoogte van Doel. Met de camera in de aanslag kijken we vol verbazing naar het voorbijschuivende landschap. Het is adembenemend. De donkergrijze lucht creëert mooie contrasten. Ik kan mijn vreugde haast niet bedwingen. Ik kijk Werner even aan en merk dat we beiden met de zelfde gedachte worstelen. Het ongeloof dat we Antwerpen verlaten en op weg zijn naar het verre Afrika.
Zondag 25 maart 2007, 23h00.
We zijn in de Golf van Biskaje, halfweg Frankrijk. Gisteren voeren we de Noordzee door langsheen het Engels kanaal. Yura, de 3de officier brengt ons op de hoogte dat we binnen enkele uren zullen communiceren met Finisterre traffic. Tegen die tijd zal het schip zich ter hoogte van Spanje bevinden. Ik tel de minuten en wacht op de zeeziekte die maar niet komen wil. De nachten op zee zijn een wonder. Buiten het geronk van de scheepsmotoren is er enkel rust. Het geruis van de zee maakt me een beetje te filosofisch. Ik krijg stilaan de indruk dat ik mijn roeping als zeeman gemist heb. Samen met Werner probeer ik de 17-koppige bemanning te lokaliseren. Maar iets moet ons ontgaan zijn want onze telling stopt steeds weer op 9.
26, 27, 28 maart 2007.
We varen Spanje verder voorbij en liggen op driffting ter hoogte van Portugal. Wanneer er geen plaats is in de haven wordt het schip geacht aan te schuiven. De Safmarine Onne drijft vredig rond voor de kust van Portugal.
In de ochtend omstreeks 9h00 komt de piloot aan boord die ons de haven van Lissabon zal binnen loodsen. Bij het naderen van de kustlijn begeven we ons naar the Bridge en trachten we de pittoreske kustlijn te vereeuwigen.
De Kapitein komt ons gezelschap houden en geeft uitleg over wat we te zien krijgen. Onze adem stokt bij het zien van de enorme brug die de twee oevers met elkaar verbindt. Hij wijst opgewonden richting port side. Het monument ter ere van Colombus pronkt er in al zijn grootsheid. De kust van Portugal is wondermooi. Voor we aan de reis begonnen waren nam ik een aantal dagboeken door die deze route en zijn uitzichten uitbundig beschreven. Maar dit alles in levende lijven mogen ervaren, geeft me een ongelofelijk gevoel.
Bij onze aankomst in Portugal gaan we voor het eerst van boord. Zoals het echte Belgen betaamd gaan we op zoek naar een frisse pint. Alleen worden we plots geconfronteerd met een klein taalprobleempje. Geen Frans noch Engels of Lingala. Dan maar met de weinig kennis van het Spaans. Na 10 minuten armengezwaai heeft de Taximan uiteindelijk begrepen dat we naar het centrum wensen te gaan.
Om 22h00 staan we opnieuw op de bridge en zien we de fonkelende lichtjes van de Portugese kust in het donker verdwijnen.
(...)
|