En als je dan bij mij op bezoek bent, gaat de kast open en kan je kiezen welk kopje je wil: eentje met nopjes, eentje met "blablabla" op, een glazen kopje met bloemetjes, een grote, versierde mok, .... Ik heb ongelooflijk veel tasjes en mokken, geen twee zijn hetzelfde. Ik vind dat heel leuk, je kan elke dag wat anders kiezen. Natuurlijk heb ik zo wel mijn favorieten. Plus: ik heb "koffie"-tasjes en "thee"-tasjes. Ik heb ondervonden dat ik daar behoorlijk streng in ben. Laatst kwam een vriendin langs. Ze wilde een tasje thee, maar koos een (voor mij) "koffie"-tasje. Ik heb gezegd dat dat niet kon als ze thee wilde drinken. De tweede keer koos ze weer een "foute" tas. Toen zei ze dat ze dan toch liever koffie dronk. Tja, je moet weten wat je wil hé!
Soms ga ik ook bij haar langs. Ze heeft allemaal dezelfde tassen: witte en... witte, en het is heel duidelijk waarin koffie of thee moet. Kleine witjes voor koffie, grote witte, voor thee. Dat is toch oersaai??
Ik heb haar dringend aangeraden eens langs te gaan bij een kringloopwinkel.
Ik zat laatst op de trein, terug van een zeer interessante lezing. Een lezing over... dat herinner ik me niet meer. Ik weet enkel dat ik bij de inschrijving zeer enthousiast was over het onderwerp, maar dat ik na vijf minuten geluisterd te hebben, helemaal in mijn eigen wereldje wegzonk. Tja, sommige mensen zijn niet echt gemaakt om voor een publiek te spreken.
Toen ik op de trein stapte, vroeg ik me af wat ik nu bijgeleerd had van deze lezing. Ik kwam tot de conclusie dat ik beter een boek kon zoeken over onderwerpen die me interesseerde, of op internet wat surfen. Enfin, het was een beetje verloren tijd, vond ik. (Kan dat wel: tijd verliezen? Raar hoor.) En toen kwam er een dame de coupé binnen. Ik dacht: die ken ik toch? Van waar ken ik haar? Het moet al van een hele tijd geleden zijn... Haar naam? Nee, weet ik niet meer. Maar ik weet nog hoe haar stem klinkt: ze heeft een vrij hoge stem en praat een beetje slepend, zeurderig. Plots komt ze op me toe en zegt (jawel: op die hoge, zeurderige toon): "Hallo, ik ken je, maar weet niet meer van waar." We zijn samen beginnen zoeken: heb je kinderen, van welke leeftijd (geen overeenkomst), waar woon je of heb je gewoond (niet in dezelfde gemeente, wel buurgemeentes), sportclubs? (geen overeenkomst), religie (geen overeenkomst), .... we zijn blijven zoeken tot ik moest afstappen, maar we vonden niets.
Ik ga ervanuit dat we mekaar in een vorig leven kenden, misschien wel beste vriendinnen of zussen. Hoe kan het anders dat we zo duidelijk weten dat we ergens verbonden waren en dat we dit niet konden plaatsen in onze huidige levens?!
Het is dus bewezen: we zijn even dood, en worden vervolgens terug geboren!
Het is officieel: er is een griepepidemie in ons land. Dat is elk jaar zo, de ene keer wat later dan de andere, dus waarom is deze keer nu zo speciaal?
Wel, omdat ik voor de eerste keer deel uitmaak van die epidemie op zijn hoogtepunt! Niet dat ik voordien geen griep kreeg, toch wel, maar het duurde wat langer voor de virussen mij gevonden hadden. Nu kan ik fier zeggen: ik zit mee in het hoogtepunt van de statistiek! Eindelijk: ik heb gewonnen! Ziezo, ik voel me er al een heel stuk beter door. De zakdoekjes vliegen hier in het rond, de zetel blijft constant ingenomen (er is ook niemand die er wil bij komen zitten), als mijn ogen dan toch eens opengaan, kijk ik naar een dom tv-programma. Gelukkig heb ik keuze genoeg. Aandachtig een educatief, duidingsuitzending of een gewone film volgen, kan nu echt niet. Veel te inspannend. Je ziet het: er is grote nood aan zulke flauwe, ondermaatse programma's! Even wegdommelen kan geen kwaad, er zit niet echt een rode draad in. Mijn brein krijgt carte blanche: het kan zich volledig concentreren op de strijd in mijn lichaam. Wat is het toch fijn, om ziek te zijn!
Ik weet het: mooie liedjes duren niet lang. Gelukkig maar!
Donker weer vandaag. Tijd om te lezen en zo. En misschien om nog iets bij te leren. We kennen natuurlijk al ontzettend veel, maar ons brein kan veel aan. Hoewel er soms toch ook wat "gedeleted" wordt. Zelfs zonder dat we dat vragen! Schandalig, wie is daar verantwoordelijk voor??
Ik heb een, voor mij gloednieuw, woord gehoord. Weet jij hoe een glijbaan in het Frans genoemd wordt? Nee? Een "toboggan". Mooi hé! Bij ons dus een "schuif-af". Dat vond ik vroeger het leukste toestel van heel de speeltuin. Ik durfde amper op de hoogste, maar een keer geprobeerd, was ik niet meer te stoppen. Later, toen ik een tiener was, gingen we naar de Sinksenfoor. Veel zakgeld had ik niet, dus ging ik eerst goed rondkijken en dan een attractie uitkiezen. En dan zag ik een grote, gele glijbaan! Enfin, het waren er een stuk of zes, naast mekaar. Ik kon mijn geluk niet op, ben drie keer van die schuif-af geweest: één keer al liggend, dat ging niet zo snel als ik verwachtte, dan al liggend op mijn buik, ik maakte een rare landing, en als laatste gewoon zittend, en dat ging nog het snelst. Natuurlijk wist ik dat wel, met de wrijving en zo, maar ik wilde toch alles even uitproberen. Daarna was mijn geld op. Spijtig, ik had nog wel tien keer willen glijden. Mijn broer was nog maar op één attractie geweest: de vliegende hollander. Hij had dus nog geld over. Ik dacht: nu moet ik bij hem blijven, want ik wil nog snoepen en ikzelf ben blut. Zo'n appel op een stokje in een rood laké jasje, mmmm, dat zag ik helemaal zitten. Ik heb gelukkig een hele lieve broer, die makkelijk bezwijkt voor zijn allerliefste zusje, en we wandelden met twee, met zo'n lekkere appel, weg van de kermis, zeer voldaan!
"Jij? Ga jij dat lied van buiten leren? Ik geloof nooit dat jij dat kan, het is wel dertig jaar geleden dat je naar school bent geweest hé?" (Dat laatste heb ik niet verbeterd, mijn telling is ook opgehouden bij dertig jaar..)
Maar de uitdaging een lied van buiten leren, die ging ik graag aan. Wat dachten ze wel van mij. En ik ben eraan begonnen. Na zo'n tien minuten geprobeerd te hebben, begon ik een beetje te twijfelen. Dan dacht ik: weet je, ik stop nu en probeer het morgen opnieuw, met een frisse kop. Dus de morgen nadien begon ik terug. Help! Er zat niets meer in die grijze celletjes van mij. En ik dacht nog wel dat die behoorlijk werkten. Maar ik hield vol! Na een half uur was ik twee zinnen verder, maar die kwamen er helemaal niet vlot uit! De volgende dagen kon je mij zien rondlopen met een blad, dat ik af en toe van ver bekeek (anders moest ik mijn leesbril opzetten). Ik nam het mee, wat ik ook deed of naar waar ik ook ging. Zelfs op de fiets en bij het boodschappen doen. Ik merkte dat ik af en toe raar bekeken werd. Ik was dan ook steeds aan het mummelen.
We zijn nu één week verder en raar maar waar: ik ken al één strofe van wel zes zinnen, PLUS het refrein van zes zinnen, toegegeven: met drie dezelfde zinnen. Het is jammer genoeg een lied met zeven strofen. Als ik goed tel, ben ik binnen twee maanden klaar.
Wat ga ik mijn uitdagers vertellen? Ik kan natuurlijk doen of mijn neus bloedt: "Een lied leren? Heb ik dat gezegd? Daar weet ik echt niets meer van!" En de kous is af. Alleen bevestigt dat wat mijn uitdagers al dachten: ik kan het niet meer. Wil ik dat wel? Nee, tuurlijk niet, ik heb gelijk; ik kan dat. Ik kan de waarheid zeggen, en wat tijd vragen. Ja, dat zou ik kunnen doen. Maar dat ga ik zeker niet doen!
Mijn besluit staat vast: ik doe of ik van niets meer weet de komende zeven weken, de achtste week echter, ga ik spontaan het hele liedje uit volle borst zingen. Ze gaan versteld staan!!
Het nieuwe jaar is begonnen. Ik heb vandaag al ongelooflijk veel joggers en wandelaars gezien. Onder de joggers waren er enkelen die duidelijk genoten hadden van wat te veel eetfestijnen. Ik weet zeker dat ze het jaar begonnen zijn met het goede voornemen: "ik wil enkele kilootjes kwijt en wil fitter worden. Ik ga voortaan regelmatig joggen."
Wat me wel opviel is dat ze allen lopen in van die sjieke, gloednieuwe pakjes. Lagen ze in 2017 onder de kerstboom? Of zijn de pakjes al enkele jaren oud en worden ze enkel uit de kast gehaald in januari?
Maar kom, wat zijn jouw goede voornemens voor 2018? Ik heb er enkele bedacht.
1. Niet meer kwaad worden op andere chauffeurs wanneer ze iets dom doen, zoals voor mijn auto komen rijden en afremmen omdat ze moeten afdraaien. Of op van die bumperplakkers... heel vervelend. Ik ga gewoon "zennnn" zijn.
2. Ook "zen" zijn wanneer een andere chauffeur een bepaalde vinger naar mij opsteekt.
3. Me niet meer druk maken omdat ik aan de verkeerde kassa sta aan te schuiven in de supermarkt.
4. En dan mijn belangrijkste voornemen: ik ga geen koekjes en andere snoeperijen meer eten, voor minstens een maand.
Voilà, ik heb mijn goede voornemens opgeschreven, nu kan ik ze vergeten en in 2019 maak ik er gewoon nieuwe!
Gisteren was het de dag van de "onnozele kinderen". Ja, als kind waren we onnozel.... Maar dat was ook plezant: we moesten nog niks weten, we moesten nog geen grote verantwoordelijkheden nemen. Leuk toch? Misschien wil ik wel even terug kind zijn. Zingen en springen wanneer ik daar zin in heb, kunnen weglopen als me iets niet aanstaat.
Ik heb een idee: als we van die "onnozele kinderen"-dag nu eens gewoon: "onnozele dag" maken?
Dan zou het kunnen gebeuren dat ik 's morgens rond een uur of zeven (ik ben altijd vroeg wakker), luidkeels begin te zingen. Niks geen burengedoe: het is een officiële dag waarop iedereen (en vooral ikke) onnozel mag zijn. Ik heb vervolgens een lekker ontbijt met koffiekoeken en chocolademelk. Ik eet dat in mijn pyjama voor de tv op en kruimel heel de zetel vol. Ik kijk naar een stomme serie, wel een van mijn favorieten: "The big bang". Dan ga ik mijn tante opbellen, je weet wel: diegene die wegvloog als een ballon, en zeg haar eens flink de waarheid (en dat is: een stukje van je lijkt op een paard, een ander stuk op een schuurspons en er staat wat stro op en het overige lijkt dan weer op een dikke koe). Dat is zeer onbeleefd, maar ik ben onnozel die dag en mijn ouders zijn heel ver weg. Natuurlijk zeg ik mijn naam niet, ik ben niet gek!
Dan zou ik me aankleden en een zwierige kapmantel aantrekken. Ik ga dansend over straat en lap al de verkeersregels aan mijn laars. Ik zie wel uit dat die grote vrachtwagen mij niet platrijdt. Of hij in de gracht rijdt of tegen een auto, dat is wel zijn probleem. Mocht de politie in aantocht zijn, ga ik heel hard lopen, in de wei, door het bos, en ik hou me schuil achter een dikke boom.
's Avonds gaan slapen ? Geen denken aan. Ik nodig al mijn vrienden en vriendinnen uit, zet mijn muziek loeihard en we amuseren ons tot.... tja, middernacht natuurlijk, want dan is de dag om, en wordt alles terug normaal.
Hoe ik me gaan voelen de dag nadien, vraag je? Ja, misschien is dat de reden dat het nooit is ingevoerd.
Het is cadeautjestijd... elk jaar komt er dan wel iets nieuws uit, of iets oud-nieuw, zoals enkele jaren geleden. Plots kon je terug een platenspeler kopen, waarop je je oude elpees terug kon spelen. Tenzij je die al lang had weggedaan en de liedjes op cd had gekocht. Maar het werkte: mensen kochten terug platenspelers. Te gek toch?? En nu hoorde ik dat je terug een cassetterecorder kan kopen. Cassetjes: ze waren zo vlug versleten!
Ik herinner me onze cassettespeler. We namen de beste hits op van de radio. Dat was een heel werk: we wilden niet dat er gebabbeld werd tijdens de muziek en natuurlijk moest het liedje ook volledig zijn. Het was dus een heksenwerk, maar we deden het. En dan staken we zo'n cassetje, waar we uren aan gewerkt hadden, in de speler, meestal was dat de speler in de auto. Dat ging dan enkele keren goed maar dan, misschien door het schokken van de auto?, wilden we de cassette eruit nemen maar bleef die ergens hangen. Het gevolg was een lange sliert uit het cassetje. Met een beetje geluk was die niet gebroken en konden we die terug oprollen, met een bic in het gaatje! Als we minder geluk hadden, was het sliertje gebroken en de cassette, van uren werk, voor de vuilbak.
Wie kwam op het lumineuze idee terug cassettespelers te gaan verkopen? Je hoeft hem mij echt niet cadeau te doen!
Bijna kerstmis.... Supermarkten staan overvol eten, niet enkel het gewone, ook eten waarvan je niet wist dat het bestond of dat je het wel kon eten. (Ecologische voetafdruk x100 of zo?) Alcoholische dranken zijn nu te verkrijgen in alle soorten en maten. Het is geen goede tijd voor AA-ers! En dan de cadeautjes: als je de media volgt, krijg je hopen ideeën voorgeschoteld, mocht je niet weten wat te geven aan je dierbaren.
Om ergens te geraken, moet je natuurlijk wel erg je best doen, want iedereen lijkt dezelfde weg te willen rijden als jij. En iedereen wil er nu zijn, en wil vooral geen tijd verliezen. Het laat mij denken aan het konijn in "Alice in Wonderland". Geen tijd, geen tijd. Het konijntje had ook geen tijd om mee feest te vieren....
Misschien moeten we kerstmis eens herdefiniëren. Ik zou het terug willen zien als een gezellig familiefeest, lekker eten van bij ons (waarom exotisch eten? is dat dan lekkerder dan dat van in onze streken?) en cadeautjes. Bij de cadeautjes moet de emotionele waarde primeren boven de geldelijke. Dat wil dus zeggen dat je meer moet nadenken over de persoon die je iets wil geven: wat wil die echt en waar hecht die echte waarde aan?
Terug kind zijn: wat zou dat heerlijk zijn! Onbezorgd door het leven huppelen, verwonderd, nieuwsgierig, soms ook wel angstig...
Ik ging vroeger te voet naar school, die was niet ver. Boekentasje in de hand, zwierend van voor naar achter, leuk toch: naar school? Ik ging samen met grote broer. De weg naar school liep langs een klein parkje. Daar stonden banken, en op een van die banken zat heel dikwijls een klein mannetje, helemaal in het groen: groene jas, groene broek, groene laarzen, met een groen regenhoedje. Hij leek zelfs een groen gezicht te hebben! Hoe het begon, weet ik niet meer, maar we riepen dikwijls naar het mannetje, zoiets van : "Hallo meneer, wat ben je vandaag weer groen!" We moesten dan heel hard lachen en liepen zo snel we konden verder. Het mannetje reageerde daar nooit op.
En dan kwam er een schooljaar dat mijn broer naar een andere school moest. Natuurlijk was ik dan al "groot" en kon ik best alleen naar school. Zo liet ik uitschijnen, maar ik ging met een heel klein hartje, schoorvoetend, alleen op weg, die eerste keer. Oef, het groene mannetje zat er niet. Dat ging een paar weken goed en mijn zelfvertrouwen groeide. Dan, ergens net na de herfstvakantie, zat dat mannetje er weer. Wat nu gedaan? Ik dacht: als ik nu een omweg maak, door het parkje, heeft hij mij niet gezien. Of misschien herkende hij me helemaal niet? Maar daar kon ik natuurlijk niet zeker van zijn. Ik maakte de omweg en hield hem goed in het oog. Even stonden er wat struiken in de weg, en kon ik hem niet meer zien. En dan stond mijn hart even stil... Het mannetje zat niet meer op zijn plek! Ik ben nog nooit zo rap in de school aangekomen, ondanks de omweg. Vanaf dan was naar school gaan een echte lijdensweg, maar het mannetje heb ik nooit meer gezien.
Tot ik daarstraks thuiskwam: er zat een groen mannetje aan mijn deur. Ja, helemaal groen, net zoals dat mannetje uit mijn kindertijd! Mijn keel zat plots dicht, mijn benen werden pudding.... Na de eerste schok dacht ik alleen maar: "nu, rennen!" Ik ben tot bij mijn broer gerend en heb hem alles verteld. Hij kon zich helemaal geen groen mannetje herinneren! Maar jawel, da's echt gebeurd hoor, ik herinner mij dat nog heel levendig!
Het is bijna zover: Sinterklaas komt! Weet je nog hoe het voelde als kind? Ik wel.
Eerst een lijstje maken van wat ik echt wilde: dat moest een mooi lijstje zijn, met bijpassende prentjes, uitgeknipt uit de speelgoedboekjes. Er hoorde een hele brief bij, en die begon: Beste Sint en Piet. En dan, de avond voordat die Lieve Sint met zijn vrolijke Zwarte Pieten kwamen: een blinkende schoen met daarin een worteltje en twee klontjes. Bij sommige kinderen moest er ook een pintje staan, maar mijn vader dronk niet. (Hoe? dat was toch voor de Sint of zijn Pieten??)
Dan nog een hele nacht slapen, ja maar, dat is wel moeilijk. Ik kreeg dan buikpijn van alle verwachtingen en lag nog uren wakker! Hoorde ik daar iemand op het dak, of op de trap? En als we dan 's morgens beneden kwamen, geurde het naar mandarijntjes, speculaas en chocola. Mmmm!
We hebben ook eens een bezoekje gebracht aan de Sint en zijn Pieten. Dat was een enige gebeurtenis, vermits deze heerschappen nog niet zo talrijk rondliepen dan dezer dagen. De Sint zat daar met een groot boek op zijn schoot. Er waren vele Pieten, en die maakten veel lol. Het waren "deugnieten" (de Sint zijn woorden) en dat vond ik heel plezant. Ik ben het mij altijd zo blijven herinneren: de Sint, als een gemoedelijke oude man en de Pieten als jonge mannen, altijd in voor een grapje.
Maar dan, ik zat al in het derde leerjaar (!): de grote teleurstelling. Mijn klasgenootjes lachten me uit en vertelden dat de Sint niet echt was: het waren mijn vader en moeder. Ik ben dit vol ongeloof thuis gaan vertellen. En jawel: die klasgenootjes hadden gelijk. Ik was boos! Op de hele wereld! Gelukkig was ik geen enig kind en kwam er nog een zusje na mij. Dus de Sint is toch nog een paar jaar bij ons thuis cadeautjes komen brengen.
Ik heb zelf ook kinderen, ondertussen wel volwassen. Ik heb nooit de moed gehad hen de waarheid over de Sint en de Pieten te vertellen. Zouden ze het door hebben? Ze zetten nochtans elk jaar weer hun schoen (maat 45). En natuurlijk geuren op 5 december de mandarijntje, speculaas en de chocola! Laat ik dat zo maar houden!
Ik heb, zoals ze in het Frans zo mooi zeggen: "un certain âge". Dat wil dus zeggen dat ik niet meer piepjong ben. En er beginnen zo hier en daar wat mankementen in mijn systeem voor te komen. Ik leg me daar natuurlijk niet bij neer, dat zou veel te makkelijk zijn. Dus heb ik besloten in een dansclub te gaan. Toegegeven: ik heb wel gezocht naar een club waarvan de lessen overdag doorgaan, een kwestie van niet tussen twintigers te staan, om verstaanbare redenen.
Af en toe een poosje opzij zitten, wordt daar als zeer normaal beschouwd. Dat is een zeer groot pluspunt. Maar er zijn meer pluspunten. We hebben namelijk ook een koffiepauze. De danslustigen zijn allemaal vrouwen, je kan al raden wat een koffiepauze dan betekent, buiten het koffie slurpen. Er wordt wat afgebabbeld. Meestal moeten we even tot de orde geroepen worden, wanneer we terug starten met het tweede deel. Tijdens die babbels leren we mekaar wat beter kennen. Wat blijkt: niemand heeft een tip-top gezondheid: ofwel kleinigheidjes, maar er zijn er ook een aantal die te maken kregen met levensbedreigende ziektes. En toch zijn we allemaal positief ingesteld: het leven is leuk, en als het dat op het moment niet is, dan dansen we alle lastige momenten eruit en voelen ons vrij en speels en kinderlijk!
Wanneer we dan, na twee uur gehuppeld, gesprongen en rond en vierkant bewogen te hebben, op onze stoelen neervallen, zijn we helemaal ontspannen. Ik heb alvast een week nodig om te recupereren, maar wie ziet dat?
We hebben een mooi stukje natuur kortbij. Het is een oude spoorwegberm, die nu beheerd wordt door Natuurpunt. Vermits mijn hond elke dag zijn wandelingetje nodig heeft, kom ik daar zeer regelmatig. Er is een hoofdweg, waar meer dan waarschijnlijk vroeger de sporen liepen, en er zijn een paar zijwegen, vermoedelijk waren dat de wegen die de mensen gebruikten om naar de trein te gaan. Naast zo'n kleine weg zijn twee putten uitgeschept. Ik ben helemaal niet goed in afmetingen schatten, maar in de grote put zou wel een grote hond kunnen, in de kleine een kat. Ze hebben mooie rechte wanden, het is net of ze zijn bedoeld om lijkkisten in te zetten. Ze zijn er al minstens acht jaar, dat is het aantal jaren dat ik deze wandeling regelmatig maak. Ik vind het nog steeds een beetje luguber, deze putten. Ik loop er gewoonlijk dan ook vlug voorbij. Gelukkig heeft mijn hond helemaal geen interesse in deze putten.
Gisteren deed ik weer deze wandeling. De putten waren dichtgegooid met aarde. Enfin, ik kon niet zien wat er in lag, maar bovenop lag er aarde. Raar. Waren er vrijwilligers van Natuurpunt bezig geweest? Zo ja, waarom waren die putten dan nu pas toegegooid? Maar misschien moeten we eerst een antwoord op deze vraag zoeken: wie maakte die putten en waarom? Is de persoon die de putten maakte, ook degene die de putten toegooide? Wat zit er nu in de putten?
Wat mij zorgen baarde: mijn hond was nu heel geïnteresseerd in de hoop aarde op de putten! Ik ben dan maar even aan mijn hond gaan hangen om de wandeling verder in sneltempo af te werken.
Wat nu? Bel ik naar Natuurpunt? Of licht ik de politie in? Maar wat zou ik kunnen vertellen: er waren putten en ze zijn nu dicht. Dat is eigenlijk niets dus.
Moet ik zelf op onderzoek uitgaan? Zal ik daar moedig genoeg voor zijn?
November... motregen, frisjes, donker weer. Ik heb zin om de hele dag in bed te blijven liggen, of met een berg pralines voor de tv te hangen.
Dat was wat ik dinsdag deed: voor de tv hangen. Het was in de late namiddag en het begon wat te schemeren. Plots hoorde ik tikken op het raam. Gek, want we hebben een hele normale bel. Ik keek en zag helemaal niets of niemand. Even later, terug dat getik. En dan zag ik de boosdoener: een ekster. Die zat daar brutaal tegen het raam te tikken. Ze wandelde op haar dooie gemakje over de hele vensterbank! Af en toe bleef ze staan, keek naar het raam, en tikte een paar keer. Ik keek haar aan, maar dat deerde haar niet, ze bleef gewoon zitten. Na een tijdje vloog ze weg. Ik zat nog wat naar buiten te kijken, naar het licht dat aan het wegsijpelen was. Plots kwam er een hele zwerm kraaien overgevlogen. Ik begon me niet meer zo gerust te voelen. Wat wilden die vogels mij vertellen? Waren dat geesten van mensen die ik ooit gekend had? Waren het voorbodes van onheil? Wilden ze mij komen halen?
Stop, stop! Nee ik ga me niet laten meeslepen, echt niet. Wanneer het nu begint te schemeren, doe ik gewoon de gordijnen dicht, zet ik de tv extra luid en eet ik krakende chips. Zo heb ik alles weer onder controle.
Even zien, wat heb ik nog opgenomen van tv: ha, "From Dusk Till Dawn". Blijkbaar een oude film, ben benieuwd.
Herfst.... toch ook een mooi seizoen, niet? Het wordt kouder buiten, de kleuren worden warmer. Het is heerlijk om nu een boswandeling te maken. Als je door het bos dwaalt, zie je nu die warme kleuren: rood en oker, met hier en daar nog een groen blad.
Ik kwam verleden week langs een veld waar chrysanten gekweekt worden. Er stonden rijen witte, violette, koperkleurige en donkerrode bloemen: het was prachtig om te zien, al die kleurenbollen. Ik veronderstel dat ze deze week weg zijn, naar bloemenwinkels. Tja, één november komt eraan.... Ik vind het altijd een beetje zonde wanneer die mooie bloemen op een kerkhof staan te verwelken. De overledene heeft daar toch niets aan? Of kijkt die toe vanuit de hemel en zegt die: "Ha, eindelijk: je denkt nog eens aan mij! Maar hoe kom je erbij van daar chrysanten te zetten, ik voel me dan zo dood!"
Nee, ik ga niet naar een kerkhof. Jawel, natuurlijk heb ik ook vrienden en familieleden die niet meer onder ons zijn. Het lijkt mij alleen zo zinloos om die op het kerkhof te gaan bezoeken. Die waren daar nooit wanneer ik ze bezocht. Mijn oma, bijvoorbeeld, woonde gewoon in haar eigen huis. Ik heb trouwens nog steeds iets van haar: een stenen vergiet met schotel, heel mooi. Ik gebruik het alleen als ik aardbeien eet. En dan denk ik aan haar. Ik weet echt niet hoe mijn oma zelf hier tegenaan kijkt. Misschien staat ze daar met haar handen in haar zij en zegt ze: "Hewel, sinds wanneer heb ik gezegd dat je dat mooie vergiet mag hebben? Wat als ik eens aardbeien wil eten?" Een mogelijk antwoord zou zijn: "Ik zal het meebrengen als ik kom en dan kunnen we samen aardbeien eten, goed?" Ik hoop maar dat ik het nooit laat vallen... Maar scherven brengen geluk, dus misschien is dat ook niet zo erg.
Hoe komt het toch dat in slaap vallen soms zo moeilijk is?
Vroeger had ik daar minder problemen mee. Ik herinner me zelfs nog dat mijn moeder me zei: "Je bent weer gaan wandelen vannacht." Of: "Je wilde vannacht naar school gaan, je had je boekentas al klaar!" En nog: "Je wilde met je hond gaan wandelen, gelukkig wilde die niet mee, zo midden in de nacht!" En dan nog het ongelooflijke, buiten dat ik niets meer wist van dat slaapwandelen, ik werd uitgeslapen wakker!
Ik probeer nu van alles uit om beter in te slapen en om 's nachts niet wakker te worden. Overdag heb ik mijn gewone bezigheid en ik wandel elke dag wat. Behalve natuurlijk als het stortregent, of gewoon giet, of regent of ... als er dreigt nat te vallen uit de lucht. Daar heb ik gewoon een hekel aan. Oh ja, en als er te veel wind is: echt niet leuk! Tja, dan ben ik maar wat minder fysiek moe op regendagen. Natuurlijk eet ik 's avonds niet te laat, en niet te veel, dan ligt het nog op je maag als je in je bed kruipt. Dat slaapt ook niet goed. Behalve als er een etentje is met vrienden of familie, daar kan ik niet onderuit, dat spreekt vanzelf. Gewoonlijk zijn dat nogal uitgebreide maaltijden met voorgerecht, hoofdgerecht en niet te vergeten dessert! Ik heb wel gehoord dat zoetigheden snoepen voordat je in bed kruipt, ook het inslapen niet bevordert, maar kom, dat is enkel voor deze gelegenheden. Ik let er op dat ik een uurtje voor het slapengaan de televisie uitzet en niet meer op de computer zit. Behalve als ik nog één aflevering van mijn lievelingsserie van het moment wil zien, dan maak ik wel een uitzondering. Of als ik iets gepost heb op Facebook of een mailtje heb verstuurd, dan kijk ik dit nog wel even na. Elke dag rond hetzelfde uur gaan slapen, doet naar het schijnt ook wonderen. Daar streef ik echt naar, maar er zijn zoveel "behalve 's" dat dat mij niet echt lukt.
Kijk, ik doe nu zo mijn best, begrijp jij waarom ik zo moeilijk inslaap??
Hou jij ook zoveel van een goed toneelstuk, of een musical of cabaret? Ik in elk geval wel.
Jammer genoeg ben ik niet van de grootsten. Laatst gingen we zien naar een toneelstuk. Het licht ging uit in de zaal en ik kon mijn geluk niet op: er waren twee lege plaatsen op de voorgaande rij! Zo zou ik het hele stuk goed kunnen zien. We zaten op een tribune, de kans dat ik dan van links naar rechts zou moeten zwalpen, was toch al klein. Dan ging het doek op en kwamen de twee laatkomers binnen, ja hoor, die van de plaatsen voor ons. Daar ging mijn geluksgevoel. De dame voor mij, mat ongeveer 2 m en 10, de dame ernaast waarschijnlijk 1m 50, maar haar haren waren getoupeerd, zodat ze nog boven haar vriendin uitkwamen. (Waarom doen mensen dat toch: hebben ze een minderwaardigheidscomplex omdat ze zich te klein vinden? Of lijden ze aan grootheidswaanzin? Ze doen dat toch niet omdat ze dat MOOI vinden? Enfin, meningen verschillen natuurlijk) Dat betekende voor mij: alweer zwalpen...
Beste culturele centra: kunnen jullie ervoor zorgen dat de mensen met een iets grotere gestalte, gemeten op de avond zelf, net voor binnenkomst, achteraan gaan zitten? Of, een andere optie zou kunnen zijn: jullie maken zwevende stoeltjes aan het plafond. Je zou dan zelf kunnen instellen hoe hoog of hoe laag je gaat zitten. Dat kan heel eenvoudig hoor: denk aan een kermismolen waarvan de zitjes aan touwen bevestigd zijn. Die zitjes zwieren gewoon in het rond, maar je zou ook een ophangtouw kunnen bevestigen, zodat we onszelf omhoog kunnen trekken of omlaag kunnen laten zakken. Daarmee zijn er meerdere problemen opgelost: het speelt geen rol meer of er iemand zijn haar toupeert of niet en er zouden veel meer toeschouwers per voorstelling kunnen komen. Economisch toch? Ok, het plafond moet sterk genoeg zijn, dat wel.
Dat laatste vind ikzelf een schitterend idee, ik denk dat ik maar eens een patent ga aanvragen.....
De vakantie is voorbij. Nu ook voor studenten. Ook ik ben terug gestart met lessen nemen. Raar: zoveel volwassenen gaan terug studeren. Missen wij het schoolleven dan? Zijn wij dan allemaal mensen die graag naar school wilden?
Nee, ik in elk geval niet. Ik was telkens zo blij dat het vakantie was, 'vrije tij': joepie! Maar wanneer het dan zo'n korte vakantie was, kreeg je zoveel taken mee en had je zoveel te leren, dat er van die vrije tijd toch niet zoveel meer overbleef. Bweu... Ik heb vroeger wel eens iets uitgeprobeerd om iets op een gemakkelijke manier te leren. Zo legde ik mijn fysicaboek onder mijn hoofdkussen en probeerde ik in slaap te vallen. Dat lukte niet, veel te hard. Ik heb het ook met een blad uit mijn nota's geprobeerd, maar dat kraakte steeds als ik me omkeerde. Ook niet gelukt. Dan dacht ik: wat als ik het nu aandachtig lees, net voor ik ga slapen. Dan zit alles toch nog vers in mijn brein? Het kan dan de hele nacht verwerkt worden. s' Morgens komt het dan weer tevoorschijn en dan kan ik het op papier zetten! Ik haalde een onvoldoende op die test. Uiteindelijk heb ik alles op handen en benen geschreven. Toen heb ik zelfs geen onvoldoende gehaald, maar een negatief cijfer. Ik was betrapt omdat ik het niet goed meer kon lezen en de leerkracht mij in het oog hield.
Goed, om deze problemen in het volwassenonderwijs te vermijden, heb ik het volgende beslist. Ik let goed op in de les en werk mee als gevraagd. Ik doe in geen geval een boek open thuis en zal ook nooit meer deelnemen aan een examen. Voilà, zo zouden scholen moeten werken! Wedden dat alle kinderen dat tof vinden?!
Enkele jaren geleden zocht ik een nieuwe hobby. Iets met mijn handen doen, ja, ik wilde creatief zijn. Klein probleempje: ik heb absoluut geen teken- en nog minder schildertalent. En het moest beslist iets zijn waar ik heel creatief in kon zijn.
Dan herinnerde ik mij dat we vroeger, als kind, papier-maché maskertjes maakten. De kranten lagen dan te weken in bad. Mijn moeder maakte er een papje van, en dan kwam de creativiteit boven: we maakten gezichten. Die lagen dan dagen te drogen, boven de verwarming. Daarna schilderden wij die. Heel leuk.
Dat vond ik een goed idee: als ik dat als kind kon, zou ik dat nu nog wel kunnen. Waarom alleen maskertjes maken? Nee ik zou hele figuurtjes maken. Als geraamte vouwde ik ijzerdraad. Ik heb er vijf gemaakt. Er was een boze figuur en een echte slechterik die je bang maakte, er was ook een bang wezentje bij en eentje dat bijna opging in de omgeving. Het laatste was een verlegen wezentje. Ik was er zo trots op!
Een jaar geleden heb ik ze nog eens goed bekeken: wat waren ze lelijk! Niks talent! Om mijn creativiteit te bewaren was het beter deze dingen te verbranden. Ik heb een vuurkorf in de tuin gezet en er al die gedrochten in gesmeten. Zonder enige spijt. Het was een fel vreugdevuur, enkel de geraamten bleven over. Die heb ik met het oud ijzer naar het containerpark afgevoerd.
Nu denk ik na over een nieuwe hobby.... toch proberen te schilderen??
Enkele weken geleden was onze afwasmachine stuk. Het was al een hele tijd dat het niet gewoon begon te werken wanneer je de knop "start" indrukte. Je moest geduld hebben: eerst de knop indrukken, wachten tot het begon te zoemen, dan stopte het. Weer de knop indrukken: dan maakte het een raar geluid, wanneer dat stilviel, moest je weer op de knop drukken en dan hoorde je het water lopen en was het dus eindelijk begonnen. Je moest dus vooral veel geduld hebben. Maar dit deden we al zo lang, we dachten dat het eeuwig zo kon doorgaan. Niet dus.
Er zijn enkele technici in huis, die dachten de machine weer aan de praat te krijgen. Het is een inbouwmodel, dus de keuken werd half afgebroken en de machine helemaal uit elkaar gegooid. Na enkele dagen kwamen ze tot de conclusie dat het geen zin meer had: de machine was "jaak".
Tijdens die 'enkele' dagen kon de afwas natuurlijk niet blijven staan. Dus met grote tegenzin werd er afgewassen en afgedroogd. En het is ongelooflijk: het duurt niet half zo lang dan in de machine. Je moet de machine ook niet inladen of uitladen. Dus ja: het is zeker besparend aan ruimte, tijd, water, elektriciteit en de aankoop van een machine. In feite was het helemaal niet zo erg, dat afwassen. Het was een kwestie van gewoonte.
Dus ja: nu staat er een gloednieuwe afwasmachine, met één druk op de knop is het vertrokken! Met de hand afwassen? Ik denk er niet meer aan!