Breng eerst dagcreme aan zodat die goed kan intrekken.

Als je wakker wordt, kan je natuurlijk eerst even lekker douchen om fit en schoon te worden. Reinig met een zachte reiniger onder de douche ook je gezicht. Dep je gezicht vervolgens zachtjes droog en breng een voedende dagcrème aan. Zorg dat je niet een crème gebruikt die als een laagje op je gezicht blijft liggen. Je gezicht zal dan vettig blijven aanvoelen en de foundation zal niet goed ‘pakken’.

Als je niet goed weet wat voor soort huidtype je hebt, dan kan je dat laten testen bij de schoonheidsspecialiste. Sommige mensen hebben een droge huid, anderen een vette en weer anderen een gemengde huid. Voor alle huidtypes bestaan er dagcrèmes. Die hoeven helemaal niet duur te zijn. Veel drogisterijen hebben al hele goede crèmes van hun huismerk. Van veel grote ketens is ook bekend dat die crèmes en make-up niet op dieren is getest, da’s een mooie meevaller

Kies een kleur die dicht bij je huidskleur ligt

Net als een goede dagcrème is een foundation afhankelijk van je type huidcrème. Ook daar heb je dus advies bij nodig. Het is heel vervelend als de foundation een onnatuurlijke kleur aan je huid geeft.
Heb je de juiste foundation gevonden, ga dan als volgt te werk:

• Maak het sponsje nat met water en wring het goed uit.
• Breng wat foundation aan op je pols en wrijf het sponsje hierin.
• Breng nu de fondation aan op je gelaat. Begin steeds van binnen naar buiten te wrijven.
• Maak kleine wolkachtige bewegingen.
• Vergeet de haargrens en de oren niet mee te nemen.
• Breng ook foundation aan op hals en decoletté als deze vrij blijft!

Zie je nog wat onzuiverheden, dan kan je een zogenaamde consealer gebruiken. Die dep je met je vingers op de onzuivere plekjes. Gebruik niet teveel van de consealer, daarmee accentueer je alleen de onzuivere plekjes.

Vervolgens kan je er voor kiezen om de foundation af te maken met poeder. Breng wat poeder op het poederdons en breng het poeder hiermee op het gelaat. Dit mag een dikke laag zijn. Laat die laag een minuutje op je gezicht zitten, zodat de poederdeeltjes goed kunnen ‘pakken’. Na die minuut kan je het overtollige poeder gewoon wegborstelen met een grote zachte make-up borstel.

Volledige vrijheid in kleur en aanbrengen.

Dit is meestal gelinkt aan modetrends en hier heb je de vrije keuze. Je kan je laten inspireren door de kleur van je ogen, maar bijvoorbeeld ook door de seizoenen.
Overdag kan je er voor kiezen wat lichtere make-up te dragen, terwijl als je ’s avonds een bijzondere avond uit hebt, kan je je make-up wat sterker aanzetten. Brons-, goud- en zilverkleuren zijn helemaal ‘in’.

Het gebruik van kajal is bedoeld om schaduwaccenten te leggen. Maak bijvoorbeeld een boog op je ooglid en vervaag deze met je oogschaduwborstel. Hierover kan je nu oogschaduw aanbrengen. Het effect is verbluffend. Let maar eens op actrices, die zijn allemaal zo opgemaakt.

Hoe dik of dun zijn je wimpers? Pas daar je mascara op aan.

Dit vergt gewoon wat oefening. Ook mascara komt in allerlei soorten en maten én kleuren. Kies (eventueel met advies van de winkelbediende) de mascara die bij je past. Dat ligt natuurlijk ook aan of je grote, lange wimpers hebt, of juist korte met weinig haartjes. Sommige borsteltjes verwijderen de haartjes van de wimpers om ze langer en dikker te laten lijken.

Er zijn ook watervaste mascara’s. Die blijven in principe makkelijker zitten, maar je hebt er een speciale remover voor nodig.

Haal wel elke dag je make-up én mascara van je gezicht. Ga je er mee slapen, dan kan de mascara op je kussen gaan vlekken én je wimpers kunnen makkelijker breken.

Let er bij het aanbrengen van de mascara op dat je je wimpers diverse laagjes kan geven, afhankelijk van hoe ‘dik’ je wilt dat ze worden. Breng de mascara zowel bovenaan als onderaan aan. Daarbij kan je kiezen voor verschillende kleuren, bijvoorbeeld zwart bovenaan en lichtbruin onderaan. Speel maar eens met deze technieken en kijk hoe het uitpakt voor jouw oogopslag.
Mascara breng je langzaam aan met een lichte heen en weer beweging met het borsteltje.

Kiss-proof en blosjes, een bewuste keuze.

Je bent bijna klaar en het is tijd voor de ‘finishing touch’. Dat zijn de blush en de lippenstift. Je kan deze stap ook overslaan. Blush en lippenstift moeten echt bij je passen.

Als je je blush kiest, kies dan een natuurlijke kleur uit. Je brengt de blush met een kleine kwast in ‘stippen’ aan onder het oog en veegt deze dan ‘open’ met een fijnere borstel.
Je lippen zet je eerst aan met een lippenpotlood. Kies daarbij ook weer een natuurlijke kleur die bij je lippen of bij de kleur van je lippenstift past.
Je kan vervolgens met het lippenpotlood ook je lippen kleuren, dit zorgt er later voor dat de lippenstift beter blijft zitten en als je lippenstift een beetje vervaagt, houd je toch nog de kleur.

Het beste breng je lippenstift aan met een lippenpenseel. Zo blijf je goed ‘binnen de lijntjes’ en breng je ook zo min mogelijk bacteriën aan op de lippenstift.

Als je je lippen gestift hebt, ‘hap’ je even op een papierenzakdoekje en breng je eventueel een tweede laagje lippenstift aan.

Tegenwoordig kan je ook kissproof lippenstift kopen. Die wordt wat droger zodat je niet telkens een wang hoeft af te vegen als je iemand er een kus op hebt gegeven.