Ik ga het maar eens opschrijven, deze beleving van urenlang wakker liggen in een lange nacht, rusteloos en krabbend op plekjes waar het net niet genoeg jeukt om te zeggen dat het muskietennet, waar je mee hebt liggen stoeien, niet werkt. Zon nacht, elke nacht, duurt derhalve lang.
Bij het ochtendgloren blijf ik liggen om mijn huisgenoten niet voor de voeten te lopen, want dit jonge gezinnetje moet alle zeilen bijzetten om de nieuwe dag op te starten. De oudste, onze kleinzoon, moet weer naar school en dan heb ik het over een tijdstip waar een gemiddelde werkzame Nederlander een puntje aan kan zuigen, kwart over zeven. Een kwartiertje rijden, de berg af.
Plaats van handeling: het huis van Menno, Hanneke en de kinderen Taco en Kiki.
Een geweldige plek op Maui, Hawaii, waar het een voorrecht is om te mogen logeren. Vanwege de gezonde en vooral ontspannen leefwijze in dit paradijs op deze aardkloot voor Nicole en mij een geweldig beleving , de gastvrijheid en hartelijke zorg voor ons als gasten. Goed, het is dan je familie, kinderen en kleinkinderen, maar om een maand je privé-omgeving te willen delen vinden wij bijzonder en daar genieten we van.
Het gevolg voor ons is de verandering van: snel, een hap zus of zo, en zeker niet te vergeten een glas meer...vooral niet minder, terwijl het nu is: rustig opstarten, vooral langzaam doorgaan, gematigd eten, een beetje klussen in en rond het huis, het voorrecht om elke dag naar de landfill (vuilnisstort) te mogen rijden om een lading tuinafval weg te brengen (een dag zonder Landfill is een dag niet geleefd), bijtijds naar het strand gaan, en vooral geen behoefte hebben aan het vertrouwde glas. Waar onze avonden thuis worden voltooid met een glas wijn, of twee, gevolgd door de stap in de bedstee, is het hier soms een blikje bikini-blond, het lokale biertje, als opmaat naar het vroege avondmaal.
De avond wordt dan afgesloten met een spelletje Yatzee, vergezeld van een mok groene thee, voor de broodnodige rust. Ik voel me dan ook al zo fris en fruitig als een pasgeboren vijfenzestig-plusser. Tevens voel ik me een beetje
een lokale mens, want terwijl elke toerist op het vliegveld een cabrio of SUV huurt, waar ze thuis slechts van dromen, rijden wij rond in een truck met royale laadbak, zodat we er van alles zomaar in kunnen mikken.
Het resultaat van deze levensstijl is dat mijn ritme sterk is veranderd, maar dat mijn geest deze vertraging na 14 dagen nog niet kan volgen. Dus heb ik ergens in mijn 24-uurcyclus tijd over, en dat is nou net vanaf het moment dat ik naar bed ga tot dat ik weer overeind behoor te komen.
Overigens, dat laatste gebeurt op mijn leeftijd ook wel eens een keer
s-nachts: zoals elke jonge oudere moet ik wel eens naar het toilet. Daarvoor moet ik eerst vanonder de klamboe, met de moeizaam gevonden smartphone met ingebouwde zaklantaarn, het bed uitglijden, naar de deur schuifelen, deze proberen zachtjes te openen, over de krakende plank te stappen die als eerste in de gang mijn pad kruist, het toilet zijn werk te laten doen, dan zo zacht als mogelijk is doorspoelen, omdat de stortbak van de wc grenst aan het slaapvertrek van onze kinderen, en het in een stille nacht altijd lang duurt voordat het reservoir weer gevuld is. Vervolgens begint behoedzaam de weg terug, waarbij ik elke keer weer blij ben dat de smartphone niet onderin de toiletpot ligt.
De kraakplank wordt met het volle gewicht geraakt, de kamerdeur is sneller en dus harder dichtgetrokken dan verwacht, en de klamboe verschalken is dan slechts een kleine, maar wel belangrijke bijkomstigheid, evenals het positiekiezen naast mijn immer voortronkende echtgenote.
Waarna het grote wachten wederom wordt vervolgd.
Ik weet niet hoe u een tropische nacht ervaart, maar in mijn nachten zijn het vooral de stilte en de daar bijbehorende geluiden die een hoofdrol spelen.
Het aan- en afslaan van de koelkast, het intense slapen van Nicole, de dieren die s nachts hun vak uitoefenen, en vooral de dieren die in mijn beleving bij het ochtendgloren een taak hebben.
Eerst de wezens met de nachtdienst: de gehele nacht trilt er een soort spanning door de lucht, die ik thuis in Poppel nog nooit gehoord heb. Het zijn de krekels die ik bedoel, tenminste ik denk dat het krekels zijn. Hun indringende geluid maakt op mijn huisgenoten totaal geen indruk, maar ik zit hier om vier uur s nachts bijna mee te tjilpen.
De gekkos komen ook aardig dichtbij, onschuldig maar wel net zo aanwezig als mijn belastinginspecteur. Je weet dat hij er is, maar je probeert hem te negeren.
Dan de ochtendploeg: in dit deel van de wereld en dan speciaal de directe omgeving wordt het bevolkingsoverschot op peil gehouden door een aantal hanen met elk een bijbehorende kippenschaar.
Ik weet uit ervaring dat ergens tegen de ochtend de haan kraait. Deze hanen kunnen kennelijk geen klok kijken want er wordt gedurende de nacht aan een stuk door gekraaid. De diversiteit van het geproduceerde geluid leert me dat er net zoveel soorten hanen zijn als soorten gekraai, waarbij dan mijn fantasie op hol slaat.
Een lullig kort kukelekuutje van slechts drie lettergreepjes, hierbij stel ik me een minkukel van een haantje voor. Daarentegen zijn er forse gekraaide kreten, die me doen denken aan een haan met alles erop en eraan, borst vooruit en pluimen in de wind. Hele lange uithalen, dominant en schreeuwend om aandacht, die hij dan ook prompt krijgt. De langste kraai die ik gehoord heb zou zo een halve CD kunnen vullen.
Uit alle hoeken en gaten klinken de reacties van gevederde collegas, en dat is nou net wat mij zo bezig houdt. Ik zie allerlei mannelijke kippen voor me, die reageren, of juist de grote leider minachtend bejegenen maar uiteindelijk toch zwichten voor de oproep van de baas. Ik hoor lulletje rozenwater, een haantje dat volgens mij totaal wordt overrompeld door zijn harem, dan de loser die slechts zijn grote voorbeeld wil na-kraaien maar het net niet haalt, dan de klojoos die slecht bij krop zijn of kortademig. Die persen er zon korte kraai uit dat het geen naam mag hebben, of je moet het een kukel met ingebouwde tok willen noemen.
En dan haantje de voorste, die begint zijn kukel, en als er geen reactie komt, druipt hij af met het schaamrood op zijn kam.
Het nachtlijk gekraai wordt regelmatig onderbroken door een korte pauze, soms door mij gebruikt voor de reeds genoemde plaspauze.
Maar dan, daar is hij: de nichtenkraai bestaat, hoog ingezet en een beetje aanstellerig eindigend. Deze kraai is dwingend, dringend en vol passie. Er wordt door de omgeving eerst nauwelijks op gereageerd, maar kennelijk zijn het er toch meerderen van dezelfde kunne...., allengs komt er bijval en dan is de lol niet van de lucht. Het hele spul begint door elkaar te kraaien, zodat zelfs de stotteraar niet meer te onderscheiden is.
En wat ik dan uiteindelijk niet kan verkroppen is dat mijn huisgenoten niet willen delen in mijn nachtelijke beleving, ze slapen gewoon door, zich niet bewust van de intensiteit van zwoel Hawaii bij nacht.
Maar ik snap het wel.
En dan heb ik het niet eens gehad over de krolse katten.............!!
Op de fiets, op de fiets, een tandem is toch ook niet niets.........
We hebben via Marktplaats een tandem gekocht, in Limburg, en zijn op een zondagavond ernaar toe gereden. De verkoper was een rijwielhandelaar, hij moest de tandem verkopen voor een heer, die dit rijwiel samen met zijn onlangs overleden echtgenote jarenlang tot volle tevredenheid had bereden. Bij nader inzien had ik het gevoel dat ik een "autootje van een oud vrouwtje " had gekocht, weinig kilometers op de teller, maar bij nader gebruik blijkt toch .........
Volgens de stickers op het achterspatbord zijn wij de zoveelste gebruikers.
In ieder geval, de tandem (voor degenen die niet weten wat dat is: een fiets voor twee personen, waarbij verondersteld wordt dat elk van de twee fietsenden een gelijke bijdrage levert in het totaal van de mechanische krachtoverbrenging) is een sportieve uitvoering van een OMA-fiets.
21 versnellingen, rappe zadels, het uiterlijk van een mountainbike met groeistuipen.
Plannen worden gemaakt: de Loire in Frankrijk, fietsen langs een mooie rivier met veel bezienswaardigheden. Een beetje warm en ver, maar met de tandem achterin onze Renault Espace moet dat lukken.
dus....
eerst oefenen in eigen land!!
dag 1:
ongetraind gaan we de weg op, maandagochtend., de wind in het hol:
Poppel, via Den Bosch, komen we uiteindelijk na een kleine 100 km. in de vooravond in Rhenen.
We logeren in een hotel op de Grebbeberg, onder de vrolijke klanken van het achter het hotel gelegen dierenpark.
dag 2:
langs de (ik denk) Rijn, diverse malen met een pontje overgestoken, je zou het heen en weer krijgen, tot aan de IJsselkop onder Arnhem, vandaar over smalle dijken langs deze mooie IJssel belandden we in Zutphen.
In de binnenstad een mooi hotel, lekker oud, krakende vloeren. Onder het genot van: de laatste avond zon, een mooi terras, een zere kont, lekker Italiaans eten en dito wijn, sloten we dag 2 af, om de volgende
dag 3:
te ontbijten, in samenspraak met de eigenaresse van het hotel, die gezellig bij ons aanschoof.
Iets later dan gepland, door alle interessante verhalen wederzijds, vertrokken we, met de wind in de rug, langs de IJssel richting Zwolle, wederom over dijkjes en smalle weggetjes.
Voor Zwolle wilden we een pauze-stop maken en belandden in het dorpje Wijhe. Midden in de winkelstraat stopten we, op zoek naar een geschikt terras voor een kopje koffie of een andere versnapering. Terwijl ik probeerde mijn been over de stang te tillen ( een zwaai over het zadel kan je met een tandem beter vergeten) en deze poging mislukte, kwam een gezellige oudere heer naar ons toe, boog zich belangstellend naar mij als "leader of the tandem" en vroeg of mijn fietscomputertje een ToM-ToM is. Ik zei nog: "nee, maar ik heb wel een TamTam, en die zit achterop", de man kwam nog dichterbij en op dat moment lukte het mij mijn rechterbeen over de stang te tillen, om hem daarmee vol in het kruis te raken....hole in one ...dus.
We dronken in Wijhe onze koffie op het terras van wat later bleek een cafeetje van een kunstenaar, hij had zijn galerie naast de kroeg, de volgende ochtend is mijn lip een koortslip, of hoe dat ook heet. In ieder geval, schoon is anders...
De nacht hebben we doorgebracht in een hotel in Zwolle, de avond waarop het Nederlands elftal heeft gevoetbald, ik denk tegen Argentinië. Zeker weten doe ik het niet meer, want tijdens de wedstrijd stroomde het hotel vol met Engelsen, dames en heren, een bus Robbie Williamsfans, die nog even een frietje kwamen scoren en de nodige pinten. Tjonge, wat een happening.
dag 4:
rondje Zwolle, via Kampen, Zwartsluis, en dan tegen de wind in terug naar Zwolle. Koud en nat.
Omstreeks 13.00 uur, ....ruim voor de middag/avondspits dus, besloten Nicole en ik om vanuit Zwolle terug te reizen naar het zuiden.
Op het station kochten we 2 x enkele reis Tilburg, ook een kaartje voor de tandem.
Sinds kort mag een fietskar niet meer met de trein, een tandem wel en een fiets-kinderaanhanger ook..., in ieder geval, de lokettist vroeg me nog of ik een kortingskaart had. Nee dus, wij Nederbelgen reizen nooit met het Nederlands openbaar vervoer, dus een kortingskaart was niet voorhanden.
Na betaling van de m.i. redelijke hoeveelheid Euro's, hesen wij op perron 3, spoor 7, onze tandem en onszelf in de Intercity naar Roosendaal. Een luxe, de hele reis blijven zitten op het balkon, alleen maar zorgen dat de tandem geen andere passagiers in de weg stond.
Net voor Deventer, kaartjescontrole.
De vriendelijke hoofdconducteur (zijn titel hing aan zijn borst) vroeg ons of we de kortingskaart wilden laten zien...welke kortingskaart....nou die overlegd moest worden bij onze reisdocumenten.
Het bleek dat we vervoersbewijzen hadden met een korting van 40%.
Dus geen kortingskaarten, dus geen geldig kaartje, dus een boete van Euro 35,00 per persoon. Over de fiets werd niet gesproken, want die had toch geen weerwoord.
Na wat gesteggel was het alternatief: in Deventer eruit, nieuwe kaartjes kopen...nee, de gekochte kaartjes waren bij deze ongeldig en niet inwisselbaar.
Wij met onze zwaarbeladen tandem uit de trein, de inkomende reizigers mopperen, wat mij bijna de neiging gaf om links en rechts een beetje slordig met het in- en exterieur van ons spoorwegmateriaal om te gaan, ik kon me nog inhouden.
Uiteindelijk belandden we in een volgende trein naar het zuiden, later op de middag.
Op onze balkon-lokatie was het inmiddels een komen en gaan van de echte forensen, we zaten in het begin van de namiddag-, avondspits natuurlijk gruwelijk in de weg.
Een van onze mede-reizigers had voor mijn een opmerking over ons a-sociale reisgedrag, met een tandem op de trein stappen terwijl die arme heen- en weerreizigers bijna struikelend naar hun staanplaats moesten strompelen.
Dit ontlokte mij de opmerking: "mevrouw, als de lokettist in Zwolle maar een fractie had van het verstand van onze jongste kleinzoon van anderhalf , dan hoefden wij niet in deze trein te zitten!!"
Sinterklaasfeest was voor ons als ondernemersgezin, werkzaam in de catering, altijd een hectische periode. Toen, eind jaren '70, als aanloop naar de drukke Kerst, was er voor ons gezin, papa, mama, en vier kindertjes, een spannende tijd aangebroken waarbij het priveleven ondergeschikt was aan de leukedingendoentijd.
Ook de gaven van de Goede Sint moet je in deze context zien.
Zo kregen onze kindertjes van de Goed Heiligman altijd dingen die, of net te pas kwamen, of niet boven de begroting waren, met andere woorden, wat we allemaal met dit soort feesten kregen.
Voor ons gezin was het meestal de meest nuttige zaken zoals ondergoed, een fleurige pyjama, schoolspullen, afijn, noem het maar op, alleen de overbodige dingen, daarvoor hadden we opa's, oma's en....oud-tantes. De noodzakelijke dingetjes, daar waren ze al blij mee.
Tante Corrie, ze woont in Dordrecht, is zo'n Oud-tante. Nu bijna 90 gezonde jaren oud, heel trots op haar familie, al vanaf haar geboorte vrijgezel, wil graag met haar neven en nichten, maar vooral met het kroost van die na-zaten pronken.
De kindertjes Eijgenraam mochten net na het Sinterklaasfeest bij Tante gaan logeren.
Marijntje, de oudste, toen 7 jaar, Wieteke van 5, Hanneke was 3 jaar.
Bartje van 2 jaar moest thuisblijven, was nog niet "groot genoeg" voor deze logeerpartij.
Tante kwam ze ophalen, met de trein. Dat was al heel bijzonder, de kindertjes hadden nog nooit een trein van dichtbij gezien. Alle koffertjes waren gepakt, het zat er allemaal in. Tandpasta, kammetje, ook schone kleren en nieuwe nachtjaponnetjes.
In Dordrecht aangekomen werd er eerst uitgebreid "welkom geheten", limonade en alles wat kinderen daarbij lekker en leuk vinden.
Tante, de jongere zus van hun oma, zette al haar charmes in om de kinderen te amuseren.
"Laten we vanmiddag naar de stad gaan, een ijsje enz......."
Marijntje, als oudste en bijdehandste van het stel, ze was tenslotte al bijna 8 jaar, regelde de organisatie van deze onderneming: iedereen omkleden!!
Tante Corrie met haar achter-kleinnichtjes naar de stad.
De mensen keken naar haar, en vooral naar naar de 3 kleine kindertjes, die parmantig achter haar aanliepen. Tante Corrie vond dat de kindertjes er wel heel bijzonder bijliepen, zo apart gekleed, niet van haar tijd, maar wel heel kleurrijk.
Moe en voldaan kwamen ze bij Tante Corrie thuis, waar ze die avond zouden slapen.
Toen Tante Corrie vroeg, na het tanden-poetsen en plassen " waar zijn jullie pyjama's," zei Marijntje:
"oh, die hebben we de hele middag al aangehad".................!!
Elke keer als ik Billy Joell hoor met zijn geweldige "She's always a woman", wat in dat jaar voor het eerst te horen was, moet ik weer inwendig schateren.
We gingen in de jaren tachtig met onze vier kinderen naar een bestemming in het Chiantigebied. Jarenlang was ons reisdoel Fattoria La Farneta, een prachtig landgoed midden in de heuvels. Vroeger woonden daar twaalf families, wijnbouwers, enkele generaties tegelijk.
La Farneta ligt aan het eind van een zandweg, 8 kilometer van het kleine dorpje Casole d Elsa, eindeloos slingerend, heuvel op, heuvel af.
om de paar honderd meter een autootje langs de weg, meestal een minuscuul Fiatje 500, van de eigenaar en/of bestuurder echter geen spoor. De plaatselijke bewoners zochten in de bossen naar paddestoelen (fungi).
Met de regelmaat van de klok hoorde je in de verte een knal, echoënd tussen de hellingen, en dan wist je dat een van de Fiatbezitters weer een avondmaal had verschalkt.
Onze lijfspreuk in die tijd was: Genieten is niet altijd zondigen. Zo denken de Italianen er kennelijk ook over. In het weekend kwamen van heinde en verre de gasten van de eigenaar van La Farneta, uitgenodigd voor een groot eet- en drinkfestijn.
Lange tafels en banken stonden in de openlucht en in stallen, feestelijk gedekt met plastic bordjes en dito bestek, knalrode servetten en véél mandflessen, gevuld met de kostelijke Chianti. Een sfeer die met porselein, linnen en kristal niet te evenaren was.
Het hoofdgerecht bestond uit gebraden vogeltjes, op lange spiesen geregen en boven grote vuren gegaard, én polenta, een maïsgerecht uit de streek.
Halverwege in een bocht van ons zandweggetje, in de middle of nowhere lag een bouwwerk, La Pietralata, een ogenschijnlijk klein restaurantje, maar achter de deur een gezellige en ruime eetkamer en bar.
In de ochtend ging je melden dat je er savonds wilde komen dineren.
De gastheer was een bejaarde man, met snor, en afkomstig uit de laars van Ital ë.
Zijn echtgenote, een fel kijkende voormalig Siciliaanse schone, zwaaide de scepter in de keuken.
Tussen acht uur en halfnegen werden we verwacht, we togen lopend naar La Pietralata.
We waren aan de vroege kant, maar dat probleem werd door onze gastheer opgelost door al rijkelijk de wijn te schenken.
Toen de tafel gereed was werden we uitgenodigd met de andere gasten aan te schuiven aan een lange, zeer lange tafel.
De gastvrouw had op een bijzondere manier een verwenplan voor ons opgesteld, en het was echt genieten. Antipasti, pasta, paddestoelensoep, eigen gebakken brood, fazant en dan het hoofdgerecht, resultaat van een van die knallen van die middag, konijn bereidt volgens typisch toscaans receptuur, een delicatesse die door zijn eenvoud zijn weerga niet kent. Men proefde het geduld en de kennis van onze gastvrouw, die liefdevol en volgens de traditie het gerecht had bereid.
Het meer dan voortreffelijke hoofdgerecht werd gevolgd door een dessert, dat door de inmiddels zeer joviale gastheer vanaf het hoofd van de tafel naar ons toe werd geschoven op een manier die sterk deed denken aan Sjoelen .
Voor het internationale gezelschap kwam het hoogtepunt van verbroedering op het moment dat we allen van tafel gingen om in de bar nog een digestieve tot ons te nemen, aangeboden door onze Snorreman de Gastheer.
Grappa werd rijkelijk geschonken, de gitaar van de muur gehaald en liederen gezongen, soms in vier talen tegelijk.
Op het einde van de avond moest er uiteraard afgerekend worden, de Gastheer lispelde dan in mijn oor Centemille lires, omgerekend toen 120 guldens, een schijntje voor het ons gebodene.
Terug op La Farneta had ik dan ook nooit het gevoel door de plaatselijke horeca te zijn getild.
Het jaar daarop waren we met twee gezinnen, twee vaders, twee moeders en acht kinderen in La Pietralata, ons favoriete restaurant.
Na een geweldige avond, wijn en uiteraard aan het einde veel muziek en . Grappa, moest ik weer om de rekening vragen.
De heer des huizes lispelde weer in mijn oor Centemille lires ..Hij kende maar één tarief.
Vorig jaar zijn we nog eens langs gereden, het restaurant is niet meer in bedrijf, onze Snorreman is niet meer onder ons, zijn weduwe zit (dromend van Sicilië) rustig in het zonnetje
Herinneringen aan die mooie, zonnige vakantie, aan het eind alleen de ziel van de Chianti-fles.
Hugo kwam ons tegemoet, toen we zijn terrein opliepen. Een kruidentuin, die deel uitmaakt van het Begijnhof in Diest, België.
Het was voor ons een zaterdag om iets te ondernemen. Het werk is gedaan, de vakantieperiode voorbij, en dan heb je eind augustus nog een paar dagen die eigenlijk maar een beetje liggen te slingeren. Het echte werk begint toch in september.
Hugo sprak ons aan, omdat wij belangstelling toonden voor de kruidentuin, die naderhand bleek zijn levenswerk te zijn. Hij loodste ons mee naar binnen, in een gebouw waar een plek was die enkele jaren ervoor, zo vertelde hij, echt was ontdekt. Een binnenplaats, blijkbaar eeuwen verborgen voor de buitenwereld, was een schouw die er eigenlijk niet kon zijn, omdat er voor meerdere haarden slechts een rookkanaal was gebouwd.
De ruimtes waren vakkundig en met liefde gerestaureerd, en Hugo vertelde dat leem, het pleisterwerk van onze voorvaderen, maar op een manier de tand des tijds kon weerstaan, en dat was .vermengen met paardenpis. Zo blijft leem wel 300 jaar perfect in conditie.
De ruimtes zijn nu in gebruik als kookschool, diverse verenigingen zijn er thuis.
Hugo kan gepassioneerd vertellen over de geschiedenis van het Begijnhof, over heksen enz. Hij heeft daar kennelijk een studie van gemaakt en heeft een theorie ontwikkeld die een eigen visie op de loop van de geschiedenis geeft.
Stellingen en wetenswaardigheden die hij ons voorhield:
Het denken in kerkelijke aangelegenheden is omstreeks 1200 veranderd,
Kloosters zijn anders opgezet enz.
Brandstapels in combinatie met gebruik van kruiden.
Verhaal over Dominicanen, grootste orde in de Nederlanden in vroege Middeleeuwen en later.
Gelofte van persoonlijke kuisheid.
Combinatie met kruidentuin, uitleg over kale en wollige kruiden.
Hugo heeft er veel over gelezen, en de geschiedenis goed begrepen.
Locatie:
Begijnhof te Diest
Diverse activiteiten zoals:
Boekbinden, heemkunde, culinair, verkeerspark, rondleiding in Begijnhof.
Diest is absoluut de moeite waard om te bezoeken.
Als je naar de wc moet, vraag het Hugo.......de deur links achter!
Amuseren is het naar je zin hebben, zonder daar zelf veel inspanningen voor te moeten leveren. Amuseren doe je door dingen voor je te laten gebeuren, het leuk te vinden en ervan te genieten. Het laten overkomen van ervaringen kan heel verrijkend werken.
Je vermaken heeft een doe-het-zelf- imago, jezelf te verbeteren, of in het slechtste geval te veranderen.
Als je wordt vermaakt, of je doet moeite om jezelf en je omgeving te vermaken, betekent dat in ieder geval dat je niet jezelf wilt blijven.
Amuseren kan heel tongstrelend zijn. Genietend van je omgeving, in de hand een glas gevuld met iets goeds, bij een eenvoudig maar eerlijk hapje komen allerlei gedachten op die bepalend zijn voor de stemming van de volgende dagen. Isabel Allende schrijft in haar boek Afrodite over genieten, laten genieten en het scheppen van banden tussen mensen.
Banden tussen mensen hebben wortels, als de wortels van een boom, de kunst is om langs de stam naar die plek in de boom te komen waar je als blad je laat horen door geruis, het geruis met de bladeren om je heen vormen een klank die mensen vertrouwd in de oren klinkt.
Als die banden met mensen belangrijk zijn, als die wortels zo diep zitten dat vermaken er niet toe doet, dan ga je mensen amuseren.
Amuseren is niet het uitgenodigd worden voor een golfclinic, het volgen van een kookcursus, het is wel trendy, maar eigenlijk is het een soort van wegsturen van moeder uit de keuken. Terwijl zij degene was die altijd paraat stond als: de liefde door de maag moet gaan of een grote mond vullen, wie wil een koekje van eigen deeg, wie is er niet op zijn mondje gevallen.
Amuseren kan zijn: verwennen, verwachtingen opwekken voor iets wat nog gaat komen,
een manier om bij iemand binnen te komen.
Deze tijd van het jaar is bij uitstek geschikt om eerlijke producten te gebruiken.
Wat is er mooier dan de seizoenen, zoals ze zijn bedoeld, te laten leveren wat ze kunnen leveren.
Geen haring in december, of een aardbei in januari, dat is niet logisch, dat is geen amusement.
Geef elk seizoen de kans om zijn eigenwijsheid te tonen, ga geen sleetje-rijden in de zomer, het lukt niet.
Bij amusement hoort een tongstrelende verwennerij: de Amuse.
De amuse is een voorproefje van wat gaat komen, een belofte.
Culinaire Recessie, of hoe we bewuster gaan leven.
Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen: we halen de officiële groeiramingen niet. Onze bestedingen worden aangepast aan onze mogelijkheden, we worden spaarzamer.
Natuurlijk, de recessie zat al jaren in de pijplijn, maar nu het werkelijk aan de hand is, zijn er toch momenten en situaties waarbij ik mijn bedenkingen heb. Naar mijn mening wordt er teveel verspild, ook op culinair gebied, dus in de keuken.
Ik kijk met verbazing naar kookprogrammas op TV, binnen- en buitenland, het maakt niet uit.
De presenterende kok, meestal een vakman wiens ster al straalt aan het culinaire uitspansel, opent met een overzicht van de ingrediënten, die klaar staan in keurige schoteltjes, bakjes, glaasjes e.d.
Nadat de benodigdheden uitgebreid aan de kijker zijn uitgelegd, het vlees of de vis ter tafel is gebracht, het bak-en braadwerk vordert, begint bij mij een onbehagen op te komen.
De schoteltjes, bakjes en glaasjes worden slechts ten dele geleegd. Altijd blijft een aanzienlijk deel van de mise en place achter op de keukentafel. Voor mij onbegrijpelijk, weet men geen maat of verhouding, of zet men zomaar wat klaar?
Het komt voor U misschien als flauw en zeurderig over, maar ik kan U verzekeren dat dit gedrag ook in de echte keuken veel te vaak voor komt.
Ik wijs leerling-koks er op dat het niet nodig is om 5 stokbroden te bakken als er maar 2 nodig zijn. Dure producten (tarbot, ganzenlever e.d.) worden soms achteloos gebruikt om eenvoudige gerechten zoals salades te maken.
Kennis van de waarde, houdbaarheid en toepasbaarheid van het product ontbreekt vaak.
Ik denk dat, als we bewuster met de beschikbare middelen omgaan, alleen datgene gebruiken wat echt nodig is, we de zogenaamde recessie in de keuken in ieder geval goed te lijf gaan.
Maak in ieder geval de complete mise en place op, U hebt de voorbereiding en inkoop toch niet voor niets gedaan?
Zo, en dan is het even stil, maar ik zal het uitleggen.
We wonen nu al zo'n 16 jaren in België, zeer tot ons genoegen. Een mooi huis op een leuke plek, dat is meegenomen, maar vooral de atmosfeer staat ons aan.
Vooropgesteld dat alles in België mis is, teveel Belgen, en dan nog het taalprobleem, de overheid die constant vraagtekens loopt rond te strooien, de plaatselijke onduidelijkheid, het ongepast gezag dat ze denken te hebben, zelfs de Euro moet je hier niet serieus nemen, de politiemacho's, vooral als het tegen ons 'Ollanders" gaat, (hoewel we het er soms wel naar maken), dat alles neemt niet weg dat ik het prettig vind om een BELGLANDER te zijn.
In het dorp waar ik woon doe ik al enkele jaren mee met de mei-tentoonstelling, dat is de plek waar amateur-kunstenaars kunnen laten zien wat ze artistiek in huis hebben.
Een kerkje is de lokatie waar resultaten van kunstnijverheid zoals pottenbakken, fotograferen, houtsnijden, tuinkabouters-fabriceren en dus ook schilderen ten toon worden gesteld.
De bedoeling is dat de kunstenaars een deel van de tijd invullen met Surveilleren, dat wil in mijn geval zeggen dat ik b.v. op zondagmiddag ongeveer 3 uren voor Jandoedel in die kerk heb gezeten, om uiteindelijk 4 mensen uit te leggen dat er ook werk van mij tentoongesteld was.
Voor hen niet zo belangrijk, want ze kwamen eigenlijk voor de vazen van hun kleindochter....
Maar België dus, een land wat ons heel veel vreugde schenkt.
Zo zijn we, Nicole en ik, laatst naar Brussel gegaan, om een concert/optreden bij te wonen van de "Frivole Framboos".
Sneetje brood, of....sneed je brood?...... HOMP DOET LEVEN
Een vriend van een vriend van mij vroeg eens, tijdens een plaatselijk culinair festijn, aan een grote, welgedane dame, een in den lande bekende politica, die al jaren in de media riep dat ze graag iets aan haar gewicht wilde doen: Wil jij snel afvallen?
Toen ze dit beaamde, was zijn advies: dan moet je eens meedoen aan de Miss-Nederlandverkiezing, jij bent gegarandeerd de eerste die afvalt!
Wat voor mij van belang is, niet veel maar toch, is de beheersing van het bijna gewichtigste wat mijn leven inhoud en waarde geeft, namelijk mijn soortelijk gewicht. Jarenlang heb ik gestreefd naar een passende omvang van mijn lijf, en daarbij te kunnen kijken in de spiegel en dan te zien dat het niet tegenvalt.
Een korte periode was dit zeer bevredigend, achteraf kan ik niet zeggen dat dit de fijnste tijd van mijn leven was. En wel om de reden dat deze gekozen levenswijze uiteindelijk toch niet het gewenste resultaat behaalde, ondanks allerlei ontzeggingen. Dit zeg ik rond-uit!!
Nu ben ik in de levensfase beland, waarin ik soms na middernacht het bed verlaat om nog enkele gedachten op te schrijven, een klein slokje te nemen en daarbij vanuit de koelkast een plak of twee lekkere Passendal-kaas op een toastje leggen, met de wetenschap dat als alternatief ook andere blokken uitgelezen Belgische kazen klaarliggen om met een kaasschaaf op christelijke manier besneden te worden.
We hebben ze zelf in huis gehaald!
Mijn Nicole doet er veel aan ons beider gezondheid te bewaken. We wandelen samen regelmatig, eigenlijk dagelijks, en ook onze fiets brengt ons vaak naar onze bestemming. Redelijk veel dagelijkse beweging is me niet vreemd.
Met de beste bedoelingen probeert Nicole onze hoeveelheid voedsel binnen de daartoe aangelegde perken te houden, en de afwisseling van ons dagelijks menu is creatief te noemen. Voedzaam en eenvoudig.
Echter, na een uurtje of twee gewoeld te hebben, ga ik vrijwel elke nacht het bed uit om te lezen, dingen te verzinnen, en plannen te maken voor de komende schilderkunstjes, die ik nog wil uithalen.
Tijdens deze nachtelijke sessies, die me vaak op heel creatieve gedachten brengen, probeer ik mijn hongergevoel te onderdrukken, met bovengenoemd tegenvallend resultaat...... Een alternatief kan ik zo gauw niet verzinnen, of het moest zijn dat een beroerd en hulpeloos TV-programma mij op andere gedachten brengt. Herhaling van Snauw en Azijnpissen-man bijvoorbeeld, of dat andere duo, Snevel en Aan den Drank. Daar moet je toch niet aan denken.
Ik wil graag mijn beroepsmatige kennis op peil te houden, liever zelfs nog uitbreiden.
Ik kijk daarom graag naar programmas op de Belgische zender Njam, waarin allerlei mediterrane oorden, gerechten en goedlachse mensen voorbij komen. De exotische gerechten, eigenlijk op alle plaatsen ter wereld, vliegen je hier om de oren.
Ook (vooral) de vroege zondagmiddag op Rai 1, het programma Linea Verde, is zon inspirerend uurtje waarbij vaak het water me in de mond loopt.
Fantastische gerechten, mooie lokale fruitsoorten en groenten, bijzondere vleessoorten en kaassoorten, die ik herken van onze vakanties met Nicole en de kinderen in Toscane.
Het programma is vooral bedoeld om aan te tonen dat het produceren van eerlijk voedsel niet bijzonder is en prima past in de beleving en plannenmakerij van plaatselijke ondernemers en overheden.
Investeren in duurzame voedselproductie wordt hier royaal in de etalage gezet.
Het volkse en trotse presenteren van de streekwijnen, diverse gerechten, dat alles is voor mij een lust voor het oog. En dat in de wetenschap dat ergens binnenin mijn televisie ook ergens een programma paralel mee loopt te zeuren, Buitenhof, om onze Nederlandse ellende en tekortkomingen dik te onderstrepen.
Ik zie liever een dorpspleintje, pak hem beet, ergens op Sicilië, met de burgemeester en hoofd van de lokale carabinieri prominent in beeld, waarbij in dit plaatje nog weinig plaats overblijft voor de uitgestalde broden, kazen, hammen, groenten en fruitsoorten. Wat wel goed in beeld komt, het slottafereel, is het heffen van een met fantastische wijn gevuld glas.
Laat de cameraman zijn werk maar doen, uiteindelijk krijgt hij/zij alles perfect in beeld om mij, hier op de bank in mijn noordelijker gelegen huis, steeds enthousiaster te maken om te gaan investeren in een kwaliteits-vakantie/werkbezoek.
Blijft er een vraag wat betreft het brood: mijn soortelijk gewicht, hoe dit te koesteren??
Ik zie in al die culinaire programmas geen sneetje brood, of iemand die het brood snijdt.
Ze hebben een ander motto: een dikke streep is ook een lijn, dus doe mij maar een
Je suis, tu es, il est, elle est, nous sommes .FOU SÈTE !!!
Deze keer in het voorjaar niet naar Italië, maar Noord Spanje kwam in het vizier. Vanuit het zuidwesten van Frankrijk, de bergen over en dan 10 dagen in het autootje van St.Sebastian naar Barcelona, onderweg in de binnenlanden een hotelletje pikken en alle toevalligheden voor lief nemen.
Een van die toevalligheden was dat de weergoden in het zuiden een ander schema hadden als de onze. Hier in Nederland schitterend weer, ook het oosten van Frankrijk was zonnig, dus (flexibel als we zijn) veranderden wij ons reisschema en vertrokken via Luxemburg en kwamen de eerste avond in Dole, een stad in de Jura. Een prima hotel, een keuken die werd bemand door een jonge brigade, niet vies van een experiment. Het dessert bijvoorbeeld bestond uit notenijs, in een dressing van andijvie en rabarber en zongedroogde tomaatjes.
De reis werd vervolgd via Genève, vlak langs de Alpen en een bezoekje aan Marseille, uiteindelijk door de Camarque naar Sète, de grootste vissershaven aan de Franse Middellandse zeekust. Wij kenden deze mooie stad van een bezoek in 1978, en werden weer verrast door de charme.
De eerste indruk is: Italiaans, Venetië. Het verkeer dwars door de stad is echter een groot probleem, heel Sète staat in de file, een gekkenhuis.
Het havengebied is een bedrijvigheid van jewelste, vissersboten varen af en aan en zorgen elke dag voor een grote aanvoer van verse vis en schelpdieren. Het is het land van de oesters.
-------
(In 1978 bezochten wij op vakantiedoorreis, samen met mijn ouders, de Pyreneeën en belandden in Sète. In de avonduren gezellig dineren op een van de vele terrassen aan de haven.
We bestudeerden de menukaart en kozen uiteindelijk voor een typisch gerecht, gefrituurde spierinkjes met een citroen/remouladesaus.
Hollands als we waren keken we ook naar de prijs. Mijn vader vond onze keuze nogal prijzig, hij bestelde daarom een klein gerecht: gebakken tong. Toen we afrekenden bleek dat de tong net zo duur was als onze drie porties spiering tezamen).
-------
Deze reis bezochten we een gezellig klein restaurantje aan de haven. Vers aangevoerde vis maakte uiteraard deel uit van ons menu, coquilles en kreeft. Na het diner nog een avondwandeling over de donkere pier, kijkend naar de Middellandse Zee, die naarmate het later en donkerder werd, steeds woester tegen de kade beukte. Het werd stormachtig. De volgende ochtend regen, vooruitzichten die ook voor onze uiteindelijke bestemming, Barcelona, niet veel goeds beloofden. Na kort overleg besloten we onmiddellijk naar het noorden terug te rijden, we waren tenslotte alweer 3 dagen van huis en het moest niet te gek worden. In het midden van de nacht waren we weer thuis, na 14 uur snelweg.
De dagen erna hebben we rustig doorgebracht op een landgoed aan de rand van onze mooie Veluwe, we zijn in plaatsen geweest als Zutphen, Doesburg.
Als we dit verhaal aan vrienden vertellen, kijken ze ons meewarig aan ..Vous ètes fou
Piet zou het gaan maken. Bladzijde 14, in het kookboek van de toenmalige TOP-KOK van Nederland, daar stond het recept voor de lekkerste vissoep.
Piet sjouwde er mee rond, met zijn kookboek. Iedereen moest het weten, op de zilveren bruiloft van Piet was deze soep HET gerecht.
Al jaren was Piet een trouw lid van zijn Heren-kookclub. Ze kookten dat het een lieve lust was, alle moeilijke gerechten hadden ze al op tafel gebracht, tot genoegen van de tafelgenoten, tot ongenoegen echter van de plaatselijke versleveranciers. De gekste dingen werden gevraagd, buiten alle seizoenen om.
Bart, heb jij een pan waarin ik vissoep kan maken voor 80 personen, en kan ik die komend weekend van je lenen?, vroeg Piet.
Das een hele club Piet, en waar haal jij al die spullen vandaan?, vroeg ik argeloos.
Nou, donderdag ga ik inkopen doen bij die horecagroothandel, in Breda, je weet wel, fantastisch wat ze daar allemaal hebben, en zo vers , wel duur maar dan heb je ook wat!!.
Ik kende Piet al jaren, dus ik had wel zon pan. Of toch liever twee kleinere pannen??
Nee, Piet ging één pan vissoep maken, dus hij ging weg met de grootste pan die ik hem beschikbaar kon stellen.
Vrijdagochtend ging de telefoon, met de vraag hoelang kreeften moesten koken, vrijdagmiddag nog een paar keer voor de bouillon en of de garnalen voorgekookt moesten worden.
Zaterdagochtend 11 uur belde Piet paniekerig op, de bouillon rook erg vissig, of ik even wilde komen.
Om vijf uur zou het diner beginnen, dus ik ging in het begin van de middag eens bij Piet poolshoogte nemen. De geur kwam me al tegemoet, niet slecht maar er was iets wat me opviel.
Samen keken we onder de deksel, ik rook het meteen. De bouillon was zuur geworden.
Gisteravond rook ik niks bijzonders, ik heb de pan de hele nacht in de kelder laten afkoelen. Piet kookte van de stress, de pan stond bol van de stress, goede raad was duur.
Ik vertelde Piet dat bouillon niet kón afkoelen, althans niet zon grote hoeveelheid. Het vet van de vissoep sluit de pan volledig af, de vloeistof eronder kan dan de hitte niet kwijt, het afkoelingsproces duurt te lang en door het hoge eiwitgehalte van vissoep ontstaat dan een vorm van bederf.
Alles door de afvoer was de enige oplossing, en dan zo snel als mogelijk was improviseren.
Ik kookte, maar kookte net niet over. De avond liep niet in de soep .
Met bouillonblokken, wat extra tijd en gelukkig nog een deel van de ingrediënten en wat uit mijn eigen koelkast heb ik die avond een meesterlijke vissoep bereid.
Ik ga binnenkort zelf kooklessen organiseren, dan vertel ik Pieten en Pieterinnen hoe het ook kan .
Ja, U leest het goed, bordvergroting, dus niet borstvergroting, hoewel het resultaat van het eerste wel een toeneming van borst- en buikomvang kan betekenen.
In onze huidige maatschappij is het normaal dat we eerst proeven voordat we iets kopen, en gratis hapjes in supermarkt of horecagroothandel worden ons regelmatig aangeboden.
Natuurlijk kunnen wij deze verleiding niet aan ons voorbij laten gaan.
Het sterkt ons zelfvertrouwen dat we de goede keuze gaan maken of hebben gemaakt. Een nieuwe smeerkaas, de meest moderne worst, het knapperigste stukje stokbrood, het doet ons rammelen van de honger en we gaan er voor in de rij staan.
Wat we eten, hoeveel we moeten eten, of we overleven als we hét gegeten hebben is niet belangrijk, slechts het feit dát we ons bordje vol hebben kunnen laden om vervolgens de helft of meer voor de kippen over te laten, dat bepaald onze eetcultuur.
Ik heb ongeveer ruim 45 jaar ervaring in het vak als cuisinier, en steeds verbaas ik me over de vindingrijkheid van mensen. Waarom staan mensen te dringen om een klein hapje te bemachtigen, terwijl ze in alle rust elders een normale portie kunnen verkrijgen??
Een tante van mij heeft ons eens vergezeld naar een partij op locatie. Ze vond het leuk om ook eens te ervaren wat haar neef voor de kost deed. Haar taak was: hapjes presenteren aan een gezelschap dames en heren, een bijkomst van zakelijke relaties. Zoiets noemen we tegenwoordig een Netwerk. Ze vertelde me na afloop over haar verbazing, ze dacht dat ze in een hongerig werelddeel was beland. Goedgeklede heren en dames vlogen op haar af, met beide handen graaiend om zoveel mogelijk hapjes te bemachtigen.
Mijn tante, ze is er trots op dat ze binnenkort negentigjaar wordt, en het voorval is al 20+ jaar geleden, verbaasde zich over het feit dat mensen zich laten gaan als iets gratis is of denken dat ze ergens recht op hebben, al dan niet terecht.
Een koud buffet, een warm buffet, de opdrachtgever bepaalt uiteindelijk was er geserveerd wordt. Uitgebreid of heel thematisch, de hoeveelheid en kwaliteit, het zijn keuzes van de gastheer en gastvrouw.
De meeste gasten weten precies wat van hen verlangd wordt, respect voor het gebodene.
Bordvergroting treedt op als de gasten vindingrijk zijn en alles doen om meer op het bord te scheppen dan mogelijk is.
Hierbij mijn tip: leg op de rand van Uw bord sneetjes stokbrood, zodanig dat de diameter van het bord met ca. 6 cm. wordt vergroot.
Het enige wat nu nog ontbreekt is een extra paar handen.
In de zeventiger jaren kreeg ik als jonge ondernemer de opdracht een opening te verzorgen voor een bedrijf. De opdrachtgever had de gasten uitgenodigd bij gelegenheid van de ingebruikneming van een prachtig gerestaureerd pand aan een park, smaakvol ingericht, kortom een perfecte plaats om iets moois neer te zetten. Ook de vakmensen, belast met de afronding van hun werk, hadden op het laatste moment de hal en gang van het gebouw geboend, en alles was klaar voor ontvangst.
Op het afgesproken uur arriveerden wij met onze culinaire bijdragen, prachtig opgemaakte schotels met de beste vis- en vleessoorten, creaties waar ik terecht trots op was.
De buffettafels en benodigde servies en entourage hadden wij tevoren klaargezet, zodat het enige wat restte was het stijlvol binnendragen van de schotels.
De eerste stap van mij in de hal, mijn aandacht volledig gericht op de grote schaal in mijn handen, betekende een binnenkomst van jewelste.
Wat in de Hollywood-Studios zorgvuldig wordt gerepeteerd, lukte mij in een keer.
Met een daverende klap belandde ik halverwege de gang op de grond, uitgegleden over het matje net achter de drempel. Al het lekkers van de schotel kleefde aan de muren, lag op de spiegelgladde vloer, droop van mijn smoking, kortom, het was een ramp voor mijn gevoel.
Het gezelschap van feestvierende gasten had een riant uitzicht op het gebeuren, en mijn entree zorgde voor de nodige hilariteit.
Het verhaal wordt nog wel eens opgerakeld, alles is tenslotte goed gekomen, het feest was bijzonder geslaagd, mijn lachwekkend optreden had de toon gezet.
De entree van het diner of buffet is bepalend voor de verwachting die Uw gasten van dit samenzijn hebben. De kunst is om aan de verwachting te voldoen of zelfs te overtreffen.
Traditionele gerechten, het spelen op safe, maar vooral het originele van een gerecht maakt het begin van Uw diner of ontvangst speciaal.
Samenstellingen zijn er volop te verzinnen, Uw gespecialiseerde versleverancier zal U graag van dienst zijn.
Het is niet gemakkelijk om origineel te zijn, kleine persoonlijke veranderingen kunnen toch spannende gevolgen hebben. De basis voor een mooi voorgerecht is altijd het product zelf, passend in de tijd, kwalitatief hoogstaand en met respect voor de gast bereid.
Informeert U vooraf naar de samenstelling van het gezelschap, probeert U de gasten te verwennen door persoonlijkheid in het voorgerecht te leggen, dan bent U al bij voorbaat geslaagd voor het examen Gastheer-Gastvrouw.
Ziet daarnaast de tafel er uitnodigend uit, zijn de dranken het schenken waard, dan kunt U met een gerust hart het gezelschap aan tafel uitnodigen.
Hun binnenkomst, Uw entree, het diner zal zeker geen Stilleven zijn
Vandaag, een zaterdag in mei, gingen Nicole en ik fietsen in onze mooie omgeving. Mooi weer, en voor de eventuele versnaperingen onderweg had ik geld in mijn zak zitten, 35,00 , daar kun je toch wel ergens een kopje thee en/of een biertje voor kopen.
Net voor Hilvarenbeek zei ik tegen Nicole dat een lekkere Trippel op het Vrijthof in Hilvarenbeek me best zou smaken, maar moesten we ook niet voor onze traditionele zondagse uitspatting, een zakje diepvries-patat-frietjes halen?
Inderdaad, dus eerst even langs de Beekse Albert Heijn, om de gewenste kleinigheidjes op te pikken.
Oja, ook nog wat fruit, een kaasje, spelt-brood (gezond) en voor de kinine tegen de nachtelijke kramp een flesje tonic, of zou het toch Bitter Lemon zijn, of wat zei de dokter ooit: melk.
Ook haring past nu in ons zelf-opgelegde dieet, dus het boodschappenmandje raakte toch aardig vol.
Mijn vraag of e.a. in de kleine fietstassen zou passen was niet relevant.
De dame aan de kassa telde alle boodschappen op, einde van de optelsom: 35,52 ..Oei!!
Heeft u een AH bonuskaart?
Ja, thuis in mijn portemonnaie, ik wist niet dat we boodschappen gingen doen, en mijn fiets-pauze wordt nu dus niet opgeleukt met een pint!!!!.
Zei de AH zaterdaghulp: Nou meneer, dan gebruik ik toch even mijn Kassa-bonuskaart, hetgeen betekende dat ik ruim 3 euri terug kreeg op mijn totaal. Einde probleem.
Achter ons, in de rij voor de kassa stond een echtpaar, ongeveer van onze leeftijd.
De meneer floot een vrolijk deuntje, luid en duidelijk, wat mij de opmerking ontlokte: Nou meneer, op zon fluitje moet je zuinig zijn .
De man keek me , rustig doorfluitend, vragend aan, waarop ik zei: U zou zomaar ineens kunnen ophouden met fluiten.
De man stopte, haalde verschrikt adem en zei tegen mij: Hoezo ??
Ik heb mijn hele leven muziek mogen maken, vanaf mijn 11e verjaardag, toen ik met mijn (peet)tante met eigen gespaard geld een Ukelele (hoe schrijf je zoiets) mocht gaan kopen bij Muziekwinkel Peters aan het St.Annaplein in Tilburg.
Voorspel: dagenlang in de etalage kijken, kan ik hem nu betalen, 12 guldens is toch wel veel, zit dat al in mijn spaarpot?
En een week na mijn 11e verjaardag ging ik dus over tot de aanschaf van mijn felbegeerde Ukelele, weet nog steeds niet hoe je dit instrument .oh nee, wacht even, op Google staat dat ik het goed schrijf!!!
Mijn toenmalige buurjongen kreeg een gitaar, hij was 10 jaar, en voor mij een hele bink. Een gitaar, de zestiger jaren voor tienerboys, opgeteld een basis voor succes, in carrière en bij de meisjes . Alleen, een ukelele is een beetje lullig instrument, hoe stem je zon ding, en vooral, wat kan je er mee?
We vonden een goed item om de nummers van de toenmalige sterren te play-backen. Ik zal u de ins en outs van het repertoire, artiesten e.d. besparen, maar het resultaat was wel dat ik met mijn UKELELE, en de daarmee verworven kennis van muziekmaken, verder ben gekomen.
Mijn vriend met gitaar heeft deze al vrij spoedig, eind jaren zestig, aan de kapstok gehangen. (voor hem een snelle racefiets, voor mij een oubollige Opafiets).
Mijn muzikale carrière, daar kan ik kort over zijn. Diverse samenstellingen , via country na een reunie in eind zeventiger jaren. Nu een beetje de blues-kant, nog steeds zoekend naar de, voor mij ideale mix tussen goede rock, niet ouderwets en bluesnummers van deze tijd, gespeeld door artiesten die niet zijn blijven hangen in hun successen, maar vooral willen door-rammen in hun muziekbeleving.
Nou, en dus hadden we afgelopen maandagavond weer een muziekavond, bij mij thuis. Ik heb het geluk een huis te hebben, een beetje in een landelijke omgeving, waarbij op de zolder een repetitie-ruimte is, en waar je alle spullen kunt laten staan.
Mijn echtgenote Nicole, beneden, vindt het geen probleem als we luidruchtig tekeer gaan. Ook buren kunnen er mee leven (hoop ik). Stel je voor: drums, basinstallatie, piano- en gitaarversterkers, en daar overheen nog eens de zang van prille-zeventigers (geen genot).
Voorafgaand aan de repetitie, zo noemen we deze bijeenkomsten, drinken we een kopje thee, en bespreken we de voorvallen uit ons aller levens, meestal korte-termijnwerk. Geen zorgen, tijdens de muzikale oefening gaat de kurk uit de fles.
Afgelopen maandag ging het van: ach, en weet je wie er nu is overleden ..die ken je wel, van die en die band, hij was al negenenzestig. Toen heb ik het voorstel gedaan: "DIEGENE, VAN ONZE MUZIKALE VRIENDENCLUB, DIE ALS LAATSTE OVERBLIJFT, MOET DAN TRAKTEREN OP EEN GOEDE FLES WIJN" .
Ik was een puber die als zoon des huizes bezig was met mijn plek te beheren, of in mijn geval het afbakenen van het puber-territorium. Wij woonden als familie in Tilburg, in 1955 zijn mijn ouders met ons de rivieren over gestoken naar het zuiden, om in Tilburg een nieuw leven te beginnen.
Dordrecht was de bakermat van onze familie, maar om redenen die er hier niet toe doen, was deze stap kennelijk een noodzaak, die voor ons als kinderen betekende dat alles in ons leven, een klein kinderleven, overhoop werd gegooid en we een andere, zeg maar nieuwere variant gingen leiden. Dit nieuwe leven voor mij hield in dat de school, na een kleuter- en basisschool, in Dordrecht, tot de derde klas, met als juf ene dame Koendergras (dit kan fonetisch of onverstaanbaar zijn geweest) in ieder geval herinner ik me wel dat ik het Fiepje van de klas was bij deze mevrouw (Fiepje betekent in dit geval LIEVERDJE, dat later bij de Frater(s) in Tilburg het meer was gebaseerd op GEFRIEMEL aan de PIEMEL.....).
Ik moest me in 1955 inpassen in de Tilburgse Lagere school in de Antoniusstraat, middenin een schooljaar met derde klassers basisschool, tegenwoordig heet dat 5e groepers, bij een klasse-onderwijzer die als enige kunstje had het zijn van een frater met als specialiteit het kwellen van oorlellen, knijpen en ja..hoe leg je dat uit, er flitsen dan twee vingers langs je oorlel, waarbij je de gehele ochtend of middag op school met een gloeiend luisterorgaan zat, maar waarvan pa en moe bij thuiskomst niets zagen. Zo handig waren die mannen toen wel..... Frater L. was zon man.
Ik kende meer van deze morsige figuren, maar daar kan ik eigenlijk niet een etiket op plakken, achteraf durf ik te stellen dat ze allemaal wel iets hadden. Bij frater F. moest ik op zeker moment komen, in zijn spreekkamer op het fraterhuis aan de Kruisvaardersstraat, een schemerige setting in een donker kamertje, en hij begon tegen mij, als 12 jarige, te praten over dingen als aan mezelf komen, ik weet niet eens meer precies hoe hij het zei, maar een ding wist ik wel: wegwezen...., en ben dus rennend de kamer uitgevlucht.
Naderhand hoorde ik van mij vader dat de vis-leveranties aan het Fraterhuis in de Kruisvaardersstraat waren stopgezet. Ik was 12 en besefte niet hoe sneu en desastreus mijn weglopen bij deze frater was geweest.
De volgende frater die mijn pad heeft gekruist was ene G. Het was de 1e klas van de MULO. Deze man liet mij, als ik net vijf minuten thuis was uit school, terugkomen voor een lullig klusje. Hij belde dan mijn vader, die dus toen nog zeer volgzaam en afhankelijk was van de leveranties aan het fraterhuis, met de vraag of Bartje even terug kon komen, er moesten nog spullen, boeken en andere prullaria opgeruimd worden. En dan ga je weer. Begint zon figuur direct weer aan me te friemelen, ik wist er niet zo veel van in die tijd, en na een rondje gymzaal, zolder van de school, opgetild worden, handstandjes maken, verzin het maar, staat die frater zich ergens in een hoekje te bevredigen. En dan ineens, wat ik op dat moment raar vond, maar nu wel snap, is dat het ineens klaar was, klaarkomen is nu een begrip. Ik werd dan plotseling naar huis gestuurd, zonder uitleg.
Ik ben nu 63 jaar plus ongeveer 87 maanden oud.
Ik prijs me gelukkig dat ik hier nooit enige last, complex of anderszins aan heb overgehouden.
Wel is het voor mij van belang dat, als iemand dit ooit leest als ik dit verhaal niet meer zelf kan vertellen, weet dat ik alles heb vergeven en heb willen vergeten. Door de verhalen die nu, omstreeks 2016 en later, worden opgerakeld, is de frustratie ook bij mij weer voelbaar. Ik ben niet gebruikt, althans zo voel ik het niet, eerder heb ik medelijden met voor mij eenzame, tot een bepaalde roeping gekozen mensen, die als een jongere een richting werd gewezen waar ze hun geaardheidheid, wellicht niet hun echte, moesten manifesteren/tonen aan de aan hen toevertrouwde zwakkeren, lees kinderen.
Sinds enkele jaren, eigenlijk al vanaf 2000+, bezoek ik regelmatig het ziekenhuis in Turnhout, meestal voor controle, maar ook wel eens voor dat beetje meer, oftewel onderzoek en/of behandeling.
Een keer of wat moest bij mij een katheterisatie, (de juiste spelling zoek ik nog op) plaatsvinden, hetgeen betekent dat in het UZ Antwerpen een bed, dokter, verpleegster enz. klaarstonden om te kijken of heer Eijgenraam er last van had/heeft.
Ik ben 3 keer in Antwerpen geweest voor deze behandeling, en dan speciaal betreffende de voorbehandeling doe ik nu een beknopt verslag:
Er loopt in het UZ van Antwerpen een prachtige dame rond met een soort kapperssetje, scheermesjes, zeep, nog net geen kwast (want die hebben de mannen zelf bij zich) en deze dameis belast met het verwijderen van haar ..schaamhaar, op precies te zijn.
Niet haar haar .neen, ons haar, ons schaamhaar, dat van mannen die kort daarna ten prooi vallen aan de operatieve kunsten dan de dienstdoende chirurg ( in mijn geval mijn nieuwe hartspecialist uit
Turnhout, een jonge dame waar ik eerder op de dag mee had kennis gemaakt).
De scheerbeurt was kort maar krachtig, de kapster was van plan om alleen het plekje te scheren wat er toe deed, maar ik stelde voor om het geheel kort gedekt te houden, en aldus geschiedde.
Operatie is geslaagd, operaties zijn geslaagd, dus is het alleen maar zaak om het hele spul op peil te houden ..kort, gedekt!!
A R I E In de zomer 2017 hebben we een fietstocht gepland, in het mooie waterland van Noord-Holland. Vertrekpunt is Broek in Waterland, en via Durgerdam over de dijk naar Marken, waar onze halteplaats is. Het is een prachtige dag, en we zijn dus niet de enigen die aan het rondje Noord-Holland bezig zijn. In Marken aangekomen gaan we eerst een kleine lunch gebruiken, en dan ligt de boot naar Volendam voor ons klaar. Het is een drukte van jewelste, schoolvakantie, bejaarden-uitstapjes, fietsclubs, dus is het dringen aan de loopplank. We houden ons rustig, zullen als laatsten op de boot stappen, dan zijn we er met onze fiets als eersten af. Op het achterdek, lekker in het zonnetje, zien we hoe een georganiseerde groep ouderen, voorzien van een consumptie-bonnetje, zijn weg zoekt naar de bar. De leden van de club komen langsgeschuifeld met een kartonnen bekertje gloeiendhete koffie of thee, om dan een plaatsje te zoeken . De reisleidster, een forse dame, voorzien van felgekleurd hesje, een echte Akela, organiseert de hele gang van zake. Opeens hoor ik haar roepen: Jongens, heeft Arie al koffie? Kennelijk behoeft Arie extra aandacht. Jahoor, klinkt het antwoord, maar Arie heeft een ongelukje gehad. Hij wilde met zijn koffie naar het bovendek, maar is onderweg gestruikeld op de trap. Hij is met zijn kin op een stalen tree terechtgekomen en nu is zijn tand door de lip. Hij zit helemaal onder het bloed. Maar ..hij heeft wel weer koffie gehad. O gelukkig zegt de Akela, ik was bang dat hij zijn bonnetje kwijt was
MIJN / dus ons museum. Woensdag 9 november 2016 hebben we een bezoek gebracht aan het zuiden van Nederland, Heerlen, het Nederlands Mijnmuseum. We hebben in ons verleden al vaak gehoord, en ook gezien, hoe de mijnen in Limburg hebben bijgedragen aan de na-oorlogse opbouw van Nederland, hoe mijnwerkers in zware omstandigheden ondergronds hebben gezwoegd om het zwarte goud aan de oppervlakte te brengen, met alle gevaarvolle en slopende gevolgen van dien Wij hebben na het bezoek aan het museum enkele opmerkingen en vraagtekens: -hoe is het mogelijk dat zon museum, als cultureel erfgoed, een uitstraling heeft die het niet verdient, zelfs ruim onder de maat lijkt. Nu onderdeel van een saaie kantoorlocatie, naast belastingkantoor en CBS. De bereikbaarheid moet, met alle respect, (parkeer-regelaars onder een paraplu, in weer en wind, die je moeten vertellen dat je echt wel op de juiste plaats bent) veel grootser (en/of menselijker) worden begeleid. Het moet toch beter kunnen..?? -de huisvesting en zijn bemanning: je bemerkt dat e.a. wordt gerund door een instantie die voor een groot deel gedragen wordt door vrijwilligers, bevlogen oudere heren die een waarschijnlijk MIJN-verleden hebben, daar heel betrokken over kunnen vertellen, vergetend dat de film die ze aan de bezoekers tonen ook een eigen geluidsspoor heeft. Het ene verhaal wordt dus bijna overstemd door het andere Echter .de heren hebben niet het eeuwige leven, wie gaat het verhaal doorvertellen?? -Het museum heeft 2 locaties, op minimale loopafstand bereikbaar, maar elk met een eigen verhaal. Lokatie 1: beelden van een zwaar verleden, de materialen, de gebruiken, maar ook de medische kant van het tijdsbeeld wat tentoon wordt gesteld ( vanaf genoemde industrieel revolutie). Tentoonstelling beslaat 3 kleine verdiepingen, in het voormalige liftengebouw. Locatie 2, het gebouw waar de lift wordt bediend (en onderschat de functie van de verantwoordelijkheden en de bediening hiervan niet, in het tijdsbeeld, vanaf begin industriële ontwikkeling in de negentiende eeuw), is geheel in oude glorie hersteld. De liften zijn weer operationeel gemaakt, en de uitleg over communicatie tussen het bedienend personeel (in die tijd) wordt duidelijk verteld. Wat ons bezig houdt: -waarom dit museum, een duidelijk erfgoed, zo ondergewaardeerd is? -waarom een onooglijk aanrechtje met koffiezetapparaat en koekje uit een trommeltje? Dus een horecavoorziening waarvoor excuses op voorhand al worden aangeboden. -waarom een bouwkeet als toiletruimte ? -waarom geen lift(tje)? In deze tijd geen overdreven luxe!! (raar als je bedenkt in een LIFTGEBOUW te zijn) -waarom krijgen musea, met een zogenaamde status, subsidie, een meer dan dure directie met bijpassende faciliteiten ( denk aan publiciteit/museumkaart-faciliteiten enz.). Waarom heeft /had heer Pijbes een glansrol op TV omdat hij (goedbetaalde/teveel betaalde) directeur is/was van het Rijksmuseum? Laat hem het MIJNmuseum eens begeleiden, liefst als vrijwilliger . Volgens onze beleving is een museum zoals het Nederlands Mijn Museum een waardevolle afspiegeling van ons erfgoed, een periode die nodig was om ons land er economisch weer uit te laten zien, met als gevolg de oprichting van, wat uiteindelijk is geworden, een VERENIGD EUROPA. Respect voor de heren die als vrijwilliger het museum in stand houden, ex/oud kompels, met hun eigen taal, gebruiken, vriendschappen en solidariteit t.a.v. elkaar, maar vooral, zoals nu blijkt, ook hun beroeps-problemen. Stoflongen, ook beschadigingen aan oren-, ogen-, toch een hoge prijs om te betalen voor een beroep waar je als mijnwerkersgezin een trotse traditie mee hebt opgebouwd, als basis voor een stabiele toekomst. Vader was de vent, maar zoals nu blijkt: de pineut. Wij hebben met respect deze tentoonstelling, in dit povere museum, bezocht, en willen er voor pleiten dat dit Nederlands Erfgoed met hoogachting, en steun, ook financieel, in stand wordt gehouden. De Fooienpot hoeft wat ons betreft niet gehandhaafd te blijven, zon mooi museum verdient een HOOFDPRIJS!!! bArt&Nicole Eijgenraam Ravels (B)