Ik ben Bart Bonne
Ik ben een man en woon in Las Palmas (Gran Canaria-Spanje) en mijn beroep is mountainbikegids.
Ik ben geboren op 08/11/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielrennen,metal,voetbal (Anderlecht).
U hebt het waarschijnlijk al gemerkt. Weinig tijd om te schrijven voorlopig. Ik speel momenteel gastheer voor "Schleck" en zijn maat Peter, die het koude België ontvlucht zijn en hier heel wat kilometers afmalen onder het goedkeurend oog van ondergetekende. Bovendien zijn hier gisteren ook nog eens vier streekgenoten neergestreken met dezelfde intenties, zodat mijn dagen hier goed gevuld zijn met het begeleiden van die wielertoeristen... (Ai, dat wordt afzien als ze dit lezen!) Arrieta is een Belgische enclave momenteel! Maar goed, beelden zeggen meer dan woorden. Op onderstaande link alvast een impressie van het bonte gezelschap. Meer filmpjes zullen ongetwijfeld volgen.
(Na wat pc problemen afgelopen week, eindelijk het vervolg van de tweede etappe!)
De lichamelijke schade is zo goed als nihil, en ik zet de achtervolging in. Iets te ondoordacht wellicht, want voor ik het goed en wel besef, tuimel ik weer over mijn tweewieler en rol opnieuw tussen die ellendige stenen. Gelukkig ook deze keer (op wat geschaafde vingertoppen na) zonder erg. Meteen weet ik nu ook waarom de meeste mountainbikers racen met handschoentjes met lange vingers! Na de lange lus door het Nationale Park, krijgen we ongeveer twee kilometer asfalt voor de wielen geschoven, en kan ik (ondanks m´n geringe tijdrijderscapaciteiten) twee renners bijhalen en achter me laten. Helaas niet voor lang, want als toetje wachten nu enkele pittige "vulkaantjes" om te beklimmen, en mede ook door de opkomende vermoeidheid kan ik mijn bike niet onder controle houden en vlieg een derde keer het decor in! Niet echt bevorderlijk voor het zelfvertrouwen, en op de technische stukken klik ik al op voorhand m´n schoenen uit de pedalen om niet nog eens in het stof te bijten. Na bijna drie uur ploeteren over- en door zand, stof, stenen en vulkanen blijken de laatste acht kilometer hoofdzakelijk bergaf te lopen. "¡Peligroso!" Lees ik op een houten paaltje bij een steile afdaling, en vooraleer m´n traag brein uitgecalculeerd heeft dat dit "gevaar" betekend, sukkel ik een vierde keer van de fiets! Ik kom onzacht tussen de scherpe lavastenen terecht, en moet nu toch efkes blijven liggen. M´n linker scheenbeen en enkel is serieus geschaafd, en ik lig te spartelen als een speenvarken om uit die stomme pedalen te komen! Door m´n geklungel schiet er nu ook een geweldige kramp in mijn linkerbovenbeen, zodat mezelf bevrijden uit die ondingen een ware marteling is. Ik lik voor een vierde keer m´n wonden en tel nu de kilometers af naar de finish. Tijdens de laatste kilometer moeten we nog verscheidene trappen naar beneden rijden, maar vergeleken met wat we achter de kiezen hebben, is dit slechts een peulschil. Redelijk afgepeigerd bereik ik de eindmeet en ondanks de verschillende tuimelpertes ben ik toch nog 43ste. De winnaar, is net als gisteren de Schot James Angus Ouchterlony. Als ik zijn tronie aan een nauwkeurige studie onderwerp, bemerk ik het ontbreken van de bovenste, voorste rij tanden. Waarschijnlijk ook ergens achtergelaten op één of ander mountainbikeparcours...
Foto´s vind je op deze link: www.foyfoto.com (Doorklikken naar:"2- stage mountainbike race Lanzarote.")
60 Km. in 3h.11' 49'' 43e/128 (41e op 128 in de eindstand.) Gem. hartslag: 171 Max. hartslag: 191
Op het ontiegelijk vroege startuur van 9 AM (!) schuiven nog 128 dapperen (of onnozelaars, er zijn namelijk nog duizend-en één mogelijkheden om een zonnige zondag door te brengen) aan voor deze langste en technische etappe, die ons onder meer door de uitgestrekte lavavelden van het "Parque Nacional de Timanfaya" gaat voeren. Wie "lava" zegt, denkt misschien nog even met weemoed terug aan het satirisch TV-programma eind de jaren tachtig, met Kamagurka en Herr Seele. De vaste rubriek:"Wally in Space," met jawel, niemand minder dan de voice of Europe, Eduard Van de Walle in de hoofdrol, bevatte als afsluiter steeds dezelfde scene waarin heerlijke kubusjes verorberd werden, en nu ik dit hier zo keileuk en melancholisch zit neer te pennen, besef ik dat ik nog maar eens mijlenver van het onderwerp ben afgeweken... Na de explosieve start besluit ik om niet teveel in het "donkerrood" verder te rijden, want met zestig kilometer op een heuvelachtig parcours voor de boeg, zou dit wel eens een héle lange voormiddag kunnen worden. Na een halfuur koers lijk ik m´n plaatsje gevonden te hebben in een groepje van zeven man, maar naarmate de technische stukken elkaar blijven opvolgen, moet ik er toch enkele laten gaan. Naast talrijke korte steile heuvels, bezaaid met scherpe keien en verraderlijke kloven, moeten we ook een flink uit de kluiten gewassen rioolbuis door. Ondanks mijn lichte aanleg voor claustrofobie kom ik dit obstakel nog vrij vlot door. Even later verrijst het standbeeld van niemand minder dan de duivel hemzelf aan de horizon! Geen twijfel mogelijk...we naderen het gevreesde Nationale Park van Timanfaya! Zes meter onder de oppervlakte, bedraagt de temperatuur daar om en bij de 400 graden! Dichter kan je volgens mij niet bij de hel komen (vandaar de duivel als symbool) dus moet deze strook mij als black metalaanhanger van het eerste uur wel liggen. Aanvankelijk is dit ook zo. We rijden nu met de wind in de rug over een "single track," bestaande uit gestolde lavastenen. De weg is zo hobbelig en ruw, dat zelfs een gedrogeerde, uit zijn bek fluimende kameel het zou vertikken om erover te gaan! Net als ik de techniek van over de keien te rijden onder de knie lijk te hebben, maakt m´n voorwiel een zwieper en beland ik met mijn snuit op de keien... WORDT VERVOLGD
1. 2-stage MTB race La Santa, Lanzarote. Eerste etappe, 30/01/10
Ondanks deze tweedaagse MTB-wedstrijd in mijn agenda stond genoteerd als "ontspanning," "fun," en "sfeeropsnuivend" verschijn ik toch met de nodige stress aan de start. Niet in het minst om de tien items die ik in vorig item postte, maar ook omdat ik vijftien minuten voor de start nog een technieker moet raadplegen omdat mijn schijfremmen tegen de remblokjes slepen. (Zie foto.) Gelukkig is de brave man stressbestendiger dan ik, en kan ik toch nog tien minuutjes opwarmen en mijn concurrenten observeren. Naast enkele Spaanse toppers is het team van de Deense winnaar van vorig jaar ook opnieuw van de partij, en dus is m´n eerste bekommernis om niet volledig weggereden te worden op "mijn" eiland. "Och, ze kennen je daar toch niet!" Hoor ik de meesten al denken... Wel, denk je nu echt dat er hier meer dan één halve gare met een groen koerspakje en wapperende blonde haren het eiland doorkruist??? Maar goed. De eerste hectometers worden gezapig afgewerkt, maar eens we het veld induiken en de groene vlag naar beneden gaat, breekt de hel los! Stof, stenen, zand en kuilen zorgen ervoor dat al na één kilometer een veertigtal renners met een lichte voorsprong op de eerste heuvel afstormen. Ik hang nog net in de wielen, als plots de renner voor me zijn zadel breekt! Ik kan hem nog net ontwijken, maar kom naast het berijdbare spoor terecht en hobbel hopeloos van de ene kei in de andere put. Als ik opnieuw terug het goeie spoor te pakken heb, ben ik zo´n twintig plaatsen verloren en kan ik de achtervolging inzetten. De eerste helft van de etappe, krijgen we constant de ene zandheuvel na de andere voorgeschoteld, en ik ben in maanden niet meer zo diep moeten gaan. Op de best berijdbare sporen (lees: minst slechte zanderige kiezelweg) kan ik verschillende renners opnieuw inhalen en achter me laten, maar even over halfweg wedstrijd begin ik te knoeien tegen de sterren op! Het parcours wordt nu technischer met steile, bochtige afdalingen en ik klooi er op los! Niet alleen heb ik blijkbaar teveel druk in mijn banden gepompt, ik mis gewoon de techniek van de "Canariens" die hier elke week met ware doodsverachting doorscheuren. Per bocht verlies ik gemiddeld drie meter, en het kost enorm veel kracht om telkens de ontstane kloof dicht te rijden. Eén voor één komen ze terug, en zo verlies ik op het einde nog een tiental plaatsen. Ik schuw nu elk risico, en bereik zonder kleerscheuren de finish van m´n eerste mountainbikewedstrijd.
34 Km. in 1h.30' 47" 54/133 Gem. hartslag: 183 Max. hartslag: 198
Onder het motto: "afgaan in eigen streek" doe ik dit weekend mee aan een tweedaagse mountainbikewedstrijd op Lanzarote, georganiseerd door het sporthotel La Santa. Ik heb ondertussen al twee keer kunnen kennismaken met mijn gehuurde bergfiets, en hier zijn alvast tien redenen waarom het niets gaat worden dit weekend.
1. De conditie. Heb vorige week in België nauwelijks een fiets aangeraakt, ben bovendien met een lichte vorm van buikgriep teruggekeerd waardoor ik twee dagen in de zetel heb moeten doorbrengen.
2. Behendigheid. Ben nooit een haantje de voorste geweest om me door een peloton te slingeren, laat staan van een met keien bezaaide bochtige grintweg "full speed" af te dalen. Zelfs een dronken Rus beschikt momenteel na acht glazen vodka over meer oog-hand coördinatie dan ondergetekende.
3. De concurrentie. Volgens de site van La Santa komen heel wat professionele mountainbikers jaarlijks naar dit evenement afgezakt, aangevuld met enkele toppers uit de dua-en triatlon wereld, waaronder wereldkampioen Eneko Llanos. Een podiumplaats zal dus waarschijnlijk te hoog gegrepen zijn...
4. Schoenen. Nooit gedacht dat mijn eerste paar (tweedehands) raceschoenen nog eens het levenslicht zouden zien. Dat ze hondslelijk zijn, tot daar aan toe, maar ze zijn ook nog eens anderhalve maat te groot, de zool is vervaardigd uit plooibaar plastiek en zelfs met behulp van twee paar kousen zitten ze zo los als iets. Het is zelfs zo erg, dat bij elke pedaalslag een dozijn kiezeltjes in de ontstane opening achteraan binnenduiken en aan m´n voetzolen beginnen te kriebelen. Deze schoenen zijn trouwens op maat gesneden voor de voeten van Sideshow Bob, de moordzuchtige sidekick van Krusty de Clown uit de Simpsons.
5. Pedalen. Net als voorgaand item van kapitaal belang om na het opspringen op de fiets een snelle wedstrijdhervatting te bewerkstelligen. Op TV springen die crossers in hun pedalen alsof het niks is. Ik verdenk ze er trouwens van dat ze magneetjes op hun schoenen kleven, de ellendelingen, want slechts zelden zie je zo´n doorslijkte renner een dubbele poging wagen om zich vast te klikken. Ik ben steevast tijdens de start van een wegwedstrijd als laatste weg, omdat ik mijn gigantische voeten niet onmiddelijk in die ondingen weet te bevestigen.
6. Banden. Ongelofelijk lomp, zo´n mountainbikeband! Ze zijn verdomme nog breder als m´n Bontragervelgen hoog zijn, en die "tappen" erop zouden trouwens niet misstaan op een uit de kluiten gewassen tractor, die moet assisteren bij het dreggen van het kanaal Gent-Brugge. Ik krijg nu al heimwee naar mijn vederlichte Trek-fiets en m´n Fortezza pro tuben, waar je godverdomme 14 Bar in kwijt kunt!
7. Versnellingen. Na twee dagen heb ik nog steeds niet door hoe die dingen werken. Duwen aan de rechtste hendel vooraan doet de ketting achteraan naar de grotere kransjes schakelen, terwijl dit vooraan omgekeerd is. Zo heb ik al meermaals tijdens het plots opduiken van een steile heuvel een nieuwe betekenis gegeven aan de wieleruitdrukking "geparkeerd staan."
8. Startuur. In België wordt er om 14, 16 of ´s zomers zelfs om 19 uur gestart, en niet zelden zijn die avondwedstrijden ook m´n beste van het seizoen omdat ik nu eenmaal geen ochtendmens ben. Nee, hier in Lanzarote vinden ze er niets beters op dan te starten om 9 (!) uur!!! Een tijdstip waarop uw dienaar doorgaans uit zijn bed komt gerold, en een klein uurtje later niet zonder enige moeite het ontbijt tot zich neemt.
9. Het weer. Dit mogen dan wel de Canarische eilanden zijn, het is hier nu ook putteke winter! We beleven momenteel een koudegolf, want het kwik moet "scharten" om met moeite 21 graden te halen. Pas op, dan mag er nog geen wolk voor de zon schuiven, of het is er amper 19! Dit in combinatie met de bijwijlen verschrikkelijke noord-oostenwind heeft me deze week al meermaals uit m´n koerspakje doen bibberen, zodat ik er ongetwijfeld nog een stevige verkoudheid zal bovenop krijgen.
10. Humo. Eigenlijk heb ik momenteel totaal geen tijd voor onnozelheden zoals mountainbikewedstrijdjes en duurtrainingen. Ik moet me hier namelijk door m´n uit België meegesmokkelde stapel Humo´s worstelen. Heb net Humo 3610 van 10 november 2009 uit. Het begint dus te korten...
Voila... Desondanks alles hou ik jullie toch op de hoogte hoe ik het er hier ga van afbrengen.
Na een kort maar intens weekje in Helgië ben ik opnieuw in Lanzarote. Het bleek onmogelijk om iedereen eens te bezoeken, maar begin april ben ik opnieuw in het land, en dan zal ik er pas echt alles aan moeten doen om de meesten te ontlopen... ;-)
Helaas ben ik uit België teruggekeerd met een lichte vorm van buikgriep en hoop ik dit euvel vlug te overwinnen, want volgend weekend staan er enkele mountainbikewedstrijden op het programma.
Om de tijd te doden (het weer gaat daar bij jullie toch terug bergaf nu ik weg ben) kan je hieronder alvast een video bekijken van mijn afdaling naar de Barranco de Ayagaures in Gran Canaria. Normaal zou hier ook een video op volgen van de afdaling van Soria, maar m´n ellendige computer in België vertikte het om het filmpje op te laden.
Sinds zaterdagavond ben ik dus neergestreken in België, en het eerste wat me is opgevallen is dat er hier niks veranderd is! Grijs, kil, mistig, koud,... Jaaaa, dit is Helgië in januari! (En helaas ook soms in juni, juli, augustus,...) Ik, die zelfs op Lanzarote al begin te zagen als er eens drie wolken voor de zon kruipen, en tijdens training al vanaf 21 graden de mouwstukjes uit m'n achterzakje graai, ben niet van plan om hier veel op de fiets te kruipen. (Tenzij bij de eerste wintertrainingen van neefje Cas, die daarstraks al z'n oude nonkel verbaasde door zonder handschoenen te rijden, en bij thuiskomst zelfs nog warmere handen had dan ondergetekende in zijn Syberische exemplaren!)
In Lanzarote nog, heeft uw weledelgeboren dienaar eens zijn inventaris opgemaakt van het jaar 2009 qua fietskilometers. Ik weet ook wel dat de eerste maand van het jaar al over halfweg is, maar ik leef daar op het ritme van de zon, en ben niet te beroerd (nooit geweest trouwens) om een beetje werk over te laten voor de dag die komen gaat. Ze hebben er daar trouwens een schitterend woordje voor, namelijk "mañana." Zeventienduizendachthonderdachtenveertig kilometer had ik dus vorig seizoen op de teller. Net geen 18000, en vooraleer jullie nu allemaal gaan uitrekenen waar ergens ter wereld ik zou terechtgekomen zijn, indien ik die afstand zuidwaarts na elkaar had afgelegd, vertrokken zijnde vanuit het centrum van België (Frituur "Ludwina" in Maria-Aalter bijvoorbeeld) stel ik mij een andere vraag: "Waar heeft al dat labeur op de fiets überhaupt tot geleid?" Wel, hiervoor hebben we enkele mooie Vlaamse spreekwoorden, en ik kan alvast meegeven dat de eerste die in me opkwamen: "Voor den bok zijn kl*ten" en "Voor Piet Snot" waren. Had ik voor elke gefietste kilometer één eurocent gekregen, ik zou verdomme nog niet half uit de kosten gekomen zijn om drie kettingen, één pioen, buiten-en binnenplaat en ontelbare buiten-en binnenbanden te betalen! Maar goed. Met enig zelfrelativisme kan ik ook stellen dat dit tenminste aangename en nuttige vrijetijdsbesteding was. Voor de buis hangen en voorgekauwde flauwekul als "Familie" of "Thuis" volgen was al helemaal geen optie.
Op onderstaande link een kort filmpje van de beklimming van Arteara (dichtbij Fataga) in Gran Canaria. Zoals je zal zien, heb ik hier allesbehalve een luilekkerleventje! Godgansedagen bergop en of dat nog allemaal niet genoeg is, dan ook nog onder een stralende zon bij 25 graden. Je zou voor minder naar België verlangen... Of toch niet??? Wel, tot mijn grote spijt kan ik hier melden dat ik volgende weekend in Helgië zal neerstrijken voor een weekje schudden, beven, klitteren (wat dat ook moge zijn) en klutteren! Ik kijk er wel naar uit om jullie allemaal terug te zien! (Allez, de meeste toch...) Voor degenen die mijn conditie eens aan een grondige test willen onderwerpen, kort maar duidelijk statement: "Ge denkt toch zeker nie da ik mijne velo daar van stal ga halen hé!!!" Mijn traingingsfiets ligt ergens boven bij mij thuis onder één of ander thermisch dekentje, en ik wil hem de schok van het winterweer besparen. De laatste dagen hier op Gran Canaria heb ik ook nog enkele filmpjes gemaakt van enkele afdalingen (oa. Soria en Ayagaures) en die zullen hier dan ook wel (al dan niet binnenkort) verschijnen. Maar eerst:
Men hoort het deze periode van het jaar wel vaker -ook ik kan er niet aan ontsnappen- dus wens ik mezelf voor 2010 het allerbeste! En ik hoop voor jullie hetzelfde uiteraard. Ok. Terug over naar de orde van de dag. Conclusie: die is er helemaal niet. Sinds 23 december (ik ga jullie de calvarietocht van de bootreis besparen, ongeveer twaalf uur hebben we erover gedaan) vertoeven ik en mijn eega op Gran Canaria. Het doet deugd om na twee en een halve maand te "zwoegen" en "stressen" op Lanzarote eindelijk eens van wat vakantie te genieten... Al was de laatste week daar anders ook niet mis. Naast enkele profs van Rabobank (Moerenhout, Clement, Weening,...) was ook Columbia-High Road hier namelijk op trainingsstage, en ondergetekende was er als de "hoenders" bij om hen te vergezellen op hun oefentrips. Naargelang de vorm en het tijdstip van in competitie treden, werd er getraind in verschillende groepen en zo kon ik gedurende enkele uren naast Maxime Monfort rijden, mee ronddraaien en bij het van de kop afkomen achteromkijken en droogweg meegeven "dat ze er nog allemaal aanhangen." Uitgerekend die periode was het weer hier voor het eerst iets minder, want regelmatig werden we op een pittige regenbui getrakteerd. ( En ik die anders NOOIT m´n stalen ros uithaal bij ook maar het minste spatje regen!) Maar goed, als ik dan zie welk weer het in België is... man man! Niet dat ik uit leedvermaak regelmatig eens check hoe koud het is, of me vergewis hoeveel regen, hagel of (smeltende) sneeuw er valt. Neeeeeee, zo ben ik helemaal niet! Als ik hier halfnaakt in mijn strandstoel lig te braden in de zon, en ik bedenk in welke klimatologische omstandigheden jullie rondhuppelen dan.....("proest") gaat...("grinnik") mijn hart bloeden. Om dan nog maar te zwijgen over m´n collega wielrenners die proberen een stevige trainingsbasis te leggen rond deze tijd. Veel sterkte jongens, en let´s "Tackx!"
Vandaag krijg ik onverwacht Belgisch gezelschap voor deze korte klimkoers in één van de mooiste valleien van Gran Canaria. Rudi Van Sevanant, lid van de "canariaboys" en jaarlijkse trainingspartner op dit eiland, is het Belgische weer kotsbeu en heeft een last-minute geboekt richting zon. Wie ben ik om hem ongelijk te geven! Deze wedstrijd maakt eigenlijk deel uit van de 21-ste Ciclotourista International. Deze cyclo-toertocht bestaat uit zes ritten, maar enkel vandaag, bij de laatste etappe kan er gekoerst worden. Gisteren reed ik al de vijfde etappe mee, zodat ik toch weeral een goeie honderd kilometer op de pedalen had moeten duwen. Neem daar nog bij dat ik zaterdagavond, na de zware wedstrijd pas om halfdrie onder de wol kon, omdat één van mijn favoriete black metalbands in Play del Inglés optrad, (HAIL TULUS!!!!) en je kan wel begrijpen dat ik me ´s morgens op het onchristelijke startuur van halfnegen (!) niet bepaald fris voelde. Gelukkig worden de eerste veertig kilometer samen, aan een gezapig tempo afgewerkt, zodat ik ruim de tijd had om wakker te worden. Wanneer op de "Alto de las Crucitas" de rode wagen die voorrijdt plankgas geeft, heerst er grote onduidelijkheid of de wedstrijd al dan niet begonnen is, en samen met Rudi, en een viertal anderen nemen we het zekere voor het onzekere en demarreren weg van het peloton. Wanneer we boven terug halt moeten houden beseffen we dat we onze pijlen "voor den bok zijn kl*ten" verschoten hebben, maar ik merk nu al dat het niveau van de renners heel wat lager ligt dan tijdens de "escalada" op zaterdag. Het dekselse pluimgewicht en winnaar van zaterdag, David Plaza, is echter terug van de partij en wanneer hij na de officiele start onmiddelijk versnelt, is niemand in staat hem van antwoord te dienen. Ik en Rudi volgen als respectievelijk vijfde en vierde, maar aangezien ik ruim twee jaar terug tijdens training hier eens "ne serieuze patat" heb gekregen, rij ik op mijn eigen tempo verder en pik niet aan als drie renners me bijhalen. Dit is eigenlijk een typische "valse" klim. De weg loopt namelijk quasi loodrecht, en evenwijdig met de rotsen omhoog, zodat je bijna het stijgingspercentage niet kan zien. Wanneer een volgauto me voorbijsteekt, en de chaffeur me toeroept dat we de laatste kilometer naderen, denk ik op eigenwijzige manier er het mijne van. Vorige zaterdag had die motard van de Guardia Civil me al serieus bij m´n eh...lepels, dus blijf ik deze keer mijn inspanningen doseren. Drie renners rijden slechts een kleine twintig meter voor me uit, en ik kan m´n eigen wel voor m´n stomme kop slaan als na de enige bocht in de klim de meet opduikt. Die pipo in de volgauto had dus wel degelijk gelijk. Nu ja, negende op ongeveer 120 deelnemers is niet slecht. In de krant stond 218 deelnemers, maar die journalist had waarschijnlijk enkele cerveza´s teveel achterovergeslagen. Of Batida´s de Cocos..
9e/120
Voor een filmpje van de aankomst van de wedstrijd op zaterdag, klik op onderstaande link:
61. Escalada a Pico de las Nieves, Gran Canaria 05/12/09
Met stramme kuiten en bovenbenen verschijn ik aan mijn eerste wedstrijd op Spaans grondgebied. Dat de verkenning gisteren zolang ging uitlopen had ik allerminst gedacht. In totaal zat ik verdomme iets meer dan vijf uur in het zadel! Blijkbaar hadden sommigen diezelfde dag de berg verkend met de auto, want verschillende renners kwamen me vertellen dat ze me gespot hadden op de "Pico." Als een lopend vuurtje had het nieuws zich al verspreid dat ik twee maal de beklimming had afgewerkt, maar dat verhaal moest ik gelukkig ontkrachten. Zó gek ben ik nu ook weer niet... Ik bestudeer de versnellingen van mijn collega´s, en stel vast dat ik quasi de enige idioot ben met een 39x25. De meesten rijden met 27 of 28 kransjes en ik merk ook verscheidene "compacts" op. Overmand door zenuwen ben ik niet. Dit is een klimkoers, totaal anders dan het gedraai en gewriemel rond de kerktoren in België, en ik heb er alle vertrouwen in dat ik niet de laatste zal zijn. Tussen de 150 deelnemers zitten er immers ook een viertal meisjes, en ik roep María nog vlug voor de start toe, dat ze het niet moet rondbazuinen indien er zo´n grietje voor mij over de aankomst zou rijden. Het is als grap bedoelt, maar ik ben er toch niet helemaal gerust in.
Na de officieuze start in Agüimes volgt de officiële in Ingenio, en waar ik een beetje voor gevreesd had gebeurt ook: de eerste kilometers vliegen we werkelijk naar boven! M´n snelheidsmetertje duikt niet onder de 21 km/uur. Weten die gekken dan niet welke muur ons direct ligt op te wachten???? Ik draai vlot mee op de derde rij, maar na drie kilometer klimmen aan hartslag 185 zoek ik mijn eigen ritme en laat de kopgroep van ongeveer 25 man wegrijden. Ik werp een blik naar achter en zie slechts een tiental klauteraars in mijn wiel hangen. De rest ligt al ver achterop. We rijden nu "Pasadilla" uit, en vanaf hier begint de miserie. Nu is het elk voor zich, en redden wie zich redden kan! Uitgerekend op het lange steile stuk van 24% staat María te filmen. Woorden zijn hier overbodig... Klik gewoon op de link onderaan dit artikel als je ondergetekende eens over het asfalt wil zien zwalpen. Net na de laatste moordende strook krijg ik plots krampen in mijn linkerbovenbeen, en moet anderhalve kilometer op één been verder. Telkens ik enkele minuten in het zadel blijf, dreigt de kramp terug te komen, dus probeer ik nu zoveel mogelijk "en danseuse" te klimmen. "¿Quanto kilométros?" Vraag ik aan een motard van de Guardia Civil. Z´n rechterhand toont me drie vingers, en dit is het sein om die hijgende Spaanse renner die al´n tijd in mijn wiel hangt te lossen. Ik draai de gashendel nu volledig open en tel de kilometers minutieus op mijn fietscomputertje af. "F*cking Hell!" "G*dverdommse st*mme flik!" Ik ben al ruim drie kilometer verder en nog geen aankomst te bespeuren!!! Valt dit efkes tegen zeg! Net als ik mentaal dreig in te storten zie ik het verlossende spandoek van de laatste kilometer wapperen in de wind, en ik pers er nog een sprintje uit. Ik kom binnen als 27-ste, net binnen het anderhalf uur. Een tijd waarmee ik vorig jaar probleemloos de top-15 zou zijn binnengedoken, maar dit jaar haspelt de winnaar de rit af in amper één uur en elf minuten! De snelste tijd ooit, en naar ik later verneem is de 21 jarige winnaar David Plaza al gegeerd bij verscheidene Spaanse profploegen. Van mij mag hij gerust binnen enkele jaren de Tour winnen!
23 Km. in 1h.29´58" 14,4 Gem. 27e/150 Gem. hartslag: 175 Max. hartslag: 191
Voor een sfeerbeeldje van de "muur" van Pasadilla, klik op onderstaande link:
Verkenning van de "Pico de las Nieves" op Gran Canaria.
Vergeet de Galibier, Mont Ventoux of l´Alpe d´Huez beste vrienden... Om die Cols nu al bij te schrijven in het ossenboek en te catallogeren als "mietjescols" is die kleppers oneer aandoen, (en dat verdienen ze uiteraard niet) maar naar de "Pico de las Nieves" klimmen vanuit Ingenio in Gran Canaria is toch wel andere koek! "El pico más duro de Europa!" (de zwaarste beklimming van Europa), stond er op de affiches en het internet te lezen ivm deze internationale wedstrijd. Enig gezond chauvinisme is de Canariens niet vreemd, dus dacht ik er uiteraard het mijne van. Na enkele forums gelezen te hebben op internet was ik er al heel wat minder gerust in, dus wou ik per se de beklimming eens verkennen. Kwestie van de dag zelf voor geen onaangename verrassingen te staan. Aangezien ik pas donderdagavond op Gran Canaria aankwam, moest m´n "maiden trip" dus gebeuren de dag voor de wedstrijd, wat uiteraard niet bevorderlijk is voor het herstel.
Die vrijdag dus vol goede moed de tocht aangevat, en de eerste kilometers viel alles nog behoorlijk mee. Stijgingspercentages tot 8 procent deden me nu en dan wel eens uit het zadel komen en mijn hartslag de hoogte injagen, maar daar is het een Col voor natuurlijk. Eventjes na het pietluttig gehuchtje "Pasadilla" was het uit met de pret. Een stuk van ongeveer vier kilometer, waarbij de hellingsgraad schommelt tussen de veertien en vierentwintig procent lag me daar uitdagend op te wachten. Om jullie een idee te geven: stapel zes maal de Koppenberg op elkaar, giet er wat ruwe asfalt over en peddelen maar... Dit heeft met fietsen niets meer te maken. Dit is trekkend en sleurend over je stuur hangen, en vooral niet kijken hoever je nog moet. Met mijn 39 x 25 stamp ik me suf, en haal ik bij momenten een snelheid van 7 Km per uur! Bij het naderen van het bergdorpje Cazadores kan ik eindelijk dit beulig ezelspad (de GC 120) verlaten. Buiten ondergetekende weinig balkende langoren tegengekomen trouwens, laat staan fietsers.
Ik kom nu op de bredere weg (GC 130) die zich rechtstreeks naar het dak van het eiland kronkelt. Door de sterk schommelende stijgingspercentages vind ik enorm moeilijk m´n ritme, en de wolken die hier tegen de bergflank blijven kleven ontnemen me enkele prachtige vergezichten op het noorden. Ik zit nu op 1500 meter hoogte en tussen deze den- en kastanjebomen blijft de mist hardnekkig hangen. Waar ik in Ingenio nog vertrokken was onder een stralende zon en 26 graden, kom ik hier plots in een ander seizoen terecht. Nog amper 12 graden geeft het thermometertje op mijn Polar aan, en het nat wegdek ligt bezaaid met scherpe kastanjebolsters. Door de zware inspanningen bibber ik nog net niet uit mijn kleren, maar dit decor hier heeft verdacht veel weg van een doordeweekse herfstdag in Helgië. Alsof dit allemaal nog niet erg genoeg is hoor ik plots het irritante gegrom van één of andere ontevreden viervoeter, die de achtervolging op mij heeft ingezet. "G*dverd*mme!" En ik heb het al zo niet voor honden. Sinds ik op vierjarige leeftijd (ik kon wellicht pas rijden zonder steunwielekes) eens ben achtervolgd door zo´n beest, heb ik een trauma voor het leven opgelopen! Om het eens fijntjes uit te drukken: ik steek nog liever m´n kop in de anus van een baviaan met aambeien, dan oog in oog te staan met zo´n kwijlende brombeer. Dat beest denkt wellicht: "Hmm, lekkere bruingebrande pezige kuiten...Daar ga ik nu eens mijn tanden inzetten zie!" Ik schakel echter vier tanden groter en kan het mormel gelukkig afschudden.
Even later krijg ik warempel een welgekomen stukje afdaling ( ong. 300meter ) voor de wielen geschoven, maar dit is slechts een doekje tegen het bloeden. De laatste vijf kilometer zijn weer moordend steil, maar aangezien ik ondertussen boven het wolkendek uitfiets, verzacht de brandende zon het lijden. Eenmaal boven op de "Pico de las Nieves" kan ik genieten van een schitterend uitzicht over de volledige Zuid- en Westkust van het eiland, waarin aan de horizon de top van "El Teide" van buureiland Tenerife trots boven de wolken uitsteekt. Morgen tijdens de wedstrijd zullen we hier uiteraard geen oog voor hebben...
Met een 27e en 9e plaats was mijn koersweekend in Gran Canaria meer dan geslaagd, en dit kwam niet in het minst door de zware trainingen die ik twee weken geleden samen met "Josito Pepe Pieters" in Lanzarote afwerkte. Een verslag van de wedstrijden in Gran Canaria volgt later. Eerst nog enkele woordjes over het verblijf van m´n makker en "ploeglijder" van het Cycling Team Brakel. "Josito" heeft op vakantie slechts behoefte aan twee dingen: zon en fiets...en dan nog het liefst in die volgorde! Ik herriner me dat we ooit eens op een trainingsstage in Gran Canaria, samen met Gunter "Goliath" Van Hove een taxi genomen hebben naar...de zon (!) Na enkele zeldzame bewolkte dagen op het eiland, werden we eindelijk getrakteerd op een quasi heldere hemel. Met uitzondering dan van een flink uit de kluiten gewassen wolk, die (om ons te kl*ten waarschijnlijk) telkens voor de zon schoof. Ten Zuidwesten van ons was de lucht helderblauw, dus sprongen we met ons drieën in een taxi richting Puerto Rico. Daar hingen volgens Gunther nog iets teveel "puppy wolkjes", en gaven we het sein aan de taxichaffeur om pas te stoppen wanneer er geen wolkje meer te bespeuren was. In Puerto de Mogan was dit het geval, dus stapten we uitgelaten als kleuters met ons strandhanddoekje naar het strand. Nauwelijks hadden we ons echter in het witte zand neergevleid, of die ellendige wolk van daarnet kwam ons weer het leven zuurmaken! Gefrustreerd als we waren, vonden we er niets beters op dan de eerste taxi die ons pad kruiste te doen stoppen, en de bestuurder aan te manen om ons (zo vlug mogelijk) terug naar ons hotel in Arguíneguín te brengen. Daar lagen onze trainingsmakkers languit te braden in de zon, omdat die reusachtige wolk gewoon onze richting was uitgedreven. Waarschijnlijk ook een taxi genomen... Maar goed, zoals gewoonlijk wijken we weer af van de zaak. Dat "Josito" ruim vijftien jaar ouder is dan ondergetekende, valt alleszins tijdens het fietsen niet te merken. Hij draait bergop gezwind de "greute meulen", en indien hij echt zou doorgaan, zou hij zonder pardon hier mijn record op de Tabayesco klim van de tabellen vegen. Het verschil in leeftijd is echter ´s morgens en ´s avonds duidelijker. Zo rond 21u gaat zijn lichtje langzaam uit, en in de morgen heeft hij eerst twee (desnoods drie) Cappuccino´s nodig om een beetje mens te worden. Iets na 9u schuift hij aan bij het ontbijt, waarbij hij enkele sneedjes stokbrood verorberd met speculoospasta. (Die hij speciaal voor mij uit België heeft meegebracht...) Daarna vervloekt hij elke dag die stomme "kleutehelm", die (wil je niet tegen een boete van enkele tientallen Euro´s botsen) je hier verplicht moet opzetten. ´s Maandags vertrok onze dagelijkse oefentocht om 10u, op woensdag was het al tegen halfelf, en op het einde van de week was het al ruim na elf uur vooraleer we uit onze startblokken schoten. Had "Josito" hier een week langer gebleven, ik had ongetwijfeld nog eens mijn "Joyvalle reflectorke" vanonder het stof moeten halen, want dan waren we waarschijnlijk zo laat vertrokken dat we voor het duister niet terugwaren... Dat er naast het harde trainingslabeur ook nog genoeg tijd gemaakt werd om te zwanzen, zie je in volgend sfeerbeeldje:
Als ik niet antwoord op berichten of oproepen op mijne GSM lijd ik niet aan grootheidswaanzin, en nee, ben ook niet in het ravijn gereden maar stomweg mijn GSM verloren op training.
Aangezien m´n kameraad Joost "Josito" Pieters deze week bij mij in Lanzarote vertoefde, had ik niet veel tijd om te schrijven. Ik zal jullie dan maar eventjes zoet houden met een filmpje van de beklimming van Femés, de steilste klim in het zuiden van het eiland, die ik samen met Werner, m´n Duitse trainingspartner twee weken terug heb bedwongen. Momenteel is hij herstellende van enkele ribbreuken die hij hier heeft opgelopen, en wens ik hem van hieruit een spoedig herstel! So Werner: Good revalidation man, and see you back in March!
Binnenkort volgen hier ook wat foto´s van de eerste twee maanden hier op de Canarische archipel, en kom je te weten hoe Joost het hier gesteld heeft. Donderdag komt er ook een einde aan mijn stressloos leventje, want dan vlieg ik naar Gran Canaria voor twee wedstrijden. Zaterdag staat daar de zwaarste beklimming van Europa op het menu. Vanuit Ingenio gaat het naar de "Pico de Las Nieves," het hoogste punt van Gran Canaria. 27,6 steile kilometers brengen ons tot een hoogte van 1950 meter. Goed voor 1855 hoogtemeters en een gemiddeld stijgingspercentage van meer dan 7 procent. Hopelijk ben ik binnen voor het donker wordt... Aangezien (ex-) profs als Claudio Chiapucci en Álvaro González de Galdeano zich in voorgaande edities niet bij de eerste tien wisten te plaatsen, weet ik meteen welk niveau ik kan verwachten. Maandag staat dan de niet zo lange, maar verschrikkelijk steile "Barranco de Gualladeque" op het menu. Een verslagje van beide wedstrijden (op zondag rij ik als tussendoortje ook nog een "ciclotourista") mag je dan uiteraard hier verwachten.
...Ik heb het gevoel dat ik al de ganse dag op die klotefiets zit, en dit blijkt verdomme nog te kloppen ook! Eindelijk... Ik zie licht aan de horizon. Dit moet wel Orzola, het noordelijkste punt van Lanzarote zijn. Madeira was ook nog een optie, maar aangezien ik niet het gevoel heb 600 kilometer door de Atlantische Oceaan te zijn gepeddeld, (mijn voeten zijn nog behoorlijk droog) zal ik wel juist zitten. Ik rij het kleine havendok binnen, en natuuurlijk is er in de verste verte geen boot te bespeuren. Heb ik me dus weer eens voor niks het pleuris gereden! De ambulance is wel al op het appel, met een schare nieuwsgierigen in haar kielzog, die synchronisch hun blikken op mij laten vallen als ik uithijgend tot aan de kade fiets. Ze denken waarschijnlijk allemaal dat ik de laatste boot gemist heb, en met mijn koerskledij aan voel ik me hier in dit obscure haventje weer de nar met de zotskap op. Na een tiental minuten (het leken wel uren!) gewacht te hebben, arriveert uiteindelijk de boot met de onfortuinlijke lerares. María overhandigt me de sleutels van haar auto, en springt dan onmiddelijk mee in de ambulance om haar collega te vergezellen. In de duistere wirwar van kleine steegjes blijkt de auto natuurlijk spoorloos! Ik vind er dan maar niets beter op, om al zappend met de automatische deurvergrendeling elke auto af te gaan die mijn pad kruist. (Geef toe: dienen Bonne is nog genen uil hé...) Na zo´n tiental minuutjes heen en weer gezapt te hebben, heb ik al beet, en komt er uiteindelijk een einde aan deze bewogen dag.
...omdat er op het eilandje La Graciosa (waar zij lesgeeft) iets serieus was misgelopen! Wat precies??? Wel dat lees je volgende week in volgend verslagje... Sorry, simpele grap. Een collega lerares was gevallen en had een dubbele enkelbreuk opgelopen. De onfortuinlijke vrouw moest dus eerst met de boot naar Orzola komen, waar een ambulance stond te wachten om haar van daaruit naar het ziekenhuis in Arrecife te voeren. María ging haar vergezellen, dus moest ik vliegensvlug naar Orzola om haar auto daar te gaan ophalen. En als ik zeg vliegensvlug, bedoel ik ook vliegensvlug! "Zorg dat je binnen 25 minuten hier bent." Voegde ze er op het einde van ons gesprek aan toe. Ik bedank haar voor het vertrouwen in mijn sportieve capaciteiten, (toch iemand op deze aardkloot...) maar benadruk wel dat ik Armstrong niet ben. Akkoord, de afstand is slechts 15 kilometer, maar tel daar de hoogtemeters bij, en je komt aan minstens twee hellingen van vierde categorie. Bovendien staat de bijwijlen vervelende noord-oostenwind telkens pal op de snuit, en had ik al een goeie 145 kilometer achter de kiezen. Razendsnel spring ik in mijn koerspakje en graai nog vlug een knalgele "Joyvalle" reflector mee. (Zestien jaar Campina is toch voor iets goed geweest...) In de duistere schemering (met de nadruk op duister) begin ik aan mijn tijdrit naar het uiterste noorden van het eiland. Zoals verwacht protesteren de beenspieren, maar dat is nog niet het ergste. Als de duisternis hier intreed, wordt het effectief vrij vlug donker, en al gauw heb ik enkel de witte geverfde lijnen, die het einde van de rijbaan aanduiden als referentiepunt. Zoals ik al in de kleuterklas bij juffrouw Maria (!) mooi tussen de lijntjes kon kleuren, blijf ik nu ook braaf binnen m´n rijvak. Ik weet dat ongeveer een 15 centimeter naast die witte lijn, een met vulkanische rotsen bezaaide afgrond gaapt, waarvan de diepte schommelt tussen één en tien meter. Telkens een auto me kruist word ik verblind door z´n felle lichten, en zie ik de bestuurder in mijn verbeelding denken: "Weeral een stomme kloot van een toerist die verkeerd is gereden." De mij inhalende automobilisten denken waarschijnlijk, bij het zien van mijn wapperende manen op de rug: "Ocharme dat meisje, ze is hopeloos verloren gereden in dit desolate landschap..." Ik daarintegen kan maar aan één ding meer denken: "Waar ligt dat ellendig Orzola verdomme!" Het is hier in dit niemandsland nu zo donker geworden, dat ik zelfs de gegevens op mijn kilometertellertje niet meer kan lezen...
Ik krijg uit Helgië wel meermaals de opmerking: "Wa doeje gij daur hele daugen?" En: "Verveelde gij uj nie?" Mijn antwoord is kort en duidelijk: "Beneek!" Een doorsnee dag ziet er hier als volgt uit: Opstaan, ontbijt, paar uurtjes op de fiets, douchen, koken (!), de vuile was in de wasmachine pompen, lunchen met m´n ondertussen thuisgekomen leraresje, de was ophangen, wat relaxen (op het strand) of schrijven voor deze stomme blog (grapje), de was opplooien, afwassen, avondeten, vervolgens mijn Spaans wat bijschaven via die (helaas op VTM niveau) simpele TV-programma´s hier, en gaan slapen. Uitzonderingen bevestigen natuurlijk de regel, zoals afgelopen donderdag... De meeste trainingen werk ik hier af met Werner, een 48- jarige Duitse avonturier-triatleet-wielrenner. Wekelijks hang ik meermaals tussen m´n kader als ik hem bergop probeer te volgen, en guts het zweet vanonder mijn helm door op mijn frame, benen en schoenen. (Luilekkerleventje in Lanzarote... ja, dag Jan!) De felle tegenwind schijnt hij ook amper te voelen, dus is hij voor mij een ideale "derny" om me achter te verschuilen. Met dat verschil dat een derny stilvalt zonder benzine! Toen we dus donderdag na vier uur afgepeigerd onze thuisbasis bereikten, moest Bonne -het simpel kieken- natuurlijk nog een uurtje bijtrainen. Het stom kalf beseft blijkbaar niet dat hij zoveel mag trainen als hij wil: verbeteren doet hij toch niet meer... Maar goed. Toen ik dus na vijf uur moe maar voldaan thuiskwam, m´n berg spaghetti naar binnen had gewerkt en me zombiegewijs in de zetel liet vallen, kreeg ik onverwacht een paniekerige telefoon van mijn wederhelft. Of ik aub zo spoedig mogelijk met de fiets naar het haventje van Orzola kon komen, omdat...
Dat je niet mooi moet zijn om geluk te hebben is een open deur intrappen, en wie het kleine niet eert... (heeft honger als een peert, of zoiets), maar waar ik eigenlijk naartoe wil, is dat ik uitermate tevreden ben met mijn locatie hier in Lanzarote. De langste beklimming en tevens hoogste punt van het eiland begint hier op amper 500 meter van mijn woonplaats, luistert naar de naam "Tabayesco", en die befaamde klim is dus een uitstekende conditiewaardemeter. Zoals ik in de begindagen van deze blog als eens had vermeld (maar allicht geen kat die zich dat nog herinnerd...) dat Lance Armstrong de "Col de Madone" in Nice had als testklim, en Trek de naam "Madone" ging gebruiken om zijn topfietsen te benoemen, maak ik me weinig illusies dat er ooit eens een "Barduk Tabayesco" op de markt gaat komen, maar je weet nooit natuurlijk. Klinkt trouwens niet slecht toch? "BARDUK TABAYESCO" Stel je volgende dialoog maar eens voor: "En Medarke, welke nieuwe fiets heb je gekocht?" "Nen Batavus." "Pfff, brol man! Ik nen Barduk Tabayesco...!"
Al die voorgaande zever is eigenlijk ter inleiding voor de afdaling van dit bergje, die ik enkele weken geleden gefilmd had, maar die ik nu pas kan posten. (Geen tijd, moet me hier dringend eens verlof vragen...) M´n toptijd op de klim bedraagt voorlopig 32 minuten en 52 seconden, en o wee als ik de komende maanden niet rapper kan! De afdaling ging (ondanks de felle tegenwind) iets sneller... Fasten your seatbels en klik op onderstaande link:
De dag erna ben ik wel ruim op tijd, en krijg ik verschillende documenten in mijn pollen geduwd, waarvan ik van de helft geen flauw idee heb wat ik ermee moet aanvangen. Het is net of ik moet m´n examen wiskunde uit het vijfde middelbaar opnieuw doen, maar deze keer heb ik geen behulpzame klasgenoten in de buurt om me erdoor te sleuren. (Die zitten nu waarschijnlijk allemaal in het grijze, kille Belgie stierlijk te balen op hun respectievelijke kl*tejobs.) Na wat meer uitleg gevraagd te hebben worden de meeste dingen duidelijk, maar hoe is het mogelijk dat de dame van de integratiedienst geen f*cking woord Engels spreekt??? Ik kan me hier met mijn "Spaans voor Dummies" behoorlijk behelpen, maar als je ze eenmaal in hun eigen taal aanspreekt, repliceren ze op ratelende wijze en denken ze dat je hier al jaren woont. Nu ja, aan de kleur van m´n huid te zien moet ik voor de meeste "Kanaries" niet meer onderdoen eigenlijk. Ik moet één van de daarnet gekregen documenten in de bank laten afstempelen, en daarboven nog eens 18 Euro´s van mijn zuurverdiend tijdskredietsloon op een rekening storten. Ik heb er ondertussen een beetje m´n buik van vol om overal als een half gedraaide fooraap in mijn koerspakje te verschijnen, dus gaan María en ik de volgende zaterdagmorgen met de auto naar Arrecife. Net nu ik van Spaanse vocale steun geniet, blijkt de bankbediende perfect Engels te spreken. Hij heeft zelfs een jaar in Hasselt gestudeerd, en vraagt of het nog steeds klopt dat Vlamingen serieuze harde werkers zijn, en de Walen fuifbeesten en flierefluiters. Nadat ik bij het afscheid langs m´n neus weg vertel dat ik uit Vlaanderen kom, zal hij z´n opinie ongetwijfeld wat moeten bijstellen...en zijn kennis over het invullen van bepaalde documenten ook. Aangezien hij niet precies weet wat hij op mijn formulieren moet krabbelen, moet ik -u raadt het nooit- maandag nog eens terugkomen. De volgende maandag komt er eindelijk schot in de zaak. In amper één uur wordt alles geklonken bij de Politia National, het copieercenter en de bank. Vervolgens alle papieren rotzooi apetrots afgegeven op het politiebureau, waar ik te horen krijg dat op 17 november m´n Tarjeta de residente (al dan niet blinkend) op me zal liggen wachten. Ik hou jullie op de hoogte!