Deze biografie is ontstaan door het onbekende en het nalezen van verscheidene biografieën in het Frans Het is tevens een eerbetoon aan een dame die, niettegenstaande ze in Vlaanderen weinig bekendheid heeft, een formidabel oeuvre heeft nagelaten. Diep menselijk en tijdloos. Prachtig in al zijn eenvoud. Sommige melodiën klinken ons bekend in de oren weet dan dat ze ontsproten zijn in de geest van een zeer teer iemand die maar een doel voor ogen had 'zingen'.
1930 Op maandag 9 juni 1930 om 14.45 uur wordt dicht bij square des Batignolles, 6 rue Brochant in Parijs 17 Monique Andrée Serf geboren, ze is het tweede kind na haar broer Jean, geboren in 1928. Monique Andrée is de dochter van Jacques Serf en Ester Brodsky, gehuwd te Parijs in 1927. Haar vader was vertegenwoordiger van pelsen en lederwaren, later van drukwerk. Haar moeder werkte op de Préfecture van Parijs. De beide ouders waren van joodse origine, vader had zijn voorvaderen in de Elzas en de ouders van de moeder waren respectievelijk afkomstig uit Moldavie en Oekraine.
1931
De familie verhuist naar rue Nollet te Parijs 17 niet ver van rue Brochant. Monique gaat naar de gemeenteschool in rue Jouffroy.
1933
Haar grootvader aan moederszijde, Moïse Brodsky geboren in Moldavie, overlijdt op de leeftijd van 60 jaar en wordt begraven op het kerkhof van Bagneux.
1937
De familie verhuist naar Marseille, boulevard Gaston Crémieuxnummer 6, een voor die tijd nieuw gebouw. Een eerste stap in een periode van ronddwalen en mistgordijnen. Ze zullen dan ook snel verhuizen naar Roanne. Toch zal Marseille voor Barbara altijd een stuk van haar tournee zijn.
1938
In de maand augustus wordt haar zus Régine geboren. De familie en de moeder van mama verblijven in 26 rue Mulsant te Roanne. De financiële situatie is verre van rooskleurig. Op een dag vroeg in de morgen krijgen ze de deurwaarder op bezoek die de huisraad aanslaat en hen het wettelijk minimum laat.
1939
In stilte verlaten ze Roanne begin 1939 en komen aan in Le Vésinet een voorstad van Parijs. Daar woont Jeanne Spire, een tante van vader.
In september echter breekt de oorlog uit en er is algemene mobilisatie. Haar vader moet naar het front. Samen met Jeanne Spire vluchten Jean en Monique naar Poitiers . Ze krijgen er onderdak bij een bevriend dokter van Jeanne Spire.
1940
Haar moeder werkt nu op de préfecture van Blois. De twee oudsten en de groottante vervoegen hen te Blois. De vrees dat de stad zal worden bombardement is zeer groot en de twee kinderen met hun groottante vluchten terug met de trein. Midden in de velden wordt de trein aangevallen door een Duitse jager. De reizigers zitten gedurende meerdere dagen vast. Uiteindelijk vangt de gemeenteschool van Préaux de gestrande reizigers op en Jeanne Spire huurt twee mansarde kamers boven de café-kruidenier Lanchais gelegen in het dorpscentrum van Préaux.
Maar wie is die groottante? Deze dame was in haar jeugd mannequin bij couturier Paul Poiret (1879-1944). Tante Jeane is een grote vrouw met een sterke persoonljkheid. Ze is weduwe van nonkel Camille, een militaire dokter. Het echtpaar Spire had in Afrika gewoond. In het dorp Préaux noemde men haar 'madame du colonel'. Ze rolde zelf haar cigaretten en rookte tot een pakje tabak per dag. Deze autoritaire dame sprak altijd met een luide stem. Toch zag ze er streng op toe dat de kinderen een goede opvoeding kregen.
1941
De twee kinderen en Jeanne Spire verblijven er meer dan een jaar. Monique integreert zich voortreffelijk en gaat samen met haar broer naar school in de plaatselijke gemeenteschool. Ze spelen met de plaatselijk jeugd, nemen deel aan feestjes en ravotten in de velden. Intussen tracht de groottante, met de medewerking van de burgemeester van Préaux, de ouders op te sporen. Rond het jaareinde krijgt de burgemeester bericht dat de ouders in Tarbes wonen en dat de vader, de heer Serf, gedemobiliseerd is.
1942
De familie herenigt zich in Tarbes en verblijft in nummer 5 rue des Carmes. De groottante woont nog enkele maanden bij hen in maar keert uiteindelijk terug naar Le Vésinet.
Voor de eerste keer heeft Monique een eigen kamer. In maart van dat jaar wordt haar broer Claude geboren. Intussen gaat ze naar de gemeenteschool. Het is echter in Tarbes dat haar vader zich aan haar vergrijpt, ze is twaaf jaar oud. Angstvallig bewaart ze haar geheim tot ze hier en daar in haar nummers zaken laat vermoeden. Het is slecht in haar memoires dat ze de volle de waarheid vertelt. Al spoedig moeten ze Tarbes verlaten. Een verklikker heeft de politie op de hoogte gebracht dat in rue des Carmes een joodse familie woont. Opnieuw wordt de familie uit elkaar gerukt. Haar broer Claude vertrekt naar de vrije zone waar Ester Brodsky, de moeder, een zuster heeft. Gans de zomer verbergen Monique en haar kleine zus zich bij boeren dicht bij Chasseneuil sur Bonnieure in de Charente. Enkele kilometers verderop verschuilen de ouders zich in een klein geïsoleerd dorpje. Dikwijls komen de ouders met de fiets de kinderen bezoeken.
1943
In juni zijn ze terug samen in Grenoble, echter voor slechts een korte periode.
In juli verhuizen ze naar Saint Marcellin in de Vercors. De familie neemt eerst haar intrek in Hôtel de France in la Grande rue en vervolgens in Hôtel Thomé, rue Saint Laurent. Vader wordt er commercieel afgevaardigde voor de drukkerij Cluse. Uiteindelijk huren ze een huis met een tuin in nummer 9 rue du Mollard. s Avonds mag ze soms piano spelen bij madame Bossan die in la grande rue woont. Claude keert terug uit de vrije zone en komt eveneens ben hen wonen. Monique gaat naar school in het plaatselijk lyceum.
1944
In augustus wordt Parijs bevrijd.
Zeven maal wordt haar rechterhand geopereerd in Grenoble. Haar droom van pianiste mag ze stilaan opbergen.
1945
In mei is het wapenstilstand. In oktober verlaat de familie Saint Marcellin om zich in Parijs in131 rue Marcadet, Paris 18 te vestigen. Ze vinden een onderkomen bij Granny (de grootmoeder aan moederszijde). Tijdens de volgende maanden veranderen ze vaak van woonplaats. Een vriend leent hen een appartement in rue Notre Dame de Lorette. Later vinden ze onderkomen in een hotel rue de Vaugirard.
1946
Uiteindelijk vestigt de familie zich in Le Vésinet in het pension Les Trois Marronniers.
Monique krijgt er haar eerste zanglessen bij madame Madeleine Thomas-Dusséqué te Le Vésinet. Toch verlaat de familie de voorstad om zich te vestigen in een drie kamer appartement op de tweede verdieping. Het is een gebouw met 5 verdiepingen op nummer 50 rue de Vitruve Paris 20.Dat jaar nemen de ouders en de kinderen voor de eerste keer vakantie in Trégastel. Op het einde van dat jaar huurt haar vader een piano.
Intussen verlaat Madame Dusséqué Le Vésinet om zich in Parijs te vestigen. Ze geeft er les in Salle Pleyel.
Op 30 december van dat jaar overlijdt in haar huis 131 rue Marcadet, haar grootmoeder aan moederszijde. Hava Poustilnikov en weduwe van Moïse Brodsky is 66 jaar oud. Deze dame met hoge jukbeenderen, donkere ogen en fijne handen betekende heel veel voor Monique. Enkel haar grootmoeder geloofde in haar dromen en vertelde haar over haar jeugd in Zlatopol in de Oekraine. Ze rust eveneens op het kerkhof van Bagneux.
1947
Na een auditie bij meester Paulet en onder de vleugels van madame Dusséqué, schrijft Monique zich in aan L'école supérieure de musique te Parijs gelegen in rue de Madrid. Langs madame Dusséqué ontdekt ze de opera. Ze woont voorstellingen bij in de opera van Parijs en in l'Opéra Comique.
Datzelfde jaar gaat ze naar het conservatorium en schrijft zich als vrije leerling in in de klas van meester Paulet. Haar repertoire bevat la Messagère van Monteverdi en la Ronde van Paul Fort. Ze ontvangt er van La fondation Léopold Bellan een eervolle vermelding. Ze is echter geen ijverige leerling. Op een avond zingt ze samen met haar leraar in ABC verscheidene liederen van Edith Piaf. Op dat moment beseft ze dat haar roeping niet in het conservatorium ligt. Ze ontdekt een nieuwe wereld, die van het chanson.
1948
In februari doet ze auditie om op te treden in het stuk Violettes impériales in théâtre Mogador te Parijs. Ze komt voor de eerste keer op scène als koorzangeres.Marcel Merkès speelt er de hoofdrol.
De voorstellingen vangen aan in de loop van de maand maart. Enkele maanden later heeft ze een contract op zak. De directeur van het conservatorium is uiterst tevreden met haar optredens in een operette. Ze voelt zich echter bekrompen en verlaat definitief het conservatorium.
1949
Haar vader verlaat het ouderlijk huis. De gehuurde piano wordt weggehaald want de huur kan niet meer worden betaald.
Om te kunnen overleven en haar moeder te helpen de eindjes aan elkaar te knopen neemt ze allerlei kleine opdrachten aan zoals naaiwerk of verkoper van verzekeringen. Toch doet ze verder in zang want La fondation Léopold Bellan kent haar de tweede prijs toe.
1950
In februari 1950 vlucht ze naar Brussel. Ze vindt er onderdak bij haar neef Sacha Piroutsky. Die bespeelt de balalaïka. Na twee maand gaat ze bij hem weg, ze vindt hem te brutaal. Een tijdje verblijft ze op een kamer in l'hôtel Central te Brussel. Daar ontmoet ze Peggy, een jong meisje uit Charleroi, in verwachting en opgedirkt. Samen huren ze dezelfde kamer. Ze hebben niet alle dagen te eten en lijden honger. Uiteindelijk trekken ze weg uit Brussel en Monique gaat mee naar Peggys geboortestreek. Ze installeren zich in "La Mansarde de l'étoile" boven "L'étoile du sud" te Marcinelle een voorstad van Charleroi. " L'étoile du sud " herbergt een dancing dat in de namiddag omgevormd wordt tot concertzaal. Er vormt zich een groep van artiesten, voornamelijk jeugdvrienden van Peggy: Ida Benet, Sarah Sand, Edmée Feuroge, Yvan Delporte, Boby Jaspar (1926-1963)... Monique speelt wat onhandig op de piano en begeleidt zichzelf. Die vrolijke bende opent negen maand later het cabaret "Le Vent vert", nog steeds in Charleroi. Monique gaat dikwijls op en neer tussen Charleroi en Brussel per autostop. Ze zingt vervolgens in "L'Arche de Noé", Schildknaapstraat te Brussel. De zondagnamiddag zingt ze al neuriënd in allerhande gelegenheden onder de naam Barbara Brody (Brodsky is de familienaam van haar moeder). Ze heeft het enorm moeilijk om piano te spelen en mist verscheidene akkoorden. Toch zing ze L'hymne à l'amour vanEdith Piaf, de liedjes van Mireille, mijnheer William de Léo Ferré en Jean Roger Caussimon alsook enkele nummers van Bruant. Dikwijls wordt ze uitgefloten door het kleine publiek.
1951
Door haar ontgoocheling in het chanson-genre keert ze in de maand juni per autostop terug naar Parijs. Tijdens die terugweg ontmoet ze de heer Victor, een getatoeëerde autoverkoper. In 1981 vertelt ze over deze ontmoeting in een lied.
Terug in Parijs gaat ze langs bij Jean Wiener, de componist(1896-1982) in rue de la Trémoille en vertelt hem dat ze wil zingen. Hij verzekert haar dat ze op een dag zal zingen. Jean Wiener stuurt haar naar de "Fontaine des quatre saisons", waar hij Pierre Prévert, artistiek directeur, tracht te overtuigen. Guénia Richez de directrice van de "Fontaine des quatre saisons" kan Barbara wel smaken. Niettegenstaande dat het programma reeds is vastgelegd biedt ze haar een job aan als afwasser om haar te helpen overleven. Iedere avond luistert ze en kijkt ze naar het defilé van artiesten ( Vian, Gréco .).
Haar tante aan moederszijde biedt haar onderdak in 131 rue Marcadet. De voormalige woonst van haar grootmoeder.
Gedurende een gans jaar doet ze de afwas.
1952
Ze doet auditie bij het cabaret La rose rouge en wordt niet weerhouden, maar ze ontmoet er Jean Tardieu. Hij geeft haar het adres van een pas begonnen cabaret: L'Écluse. Na een eerste auditie in L'Écluse wordt ze geweigerd als zijnde te klassiek. Ze kan niet meer en als uitgeputte afwasser wordt ze gehospitaliseerd. Een vriend uit Charleroi, Jeff, haalt haar uit het hospitaal. In september rijden ze met de moto naar Charleroi en vervolgens naar Brussel. Daar verblijven ze beiden in "La maison du vieux tilleul" te Elsene. Vanaf dan zingt ze in "La maison du vieux tilleul" dicht bij de kapel van Boondael. In dat huis met zijn oud atelier komen schilders, beeldhouwers en keramisten samen. Haar vrienden bezorgen haar een piano. Ze zingt in het atelier en verscheidene cabarets in het Brusselse waaronder La Rose noire. Omdat ze nog steeds moeite heeft met het pianospelen gaat ze in cabarets en pianobars op zoek naar een pianiste om haar te begeleiden. In La Jambe de bois neemt ze contact op met de plaatselijke pianist. Claude Sluys, op dat ogenblik aanwezig in de zaal, vraagt achteraf aan de pianist wie dat meisje is. Claude Sluys kent iemand die vrij is, Ethéry Rouchadzé, een excellente pianiste uit Georgië. Hij brengt haar in contact met Barbara. De twee vrouwen kunnen het op slag goed met elkaar vinden. Na veelvuldige klachten sluit de politie La maison du vieux tilleul.
Vanaf dan zingt ze in een restaurant aan de rand van het Zoniënwoud op de baan naar Mont Saint Jean, ze blijft er zes maand. Ethéry, de pianiste, vergezelt haar. Het publiek blijft eerder onverschillig.
Claude Sluys geeft haar raad bij het zingen en hoe zich te gedragen tegenover het publiek.
1953
Monique en Claude Sluys kunnen het best met elkaar vinden. In oktober doet de politie een inval in hotel. Monique, van Franse nationaliteit, ziet dat haar verblijfsvergunning is verlopen en moet normaal het Belgisch grondgebied verlaten. Om dat te vermijden vertelt ze aan de politie dat weldra zou huwen.
Op 31 oktober 1953 huwen Claude Jean Luc Sluys (1928-2005) en Monique Andrée Serf voor de burgemeester van Elsene met als getuigen Ethéry Rouchadzé, artiest (haar pianiste) en Claude Weiler ingenieur (een vriend van haar echtgenote). Haar echtgenote vervolledigt zijn studies van advocaat en is vooral geïnteresseerd in de wereld van kunst en magie. Hij doet zelfs goocheltrukjes. Het huwelijksmaal vindt plaats in een Italiaans restaurant. Ze zijn met vijf, de gehuwden, de getuigen enPrudence.
Op 7 november 1953 begint een nieuw avontuur, dat van Cheval blanc. Een zaal achteraan een frituur "Le Cheval blanc", Steenweg op Elsene nummer 140 te Elsene, een voorstad van Brussel. De zaal heeft de toepasselijke naam La poubelle" (de vuilnisbak). Jo Dekmine had de zaal enkele jaren te voren opgericht en toegewijd aan het chanson.
In het begin zingt ze op zaterdag- en zondagavond. Later elke donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag vanaf 21.30 uur en vanaf 24 december telkens begeleid door Ethéry. In datzelfde programma waren in het begin stukken te zien zoals "La demande en mariage" van Tchékov, "Le perce neige" van Marcel Marien (1920-1993) waarin ook Barbara meespeelt. Ethéry geeft haar intussen pianoles. Uiteindelijk begeleidt Barbara zichzelf aan de piano. Zodoende vormt zich de groep van Cheval blanc bestaande uitBarbara, Claude Sluys, Ethéry, Yvan Delaporte, Marcel Cornélis, Stéphane Steeman, Georges Itin, Richard Muller, Paul Roland, Nicole Olyff... Haar repertoire bevat nummers van Edith Piaf, Germaine Montéro, Juliette Gréco. Ze bewerkt ook nummers zoals Le fiacre, le Grand frisé en Sur la place van Jacques Brel. Deze laatste heeft ze gezien in La rose noire te Brussel. Maar Brel vindt die groep van Cheval blanc maar een marginale bende ...
In 1953 wonen Claude Sluys, Barbara en hun hond Djok in "Chez Prudence", Theresianestraat te Brussel. Prudence, een oudere Vlaamse prostituee van 60 jaar verliest beetje bij beetje haar geheugen. Stilaan trekt Le Cheval blanc een select maar trouw publiek aan.
1954
Het experiment Cheval blanc wordt opgedoekt door gebrek aan middelen en het cabaret sluit definitief zijn deuren.
Ze gaat dan zingen in "Chez Adrienne" dicht bij de Naamse poort in de Boomkwekerijstraat te Brussel samen met Ethéry. Adrienne, een vriendin van Prudence en van oorsprong een Française houdt een cabaret open dat vooral wordt bezocht door de lijnpiloten van Sabena. Barbara en Ethéry zingen en spelen piano en moedigen de klanten tot drinken.
Het jonge koppel keert terug naar Parijs. Ze verblijven een tijdje in rue des Pyrénées vervolgens in hotel Trois balcons, 56 rue de Seine en in hotel Acropolis. Om rond te komen geeft haar echtgenote goochelvoorstellingen in de Caveau des légendes (onder de keuken van de abdij), rue Jacob. Barbara begeleidt hem aan de piano.
Voor de eerste keer heeft Barbara een gesprek met Jacques Brel en krijgt van hem het liedje Sur la place.
Ze zingt gedurende twee dagen in Göttingenvoor de soldaten van het Belgisch leger en dat op vraag van Jo Dekmine die er zijn legerdienst vervult.
Van september tot november wordt ze dan toch tijdelijk aangeworven in L'Écluse.
Haar echtgenoot moet intussen terug naar België om zijn legerdienst te vervullen.
Op 1 oktober 1954, om 20.30 uur treedt ze alleen op voor publiek in Latelier, 51 Handelsstraat te Brussel. Ze zingt er:
- Le chouette quartier tekst van Gaston Rico en muziek van Christine Verger,
- Frédétekst vanMichel Vaucaire en muziek van Daniel White,
- Qu'est ce que tu crois tekst van Robert Lamoureux en muziek van Bourtayre,
- Sur la place tekst en muziek van Jacques Brel,
- L'illet rouge tekst en muziek van Brigitte Sabouraud,
- Moi je tricote tekst en muziek van Michel Emer,
- L'avenir est aux autres tekst van Claude Sluys (haar echtgenoot)
en muziek van Andrée Olga (niemand minder dan Barbara),
- A Saint Lazare tekst en muziek van Aristide Bruant,
- Viens gosse de gosse tekst en muziek vanLenoir,
- La chanson de Margaret tekst vanPierre Mac Orlan en muziek van Marceau,
- Les dames de la poste tekst vanFrancis Blanche en muziek van Alec Siniavine,
- Évidemment bien sûr tekst van Jean Variot en muziek van Christiane Verger,
- La promenade tekst vanClaude Sluys en muziek van Andrée Olga,
- Monsieur William tekst van Jean Roger Caussimon en muziek van Léo Ferré,
- Le grand frisé tekst van Daniderff en muziek van Émile Ron,
- La vie d'artiste tekst van Francis Claude en muziek van Léo Ferré,
- Le couteau tekst en muziek van Michel Neuillac,
- Les cloches de Notre Dame tekst en muziek van Léo Ferré
- Mon pote le gitan tekst van Jacques Verrières en muziek van Maurice Heyral.
De zaal zit afgeladen vol. Onder het publiek eveneens de directeur van het fonoplatenhuis Decca. Hij geeft haar de mogelijkheid om een plaat op te nemen.
Als gevolg daarvan wordt haar eerste 78 toeren plaat opgenomen bij Decca te Brussel. Enkele dagen later ligt de plaat al in de handel. Ze bevat twee nummers: Mon pote le gitan en L'illet rouge. Er worden er slechts enkele verkocht Barbara had vooral moeite met de orchestratie, ze had liever iets soberder gehad!
In de maand november wordt ze door Angèle Guller uitgenodigd voor een optreden voor de Belgische radio tijdens de uitzending La vitrine aux chansons. Ze geeft er een interpretatie van Madame Arthur, Méfie toi, L'avenir est aux autres en A saint Lazare. Voor de eerste keer is ze te horen op de radio!
1955
Op zaterdag 5 maart treedt ze op in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel en brengt ze nummers in het programma van Marc en André van L'Écluse. Claude Sluys is de organisator en Angèle Guller is presentator. Twee weken later zingt ze terug in het Paleis voor Schone Kunsten ter gelegenheid van het bal van de Sociale Dienst.
Op 30 oktober treedt ze op in de Toren van Babel, nummer 7 op de grote markt van Brussel met in het eerste deel de gebroeders Ennemis. Ze brengt er interpretaties van Léo Ferré, Jacques Brel, Pierre Mac Orlan, Nougé, Bruant en Brassens. Nadien keert ze terug naar Parijs. Tijdens de eindejaarsfeesten bevindt ze zich terug op de kleine scène van l'Écluse.
1956
De cabarets La rose rouge en Le port du salut te Parijs nemen haar voor enkele voorstellingen op in hun programma.
In de lente van dat jaar gaat ze definitief te Parijs wonen. Na amper drie jaar huwelijk scheiden Barbara en Claude Sluys.
Op 14 december speelt ze in theater Les Trois Baudets in het spektakel samen metRaymond Devos, Pierre Dac, Francis Blanche, Colette Chevrot en Monique Sénator. Jacques Canetti, de directeur van de zaal en tevens artistiek directeur bij Philips wenst haar niet op te nemen in stal van Philips. Hij houdt eraan enkel maagdelijke artiesten op te nemen, daarmee bedoelt hij artiesten die nog geen opnames hebben gedaan bij de concurrentie.
1957
Barbara wordt aangeworden door Chez Moineau, rue Guénégaud en neemt haar intrek boven het cabaret. Meer en meer mensen komen naar haar luisteren, meestal studenten uit Quartier Latin. Ze zingt op een piepklein podium terwijl de mensen hun couscous eten. Ze zal er ongeveer een jaar verblijven. Op haar repertoire nummers van Ferré, Brel, Mac Orlan. Ze doet ook karikaturaal over Pauline Julien, Anne Sylvestre, Jean Ferrat, Christine Sèvres... "Ah Christine Sèvres, C'est comme si Casarès chantait " Barbara 1986.
Robert Doisneau neemt fotos van haar linkerhand voor de kaft van een politieroman.
1958
Onder de vleugels van Serge Beucler, artistiek directeur van Pathé Marconi tekent ze een contract voor drie jaar bij het huis La voix de son maître.
Ze neemt deel aan het gala voor de vrije wereld samen met Jean Yanne, Georges Brassens en Léo Ferré.
In januari wordt ze door L'Écluse voor enkele maanden aangeworven. Dat contract wordt stilzwijgend verlengt tot 1964.
Op 5 en6 februari neemt ze haar eerste single op: La chanteuse de minuit.Pierre Hiegel (1913-1980) van Radio Luxemburg neemt de productie voor zijn rekening.
Op 25 maart duikt ze terug in de studio voor haar twee single in een productie van Hiegel.
Die zomer zingt ze in Palm Beach te Cannes.
1959
In januari komt ze voor de eerste keer op televisie tijdens de uitzending "Au cabaret ce soir" van Micheline Sandel en Colette Mars.
Op 30 januari brengt Pathé Marconi een pseudo opname tot stand van haar optreden inL'Écluse.
In de maand april doet ze haar opwachting bij Denise Glaser producer en presentatrice van Discorama, rue du pot de fer te Parijs. Denise Glaser had haar opgemerkt tijdens een van haar optredens in L'Écluse. Om nieuwe talenten te ontdekken ging deze dame naar de cabarets in Parijs of elders. Soms ontdekte ze artiesten die ze de moeite achtte en bood hen een optreden in Discorama aan. Op die manier lag ze aan de basis van Catherine Lara, Moustaki, Brel, Hallyday, Ange, Maxime Le Forestier, Sardou, Yves Simon....
In april neemt ze deel aan het programma Discorama. Jean Dessailly neemt haar een interview af.
In november verhuist ze naar haar moeder en haar kleine broer Claude te Parijs 50 rue de Vitruve. Jean en Régine zijn intussen gehuwd. Mevrouw Serf is moe en op. Met haar eersteloon van l'Écluse tracht ze haar moeder en broer te helpen. Ze koop haar eerste zwarte piano en plaatst die in de living. Die piano zal haar nooit meer verlaten.
Op 21 december rinkelt de telefoon in rue de Vitruve. Haar vader, Jacques Serf, is de dag tevoren overleden in het hospitaal St Jacques in Nantel op de leeftijd van 55 jaar. Ze heeft hem in geen 10 jaar gezien. Ze gaat naar Nantes om de nodige paperassen in orde te brengen. Maar ze wil meer weten over de man die hen heeft verlaten. Ze komt te weten dat haar vader haar heeft gevolgd langs radio en televisie en dat hij fier over haar was.
Terug in Parijs leent ze nodige gelden voor de begrafenis bij de patron van het cabaret L'Amiral.
Samen met haar broer Claude en enkele plaatselijke vrienden begraaft ze haar vader op 27 december op het armenkerkhof van Nantes.
s Anderendaags begint ze te schrijven aan het lied Nantes. Het zal echter tot november 1963 duren voor het af is.
1960
In februari wordt ze door Marcel Merkes aangeworden om op te treden in het stuk Le jeu des dames in Petit Théâtre de Paris. Ze speelt er de rol van een trasvestiet.
Van 22 tot 28 juli neemt ze deel aan het twee Eurosongfestival in het casino van Knokke.
Op 19 september hebben de opnames plaats van haar plaat Barbara chante Brassens.
Diezelfde dag neemt ze in een opwelling nog eens negen nummers op voor de plaat Barbara chante Jacques Brel.
Op het einde van de maand september komt haar 33 toerenplaats van 25 cm in de handel. Op 23 november ontvangt ze voor deze plaat de Grand prix du disque uitgereikt door l'académie du disque.
Op 25 november gaat in Petit Théâtre de Paris, de productie Jeu des dames in première.
1961
In het begin van dat jaar tekent ze een contract bij Odéon omdat haar contract bijPathé Marconi op zijn einde loopt.
In de loop van de maand januari komt de plaat 33 toeren en 25 cm Barbara chante Jacques Brel uit.
Op 5 januari brengt ze een bezoek aan Marie Dubas onder begeleiding van R.T.L. en Pierre Hiegel.
Tijdens een optreden inL'Écluse werd ze opgemerkt door Félix Marten (1919-1992). Op 9 februari betreedt ze voor de eerste keer het podium van Bobino als zangeres in het voorprogramma van Félix Marten. Ze geeft er een interpretatie vanLa marche nuptiale, Les flamandes, Veuve de guerre, Chapeau bas (een nummer dat de voor de eerste keer in publiek zingt), Liberté en Shanghai à Bangkok. Ze wordt begeleid aan de piano door Darzee. Vanaf dan treedt ze regelmatig op in Bobino.
Op 10 februari neemt ze reeds Chapeau bas op met Darzee aan de piano.
In maart komt de single in de handel en op de radio.
In juli verlaat ze Parijs voor een reeks optredens in Abidjan, meer bepaald in de wijk Treichville. Een tournée organiseert door L'Écluse. Ze zingt er in het cabaret Jo Attia. Jo Attia laat in zijn Afrikaans cabaret allerlei artiesten optreden. Vaak vraagt hij voor het optreden aan de artiest wat zijn of haar favoriete kleur is. Barbara antwoordt hem rood. Wanneer ze het cabaret binnenkomt ziet ze dat de hele zaal purper rood is gekleurd! In Abidjan ontmoet ze de diplomaat Hubert. Samen komen terug naar Parijs in de maand september. Het wordt een stormachtige relatie.
In oktober huurt ze een drie-kamers appartement op de zevende verdieping in, 14 rue Rémusat te Parijs 16. Ze installeert er zich met haar piano, haar opvallende bril en haar composities.
Ze componeert er haar schitterend nummer: Dis quand reviendras tu?. Ze zingt het voor de eerste keer in L'Écluse zonder te durven vermelden dat zij de auteur is.
1962
Ze doet proef en slaagt met glans als componist en schrijver en wordt toegelaten tot SACEM (de nationale vereniging die zich bezig houdt met de rechten van de componist of schrijver).
Gedurende dat jaar leest ze enorm.
Ze leent haar stem voor de kortfilm "La dame à la longue vue" gerealiseerd door Serge Korber.
Op 8 februari 1962 neemt ze deel aan de manifestatie anti-OAS in de metro Charonne opgeroepen door de linkse partijen en zes syndicaten.
Op zondag 1 april wordt ze geïnterviewd door Jean Pierre Darras en Philippe Noiret tijdens de uitzending Discorama.
Op 8 mei wordt de single Dis quand reviendras tu ? opgenomen met François Rauber als orkestleider. Op 15 mei komt de plaat in de handel.
Op 6 september is ze weer te gast bij Discorama.
Het gerecht van de Seine bevestigt haar echtscheiding op 12 november.
1963
Buiten L'Écluse treedt ze eveneens op in Parijse cabarets La Villa d'Este en l'Amiral.
Ze ontmoet de schilder Luc Simon met wie ze een intense band creëert.
De rockingstoel doet zijn intrede in Rémusat.
Op 26 maart duikt ze in de studio om de single Attentez que ma joie revienne op te nemen. François Rauber schrijft de arrangementen maar het resultaat is niet naar zijn zin. De plaat zal slecht in 1965 verschijnen
In de maand april treedt ze op in Tête de l'art te Parijs samen met Raymond Devos.
Op 28 april neemt ze terug deel aan Discorama.
Paul Carrière vraagt in september aan Gilbert Sommier om Barbara te selectioneren voor het théâtre des Capucines in het kader van de Mardis des Capucines.
In oktober komt Barbara in aanraking met Françoise Lo. Ze wordt zijn secretaresse en zijn manager. Ze schrijft verscheidene teksten voor hem die nadien ook zelf zal zingen.
Op 5, 12, 19 en 26 november zingt ze vergezeld van François Rabbath in het théâtre des Capucines. Ze schrijft het ingetogen Nantes. In haar repertoire komt het nummer Avec. Een van haar voorstellingen wordt integraal opgenomen. Françoise Lo doet de presentatie. De critici applaudiseren enthousiast. Het spektakel wordt in dezelfde zaal verlengd op 3, 10 en 17 december.
Op het einde van dat jaar ontmoet ze voor de eerste maal Claude Dejacques artistiek directeur bij Philips. Hij zal tot 1970 al haar albums realiseren.
In de maand december zingt ze te Göttingen.
1964
Op 10 januari deponeert ze de tekst Nantes bij SACEM.
Pierre Nicolas komt ter vervanging van François Rabbath.
Barbara neemt Nounou, een vrouw uit Martinique, in dienst om zich over Rémusat te ontfermen. Ze zal er 7 jaar blijven.
Begin dat jaar verlaat Barbara de platenstal C.B.S. en tekent een contract met Louis Hazan, directeur bij Philips.
Op 5 februari 1964 beginnen de opnames voor het album à la rose in de studios Saussier Leroy te Parijs. Ze neemt er Nantes op. Voor CBS neemt ze de eerste studioversie op van Nantes die als B zijde dient op single Dis quand reviendras tu ?
Serge Lama debuteert op 11 februari, de dag van zijn meerderjarigheid, op de kleine scene van L'Écluse in hetzelfde programma als Barbara. Het viermanschap dat de L'Écluse beheert neemt hem in dienst.
In juni neemt ze deel aan het festival du Marais te Parijs in gezelschap van Georges Brassens, Maurice Baquet, Boby Lapointe.
Begin dat jaar had een jonge Duitser haar zien optreden en gevraagd haar te spreken. Hij beweert de directeur te zijn van een klein theater in Göttingen met 100 zitplaatsen. Göttingen is een universiteitsstad en het theater wordt voornamelijk door jongeren bezocht. Gunther Klein, de jonge directeur, nodigt haar uit om te komen optreden. In eerste instantie weigert ze. De wonden van de oorlog zijn nog niet vereelt. Maar de man dringt aan. s Anderendaags niet goed wetend waarom aanvaard ze de uitnodiging maar ze eist een korte vleugelpiano. In juli gaat ze op aanvraag zingen in Göttingen. Ze is kwaad op zichzelf dat ze als joodse heeft aanvaard om in Duitsland te zingen. Bij haar aankomst in het theater is er een zwaar probleem de gevraagde vleugelpiano blijkt een buffetpiano te zijn. Ze weigert op te treden. Uiteindelijk wordt de bewuste piano gevonden en het optreden dat gepland was voor 20.30 uur begint pas om 22 uur. Het publiek is zo laaiend enthousiast dat Barbara haar contract voor 8 dagen verlengt. Verrast door de ontvangst schrijft ze tijdens in een wandeling in het park het lied Göttingen. De opname van begin dat jaar ligt in september bij de platenhandelaars.
Vanaf 21 oktober tot 10 november 1964 verzekert ze in Bobino het voor programma van Georges Brassens. Pierre Nicolas en Joss Baselli zijn eveneens van de partij. De persartikelen hebben meer aandacht voor het optreden van Barbara dan voor dat van Brassens.
Ze keer nog eens terug naar Brussel en op 23 november treedt ze op in L'ancienne Belgique. Die avond heeft ze een ontmoeten met Maurice Béjart, het wordt een wederzijdse artistieke bewondering.
Op het einde van dat jaar krijgt ze een eigen programma in Théâtre de l'Est parisien met in haar voorprogamma de onbekende Serge Gainsbourg.
1965
Nadine Laïk vervoegt Françoise Lo voor de administratieve taken. Gilbert Sommier organiseert de concertreeksen.
Barbara neemt deel aan verscheidene televisieuitzendingen waaronder: Le temps des loisirs, Rendez vous avec (met Jacqueline Joubert), Central variétés.
Serge Lama schrijft het lied: L'orgue de Barbara om haar te bedanken voor haar hulp.
Van 15 tot 19 januari zingt ze in het théâtre Pacra met Joss Baselli en Pierre Nicolas.
In de maand februari start een reeks concerten in Frankrijk met Serge Gainsbourg, Joss Baselli en Pierre Nicolas begeleiden hen. Nadine Laïk en Françoise Lo liggen aan de basis van deze concertreeks. Door de afkeurende reacties van het publiek verlaat Gainsbourg vroegtijdig de tournee.
Voor haar LP Barbara chante Barbara ontvangt Barbara op 13 maart in het paleis van dOrsay de prix de l'académie Charles Cros de la chanson française (prix Paul Gilson) tijdens de uitreiking breekt Barbara de troffee in stukjes en deelt ze uit aan de musici en technici om haar dankbaarheid te betuigen. Ze begint haar bekendheid aan te wenden voor de minder bedeelden.
Op 30 maart prijkt Barbara op het affiche van L'Européen in het kader van de gala annuel du groupe libertaire Louise Michel. Brigitte Fontaine, Graeme Allwright, Maurice Fanon behoren eveneens tot het programma.
1965 is het jaar van de grote successen maar het vreet aan haar gezondheid. Overwerkt en gedeprimeerd volgt ze gedurende 10 dagen een slaapkuur. Haar moeder waakt over haar.
Tijdens de uitzending La scène à Paris op 29 maart zingt ze Pierre en Nantes.
Op 9 april prijkt ze op het affiche voor de televisieprogramma van Jacqueline Joubert.
In mei wordt ze geïnterviewd voor het middagnieuws van Europe 1. Ze valt er voor de charmes van Lucien Morisse.
Ze neemt deel aan het televisieprogramma Pile ou face.
Op 15 juni zingt ze op het gala van Mutualiteit te Parijs.
Op 12 juli 1965 beginnen de opnames in de studio Blanqui te Parijs voor haar LP le mal de vivre.
Op 16 augustus zingt ze in de graanhallen van Chalons sur Saône. Daar hoort ze dat Liliane Benelli, haar pianiste in LEcluse, op 12 augustus is overleden ten gevolge van een auto-ongeval. Serge Lama is ook een van de slachtoffers. Ze waren samen op tournee.
Barbara schrijft voor de begrafenis het liedje Une petite cantate.
Vanaf 15 september verzorgt ze het programma in Bobino begeleid door Joss Baselli en Pierre Nicolas. Guy Bedos, Jacques Debronckart verzorgen het voorprogramma. André Aubert doet de presentatie. Op 15 september, de dag van de premiere, zendt France Inter Een dag met Barbara uit. Iedere avond staat op het affiche complet.
Op 26 september neemt ze deel aan Discorama een programma met Denise Glaser. Ze zingt er Le mal de vivre.
De LP eerder dat jaar opgenomen komt in oktober in de handel.
Op initiatief van Léo Noël (1914-1966), patron van de L'Ecluse wordt er uit solidariteit voorSerge Lama op 7 december een gala georganiseerd in l'Olympia. Georges Brassens is die avond de voornaamste vedette maar zijn eveneens van de partij : Barbara, Pierre Perret, Marcel Amont, Enrico Macias, Sacha Distel, Régine, Jean Jacques Debout. De opbrengst van die avond laten toe om Serge Lama gedurende 10 jaar te onderhouden.
Op 29, 30, 31 december 1965 en 1 januari 1966 treedt ze met Serge Reggiani op in het Théâtre de l'Est parisien te Parijs. Ze wordt begeleidt door Pierre Nicolas en Joss Baselli.
1966
Om beter naar haar concerten te gaan koopt Barbara een Mercedes grijs metallic. Pierre Tomasso wordt haar chauffeur, hij is ook belast met de geluidsinstallatie. Gemeenzaam noemt ze hem Peter.
Haar eerste grote concertreeks in Frankrijk vindt plaats tussen januari en februari met als vaste begeleiders Joss Baselli en Pierre Nicolas.
Marie Chaix komt er bij ter vervanging van Françoise Lo en wordt haar assistent, ze verzorgt tevens de belichting. Elle devient son assistante. Georges Ollivier de manager van Jacques Brel is de organisator van deze tournee.
Op 20 februari neemt ze met Antoine en Jean Jacques Debout deel aan Discorama.
Op 21 maart is er het gala de l'union des artistes in de Parijse opera. De optredens worden rechtstreeks uitgezonden. Barbara geeft er een interpretatie van Yesterday van de Beatles. Mireille Mathieu, Gilbert Bécaud, Régine, Valérie Lagrange, Charles Trénet en Serge Gainsbourg zijn eveneens van de partij. Op het einde van de avond heeft ze een ontmoeting met Michel Colombier.
In de zomer van 1966, tijdens een optreden in het casino van Royan, geeft ze een interview aan Jean Louis Foulquier, een debuterend journalist.
Vanaf november wordt Pierre Nicolas vervangen door Michel Gaudry. Pierre Nicolas begeleidt nog enkel Georges Brassens.
Op 8 november 1966 zingt ze in Théâtre Beaulieu te Lausanne begeleidt door Joss Baselli en Michel Gaudry.
Uit dankbaarheid voor haar publiek neemt ze op 21 november de eerste versie van Ma plus belle histoire d'amour op.
In december van dat jaar ontmoet ze Charley Marouani. Hij wordt haar trouwe impressario.
Op 13 december vindt de premiere plaats van haar optreden in Bobino met Micha Bayard en Rameau, Serge Reggiani in het voorprogramma. Ze zingt er Ma plus belle histoire d'amour.Joss Baselli en Michel Gaudry begeleiden haar. Op 13 en 15 december maakt Philips een opname van het spectakel ten einde het te commercialiseren als LP.
Op woensdag 28 december neemt Barbara deel aan de uitdeling van speelgoed aan de minder bedeelde kinderen in het kader van Noël des gamins de Paris in Parc des expositions porte de Versailles te Parijs. Het inzamelen van speelgoed voor de minder bedeelden is een initiatief van haar hand.
1967
De LP van het spektakel in Bobino komt op 4 januari in de handel.
Na Bobino doet ze aansluitend een tournee door Italië, België, Canada en Duitsland met in het voorprogramma Serge Reggiani.
Op 15 januari bevindt ze zich in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel.
Van 6 tot 10 mei 1967 doet ze in Hamburg opname voor haar LP "Barbara singt Barbara". Michel Gaudry, Joss Baselli, Marie Chaix en Claude Dejacques assisteren tijdens de opname. Aangezien Barbara zeer slecht de Duitse taal machtig is moet alles op het gehoor worden geoefend.
Van 16 tot 31 mei organiseert ze een cabaret in Tête de l'art met Fernand Reynaud. Joss Baselli en Michel Gaudry zijn haar begeleiders.
Op 9 februari zingt ze met Serge Reggiani in Piccollo Teatro te Milaan.
Van februari tot maart doorkruist ze Frankrijk met Jacques Brel. Tony Reynaud is de organisator.
De opnames in studio Blanqui voor de LP Ma plus belle histoire d'amour beginnen op 25 april.
De avond van 28 juni 1967 is er een spectaculaire voorstelling in het Palais de Chaillot te Parijs: honderd artiesten treden er op tegen de oorlog in Vietnam. Zangers en andere artiesten met linkse gevoelens nemen er aan deel waaronder: Graeme Alwright, Georges Moustaki, Fanon, Catherine Sauvage, Barbara, Raymond Devos, Raymond Asso, Philippe Noiret, Monique Morelli, Colette Magny, Francis Lemarque, Hélène Martin, Marie José Nat, Mouloudji...
Vanaf september vervangt Roland Romanelli Joss Baselli. Baselli zal voortaan Patachou begeleiden.
Op 1 oktober 1967 neemt ze deel aan de uitzending van Discorama met als presentatriceDenise Glaser.
Op 4 oktober keert ze terug naar Göttingen met Roland Romanelli als begeleider (het is voor hem het eerste concert met Barbara). France Inter zendt het optreden intergraal live uit.
Jacques Brel vraagt haar te komen zingen in L'Échelle de Jacob. Hij hoopt op die manier het cabaret nieuw leven in te blazen. Ze doet er de atmosfeer van het cabaret herleven van 7 tot 14 oktober.
Haar tournee in Italië wordt afgebroken en ze is ziek van verdriet en keert terug naar huis.
Haar moeder Ester Brodsky (soms bijgenaamd Madeleine) was overleden op 6 november op de leeftijd van 62 jaar. Ze was geboren in 1905 te Tiraspol, Moldavie. Ze rust nu op het kerkhof vanBagneux. In familiale kring noemde Barbara haar moeder teder de joodse.
Haar LPMa plus belle histoire d'amour ligt op 7 november bij de platenboer.
1968
Het boek Barbara van Jacques Tournier een editie van Seghers komt in de boekhandel.
Begin dat jaar verlaat ze definitief Rémusat. Haar moeder verbleef van tijd tot tijd in een studio in hetzelfde gebouw.
Van 10 tot 15 januari neemt ze in de studio Blanqui de single Elle vendait des petits gâteaux op om Musicorama te promoten.
In het kader van Musicorama zingt ze op 22 januari in het Olympia ze wordt begeleid door Roland Romanelli, Michel Gaudry, Michel Portal en Michel Sanvoisin et Michel Colombier versterkt met 4 violisten. Lucien Morisse directeur van Europe 1 opent het spektakel. Jean Serge en Lucien Morisse zijn de organisators.
Op 4 februari om 13 uur zendt Europe 1 de gehele opname uit.
Op 7 februari zingt ze in Genève.
In de studio Blanqui wordt op 13 juni begonnen met de opnames van de 33 toerenplaat Le soleil noir.
Van 6 tot 7 september wordt in de studio Collard het eindnummer van de LP Le soleil noir opgenomen.
In september komt de plaat in de handel.
In december doet ze een oproep langs de radio aan alle kinderen om speelgoed te geven voor de minder bedeelden. Ze start de organisatie Noëls du cur met als hoogtepunt de uitdeling van het speelgoed in het Wintercirkus. Ze deelt er cadeautje uit aan de kinderen waarvan ze alleen maar konden dromen. Samen met Jacques Brel aanvaarden ze het peterschap van de vereniging die er voor ijvert dat elk kind een kerstcadeau krijgt.
Op 29 december is te gast bij Denise Glaser die een Discorama spécial Barbara heeft opgezet.
1969
Het is het begin van een concertreeks die haar naar Japan, Canada, USSR, Israël en Roemenië brengt. Ze wordt begeleid door Roland Romanelli en Michel Gaudry.
Tijdelijk (drie maand) verblijft ze in een hotel rue de Tournon dicht bij de Senaat.
Van 4 tot 17 februari is terug in l'Olympia. Het is een twee uur durend spektakel met in totaal een dertigtal nummers. Roland Romanelli, Michel Gaudry begeleiden haar. De muzikale verantwoordelijkheid is in handen van Michel Colombier. Elke avond komt Georges Moustaki met haar het duo La dame brune zingen. Op het einde van de laatste opvoering zegt ze aan het publiek dat ze zou willen stoppen met optredens, ze is moe. Niemand was op de hoogte, zowel het publiek als musici zijn compleet verrast.
Van 4 tot 8 februari doet Philips opnames van de optredens.
Het dubbel LP van Spectacle de l'Olympia komt op 11 maart in de handel.
Na l'Olympia doet ze nog een concertreeks in Canada, Nederland, URSS, Roemenië, Israël en Japan met Roland Romanelli en Michel Gaudry. Ze komt al haar contracten na die ze getekend heeft voor haar beslissing om te stoppen.
Op 11 mei komt ze op televisie en danst aan de zijde van Maurice Béjart. Ze zingt Pierre en Le Mal de vivre.
In juni strijkt ze met haar bril en liedjes neer in een gehuurd duplex appartement 112 rue Michel Ange te Parijs 16.
Op 23 september beginnen de opnames voor de LP Madame.
Samen met Jean Claude Brialy zingt ze in duo La dame Brunne in het kader van Brialy'folies des Carpentier. De zaak wordt uitgezonden op 21 november.
Gedurende een maand treedt ze op in het kleine cabaret La tête de l'art meestal de maand december en dat tot 1973. Ze mist de voeling met het publiek.
Georges Moustaki componeert en schrijft La fiancée du pirate, muziek voor de generiek van de film Eponyme. Barbara zingt de woorden van Moustaki. De single van de generiek komt indecember in de handel.
Tijdens de maand van haar optreden in La tête de lart Gaat Baraba twee zondagen na elkaar op antenne bij Europe 1. De uitzendingen duren een hele dag. Ze zingt er liedjes van 1900, het worden 21 nummers van elkaar gescheiden met de nodige commentaar.
1970
Op donderdag 22 januari zou in Théâtre de la Renaissance de generale repetitie moeten plaatsvinden van Madame. De opvoeringen zijn gepland tot eind februari. Ze weigert te spelen. Ze heeft geen stem ... Op 23 januari gaat dan toch de generale repetitie door. De critici vinden het maar een matig stuk en het publiek trekt zijn neus op voor Madame.
De LP Madame komt in februari in de handel.
Op 21 maart beginnen in de studio Gaité te Parijs de opnames voor de LP L'aigle noir . De LP L'aigle noir komt uit in mei.
Ze neemt deel aan de televisieuitzending La grande farandole.
Op 11 september is ze aanwezig op de begrafenis van Lucien Morisse, die begraven wordt op het kerkhof van Montparnasse.
De televisie zendt de langspeelfilm Frédéric Rossif "Aussi loin que l'amour" uit. Een film met Francine Racette, Michel Duchaussoy, Suzanne Flon, Dalio, Madeleine Robinson, Salvador Dali en Barbara (ze speelt er de pianiste in een bar en zingt la solitude).
In oktober is ze terug te zien op een Parijs podium, dat van Tête de l'art.
1971
Ze zingt in het theater van het gymnasium te Marseille. Tijdens een feestmaal op 1 januari vertrelt Brel haar over zijn filmproject Franz of Les moules.
De opnames van Franz in Blankenberge vangen aan in juni en duren tot juli. Haar tegenspelers zijn Jacques Brel en Danielle Evenou.
De opnames van de LP La fleur d'amour beginnen op 30 september in studio Gaité te Parijs.
De eerste werkopname van Franz is te zien op 14 oktober.
1972
Naar aanleiding van de distributie in de cinemazalen van de film Franz neemt ze op 2 februari deel aan Grand échiquier helemaal gewijd aan Jacques Brel.
Op 5 februari komt Franz in de zalen.
Op 17 februari zingt ze op het podium van het theater Marigny te Parijs naar aanleiding van de premiere van de film Eglantine, een realisatie van Jean-Claude Brialy. Ze verschijnt in stralend wit. France Inter zendt het optreden integraal rechtstreeks uit.
Het album La fleur d'amour komt op 7 maart in de handel.
Op aanvraag van Johnny Hallyday neemt ze op 18 maart met Georges Brassens deel aan de uitzending Top à Hallyday.
Op 21 augustus 1972 beginnen in de studio De Dames te Parijs de opnames voor de LP Amours incestueuses.
Barbara zingt in september op het feest van l'Humanité à la Courneuve. Ze brengt er een hommage aan Paul Eluard.
15 oktober zingt ze in het Parijse theater Théâtre de l'ouest te Boulogne Billancourt. Roland Romanelli begeleidt haar.
Het album 'Amours incestueuses' komt op 15 november in de handel.
Ze neemt deel aan de uitzending Le Grand Échiquier.
In de maand mei doet ze opnames voor de film L'oiseau rare. Een prent van Jean Claude Brialy. Hij realiseert de film met de medewerking van Micheline Presle en Jacqueline Maillan.
Michel Gaudry verlaat de ploeg en wordt niet vervangen.
Die zomer verlaat ze definitief de hoofdstad en vestigt zich in Précy jardin, 2 rue de Verdun.
Omgeven door dikke muren leeft ze rustig en geniet van de kalmte. Voor het eerst sedert lang heeft ze een eigen tuin. Ze is zelden te zien in het straatbeeld. Van tijd tot tijd wandelt ze langs het kanaal of gaat ze iets drinken in een plaatselijke gelegenheid aan de oevers van de Marne. Telkenmale met kerstmis deelt ze geschenken uit aan de kinderen van het dorp. De laatste jaren deelde ze snoep uit aan de schoolkinderen tijdens Halloween. Tijdens de maaltijd voor de derde leeftijd deelt ze geschenkjes uit aan de ouden van dagen. Met toestemming van de burgemeester stelt ze manden met voorbehoedsmiddelen ter beschikking van de jeugd. Soms heeft ze contact met de burgemeester, Yves Duteil en niettegenstaande ze niet de dezelfde politieke ideeën hebben, tracht ze discreet deel te nemen aan het gemeenteleven.
Op 3 september beginnen de opnames in de studio Gaité te Parijs voor de LP La louve. De orchestratie is van de hand van William Sheller.
Het theater Le Théâtre de l'ouest parisien te Boulogne Billancourt ontvangt haar op 13 oktober.
De LP La louve komt in de handel op 31 oktober.
Een wereldtoernee gaat van Moscou naar België, Zwitserland, Israël, Canada, Japan, Nederland en terug naar Frankrijk. Roland Romanelli is haar vaste begeleider.
In december treedt voor een laatste keer op in L'Écluse voordat het cabaret definitief sluit. Daar waar alles begonnen is.
1974
Op 2 februari neemt ze deel aan de televisieuitzending van Top à Pierre Tchernia.
Van 9 februari tot 12 maart zingt ze in Théâtre des Variétés. Het optreden omvat 29 nummers. Roland Romanelli is haar begeleider.
Op 9 maart zendt de televisie Top à Barbara uit met Maritie en Gilbert Carpentier, een realisatie van Marion Sarrault.
Een nieuwe concertreeks brengt haar van maart tot april in Belgie, Zwitserland, Frankrijk enIsraël.
Op 4 mei neemt ze in de studio Davout de single l'homme en habit rouge op.
Op 15 mei komt de single in de handel.
De nacht van 3 op 4 juni slikt ze in haar huis te Percy een grote hoeveelheid slaappillen.
Om 5.30 uur kloppen de gendarmes aan in la rue de Verdun. Niemand antwoord. Ze forceren de deur en vinden in bed het nagenoeg levenloze lichaan Barbara. Ze wordt met grote spoed overgebracht naar het ziekenhuis van Meaux. Om 6 uur komt ze aan in het hospitaal van Meaux. Ze heeft 7 tubes slaapmiddelen genomen. Op 5 juni wordt ze overgebracht naar L'hôpital Américain in Neuilly.
Tijdens de maand julli herstelt ze in een kliniek te Garches. Ze hervat haar tournee met Georges Moustaki.
Op 5 oktober neemt ze deel aan de uitzending Top à Ivry Gitlis.
In november komt haar dubbel LP Théâtre des Variétés in de handel.
1975
Begin dat jaar deponeert ze bij SACEM de teksten van Insomnies, L'amour magicien, La mort, La musique en Il automne.
Van 29 januari tot 2 maart is ze te zien in Bobino. Ze zingt er voor de eerste keer Les insomnies met publiek.
In maart begint opnieuw een tournee langs Nederland, Canada, Japan en Frankrijk. En mars commence une tournée qui passe par les Pays Bas etle Canada, le Japon et la France. Haar tournee brengt haar langs het paradijslijke eiland L'île de la Réunion.
Op 9 juni komt ze in het tweede deel van het televisieprogramma Les copains d'abord.
1976
Ze speelt in de film: "Je suis né à Venise" een prent met dans en choreografie van Maurice Béjart.
Dat jaar geeft ze geen enkel optreden. Ze twijfelt aan zichzelf.
1977
Ze schrijft de muziek voor de film "La femme rompue". Een prent van Josée Dayan naar een roman van Simone de Beauvoir.
Ze ontmoet Jacques Rouveyrollis. Hij zal haar lichtman worden tijdens de komende optredens.
Op 1 januari zendt de televisie de baletfilm "Je suis né à Venise" uit.
Er breekt brand uit in het woongedeelte van haar huis in Précy. Een kortsluiting in de keuken ligt aan de basis. Midden in de nacht wordt ze wakker gemaakt door het miauwen van haar kat. Ze hoort het vuur knetteren en vlucht de straat op. Het vuur stopt juist voor de deur van La Grange au loup, de pianos zijn gered. Een teken?
Tijdens de herstellingswerkzaamheden gaat ze op tournee naar België en Zwitserland.
Van 5 september tot 1 oktober neemt Brel zijn laatste plaat op in de studios van Barclay te Parijs. Barbara komt hem dikwijls opzoeken.
1978
Van 6 tot 26 februari zingt ze in l'Olympia. Haar optreden omvat 23 nummers.
Op 13 februari beginnen de opnames van haar dubbel LP l'Olympia 1978. Hij komt in juni in de handel.
In juli duikt ze opnieuw in de studios voor de opnames van de nummers die niet voorkomen op de dubbel LP L'Olympia. Het eindresultaat staat haar niet aan en de plaat komt niet inde handel.
Op 27 juli wordt Jacques Brel opgenomen in het ziekenhuis Franco Musulman te Bobigny. Ze gaat hem bezoeken. Op 7 oktober wordt Jacques Brel terug opgenomen. Ze gaat hem zo veel mogelijk bezoeken. Jacques Brel overlijdt op 9 oktober. Tijdens de uitvaart van Jacques Brel op 12 oktober ondersteunt ze Madly.
1979
Ze ontmoet Gérard Depardieu.
Van 27 februari tot 4 maart zingt ze in théâtre Manzoni te Milaan. Roland Romanelli is haar begeleider.
TF1 zendt op 27 november de film van François Reichenbach uit. Een montage over haar optredens in l'Olympia en de daaropvolgende tournee in 1978.
Op 6 december zingt ze in Luxemburg.
1980
Gedurende een hele tijd doet ze geen optredens meer behalve een kleine tournee in Nederland. Ze componeert en schrijft nieuwe nummers.
Op 11 november 1980 beginnen in studio Davout te Parijs de opnames voor de LP Seule.
1981
De LP Seule komt op 4 februari bij de platenboer. Ze zal tot de best verkochte platen van 1981 behoren. Ze neemt deel van verscheidene radioprogrammas waaronder bij RMC op 5 februari om 19 uur en op 6 februari om 18 uur als gast bij Pierre Bouteiller die een programma heeft bij France Inter.
Op 15 april 1981 beslist ze een optreden te geven in Pantin, in het centrum van een circustent. Eigenlijk is Pantin een tent voor rockconcerten maar helemaal niet voor chanson.
Om haar vreugde uit te drukken bij de verkiezing van François Mitterand tot president op 12 mei schrijft ze het nummer Regarde.
Van 28 oktober tot 22 november zingt ze in de circustent met 2200 plaatsen. Roland Romanelli en Gérard Daguerre zijn haar begeleiders. Het optreden bevat 25 nummers en 30 met de rappels. Laurent Aubry en Marco doen de belichting naar een ontwerp van Jacques Rouveyrollis, Éric Alvergnat is de geluidsman. François Mitterrand en Denise Glaser behoren tot de genodigden bij de premiere. Het is iets ongelooflijks. Iedere avond opnieuw geeft ze het beste van zichzelf. Soms is ze zodanig hees dat het publiek haar helpt zingen. Soms mist ze gewoon akkoorden. Het publiek blijft enthousiast en het meest verwonderlijke is dat het aantal jongeren toeneemt. Om zich niet telkenmale te moeten verplaatsen verblijft ze in twee containers die haar ter beschikking zijn gesteld door vrienden.
Tijdens de opvoeringen in november wordt een dubbel LP opgenomen die als aandenken moet dienen aan haar optreden Récital Pantin.
Eveneens tijdens haar optredens in de maand november maakt Guy Job een vidéoopname. 290 uur opnames, drie dagen opname, 7 cameraman, 10 videocameras en 6 maand montagewerk. Barbara werkt actief mee aan de montage. Tijdens de montage van de video ontmoet Barbara Béatrice de Nouaillan, ze zal haar trouwe assistente worden.
Op 21 november, de avond van de laatste opvoering zingt ze voor de eerste keer haar nummer Pantin .
In december 1981 komt haar dubbel LP Récital Pantin in de handel. Daarna begint een tournee.
1982
Van februari tot maart plant ze een tournee doorheen Frankrijk. In 2 maand tijd zal ze 36 steden aan doen.
Ze schrijft de eerste teksten en componeert de eerste noten voor het optreden Lily passion. Een spektakel dat ze samen met Gérard Depardieu wil ten beste geven.
Haar stem begint tekenen van vermoeidheid te vertonen. (een verslapte stemband). Ze gaat op consultatie bij een zangleraar docteur Élisabeth Fresnel Elbaz. Gedurende 3 jaar leert ze opnieuw haar stem te gebruiken.
Op 5 november zendt TF1 voor de eerste keer de video over Pantin 1981 uit.
In gezelschap van Gérard en Élisabeth Depardieu woont ze op 9 november in Pantin de premiere bij van het optreden van Henri Salvador.
Op 22 december ontvangt ze in de opera Garnier uit de handen van de minister van cultuur, Jack Lang, le Grand prix national du disque.
De video van Pantin komt in december in de handel.
1983
Op 16 januari 1983 brengt ze een bezoek aan Robert Charlebois die op dat ogenblik in l'Olympia zingt.
Ze schrijft de muziek voor lied van Élisabeth Depardieu "L'Amazonie". Élisabeth Depardieu schrijft een lied ter ere van Barbara: Mourir en musique.
Het schrijven van Lily passion gaat intussen verder.
Denise Glaser de vrouw die 15 jaar lang Discorama presenteerde en tal van nieuw talent een kans gaf sterft in totale eenzaamheid op de leeftijd van 62 jaar. Samen met Catherine Lara woont Barbara in Valenciennes de begrafenis bij. Ze zijn die dag de enige vertegenwoordigers van de artiesten en televisiewereld ...
1984
Op 14 januari 1984 huldigen François Mitterrand en Jack Lang de Zénith te Paris in. Barbara is een van de genodigden.
Ze schrijft verder aan Lily passion. De premiereis voorzien in januari 1985 in TNP van Villeurbanne. De regie is in handen van Roger Planchon.
In februari speelt Depardieu iedere avond Tartuffe op de scene van Théâtre de la Ville à Paris. Ze helpt en assisteert haar vriend.
In gezelschap van de heer en mevrouw Depardieu bestijgt ze in mei voor de eerste keer de trap van het feestpaleis ter gelegenheid van het festival van Cannes.
Midden oktober kondigt ze aan dat Lily passion met een jaar wordt verdaagd.
1985
Ze schrijft en herschrijft de tekst en muziek van Lily passion.
Voor de vereniging CARE France neemt Barbara deel aan het collectief werk " la chanson de la vie " onder de vleugels van Alice Dona.
In december wordt een studio versie van "Lily passion" opgenomen. Het is een opname met arrangement en gedirigeerd door William Sheller. Die versie zal nooit uitkomen en de geluidsband is op mysterieuse wijze verdwenen.
Roland Romanelli en Barbara gaan uit elkaar wegens verschillende visie over de uitvoering van Lily passion.
In december repeteren Barbara en Gérard Depardieu Lily passion in het Théâtre des Amandiers te Nanterre.
1986
Op 21 januari is het zo ver. De premiere van"Lily passion" gaat door in de Zénith (3000 plaatsen). Lily passion wordt 35 maal opgevoerd tot 19 februari. Het spektakel heeft een kostenplaatje van 17850 euro. Er is een bezetting van 50 man nodig. De scene gaat open op een hoogte van 70 meter. Gérard Daguerre aan de piano en de synthetiser, Richard Galliano aan het accordeon en de synthetiser, Patrice Peyreras aan de synthetiser, Marc Chantereau doet de percussie en Daniel Mille op het accordeon begeleiden Barbara.
De dubbele LP Lily passion in de Zénith opgenomen komt uit in februari.
De tournee van Lily passion start op 25 februari in Rennes en zal duren tot 6 mei in het theater Argentina te Rome. De tournee bevat 45 voorstellingen. Het wordt een grootse onderneming en de gehele crew gaat op stap.
Lily passion wordt in de volgende steden opgevoerd:
- 25 februari optreden in de sporthal van Rennes.
- 26 februari in de oostelijke hall te Caen.
- 28 februari in Vorst Nationaal te Brussel.
- 1 maart in l'espace 155 te Rijsel.
- 3 maart optreden in Laval.
- 5 maart optreden in een circustent te Reims.
- 6 maart in het Expositiecentrum van Nancy.
- 7 tot 8 maart in de Rhénus hall te Strasbourg.
- 10 maart in het sportpaleis van Dijon.
- 11 maarts in de Expositiegebouw van Bourg en Bresse.
- 12 maart in het sportpaleis van Besançon.
- 13 maart in het sportpaleis van Lyon.
- 14 maart in het sportpaleis van Saint Etienne.
- 15 maart in het Expositiecentrum van Avignon.
- 18 maart in de zaal J. Mermoz van Alexpo te Grenoble.
- 19 maart in Hall 7 Beaulieu te Lausanne.
- 21 maart optreden in la Beaujoire te Nantes.
- 22 maart de dag na haar optreden. Inhuldiging van la rue de la grange aux loup met Barbara en Depardieu.
- 23 maart in het Expositiecentrum van Angers.
- 25 maart in de arena van Poitiers.
- 26 maats optreden in het huis van de sport te Clermont Ferrand.
- 28 maart om 20 uur opvoering van Lily passion bij de openingsavond van het muziekfestival Printemps de Bourges.
In april komt het boek Marie Chaix sur Barbara in de handel. Het is een uitgave van Editions Calmann Lévy.
- 9 april opvoering in het Expositiecentrum van Tours.
- 10 april in het sportpaleis van Limoges.
- 12 en 13 april in de ijspiste Mériadeck te Bordeaux.
- 14 en 15 april opvoering in het sportpaleis van Toulouse.
- 16 april in het Expositiecentrum van Pau.
- 18 en 19 april in de Zénith te Montpellier.
- 21 april opvoering in het sportpaleis van Lyon.
- 22 april in de circustent te Marseille.
- 23 april opvoering in de circustent te Nîmes.
- 24 april in de circustent te Toulon.
- 26, 27 en 28 april opvoering in de Apollozaal van lAcropolis te Nice.
Na Frankrijk gaat de tournee van 29 april tot 5 mei verder in Italië.
Op 6 mei 1986 treedt ze op in haar thuisbasis Précy.
De single van Gérard Berliner: A te regarder vivre (ou La déraison) komt uit in mei van dat jaar. De tekst is van Barbara en de muziek van Gérard Bourgeois in een arrangement van Roland Romanelli.
Op vraag van de sterdanser Mikhaïl Baryshnikov vliegt Barbara op 28 juni naar New York. De eerste repetities in de Métropolitan Opéra gaan door op 1 juli. De opvoering zelf is op 8 juli er zijn 1805 plaatsen. Terwijl ze zingt geeft Mikhaïl Baryshnikov het beste van zichzelf. Het orkest van de Métropolitan Opéra wordt gedirigeerd door Michel Colombier.
De 14 juli neemt ze op verzoek van François Mitterrand deel aan garden-party in het Elysée samen met onder andere Juliette Gréco en Serge Gainsbourg.
In september komt de doos met 3 LPs met daarop live optredens van haar nummers in de handel. Barbara neemt inspraak aan het ontwerpen van de doos en bij de keuze van de nummers.
Naar aanleiding van haar gewrichtsproblemen wordt ze in oktober opgenomen in het militair hospitaal Béguin van St Mandé.
1987
Begin dat jaar wordt ze gefotografeerd door Arthur Elgort. Barbara neemt deel aan het verwerken van het sprookje De zwanenprinses. Een initiatief van Mikhaïl Baryshnikov.
Ze heeft een ontmoeting met Jacques Attali naar aanleiding daarvan wenst ze zich in te zetten tegen AIDS (SIDA).
Zes jaar na haar optreden in Pantin beslist ze een reeks optreden de doen in Théatre du Châtelet. Ze weigert publiciteit te maken om de zaal te vullen. Als ze willen komen dan komen ze wel en ze kwamen de zaal zat proppensvol. Op 16 september begint een reeks van recitals in théâtre du Châtelet die zullen duren tot 11 oktober. Gérard Daguerre, Marcel Azzola op accordeon en bandoneon, Michel Gaudry op de contrabas en Jean Louis Hennequin aan de synthetisers begeleiden haar. De nacht van 10 op 11 september schrijft en componeert ze het nummer Sid'amour à mort. De geeft deauteursrechten aan de vereniging Sol en si.
Vóór het optreden krijgen de toeschouwers een blaadje papier in de hand gestopt. Het optreden gaat rustig zijn gang. De bisnummers wordt afgewerkt en Barbara verdwijnt achter het gordijn. Op dat moment springen een aantal toeschouwers naar voren en laat de papiertjes ritselen als waren het herfstblaadjes. Het publiek zingt als uit een mond een eigen gemaakte versie op de tonen van une petite cantate om Barbara te danken voor de vele optredens.
Barbara komt terug van achter het gordijn met in de ene hand een micro en in de andere het bewuste geel blaadje. Het publiek is in vervoering. Reactie van Barbara: "D'abord bien sur c'est bouleversant ce qui vient de me parvenir là sur l'air de La petite cantate, c'est bien plus joli que la petite cantate encore...!!!
D'autre part je voudrais vous dire que je ne pars pas, donc je promets que je pars, que je reviens puisque je suis toujours là. Je ne pars pas. Je vais simplement si vous le voulez en voyage chanter les mêmes chansons aux gens que vous connaissez qui sont vos parents, vos cousins, vos amants, je ne sais pas quoi. Et donc je ne m'en vais pas, c'est tout. Simplement il va y avoir un spectacle qui suit sinon on aurait continué. C'est un fantastique spectacle que vous devriez voir et puis nous on s'en va. C'est normal, on prend la route mais je ne m'en vais pas, mais je garde ça, je garde ça très précieusement.
Moi aussi j'ai besoin de vous et je promets, et je promets..."
In de maand oktober maakt Polygram een video-opname van haar optreden in Châtelet.
De volgende tournee begint op 16 oktober te Genève en zal eindigen op 12 december te Nice. Haar vaste begeleiders zijn Gérard Daguerre, Marcel Azzola op accordeon en bandoneon, Michel Gaudry op de contrabas en Jean Louis Hennequin aan de synthetisers.
Het wordt weer een hele bedoening:
- 16 en 17 oktober in het theater van Le Grand Casino te Genève.
- 18 oktober in het cultuurcentrum André Malraux te Chambéry.
- 19 oktober optreden het centrum Léonard de Vinci te Feyzin.
- 21 oktober in het operagebouw te Marseille.
- 22 oktober optreden in het Expositiecentrum van Narbonne.
- 23 en 24 oktober optreden in de graanhalle van Toulouse.
- 25 oktober optreden inde polyvalente zaal Bizanos te Pau.
- 26, 27 en 28 oktober optreden in het theater Femina te Bordeaux.
- 29 oktober optreden in het Grand Théâtre van Limoges.
- 30 oktober optreden in het sportpaleis van Joue les Tours.
- 31 oktober in het Expositiecentrum van Orléans.
De dubbel C.D. opgenomen tijdens haar optreden in Châtelet komt in de handel.
In de maand november van 1987 neemt ze deel aan het comité voor een tweede zevenjaarse ambtstermijn van François Mitterrand.
- 2 november optreden in het paleis voor schone kunsten te Brussel.
- 12 november optreden te Duinkerke.
- 13 november optreden in het Colisee te Roubaix.
- 14 november optreden in gemeente theater van Béthune.
- 16 november optreden in Cultureelhuis van Havre.
- 17 november optreden te Amiens.
- 19 november optreden in het gymnasium Léon Roger te Dieppe.
- 20 november optreden in het sportpaleis van Caen.
- 21 november optreden in het congrespaleis van Mans.
- 22 november optreden in het Expositiecentrum van Angers.
- 23 november optreden in het park Penfeld te Brest.
- 24 november optreden in de sporthal van Quimper.
- 25 november optreden in het sportpaleis Kervaric te Lorient.
- 26 november optreden in het park Beaujoire te Nantes.
- 1 december optreden in het Forum te Dijon, 2 rue Delaborde.
- 2 december optreden in Troyes.
- 3 december optreden in het Congreshuis te Clermont Ferrand.
- 4 december optreden in de Grote hoekzaal te Voiron.
- 7 december optreden in de Zenith te Montpellier.
- 8 december optreden in zaal Lices te Toulon.
- 9 december optreden in het Expositiecentrum Chateaublanc te Avignon.
- 10 december optreden in de schaatsbaan Zac des Salles te Istres.
- 11 en 12 december optreden in de Opera, 4 rue saint François de Paule te Nice.
1988
De tournee gaat verder in Japan:
- 26 januari optreden in het Hitomi memorial te Tokyo.
- 27 januari optreden in de Festival hall vanOsaka.
- 29 januari optreden Hitomi memorial te Tokyo.
- 30 januari optreden in de Yubin Chokin hall te Tokyo.
Op 17 februari zingt ze in Saint Ouen.
Op 2 maart heeft ze een optreden in het theater Adolf Adam te Longjumeau.
De tournee gaat verder doorheen Frankrijk, Canada en Israel. Gérard Daguerre, Marcel Azzola op accordeon en bandoneon, Michel Gaudry aan de contrebas enJean Louis Hennequin aan de synthetisers zijn haar vaste begeleiders.
Op 8 april zingt te Rennes naar aanleiding van de eerste meeting van François Mitterrand.
In april gaat ze op tournee doorheen Canada.
Op 24 april ontvangt ze de orde van verdienste te Baden Baden uitgereikt door de Bondsrepubliek Duitsland.
In de maand mei verlaten Michel Gaudry en Jean Louis Hennequin de groep.
Tijdens een concert tegen racisme zingt ze op 18 juni in het kasteel van Vincennes Göttingen.
Haar tournee gaat verder in Frankrijk:
- 11 juli optreden te Aix les Bains, congrespaleis.
- 12 juli optreden te Vichy, Paleis aan het meer.
- 16 juli optreden te Annecy, Park van het gemeentehuis.
- 17 juli optreden te Lyon, Theater van Fourvière.
- 18 juli optreden te Nice, Groentheater.
- 19 juli optreden te Fréjus in de arenas.
- 20 juli optreden te Marseille, Paleis van de Pharao.
- 22 juli optreden te Sète, Theater van de zee.
- 24 juli optreden te Vaison la Romaine, Kunstfestival.
- 25 juli optreden te Cannes, Paleis van de festivals.
In september onderschrijft ze een oproep te ondersteuning van het dagblad Globe, naar aanleiding van een aanslag zijn haar lokalen zwaar beschadigd.
François Mitterrand overhandigt haar op 15 september, tijdens een openbare plechtigheid in het Elysée,het ereteken Chevalier de la légion d'honneur.
Naar aanleiding van Wereldaidsdag kondigt ze op 1 december aan dat ze zich een jaar lang zal inzetten voor de strijd tegen Aids (SIDA).
1989
Het wordt een jaar van strijd tegen Aids. Ze bezoekt zieken in l'hôpital Bichat, l'institut Pasteur en in Beaujon. Ze gaat zingen in de gevangenissen van Fresnes, Lyon, Marseille, Lille, Versailles, Fleury Mérogis.
1990
Een nieuwe reeks van optredens beginnen op 6 februari in théâtre Mogador en duren tot 14 april. 59 voorstellingen, alle dagen om 8.30 uur behalve op zondag dan om 16 uur met rustdag op maandag.
Tijdens de optredens in de maand maart maakt Mick Lanaro opnames van het optreden in Mogador.
In april komt de dubbele C.D. de Mogador in de handel.
Évelyne Pagès nodigt haar uit voor de uitzending Grand format op R.T.L.
Op 17 juli zingt ze tijdens Francofolies te La Rochelle.
Op 2 augustus zingt ze op het Festival van Ramatuelle. Een festival in het leven geroepen door Jean Claude Brialy.
Ze gaat op tournee naar Japan.
Op 27, 28 en 29 september zingt ze in de Hotomi hall te Tokyo.
Op 1 oktober is ze te horen in de Festival hall te Osaka
Op 2 oktober geeft ze een voorstelling in de Hamamatsu Arena te Hamamatsu (de tournee is een product van Keiko Nakamura).
Vanaf 12 oktober begint een nieuwe tournee doorheen Frankrijk tot 2 december (de Parijse regio is voorzien tussen 27 november en 2 december)
Op 14 november gaat ze naar Lyon. Later zingt ze in Port Marly (Parijse regio).
1991
Ze ligt dan een tijdje stil. Haar gezondheid verplicht haar rust te houden.
In de maand oktober neemt ze een boek op voor les éditions Ducaté.
Het is: "Les lettres à un jeune poète" van Rainer Maria Rilke.
In november is ze te horen in théâtre d'Amiens.
Op 4 december geeft ze rendez-vous in de zaal Radian te Caluire voor "Sa plus belle histoire d'amour". Haar tournee wordt beëindigd.
In de boekhandel Delamain, 155 rue du faubourg saint Honoré te Parijs wordt 11 december de opname van Les lettres à un jeune poète voorgesteld.
Ze begint met de samenstelling van haar integrale Ma plus belle histoire damour cest vous.
Het wordt gigantisch.
1992
Op 17 maart komt de integrale in de handel het is een album van niet minder dan 13 C.D. onder begeleiding van Jean-Yves Billet met in totaal 260 nummers (soms vijf verschillende versies van de meest bekende nummers). Het wordt een verzamelobject omdat er interpretaties op voorkomen die tot dan toe onvindbaar waren.
Marie Carmen, een dame uit Quebec herneemt het nummer L'aigle noir.
Naar aanleiding van een uitzending over Europa kiest François Mitterrand het nummer Göttingen als meest beantwoordend aan de gedachte.
In juni kondigt ze een optreden aan voor februari 1993 in het congrespaleis te Parijs.
1993
Begin dat jaar kondigt Charley Marouani aan dat de optredens verdaagd zijn wegens gezondheidsredenen. Een nieuw rendez-vous is voorzien voor 6 november in théâtre du Châtelet.
Depremière is inderdaad op 6 november in théâtre du Châtelet. De voorstellingen zijn voorzien tot 31 december. Gérard Daguerre heeft de muzikale leiding, piano en synthesisers, Jean Louis Hennequin doet percussie, synthesisers en harp en Serge Tomassi neemt accordeon, bandoneon en synthesisers voor zijn rekening. Het publiek is er, trouw als altijd maar op 13 december wordt het spektakel definitief stopgezet. Zes voorstellingen tussen 3 en 10 december waren reeds geannuleerd. Tussen 3 en 10 november logeeerde ze in een hotel in de buurt. Onbekenden hadden een tapijt van rozen gelegd tussen haar hotel en het theater. Nog drie avonden slaagt ze erin het podium te beklimmen. Philips maakt een live opname van de optredens op 11, 12 et 13 december.
Op 14 december wordt ze met dubbele longontsteking opgenomen in het Amerikaans hospitaal vanNeuilly. Ze zal nooit meer in Parijs zingen.
1994
Tegen het advies in van de dokters vertrekt ze op 29 januari op tournee. Een tournee dat begint bij Massy Palaiseau en vervolgens naar Aulnay sous Bois. Gérard Daguerre, Jean Louis Hennequin en Serge Tomassi zijn haar vaste begeleiders.
Op 1 februari zingt ze in Dijon dan volgen Lyon, Montpellier, Toulon, Pau, Toulouse.
Ze wordt uitgeroepen tot beste zangprestatie van het jaar. De prijs wordt haar overhandigd op 7 februari. Ondertussen zingt ze in de Zénith te Montpellier.
Half februari komt het dubbel album live du Châtelet van 1993 uit.
Op 14 februari zingt ze te Bordeaux.
Haar tournee gaat verder. 17 februari te Valence vervolgens in het sportpaleis van Marseille, terug in Valence op 18 februari, 19 februari te Grenoble, 22 februari te Montreux, 23 februari te St Claude, 24 februari te St Etienne en in Montluçon.
Op 28 februari zingt ze in het Paleis voor schone kunsten te Brussel, vervolgens puis Nancy, Strasbourg, Troyes, Sochaux, Vesoul, Montigny le Bretonneux, Maison Alfort, Rueil Malmaison, Lille, Caen in de Zénith, Amiens, Roubaix, Rennes en Nantes.
Op zaterdag 26 maart zingt ze te Tours in théâtre Vinci. Ze is drie maand in de running. Ze kraakt. Niemand kan vermoeden dat het haar laatste optreden was. Haar leven in de theaters eindigt in Tours. Ze zou nooit meer voor het voetlicht komen.optreden.
1995
Ze rust uit in haar huis te Précy en is bekommerd met het lot van de Aidspatiënten. Ze laat een rechtstreekse telefoonlijn installeren zodat ze haar kunnen bellen. Ze ontdekt de fax en maakt er meer dan dankbaar gebruik van.
1996
In januari beslist ze een nieuw studio-album op te nemen. Gedurende de maand februari en maart schrijft en componeert ze nieuwe nummers.
In juni en juli organiseert ze repetities met haar trouwe muzikanten te Précy, in la Grange au loup.
Gérard Daguerre, haar trouwe medewerke, maar ook Jean-Louis Aubert, Eddy Louiss, Didier Lockwood en Guillaume Depardieu zijn op de afspraak. Sommigen beweren dat haar stem niet meer dat is. Tot daar, Barbara is terug. Al diegene die haar graag zagen, allen die ze heeft geholpen geven haar een duwtje in de rug. Il me revient, Le couloir, Le jour se lève encore, Fatigue, Lucy, vele nostalgische nummers zijn haar testament.
Op 19 augustus duikt ze in de studio (Méga te Suresnes) voor de opname van de nummers.
In september poseert ze voor een fotoreeks ter illustratie van het nieuwe album. De opnames duren amper 25 minuten.
Op 12 oktober wordt een laatste maal alles in elkaar gezet.
Op 6 november komt de plaat in de handel. Ze geeft de rechten van het lied Le couloir aan Act Up (een vereniging tegen Aids).
In december 1996 beslist ze haar memoires te schrijven. Ze neemt terug contact op met mensen, vrienden en kennissen die ze in de loop der jaren uit oog is verloren.
1997
Philippe Gauthier, Barbara en het platenhuis denken eraan een videoclip te maken. Philippe Gauthier en Barbara ontmoeten elkaar meermaals en stippelen de lijnen van de videoclip uit. Barbara neemt contact op met haar kleermaakster Mine Vergès om haar een cape te maken. Voor het eerst in jaren verlaat ze de zwarte velours. Maar het platenhuis en Barbara kunnen het niet eens worden over het budget. Het project wordt opgeschoven.
Ze ondertekent een petitie tegen de wet Debré, een petitie georganiseert door l'association Zone franche.
Georges Moustaki faxt haar de text van een nieuw lied dat hij gecomponeerd heeft en vraagt haar het lied met hem te zingen. Antwoord: ik zing niet meer!!
Opnieuw wordt ze uitgeroepen tot beste zangprestatie van het jaar. De prijs wordt haar toegekend op 10 februari. Ze bedankt tijdens de uitreiking telefonisch iedereen die haar die onderscheiding heeft bezorgd.
In Précy schrijft Barbara het voorwoord van haar mémoires op 27 april. Les éditions Fayard zullen het boek uitgeven en de uitgave is voorzien september 98. Als titel wordt het "Il était un piano noir".
Dagelijks faxt ze naar Claude Durand, directeur van éditions Fayard, bladzijden tekst door.
In juli stelt ze haar testament op.
In oktober laat ze zich fotograferen door Bernard Sellier. De foto zal in een boek verschijnen waarvan de opbrengt naar onderzoek tegen aids zal gaan.
In oktober laat ze te Précy een video-montagetafel installeren. Ze wil een video van "Lily passion" in elkaar zetten.
Op 12 november verschijnt er een nieuw album, een dubbel C.D. in de handel.
Femme piano bevat 40 nummers. Het betreft een compilatie van haar bekendste nummers die herwerkt zijn haar HiFi. Ze heeft zelf de nummers gekozen. Met de hulp van Jean-Yves Billet stelt ze het begeleidend boekje samen. Een publicitaire affiche-campagne kondigt het album aan.
Het is herfst in Précy, de vogels fluiten, de bomen krijgen een goudrode kleur.
Het is maandag 24 november 3 uur in de morgen. De brandweer brengt Barbara met grote snelheid naar het hospitaal van Meaux. Vervolgens wordt ze overgebracht naar het Amerikaans hospitaal van Neuilly. Om tien na vier in de namiddag overlijdt ze ten gevolge van een longaandoening die niet meer te stoppen was.
Het is 24 november 1997.
Dinsdagmorgen 25 november, om 9 uur maakt A.F.P. het overlijden van Barbara wereldkundig.
Donderdag 27 november wordt ze op joods gedeelte van het kerkhof van Bagneux naast haar moeder begraven. Meer dan 2000 mensen wonen haar begrafenis bij.
J'ai toujours peur de ne pas être à la hauteur de l'amour que me donne le public. C'est classique plus on est attendu, plus on est angoissé et fragile. Cette peur là, c'est une vieille compagne. Le jour où je ne l'aurai plus, j'arrêterai de chanter. Ma relation avec le public c'est de l'ordre du contrat. Ca me plait de respecter les contrats, d'être fidèle à une exigence que j'ai eue dès le départ et que j'ai toujours essayé de garder, non par héroïsme mais parce que c'est comme ça, et puis quelques fois, c'est comme un jeu de séduction et d'orgueil. Je me suis mariée une seule fois avec un homme, et ça a été un échec. En tout cas, sachez que c'est avec vous, par vous, pour vous que j'ai vécu, même si c'est aussi pour moi, bien sûr, que j'ai chanté. Parfois vous étiez lourds, envahissants, terribles; je me sentais poursuivie, harcelée, dévorée. J'ai eu souvent très peur, mais je vous ai aimés.
(Ik ben altijd bang dat ik niet zo veel liefde kan geven als ik van het publiek krijg. t Is klassiek, hoe meer van u verlangd wordt, hoe meer beangstigd en breekbaar men is. Die angst is een oude bekende. De dag dat ik die angst niet meer ken stop ik met zingen. Mijn verhouding met het publiek is als een contract. Ik hou ervan contracten na te komen, trouw te zijn aan verplichtingen die ik van bij de start ben aangegaan, niet uit heldenmoed maar het is eenmaal zo. Soms is het als een spel van betovering en trots. Eens was ik gehuwd, het werd een mislukking. Weet in ieder geval dat ik met jullie, door jullie en voor jullie heb geleefd. Natuurlijk heb ik ook voor mezelf gezongen. Soms waren jullie, hard, overweldigend, verschrikkelijk, dan voelde ik mij vervolgd, getergd, verscheurd. Dikwijls had ik heel veel schrik maar ik had jullie lief .
Geniet van haar muziek, probeer te luisteren met haar teksten bij de hand en bedenk dat haar eigen composities bijna allemaal ontstaan zijn uit een eigen levenservaring.